De tekenen voor de dag des oordeels
Dit onderwerp is vertaald in
Categorieën
Full Description
- De tekenen voor de dag des oordeels
- Inleiding
- Hoofdstuk 1
- Ayat en hadiths over het Uur
- Hoofdstuk 2
- De algemene beschrijving van de fitan
- (rampspoeden)
- Hoofdstuk 3
- Afscheidingen in de belangrijkste religieuzegroeperingen
- Hoofdstuk 4
- Het kwaad dat de moslim-oemmah gedurende de laatste dagen zal overkomen
- Hoofdstuk 5
- De grote tekenen van het Uur
- Hoofdstuk 6
- De Mahdi
- Hoofdstuk 7
- Verschillende soorten fitan (rampspoed)
- Hoofdstuk 8
- De tekenen en voorboden van het Uur
- Hoofdstuk 9
- Het gevecht met de Romeinen
- Hoofdstuk 10
- De verschijning van de Dadjdjal
- Hoofdstuk 11
- Hadiths over de Dadjdjal
- Hoofdstuk 12
- De hadith van Fatima bint Qays
- Hoofdstuk 13
- De hadith van Al-Noewas ibn Sam 'an al-Kilabi
- Hoofdstuk 14
- Een hadith verteld door Aboe Oemamahal-Bahili
- Hoofdstuk 15
- De hadith van al-Moeghirah ibn Shoe’bah
- Hoofdstuk 16
- Nog meer hadiths over de Dadjdjal
- Hoofdstuk 17
- Bescherming tegen de Dadjdjal
- Hoofdstuk 18
- Het leven en de daden van de Dadjdjal
- Hoofdstuk 19
- Het af dalen van Jezus aan het ein der tijden
- Hoofdstuk 20
- Een beschrijving van de Messias, Jezus dezoon van Maryam, Boodschapper van Allah
- Hoofdstuk 21
- De verschijning van Gog en Magog
- Hoofdstuk 22
- De vernietiging van de Ka’aba
- Hoofdstuk 23
- Medina zal ten tijden van de Dadjdjal bewoond blijven
- Hoofdstuk 24
- De verschijning van het beest
- Hoofdstuk 25
- De zonsopkomst uit het Westen
- Hoofdstuk 26
- De rook zal aan het einde der tijden verschijnen
- Hoofdstuk 27
- Andere gebeurtenissen die aan het Uurvooraf zullen gaan
- Hoofdstuk 28
- De beschrijving van de mensen die aan het einde der tijden leven
De tekenen voor de dag des oordeels
Inleiding
Ibn Kathir, een geleerde op veel gebieden van de islamitischewetenschap is het meest bekend geworden als commentator op de Qor'aan (mufassir), historicus en overleveraar van profetische hadiths.
Hij heeft drie respectabele titels: al-Imam, de leider; al-Hafiz,de overleveraar van profetische hadiths en Imadad-Din, de zuilvan de godsdienst.
De woorden al-Qoerayshi, al-Dimashqi en al-Shafi’i worden soms aan zijn naam toegevoegd. Het eerste verwijst naar zijnMekkaanse roots, het tweede duidt de stad (Damascus) aanwaar hij het grootste gedeelte van zijn leven heeft doorgebracht en het laatste de wetsschool die hij volgde.
Zijn volledige naam was Isma’il Aboe'l-Fadl ‘Oemar Ibn Kathir.
Hij is in al-Moejaddah, een dorp ten oosten van Basra in deprovincie Damascus (Syrië) geboren, ten tijde van de overgangnaar de achtste eeuw na de migratie van de Profeet (702AH/1300 na Chr.). Er is onenigheid over zijn exacte geboortejaar: alle jaren tussen 698 en 702 (1296 en 1300 na Chr.) wordengeopperd. Hij vertelde van de herinneringen aan zijn vader,waarvan wordt aangenomen dat deze in 703 AH overleed. Eenpaar jaar na het overlijden van zijn vader verhuisde hij naar Damascus.
Damascus was in die tijd een bolwerk van de orthodoxe islam. Het was de thuisbasis van vele geleerde mensen en bood de gelegenheid om islamitische studies te volgen op hoog niveau, Ibn Kathir maakte hier gebruik van en die omgeving bracht het beste voort voor de ontwikkeling van zijn geest.
Hij studeerde eerst jurisprudentie (fiqh) onder leiding van Boerhan al-Din al-Fazariyyah en Kamal al-Din ibn Qadi. Daarna trouwde hij in de familie van Aboe’l-Hadjaj al-Mazi bijwie hij hadith (profetische overleveringen) studeerde.
Zijn beroemdste leraar was Taqi al-Din Ibn Taymiyyah, vanwie hij vele hadiths leerde en die hem met veel van zijn wetsoordelen beïnvloedde. Zijn leraar stierf toen Ibn Kathir 28 jaar was. Daarvoor was hij gedurende tien jaar getuige van het leven van de grote jurist, dat door, bij tussenpozen onderbroken, vervolgingen gekenmerkt werd.
Na de dood van Ibn Taymiyyah groeide de reputatie van IbnKathir. Spoedig was hij één van de meest gerespecteerde geleerdenvan de hele regio. Hij was het meest bekend door zijnkundigheid om hadiths te herinneren en om deze met alle belangrijkedetails uit te leggen zodat de hele situatie voor zijn studenten duidelijk werd.
De titel al-Hafiz wordt alleen aan geleerden gegeven die detekst en de overleveringsketen van de hadith uit het hoofd kennen, tezamen met de relevante informatie die bijdraagt tot een volledig begrip (dirayah) van de hadith. Ibn Kathir had dit reeds op jonge leeftijd bereikt. Zijn student al-Hafiz Ibn Hidjizei: ‘Hij kende van alle overleveraars die ik ooit ontmoet hebde meeste hadiths uit het hoofd.’
Dit grote reservoir van overleveringen was de bron voor al zijn boeken. Dit waren boeken over jurisprudentie, geschiedenis ende wetenschap van de hadith.
Zijn beroemde commentaar op de Qor’aan ‘Tafsir al-Qor’aan al-‘Azim’ is één van de meest gezaghebbende exegeses. In de inleiding legt hij zijn manier van werken uit en zet een systeem neer dat door alle serieuze commentatoren wordt nagevolgd. Hij beschermde de integriteit van de wetenschap der exegese.
Hij stierf op donderdag de 26ste Sha’ban 774 AH (1373 naChr.) en werd op de begraafplaats van Soefïyyah bij zijn leraar Ibn Taymiyyah begraven.
Dit boek is een samenvatting van zijn boek al-Bidayah wa'1-nihayah. Al-Bidayah is een geschiedkundig werk dat in driedelen is onderverdeeld. Het begint met de pre-islamitische periode en legt het klimaat van de Djahiliyyah (onwetendheid)uit. Dit gedeelte beschrijft de openbaring van de Qor'aan, devervolging van de moslims en de stichting van de eerste islamitische gemeenschap in Medina. Het tweede deel beschrijft deperiode van de rechtgeleide kaliefen en de moslimdynastieën die daarop volgden, waaronder ook zijn eigen tijd viel. Het laatste deel beschrijft het einde van de wereld zoals dat in de hadith literatuur wordt verteld. Zowel zijn commentaar als zijn geschiedkundige werk waren een waardevolle bijdrage aan de wetenschappelijke gemeenschap in Damascus. Maar de samenstellingvan deze meesterwerken zorgen ervoor dat zij geschikt zijn voor de hele islamitische gemeenschap, ongeacht de tijd ende plaats waarin deze zich bevindt.
‘De tekenen van de Dag des Oordeels’ zijn tijdens de vertalingin het Nederlands zo bewerkt dat zij de Nederlandse lezers hetbest tot nut kunnen zijn. De hadiths zijn tot die hadiths beperktdie alleen over de Dag des Oordeels gaan en de tekenen, waarschuwingenen rampen die daar direct aan voorafgaan. Het belangrijkste doel van dit boek is te laten zien dat alle dagelijkse voorvallen niet bij toeval gebeuren, maar een onderdeel zijn van het alomvattende plan van de Schepper. Dit zijn de gebeurtenissendie uiteindelijk tot de Laatste Dag leiden, de dag waarop ieder mens beoordeeld wordt op al zijn gepleegde daden.
Dit boek zou ons het liefdevolle ontzag moeten inboezemen datons voorbij deze grote gebeurtenis moet nemen. Het is dit bewustzijndat ons, in shaa Allah naar Zijn Tuin toe zal leiden enons tegen Zijn Vuur zal beschermen: de twee uiteindelijke gevolgen van het oordeel. “De tekenen van de Dag des Oordeels’’ zal voor iedereen die ernaar uitkijkt om zijn Heer te ontmoetennuttig zijn. Moge Allah SWT Zijn genade over de schrijver vandit boek uitstorten.
Hoofdstuk 1
Ayat en hadiths over het Uur
Allah SWT zegt:‘Zij vragen u omtrent het Uur: ‘Wanneer zal het komen?’Maar datgene waarmede gij u bezighoudt, de komst daarvanis bij uw Heer. Gij zijt slechts een waarschuwer voorhem die vreest. Op de dag waarop zij dit zullen zien (zal hetzijn) alsof zij slechts een avond of een morgen (op de aarde)hadden vertoefd. ’(An-Naziaat: 42-46)
Zij vragen jou over het Uur: ‘Wanneer zal de aangewezentijd zijn?’ Zeg: ‘De kennis daarvan is (alleen) bij mijn Heer.Niemand kan daar de tijd van openbaren, behalve Hij.Zwaar is de last voor de hemelen en de aarde. Het zal onverwachtsover jullie komen. ’ Zij vragen jou alsof jij daargoede kennis van hebt. Zeg: ‘De kennis daarvan is (alleen)bij Allah, maar de meeste mensen weten het niet. ’(Al-Aa’raaf: 187)
Er zijn veel ayat en hadiths over dit onderwerp:Het uur is nabij gekomen en de maan is gespleten.(Al-Qamar:1)
De Profeet vzmh zei, terwijl hij met zijn wijs- en middelvinger wees: ‘De tijd van mijn komst en het Uur zijn zoals deze vingers.’[1] In een andere overlevering zegt hij: ‘Het Uur kwam bijna voor mij.’
Dit laat zien hoe dicht wij, relatief gesproken, het Uur genaderdzijn. Allah SWT zegt: ‘De afrekening is voor de mensheid dicht bijgekomen terwijl zij zich achteloos afkeerde.’ (Al-Anbiya: 1)
‘De gebeurtenis bevolen door Allah, zullen voorbijgaan, probeer het dus niet te versnellen.’(An-Nahl: 1)
‘Degenen die daar niet in geloven proberen het te bespoedigen,terwijl degenen die geloven het vrezen, en weten dat het de hele waarheid is.’(Asj-Sjoera: 18)
In Sahih al-Boechari is een hadith waarin staat dat een bedoeiende Profeet vzmh over het Uur vroeg. Hij zei: ‘Het zal zekerkomen. Wat heb je ervoor voorbereid?’ De man zei: ‘O Boodschapper van Allah, ik heb niet veel voorbereid wat gebed en goede werken betreft, maar ik heb Allah en Zijn boodschapperlief.’ De Profeet zei: ‘Je zult bij diegenen zijn die je liefhebt.’
De moslims hadden zich nog nooit zo verheugd als toen zijdeze hadith hoorden.[2]
Er zijn een aantal hadiths die overleveren dat de Profeet vzmh overhet Uur werd ondervraagd. Hij keek naar een jonge knaap enzei: ‘Als hij leeft is hij niet erg oud voor hij zal zien dat jullie Laatste Uur geslagen heeft.[3] Hiermee bedoelde hij hun dood en het betreden van het hiernamaals, want iedereen die sterft, komt in aanmerking methet hiernamaals; sommige mensen zeggen dat als iemand sterft zijn oordeel begint. De hadith met deze betekenis is ‘correct’.(sahih).
Sommige ketters hebben commentaar geleverd op deze hadith en hebben het een onjuiste betekenis gegeven. De juiste tijd van het grote Uur (al-Sa’ah al-‘Uzma) is iets wat alleen Allah weet enwat Hij aan niemand heeft geopenbaard, zoals duidelijk wordtuit een hadith waarin de Profeet vzmh gezegd heeft: ‘Er zijn vijfzaken die niemand anders kent behalve Allah, toen reciteerde hij:
‘Waarlijk Allah! Bij Hem (alleen) is de kennis over het Uur... ’(Luqman: 34)[4]
Toen Jibriel in de vermomming van een bedoeïen bij de Profeet vzmh kwam, ondervroeg hij (Jibriel) hem over Islam, Iman (geloof) en Ihsan (de uitmuntendheid van het geloof), en de Profeet vzmh beantwoordde zijn vragen. Maar toen hij hem naar het Uur vroeg, zei hij vzmh De vrager weet hier niet meer over dan de ondervraagde.’ Jibriel zei: ‘Vertel mij over de tekenen.’
Toen beschreef de Profeet vzmh ze, net zoals wij deze dadelijk zullen overlopen als wij deze en andere hadiths in hun geheel citeren.
Hoedhayfah zei: ‘De Profeet vzmh stond op een dag op om tot onste spreken en vertelde ons alles wat ons te wachten stond met betrekking tot het Uur, en hij liet niets onbesproken. Sommige toehoorders leerden het uit hun hoofd en anderen vergaten het; vrienden van mij leerden het uit hun hoofd. Ik kan het me niet meer in z'n geheel herinneren, maar soms komt er opeens iets in je op, net zoals je het gezicht van iemand die je vergeten was, herkent en herinnert bij het terugzien.’ (Aboe Dawoed, Moeslim.)[5]
Imam Ahmad leverde via Aboe Noedrah over dat Aboe Sa’id gezegd heeft: ‘Op een dag leidde de Profeet vzmh ons in het namiddaggebed(salat al-’asr). Toen stond hij op en sprak tot ons tot zonsondergang. Hij noemde alles wat er zou gebeuren tot de Dag der Opstanding en liet niets ongezegd. Sommigen van ons herinnerden het zich en anderen van ons zijn het vergeten. Eén van de dingen die hij gezegd heeft, was: ‘O mensen, deze wereldis gevuld met aantrekkelijke verleidingen. Allah heeft u als rentmeesters (chalifa) in deze wereld aangesteld en Hij zal zien hoe jullie je gedragen. Wees daarom op uw hoede voor de verleidingen van deze wereld en voor vrouwen.’ Aan het eindevan zijn toespraak zei hij: ‘De zon gaat bijna onder en wat ervan deze wereld overblijft als je hem vergelijkt met wat er is geweest, is wat er van deze dag overblijft als je hem vergelijkt met wat er is geweest.’[6]
Ali ibn Zayd ibn Jad’an al-Timi leverde een paar gharib en moenkar hadiths over die de geldigheid van deze hadith in twijfel trekken. Maar er zijn een aantal overleveringen die met deze hadith overeenkomen en die door verschillende isnads zijn overgeleverd. Een deel van deze hadith is in de Sahih Moeslim overleverd door Aboe Noedrah op het gezag van Aboe Sa’id.Deze hadith verwijst naar iets waar geen twijfel over is: wat ervan deze wereld overblijft als je hem vergelijkt met wat voorbij is, is heel weinig. Desondanks kan niemand precies weten hoeveel tijd er over is, behalve Allah SWT, en niemand weet precies hoeveel tijd er voorbij is, behalve Allah.
Hoofdstuk 2
De algemene beschrijving van de fitan
(rampspoeden)
Hoedhayfah ibn al-Yaman zei: ‘De mensen vroegen de Profeet al gewoonlijk naar de goede dingen, maar ik vroeg hem gewoonlijk naar de slechte dingen want ik was bang dat zij macht over mij zouden krijgen. Ik zei: ‘O Boodschapper van Allah,we waren in de onwetendheid (Djahiliyyah) en in het kwaad verdwaald, toen bracht Allah ons dit goede (d.w.z. de islam). Zaler iets slechts na dit goede komen?’ Hij zei: ‘Ja.’ Ik vroeg: ‘En zal er iets goeds na het slechte komen?’ Hij zei: ‘Ja, maar het zal met iets slechts besmet zijn.’ Ik vroeg: ‘Hoe zal het besmetzijn?’ Hij zei: ‘Er zullen mensen zijn die anderen op een pad zullen leiden dat van van het mijne verschilt. Je zult goed enkwaad in hen zien.’ Ik vroeg: ‘Zal er kwaad na dit goede komen?’ Hij zei: ‘Sommige mensen zullen bij de poorten van dehel staan en roepen; iedereen die aan hun roep gehoor geeft zalin het Vuur geworpen worden.’ Ik zei: ‘O Boodschapper vanAllah beschrijf hen voor ons.’ Hij zei: ‘Zij zullen van onze eigenmensen zijn en zij zullen onze taal spreken.’ Ik vroeg: ‘Wat raad je mij aan te doen als ik nog zal leven en dat zalzien?’ Hij zei: ‘Blijf bij de belangrijkste groep (djama’ah) moslimsen hun leider (imam).’ Ik vroeg: ‘Wat moet ik doen als ergeen belangrijkste groep en geen leider is?’ Hij zei: ‘Zonderje van al deze sekten af, zelfs als je de wortels van de bomen moetbijten en je door de dood in dit stadium wordt overmand.’[7]
‘Abd Allah ibn Mas’oed zei: De Profeet vzmh zei: ‘De islam is als iets vreemds begonnen en het zal weer iets vreemds worden, net zoals het in het begin was, er is dus goed nieuws voor de vreemdelingen.’ Iemand vroeg: ‘Wie zijn de vreemdelingen?’Hij zei: ‘Degenen die zich van de mensen (letterlijk de stammen) terwille van de islam losscheuren.’ Deze hadith is door Ibn Madjah overgeleverd op gezag van Anas en Aboe Hoerairah.[8]
Hoofdstuk 3
Afscheidingen in de belangrijkste religieuzegroeperingen
Aboe Hoerairah leverde over dat de Profeet vzmh zei: ‘De joden zijn in eenenzeventig sekten onderverdeeld en mijn Oemmah zal in drieënzeventig groepen onderverdeeld zijn.’[9]
Awf ibn Malik levered over, dat de Profeet vzmh zei: ‘De joden zijn in eenenzeventig sekten onderverdeeld: slechts één daarvan zal het paradijs binnentreden en zeventig zullen in de hel komen. De christenen hebben zich in tweeënzeventig sekten onderverdeeld: eenenzeventig zullen de hel ingaan en één het paradijs. Bij Degene in Wiens hand mijn ziel is, mijn oemmahzal zich in drieënzeventig sekten onderverdelen: één zal hetparadijs betreden en tweeënzeventig zullen in de hel belanden.’Iemand vroeg: ‘O Boodschapper van Allah, welke zal dat zijn?’ Hij antwoordde: ‘De belangrijkste groep van de moslims(al-djama’ah).’ ‘Awf ibn Malik heeft deze hadith overgeleverden de isnad ervan is acceptabel.[10]
Anas ibn Malik zei: ‘Ik zal jullie een hadith vertellen die ik van de Boodschapper van Allah heb gehoord, en die niemand jullie na mij kan vertellen. Ik hoorde hem zeggen: ‘Onder de tekenen van het Uur zal het verdwijnen van de kennis zijn ende opkomst van de onwetendheid. Overspel zal gangbaar zijn en het drinken van wijn zal gewoon zijn. Het aantal mannen zal afnemen en het aantal vrouwen zal toenemen in zo'n mate dat één man voor vijftig vrouwen moet zorgen.’ Deze hadith is overgeleverd in de twee Sahihs van de hadiths van ‘Abd Rabbihi.[11]
‘Abd Allah zei: De Profeet vzmh zei: ‘Even voordat het Uur aanbreekt, zullen er dagen zijn waarin de kennis verdwijnt en de onwetendheid opkomt, en er zal veel gemoord worden.’ (IbnMadjah; ook overleverd door al-Boechari en Moeslim, uit de hadith van al-A’mash)[12]
Hoedhayfah ibn al-Yaman zei: De Profeet vzmh zei: ‘De islam zal versleten raken zoals kleren versleten raken, tot niemand meer weet wat vasten, salat, liefdadigheid en rituelen zijn. Op een nacht zal de Qor'aan verdwijnen en geen enkele ayah zal er op aarde achterblijven. Een paar groepen van oude mensen zullen overblijven die zullen zeggen: ‘Wij hoorden onze vaders: ‘La ilahailla Allah’ zeggen en dat hebben wij zodoende herhaald.’ Silahvroeg Hoedhayfah: ‘Wat zal het zeggen van ‘la ilaha illa Allah’voor hen betekenen als zij niet weten wat bidden, vasten, ritueel en liefdadigheid zijn?’ Hoedhayfah negeerde hem; toen herhaalde Silah zijn vraag driemaal en iedere keer negeerde Hoedhayfah hem. Tenslotte antwoordde hij: ‘O Silah, het zal hen van de hel redden’, en dat herhaalde hij driemaal. (Ibn Madjah)
Dit duidt erop dat in de laatste dagen de kennis van de mensen zal worden afgenomen en zelfs de Qor'aan zal van de Moeshafsen van de harten van de mensen verdwijnen. De mensen zullen zonder kennis worden achtergelaten. Alleen oude mensen zullen hen vertellen dat zij mensen ‘La ilaha illa Allah’ hebben horen zeggen en zij zullen dat herhalen om zich in de nabijheid van Allah (SWT) te voelen, het geeft hen derhalve wat zegeningen, zelfs als zij niet over goede daden of nuttige kennis beschikken.
De kennis zal tijdens de laatste dagen van de mensheid weggenomen worden en de onwetendheid zal toenemen, want Allah zal hen in de steek laten. Zij zullen in deze staat verkeren en hun onwetendheid en misleiding zal toenemen tot het einde,want in de hadith van de Profeet vzmh staat: ‘Het Uur zal niet overiemand komen die ‘Allah, Allah’ zegt; het komt slechts over de slechtste der mensen.’[13]
Hoofdstuk 4
Het kwaad dat de moslim-oemmah gedurende de laatste dagen zal overkomen
‘Abd Allah ibn ‘Oemar zei: De Profeet vzmh kwam naar ons toeen zei: ‘O Moehadjiroen (emigranten van Mekka naar Medina),jullie kunnen door vijf zaken gekweld worden; Allah verhoeddedat jullie zullen leven en ze zien. Als ontucht wijd verbreid raakt, moeten jullie je realiseren dat dit nooit gebeurt zonder dat nieuwe ziekten de mensen zullen treffen waaraan hun voorouders nooit hebben geleden. Als de mensen beginnen met het bedriegen in het wegen van goederen, dan moeten jullie je realiseren dat dit nooit gebeurt zonder dat droogte en hongersnoodde mensen treft en hun heersers hen onderdrukken. Als de mensen hun zakat inhouden, dan moeten jullie je realiseren datdit nooit gebeurt zonder dat de regen stopt te vallen; en als het niet om het lot van de dieren was, dan zou het nooit meer regenen. Als de mensen hun verbond met Allah en Zijn Boodschapper verbreken, dan moeten jullie je realiseren dat dit nooit is gebeurd zonder dat Allah hen een vijand stuurt en wat van hun bezittingen door middel van geweld terugneemt. Als de leiders niet volgens het Boek van Allah regeren, dan moeten jullie je realiseren dat dit nooit is gebeurd zonder dat Allah hen in groepen verdeelt en hen tegen elkaar laat vechten.’ (Ibn Madjah)[14]
‘Ali ibn Abi Talib zei: De Profeet vzmh zei: ‘Als mijn oemmah vijftien eigenschappen heeft, dan zal de rampspoed over hen komen.’ Iemand vroeg: ‘Welke zijn het, o Boodschapper van Allah?’ Hij zei: ‘Als de winst alleen maar onder de rijken wordt verdeeld, en de armen daar niet van profiteren; als een onderpand iets wordt om winst mee te maken; als het betalen van de zakat een last wordt; als de man zijn vrouw gehoorzaamt en ongehoorzaam is aan zijn moeder; en zijn vrienden vriendelijk behandelt en zijn vader schuwt; als stemmen zich in de moskee verheffen; als de leider der mensen de ergste onder hen is; als de mensen iemand met respect behandelen omdat zij bang zijn dat hij anders iets slechts zal doen; wanneer er veel wijn wordt gedronken; als mannen zijde dragen; als zangeressen en muziekinstrumenten populair worden; wanneer de laatste mensen van deze oemmah de eerste vervloeken dan kunnen zij een rode wind verwachten, of zal de aarde hen verzwelgen of zullen zij in dieren worden veranderd.’ (Tirmidhi)[15]
‘Ali ibn Abi Talib zei: De Profeet vmzh leidde ons in de salat alfadjr (het ochtendgebed). Toen hij klaar was, riep een man tegen hem: ‘Wanneer zal het Uur zijn?’ De Profeet vermaande hem en zei: ‘Wees stil.’ Na een tijdje sloeg hij zijn ogen ten hemel op en zei: ‘Verheerlijkt is de Ene Die het verheven heeften ervoor zorgt.’ Toen sloeg hij zijn blik neer ter aarde en zei: ‘Verheerlijkt is de Ene Die het uitgespreid heeft en geschapen heeft.’ Toen zei de Profeet vzmh waar is degene die naar het Uur vroeg?’ De man knielde neer en zei: ‘Ik vroeg het u.’ De Profeet vzmh zei: ‘Het Uur zal komen als de leiders onderdrukkers zijn, als de mensen in de sterren geloven en al-qadar (het goddelijke besluit van het lot) verwerpen, als een onderpand een middel wordt om winst te maken, wanneer de mensen spaarzaam aan liefdadigheid geven, wanneer overspel wijdverspreid raakt. Als dit gebeurt, zullen je mensen verdwijnen.’[16]
‘Imran ibn Hoesayn zei: De Profeet vzmh zei: ‘Sommige mensen van deze oemmah zullen door de aarde verzwolgen worden, sommigen zullen in dieren veranderd worden en sommigenzullen gestenigd worden.’ Eén van de moslims vroeg: ‘Wanneer zal dat zijn, O Boodschapper van Allah?’ Hij zei: ‘Wanneer zangers en muziekinstrumenten populair worden en er veel wijn wordt gedronken.” [17]
Hoofdstuk 5
De grote tekenen van het Uur
Nadat de kleinere tekenen van het Uur verschijnen en in aantal toenemen, heeft de mensheid een stadium van groot lijden bereikt. De verwachte Mahdi zal verschijnen, hij is de eerste van de grotere en duidelijkere tekenen van het Uur. Er zal geen twijfel over zijn bestaan zijn, maar dit zal alleen duidelijk zijn voor de mensen met kennis. De Mahdi zal heersen tot de valse messiah (Al-Masih al-Dadjdjal) verschijnt, die onderdrukkingen corruptie zal verspreiden. Alleen degenen met grote kennisen een diep geloof (imaan) zullen hem kennen en zijn kwaad vermijden. De valse messiah zal een tijdje blijven, de gehele mensheid vernietigen (Ibn Kathir heeft in dit boek een aantal zwakkere hadith gebruikt en er is veel discussie over het onderwerp, daarom is dit stukje niet erg logisch [vertaler]) en de aarde zal de grootste rampspoed (fitna) uit haar geschiedenis meemaken. Dan zal de messiah Jezus (AS) afdalen en rechtvaardigheid uit de hemel brengen. Hij zal de Dadjdjal doden en er zullen jaren van veiligheid en zekerheid volgen. Dan zal de verschijning van Ya’djoedj en Ma’djoedj (Gog enMagog) de mensheid bij verrassing overvallen en de corruptie zal weer de overhand nemen. Als antwoord op de vrome gebeden van Jezus aan Allah (SWT) zullen zij sterven en zal de veiligheid, zekerheid, rechtvaardigheid en stabiliteit opnieuw terugkeren. Deze toestand zal een aantal jaren voortduren tot Jezus komt te overlijden.
De oelama verschillen van mening over de volgorde van de grote tekenen van het Uur. Deze zijn: De vernietiging van de Ka’aba en het opnieuw bedekkenvan zijn schat,
■ Opkomst van de zon uit het westen,
■ Het verschijnen van het Beest uit de aarde,
■ De rook,
■ Een wind zal de ziel van de gelovigen nemen,
■ De Qor’aan zal in de hemel worden opgenomen,
■ Een vuur zal de mensen naar de laatste verzamelplaats drijven,
■ De Trompet zal klinken: bij de eerste stoot zal iedereen eenpanische angst voelen; bij de tweede stoot zal iedereenneergeveld worden; bij de laatste stoot zal iedereen herrijzen.
Hoofdstuk 6
De Mahdi
De Mahdi zal aan het einde der tijden komen; hij is één van de rechtgeleide kaliefen en imams. Hij is niet de ‘Mahdi’ die door de Shi’ah wordt verwacht, van wie zij beweren dat hij uit een tunnel in Samarra zal verschijnen. Deze bewering van hen is niet op de realiteit of op een betrouwbare bron gebaseerd. Zij beweren dat zijn naam Mohammed ibn al-Hassan ibn al-askari is en dat hij die tunnel op vijfjarige leeftijd binnenging.
De zaak die wij hier willen bespreken, is door de hadiths van de Profeet vzmh bewezen: namelijk dat de Mahdi aan het einde dertijden zal verschijnen. Ik geloof dat hij zal verschijnen voordat Jezus, de zoon van Maryam zal neerdalen, zoals de hadiths dat aangeven.
Hadjdjadj zei, dat hij ‘Ali hoorde zeggen: De Profeet vzmhzei: Zelfs al zou er nog maar één dag van de wereld over zijn, dan zou Allah toch nog een man sturen om de wereld met recht-vaardigheid te vullen, net zoals het met onderdrukking en onrechtvaardigheid is gevuld.’ (Ahmad)[18]
‘Ali zei: De Profeet vzmh zei: De Mahdi is één van ons, van de mensen van mijn huishouden. Op een nacht zal Allah hem inspirerenen hem er klaar voor maken om zijn taak succesvol uit te voeren.’ (Ahmad en Ibn Madjah)[19]
‘Ali zei terwijl hij naar zijn zoon al-Hasan keek: ‘Deze zoon van mij is een sayyid (meester), want de Profeet vzmh heeft hem zo genoemd. Onder zijn afstammelingen zal een man zijn dienaar jullie Profeet vzmh is genoemd. Hij zal in zijn gedrag op hem lijken, maar niet wat het uiterlijk betreft.’ En toen vertelde hij hen het verslag waarin ter sprake kwam dat de aarde met rechtvaardigheid gevuld zal zijn. (Aboe Dawoed)[20]
Aboe Dawoed heeft een hoofdstuk van zijn Soenan aan het onderwerp van de Mahdi gewijd. Aan het begin van dit hoofdstuk citeerde hij de hadith van Djabir ibn Samrah, waarin de Profeet vzmh zei: ‘Deze religie zal standvastig blijven tot er twaalf kaliefen over jullie hebben geregeerd.’ (Volgens een andere overlevering zei hij: ‘Deze religie zal krachtig blijven tot ertwaalf kaliefen over jullie geregeerd hebben) Djabir zei: ‘Demensen juichten en riepen Allahoe akbar!’ Toen fluisterde de Profeet vzmh iets. Ik vroeg mijn vader: ‘Wat zei hij?’ Mijn vader zei: ‘Hij zei: ‘Zij zullen allemaal van de Qoeraish afstammen.’Een andere overlevering zegt dat toen de Profeet vzmh naar zijn huis terugkeerde, de Qoeraish naar hem toekwamen en vroegen: ‘Wat zal er daarna gebeuren?’ Hij zei: ‘Dan zal er sprake zijn van rampspoeden en moord.’
Aboe Dawoed leverde een hadith van ‘Abd Allah ibn Mas'oed over: De Profeet zei: ‘Als er slechts één dag voor de wereld was overgelaten, dan zou deze dag verlengd worden tot er een man van mijn afstammelingen of van de mensen van mijn huishouden werd gestuurd; zijn naam zal dezelfde zijn als mijn naam, en zijn vaders naam zal dezelfde zijn als de naam van mijn vader. Hij zal de aarde met rechtvaardigheid en eerlijkheid vullen, net zoals deze met onrechtvaardigheid en onderdrukking gevuld was. De wereld zal niet tot een einde komen tot de manvan mijn huishouden, wiens naam met mijn naam overeenkomt, zal regeren.’[21]
‘Abd Allah zei: De Profeet vzmh zei: ‘Een man van mijn huishouden, wiens naam met mijn naam overeenkomt, zal de macht hebben.’ (Tirmidhi)
In een andere overlevering, van Aboe Hoerairah, zei de Profeet vzmh Als er maar één dag in deze wereld over zou zijn, dan zou Allah hem verlengen tot hij de macht had.’[22]
Aboe Sa’id zei: De Profeet vzmh zei: ‘De Mahdi zal een van mijn afstammelingen zijn; hij zal een hoog voorhoofd hebben en een haak neus. Hij zal de aarde met rechtvaardigheid en eerlijkheid vullen net zoals deze met onrechtvaardigheid en onderdrukking gevuld was, en hij zal zeven jaar regeren.’ (Aboe Dawoed.)[23]
Oem Salamah zei: ‘Ik hoorde de Profeet vzmh zeggen: ‘De Mahdizal één van mijn afstammelingen zijn, een afstammeling van de kinderen van Fatimah.’ (Aboe Dawoed)[24]
Oem Salamah levered over dat de Profeet vzmh gezegd heeft: ‘De mensen zullen na de dood van een chalifah beginnen met een verschillende mening te hebben. Een man uit Medina zal naar Mekka vluchten. Een paar mensen uit Mekka zullen naar hem toe komen en er hem tegen zijn wil uit trekken; zij zullen trouw aan hem zweren tussen al-Roekn en al-Maqam. Een leger uit Syrië zal tegen hem ten strijde trekken, maar dat zal in de woestijn tussen Mekka en Medina verzwolgen worden. Als de mensendat horen, zullen groepen mensen uit Syrië en Irak komen en hem trouw zweren. Vervolgens zal er een man van de Qoeraish verschijnen, wiens moeder van Kalb komt, en hij zal een leger naar hem toesturen om hem te bevechten, en dat zal hem verslaan, dit zal bekend worden als de Slag van Kalb. Iedereen die de buit van deze slag niet ziet, zal veel missen! De Mahdi zal de weelde verdelen over de mensen en volgens de soennah van de Profeet vzmh heersen. Dan zal hij sterven en de moslims zullen voor hem bidden.’ (Aboe Dawoed)[25]
‘Ali zei: De Profeet vzmh zei: ‘Een man met de naam Al-Harithibn Hirath zal uit Transoxanië komen. Zijn leger zal geleid worden door een mandie Mansoer heet. Hij zal de weg banen en een regering instellen van de familie van Mohammed, opdezelfde manier waarop de Qoeraish de regering ingesteld hebben van de Boodschapper van Allah Elke gelovige zal verplicht zijn hem te steunen.’ (Aboe Dawoed)
Abd Allah ibn al-Harith ibn Djoez' al-Zoebaydi zei: De Profeet vzmh zei: ‘Er zal een volk uit het oosten verschijnen dat de weg voor de Mahdi zal vrijmaken.’ (Ibn Madjah)[26]
'Abd Allah zei: ‘Toen wij bij de Profeet vzmh waren, kwamen er een paar jongemannen van de Banoe Hashim bij ons. Toen de Profeet vzmh hen zag, vulden zijn ogen zich met tranen en de kleur van zijn gezicht veranderde. Ik zei: ‘Wij kunnen aan uw gezicht een verandering zien, en dat maakt ons van streek.’ De Profeet vzmh zei: ‘Wij zijn de mensen van het huishouden voor wie Allah eerder het hiernamaals heeft gekozen dan deze wereld. De mensen van mijn huishouden zullen na mijn dood veel lijden en zij zullen vervolgd worden tot er een volk uit het oosten komt dat zwarte vlaggen draagt. Zij zullen de mensen bevelen het goede te doen, maar de mensen zullen dat weigeren; zij zullen vechten tot zij overwinnen en de mensen zullen doen wat hen gevraagd wordt, maar zij zullen het niet van hen accepteren tot de macht in handen komt van een man uit mijn huishouding. Dan zal de aarde met eerlijkheid gevuld worden, op dezelfde manier waarop het met onrechtvaardigheid gevuld was. Als één van jullie leeft en dit ziet, dan moet je naar hem toe gaan, zelfs al moest je over het ijs kruipen.’[27]
Deze tekst slaat op de overheersing van de Abbasiden, zoals we eerder in de tekst vermeld hebben, toen we verwezen naar het begin van hun regeringsperiode in 132 AH. Het geeft ook aan dat de Mahdi na de Abbasiden zal verschijnen en dat hij één van de Ahl al-Bayt, een afstammeling van Fatima, de dochter van de Profeet vzmh zal zijn. Ook Hasan, en niet Hoesain, wordt in de hadith van ‘Ali ibn Abi Talib genoemd; en Allah weet hethet beste.[28]
Thawban zei: De Profeet vzmhzei: ‘Drie mannen zullen worden gedood op de plaats waar jullie schat zich bevindt. Ze zullen alle drie een zoon van een chalifa zijn, en geen van hen zal de schat bemachtigen. Dan zullen de zwarte vlaggen uit het oosten komen en zullen jullie op zo'n manier afslachten zoals nog nooit vertoond is.’ Toen zei hij iets wat ik mij niet meer kan herinneren; daarna: ‘Als je hem ziet, ga naar hem toe en zweer hem trouw, zelfs al moet je over ijs kruipen, want hij is de chalifa van Allah, de Mahdi.’ (Ibn Madjah)[29]
De schat waar in deze tekst naar verwezen wordt, is de schat van de Ka’aba. Tegen het einde der tijden zullen drie zonen van de chalifas vechten om hem te bemachtigen, tot de Mahdi verschijnt. Hij zal uit het oosten verschijnen, niet uit de tunnel van Samarra zoals de Shi’ah beweren; zij geloven dat hij zich nu in die tunnel bevindt en zij wachten tot hij aan het einde der tijden te voorschijn zal komen. Er is hiervoor in geen enkel boek of sahih overlevering een bewijs, het is daarom nutteloos om er in te geloven.
De waarheid is dat de Mahdi, wiens komst beloofd is, aan het einde der tijden uit het oosten zal verschijnen, en de mensen zullen hem trouw zweren bij de Ka’aba, zoals sommige hadiths aangeven.
In de tijd van de Mahdi zal er vrede en voorspoed heersen, met overvloedige oogsten, weelde en sterke heersers en de islam zal goed gevestigd zijn.
Aboe Sa’id zei: ‘Bij Allah, elke heerser die wij gehad hadden, was slechter dan degene die ervoor was, elk jaar was slechter dan het jaar dat ervoor was, maar ik heb de Profeet vzmh horen zeggen: ‘Onder jullie heersers zal er één zijn die de weeldevrijelijk uitdeelt, zonder te tellen. Een man zal naar hem toekomen en hem om geld vragen en hij zal zeggen ‘Neem; de man zal zijn mantel uitspreiden en de heerser zal er het geld instorten.’ De Profeet vzmh spreidde de dikke mantel die hij droeg uit om te laten zien hoe de man het zou doen; daarna pakte hijhem bij de punten op en zei: ‘Dan zal de man het opnemenen weggaan.’ (Ahmad)[30]
Hoofdstuk 7
Verschillende soorten fitan (rampspoed)
Zaynab bint Djahsh zei: De Profeet vzmh stond op uit zijn slaap; zijn gezicht was rood aangelopen en hij zei: ‘Er is geen god behalve Allah. Wee de Arabieren, wegens een groot kwaad dat hen bijna nadert. Vandaag is er een gat in de muur van Gog en Magog gemaakt, zoals dit (Soefian liet het zien door met zijn vingers de nummers 90 of 100 te maken).’ Iemand vroeg: ‘Zullen wij vernietigd worden, zelfs als er rechtvaardige mensen onder ons zijn?’ De Profeet vzmh zei: ‘Ja, als het kwaad toeneemt.’ (Al-Boechari)[31]
Oem Salamah, de vrouw van de Profeet vzmh zei: ‘Op een nacht stond de Profeet vzmh op en zei: ‘Soebhan Allah! Hoeveel rampspoeden zijn er vannacht naar beneden gekomen en hoeveel schatten zijn er afgesloten! Ga en maak de andere bewoners van deze huizen (d.w.z. zijn vrouwen) wakker voor het gebed.
Een goed geklede ziel in deze wereld kan wel naakt zijn in het hiernamaals.’ (Al-Boechari.)[32]
Oesamah ibn Zayd zei: ‘Eens hield de Profeet toezicht op één van de kantelen van Medina en vroeg de mensen: ‘Zien jullie wat ik zie?’ Zij zeiden: ‘’Nee.’ Hij zei: ‘Ik zie dat er kwellingen op jullie huizen vallen net zoals regendruppels vallen.’ (al-Boechari, Moeslim)[33]
Aboe Hoerairah (RA) zei: De Profeet vzmh zei: ‘De tijd zal snel voorbijgaan, kennis zal afnemen, ellende zal de overhand nemenin de harten van de mensen, kwellingen zullen verschijnenen er zal veel hardj zijn.’ De mensen vroegen: ‘O Boodschapper van Allah, wat is hardj?’ Hij zei: ‘Doden, doden!’ (al-Boechari)[34]
Al-Zoebayr ibn 'Adi levered over: ‘Wij gingen naar Anas ibn Malik om te klagen over het onrecht van al-Hadjdjadj waaronder wij leden. Anas ibn Malik zei: ‘Wees geduldig, want er zal geen tijd komen zonder dat die wordt gevolgd door een tijd die slechter is, tot jullie jullie Heer ontmoeten.’ Ik hoorde de Profeet vzmh dat zeggen.’ (al-Boechari)
Aboe Hoerairah zei: De Profeet vzmh zei: ‘Er zal een tijd van kwellingen komen, waarin een ieder die zit beter zal zijn dan een ieder die staat; en eenieder die staat zal beter zijn dan een ieder die loopt; en een ieder die loopt zal beter zijn dan een ieder die rent. Wie zichzelf bloot stelt aan deze kwellingen zal erdoor vernietigd worden. Dus iedereen die een schuilplaats of een toevluchtsoord kan vinden, moet daar beschutting inzoeken.’ (al-Boechari en Moeslim)[35]
Hoedaifah zei: De Profeet vzmhvertelde ons twee hadiths; één daarvan heb ik in vervulling zien gaan en op de vervulling van de ander wacht ik nog. De Profeet vzmh vertelde ons dat de eerlijkheid in de harten van de mensen (van Allah) kwam; want zij leerden dat van de Qor'aan en daarna van de soenna. De Profeet vertelde ons dat deze eerlijkheid weer weggenomen zou worden. Hij zei: ‘De mens zal in zijn slaap worden overvallen, en dan zal de eerlijkheid uit zijn hart worden weggehaald, en slechts het spoor zal daarvan achterblijven, net zoals de sporen van een donkere vlek. Dan zal de mens opnieuw in zijn slap worden overvallen en de eerlijkheid zal nog meer afnemen, tot haar sporen nog maar een blaar zijn, zoals wanneer er een gloeiend stukje kool op iemands voet valt, en hij opzwelt maar er niets in zit. De mensen zullen met hun handel doorgaan, maar niemand zal er bijna meer te vertrouwen zijn. De mensen zullen zeggen: ‘Er is een eerlijke man in die en die stam.’ Later zullen zijover iemand zeggen: ‘Wat een wijze, beleefde en sterke man is dat!’ Hoewel hij nog niet het geloof ter grote van een mosterdzaadje in zijn hart heeft.
Waarlijk, er was een tijd waarin ik het niet erg vond om met één van jullie een overeenkomst aan te gaan, want als hij een moslim was, verplichtte de islam hem om mij alles terug te betalen wat hij mij schuldig was, en als hij een christen was, dan zou het moslim bestuur hem verplichten om het te betalen. Maar nu wil ik met niemand een verplichting aangaan, behalve met die en die en die en die.’ (al-Boechari) [36]
Ibn ‘Oemar zei: De Profeet vzmh stond naast de preekstoel en keek naar het oosten, en zei: ‘Kwellingen zullen waarlijk vanaf ditpunt verschijnen, daar waar de top van Satans hoofd zal verschijnen.’(al-Boechari)[37]
Aboe Hoerairah zei dat hij de Profeet vzmh hoorde zeggen: ‘Het Uur zal niet komen tot een man langs iemands graf loopt en zegt: ‘Ik wou dat ik op zijn plaats was!’ (al-Boechari)[38]
Aboe Hoerairah zei: ‘Ik hoorde de Profeet vzmh zeggen: ‘Het Uur zal niet komen tot de achterwerken van de Dawsvrouwen bewegen, terwijl zij rond Dhoe'l Khalasah gaan.” Dhoe'l-Khalasah was een afgod die in de Djahiliyyah door de Daws aanbeden werd. (Hadith van Boechari)[39]
Aboe Hoerairah zei ook: De Profeet vzmh zei: ‘De Eufraat zal een gouden schat onthullen. Iedereen die daarbij aanwezig is, moet daar niets van nemen.’[40]
Aboe Hoerairah zei: De Profeet vzmh zei: ‘Het Uur zal niet aanbreken voordat de Eufraat een berg goud zal bloot leggen waarom de mensen zullen vechten. Van elke honderd zullen er negenennegentig sterven, maar ieder van hen zal zeggen dat hij misschien degene is die het zal overleven (en het goud zal bezitten).'(Moeslim)[41]
Aboe Hoerairah zei: De Profeet vzmh zei: ‘Het Uur zal niet aanbreken tot de volgende gebeurtenissen plaatsvinden: twee grote groepen zullen tegen elkaar vechten, en er zullen veel gewonden zijn, beiden zullen dezelfde religieuze leringen volgen. Bijna dertig Dadjdjals zullen verschijnen, en elk zal valselijk beweren dat hij de Boodschapper van Allah is. De kennis zal verdwijnen, aardbevingen zullen toenemen en de tijd zal snel voorbij gaan, kwellingen zullen komen en hardj (d.w.z. het doden) zal toenemen. De welvaart zal toenemen, zodat de rijkeman zich zorgen maakt omdat niemand zijn zakat accepteert, en als hij het iemand aanbiedt, zal die zeggen: ‘Ik heb het niet nodig.’ De mensen zullen wedijveren in het bouwen van hoge gebouwen. Als iemand langs het graf van iemand anders looptzal hij zeggen: ‘Ik wou dat ik op zijn plaats was!’ De zon zal uit het westen rijzen, en als zij opkomt en de mensen dit zien, dan geloven zij het, maar dan:...zal geen goed doen voor iemand die gelooft, als hij nieteerder geloofd heeft, noch goede verdiensten heeft door zijngeloof.(Al-An’am: 158)
‘Het Uur zal plotseling komen, als een man zijn kamelemerriemelkt en de melk meeneemt, maar geen tijd zal hebben om hette drinken; voordat een man die zijn drinkbak voor het vee repareerter water in zal kunnen gieten voor zijn dieren; en voordat een man die een hap naar zijn mond brengt deze zal kunnen eten.’ (al-Boechari)[42]
Hoedhaifah ibn al-Yaman zei: ‘Van alle mensen weet ik het meest van elke rampspoed die plaats zal vinden tussen dit momenten het Uur. Dit is niet zo omdat de Profeet vzmh mij iets in vertrouwen vertelde en het aan niemand anders vertelde, maar omdat ik aanwezig was bij een groep mensen waarmee hij over de rampspoeden (al-fitan) heeft gesproken. De Profeet vzmh noemde drie rampspoeden die bijna niemand zullen sparen: sommigen daarvan zullen zijn als stormen in de zomer, sommigen zullen groot zijn, anderen klein. Iedereen die bij die bijeenkomst aanwezig was, is overleden, behalve ik.’ (Moeslim)[43]
Aboe Hoerairah zei: ‘Ik hoorde de Profeet vzmh zeggen: ‘Als jullie nog een poosje zullen leven, dan zullen jullie mannen zien die met de wraak van Allah van huis gaan en met Zijn vloek terugkomen, en zij zullen in hun handen zwepen als ossenstaarten hebben.’ (Ahmad, Moeslim)[44]
Aboe Hoerairah zei: De Profeet zei: ‘Er zijn twee soorten mensen onder de mensen van de hel die ik nog niet gezien heb. De eerste zijn mensen met zwepen als ossenstaarten, waarmee zij mensen slaan, en de tweede zijn vrouwen die naakt zijn ondanks het feit dat zij gekleed zijn, zij zullen afgedwaald zijn enzij zullen anderen laten afdwalen, en hun hoofden zien er uitals de bulten van kamelen. Deze vrouwen zullen het paradijs niet binnentreden, zij zullen zelfs de zwakste geur van het paradijs niet ervaren, ondanks het feit dat je de geuren van het paradijs van een grote afstand kunt waarnemen.[45]
Anas ibn Malik zei: De Profeet vzmh werd gevraagd: ‘O Boodschapper van Allah, (wat zal er gebeuren) als wij ophouden met het goede aan te bevelen en het slechte te verbieden?’ Hij zei: ‘Als datgene wat met de Israëlieten gebeurde met jullie gebeurt, als ontucht hand over hand toeneemt onder jullie leiders, dan is de kennis in de handen van de allerlaagste van jullie en gaat de macht over in de handen van de allerminste van jullie.’ (Ibn Madjah)[46]
Aboe Hoerairah zei: De Profeet vzmh zei: ‘Wee de Arabieren, vanwege het grote kwaad dat hen bijna bereikt: het zal als stukken van een donkere nacht zijn. Een man zal als een gelovige wakker worden en een kafir (ongelovige) zijn bij de avondschemering. De mensen zullen hun religie voor een kleine hoeveelheid aardse goederen verkopen. Degene die op die dag aan zijn religie vasthoudt, zal zijn als iemand die een gloeiend stuk kool of doornen grijpt.’ (Ahmad)[47]
Aboe Hoerairah zei: ‘Ik hoorde de Profeet vzmh tegen Thawban zeggen: ‘O Thawban, wat ga je doen als de volkeren elkaar oproepen om bij jullie binnen te vallen, zoals mensen elkaar oproepen om uit één kom te eten?’ Thawban zei: ‘Moge mijn vader en moeder voor u geofferd worden, o Boodschapper van Allah! Is dit omdat wij met zo weinig zullen zijn?’ De Profeet vzmh zei: ‘Nee, op die dag zullen jullie (moslims) met velen zijn, maar Allah zal zwakte (wahn) in jullie harten plaatsen.’ De mensen vroegen: ‘Wat is die zwakte, o Boodschapper van Allah?’ Hij zei: ‘Het is liefde voor deze wereld en de afkeer om te vechten.’ (Ahmad)[48]
De Profeet vzmh zei: ‘Er zal een rampspoed zijn waarbij de slapende beter af is dan degene die ligt, degene die ligt is beter afdan degene die zit, degene die zit is beter af dan degene die staat, degene die staat is beter af dan degene die loopt, degene die loopt is beter af dan degene die rijdt, en degene die rijdt is beter af dan degene die rent, al hun doden zullen in de hel zijn.’ De metgezel van de Profeet vzmh die deze hadith overleverde zei: ‘O Boodschapper van Allah, wanneer zal het zover zijn?’ Hij zei: ‘Dat zal zijn op de dagen van hardj.’ Hij vroeg: ‘Wanneer zullen de dagen van hardj zijn?’ De Profeet vzmh zei: ‘Wanneer een man degene met wie hij spreekt niet vertrouwt.’ De metgezel vroeg: ‘Wat raad je me aan om te doen als ik dit nog meemag maken?’ Hij zei: ‘Weerhoud jezelf ervan, en ga terug naar je woonplaats.’ De metgezel vroeg toen: ‘O Boodschapper van Allah, wat moet ik doen als iemand in mijn buurt komt om mij aan te vallen?’ Hij zei: ‘Ga je huis in.’ De metgezel vroeg: ‘Wat moet ik doen als hij mijn huis binnenkomt?’ Hij zei: ‘Ga naar de plaats waar je bidt en doe dit, en hij vouwde zijn armen, en zeg: ‘Mijn Heer is Allah’ tot je sterft.’[49]
Aboe Bakrah zei: De Profeet vzmh zei: ‘Er zal een rampspoed komen waarin degene die ligt beter af is dan degene die zit, degene die zit beter af is dan degene die staat, degene die staat beteraf is dan degene die loopt, en degene die loopt beter af is dan degene die rent.’ Iemand vroeg: ‘O Boodschapper van Allah, wat raad je mij aan te doen?’ Hij zei: ‘Een ieder die kamelen bezit, laat hem bij hen blijven, en iedereen die land bezit, laat hem op zijn land blijven.’ Iemand vroeg: ‘Wat moet iemand doen die dit niet heeft?’ Hij zei: ‘Laat hem dan zijn zwaard nemen en hem met de snede tegen een steen slaan, en dan zover mogelijk weggaan.’ (Aboe Dawoed; een zelfde hadith in Moeslim)[50]
Ten tijde van de fitnah van ‘Oethman ibn Affan Chalafah, zei Sa’d ibn Abi Waqqas: ‘Ik getuig dat de Profeet vzmh zei: ‘Er zal een rampspoed komen waarbij degene die zit beter af is dan degene die staat, degene die staat beter af is dan degene die loopt, en degene die loopt beter af is dan degene die rent.’ Iemand vroeg: ‘Wat raad u mij aan als iemand mijn huis binnenkomt om mij te vermoorden?’ Hij zei: ‘Wees als de zoon van Adam (d.w.z. hou je in).’ (Moeslim, Tirmidhi)[51]
Aboe Moesa al-Ash’ari zei: De Profeet zei: ‘Voordat het Uur aanbreekt, zal er een rampspoed zijn als stukken van een donkere nacht. Een man zal als een gelovige opstaan en als een kafir gaan slapen, of hij gaat als gelovige slapen en zal als kafir opstaan. Degene die zit zal beter af zijn dan degene die staat, en degene die staat zal beter af zijn dan degene die loopt, en degene die loopt zal beter af zijn dan degene die rent. Breek je boog, snij de pezen door en sla je zwaard tegen stenen. Als iemand komt om één van jullie te doden, wees dan als de beste van de twee zonen van Adam.’ (Aboe Dawoed)[52]
Aboe Dharr zei: De Profeet vzmh reed op een ezel en liet mij achter hem zitten. Hij zei: ‘O Aboe Dharr, als de mensen zo'n erge honger zouden hebben dat ze niet uit hun bed konden komen om naar de moskee te gaan, wat zou je dan doen?’ Ik zei: ‘Allah en Zijn boodschapper weten het het best.’ Hij zei: ‘Wees fatsoenlijk en hou je in.’ Toen zei hij: ‘O Aboe Dharr, als de mensen aan een zware dood zouden lijden (d.w.z. als een mens niet meer waard zou zijn dan het graf), wat zou je dan doen? Als de mensen elkaar vermoorden tot Hadjarat al-Zayt (een streek van Medina) doordrenkt is van het bloed, wat zou je dan doen?’ Ik zei: ‘Allah en Zijn boodschapper weten het het beste.’Hij zei: ‘Blijf in je huis en sluit de deur af.’ Ik vroeg: ‘Wat moet ik doen als men mij niet met rust laat?’ Hij zei: ‘Wees dan één van hen.’ Ik zei: ‘Moet ik mijn zwaard opheffen?’ Hij zei: ‘Als je dat doet, dan doe je aan hun daden mee. Nee, als jebang bent dat de glinstering van het zwaard je zal verstoren, bedek je gezicht dan met een deel van je kleed en laat hen hun eigen zonden en jouw zonden dragen.’ (Ahmad)[53]
‘Abd Allah ibn ‘Amr zei: ‘Wij waren met de Profeet vzmh op reis... Toen de gebedsoproeper van de Profeet vzmh tot het gebed opriep, ging ik er heen. De Profeet vzmh sprak tot de mensen en zei: ‘O Mensen, het was de plicht van elke profeet voor mij om zijn mensen te leiden in alles waarvan hij wist dat het goed voor hen was, en hen te waarschuwen voor datgene waarvan hij wist dat het slecht voor hen was, maar deze oemmah heeft zijn tijd van vrede en veiligheid aan het begin; aan het einde van haar bestaan zal zij van beproevingen en rampspoeden te lijden hebben, de één na de ander. De rampspoed zal komen en de gelovige zal zeggen: ‘Dit zal mijn einde zijn,’ maar het zal voorbij gaan. Een andere rampspoed zal komen en hij zal zeggen: ‘Dit is het,’ maar het zal voorbijgaan, en een derde zal opdezelfde manier komen. Iedereen die van de hel gered wil worden en het paradijs wil binnentreden moet als gelovige in Allah en de Laatste Dag sterven, en de mensen op dezelfde manier behandelen als hij zelf behandeld wil worden. Als iemand trouw aan een imam zweert, laat hij hem dan gehoorzamen als hij kan (of in een ander geval zei hij: zoveel als je kan).’
‘Abd al-Rahman (één van de overleveraars van deze hadith) zei: ‘Toen ik dat hoorde, stopte ik mijn hoofd tussen mijn knieën en zei: ‘Maar je neef Moe'awiyah beval ons om onze welvaart in ijdelheid te verspillen en elkaar te doden, hoewel Allah SWT gezegd heeft: ‘O, jullie die geloven! Eet jullie eigendommen niet onrechtmatig op ...’ (Qor'aan Al-Nisa 4:29)
’Abd Allah (een andere overleveraar) leunde met zijn hoofd opzijn handen, wachtte even en hief zijn hoofd op en zei: ‘Gehoorzaamhem in datgene waarin hij Allah gehoorzaamt en wees ongehoorzaam in datgene waarin hij ongehoorzaam aan Allah is.’ Ik vroeg hem: ‘Heb je dat van de Profeet vzmh gehoord?’ Hij zei: ‘Ja, ik hoorde het met mijn oren en begreep het met mijn hart.’ (Ahmad, Aboe Dawoed, an-Nasa'i, Ibn Madjah)[54]
‘Abd Allah ibn Amr zei: ‘Ik hoorde de Profeet zeggen: ‘Als je ziet dat mijn oemmah zo bang is voor een tiran dat zij hem niet durft te vertellen dat hij een tiran is, dan is er geen hoop meer voor hen.’ De Profeet vzmh zei: ‘Van mijn oemmah zullen er sommigen door de aarde worden verzwolgen, sommigen zullen met stenen worden bekogeld en sommigen zullen in dieren veranderen.’ (Ahmad)[55]
Hoofdstuk 8
De tekenen en voorboden van het Uur
‘Abd Allah ibn ‘Amr zei: ‘Ik ging op een dag naar de Profeet vzmh toe terwijl hij langzaam en nauwkeurig woedoe (kleine wassing) stond te doen. Hij hief zijn hoofd op en keek naar mij en zei: ‘Zes zaken zullen met deze oemmah gebeuren: de dood van jullie Profeet, toen ik dat hoorde was ik ontzet, dit is het eerste. Het tweede is dat jullie weelde zo zal toenemen, dat als iemand tienduizend wordt gegeven, hij er nog niet tevreden mee is. Het derde is dat de rampspoed in ieder huis van jullie zal binnenkomen. Het vierde is dat de plotselinge dood wijdverspreid zal zijn. Het vijfde is een vredesverdrag tussen jullie en de Romeinen; zij zullen gedurende negen maanden – zoals de zwangerschap van een vrouw tot de bevalling - troepen tegen jullie verzamelen en dan zullen zij de eerste zijn die het verdrag verbreken. Het zesde is de verovering van een stad.’ Ik vroeg: ‘O Boodschapper van Allah, welke stad?’ Hij zei: ‘Constantinopel.’(Ahmad)[56]
Aboe Hoerairah zei: De Profeet vzmh zei: ‘Haast je om het goede te doen voordat zes dingen gebeuren: Het opkomen van de zonuit het westen, de rook, de Dadjdjal, het beest, de (dood) van één van jullie, of een alomvattende rampspoed.’ (Ahmad, Moeslim)[57]
Hoedhaifah ibn ‘Oebayd zei: De Profeet vzmh kwam naar ons toe toen wij aan het discussiëren waren. Hij vroeg ons: ‘Waarspreken jullie over?’ Wij zeiden: ‘Wij spreken over het Uur.’Hij zei: ‘Het zal niet aanbreken tot je tien tekenen ziet: de rook, de Dadjdjal, het beest, de opkomst van de zon uit het westen, de afdaling van Jezus, de zoon van Maryam, Gog en Magog, drie aardverschuivingen (één in het oosten, één in het westen en één in Arabië), aan het einde daarvan zal een vuur uitbarsten vanuit de richting van Aden Jemen) dat de mensen naar de laatste verzamelplaats zal drijven.’ (Ahmad)[58]
Hoofdstuk 9
Het gevecht met de Romeinen
Na de slag met de Romeinen, die eindigt met de verovering van Constantinopel, zal de Dadjdjal verschijnen, en Jezus de zoonvan Maryam zal vanuit de Hemel afdalen naar de aarde, op de witte minaret in het oosten van Damascus, tijdens de salat alfadjr (het ochtendgebed), zoals wij in de sahih overleveringen kunnen zien.
Dhoe Moekhammar zei: De Profeet vzmh zei: ‘Jullie zullen een vredesverdrag met de Romeinen sluiten en gezamenlijk zullen jullie bij een vijand voorbij Rome binnenvallen. Jullie zullen overwinnen en veel kunnen buit maken. Dan zullen jullie je kamp op een heuvelachtige weide opslaan; één van de Romeinen zal komen en het kruis opheffen en zeggen: ‘De overwinning is aan het kruis’, daarop zullen een paar moslims komenen hem doden. Dan zullen de Romeinen het verdrag verbrekenen er zal een gevecht uitbreken. Zij zullen een leger tegen jullie bijeenroepen en op jullie afkomen met tachtig vaandels, elk vaandel wordt door tienduizend man gevolgd.’ (Ahmad, Aboe Dawoed, lbn Madjah)[59]
Yoesair ibn Djabir zei: ‘Er was eens een rode storm in Koefah.Een man kwam en hij had niets anders te zeggen dan: ‘O Abd Allah ibn Mas’oed, is het Uur gekomen?’, ‘Abd Allah zaten leunde ergens tegenaan en zei: ‘Het Uur komt niet voordat de mensen geen erfenis meer zullen verdelen noch verheugd zijn over een buit.’ In de richting van Syrië wijzend zei hij: ‘Een vijand zal krachten tegen de moslims bundelen en de moslims zullen hun krachten tegen hen bundelen.’ Ik vroeg: ‘Bedoel je de Romeinen?’ Hij zei: ‘Ja, tegen die tijd zullen er zware gevechten zijn. De moslims zullen een legeronderdeel trainen dat tot de dood vecht; zij komen niet terug tenzij zij de overwinnaars zijn; er zullen aan beide zijden vele doden vallen. Op de vierde dag zullen de moslims die nog over zijn terugkeren om te vechten en Allah zal ervoor zorgen dat de vijand opde vlucht slaat. Het zal een gevecht zijn zoals nog nooit eerder is vertoond, en wel zo dat mocht een vogel over hen heen vliegen, dan zal het dood neervallen voordat het aan hen voorbij is gevlogen. Uit een familie van honderd mensen zal slechts één man overleven, hoe kan hij dan van de buit genieten of de erfenis verdelen? Als zij in deze toestand verkeren, zullen zij nogvan een ergere ramp horen. Een schreeuw zal hen bereiken: ‘De Dadjdjal heeft jullie plaats onder jullie nazaten ingenomen.’ Daarop gooien zij dus datgene dat ze in hun handen houden weg, gaan naar voren, en zij sturen tien ruiters als verkenners vooruit.’ De Profeet vzmh zei: ‘Ik ken hun namen en de namen vanhun vaders en de kleuren van hun paarden. Zij zullen de besteruiters zijn die op dat moment in de wereld leven.’ (Ahmad, Moeslim)[60]
Aboe Hoerairah zei: De Profeet vzmh zei: ‘Het Uur zal niet aanbreken voordat de Romeinen op al-A’mash of Dabiq kamperen. Een leger, samengesteld uit de beste mensen ter wereld van die tijd, zal uit Medina komen om hen te ontmoeten. Als zij zichzelf in rijen hebben opgesteld, zullen de Romeinen zeggen: ‘Ga niet tussen ons en degenen instaan die gevangenen van ons hebben gemaakt. Laat ons met hen vechten.’ De moslims zullen zeggen: ‘Nee, bij Allah, we zullen ons nooitafzijdig houden van jullie en onze broeders.’ Dan gaan zij vechten. Een derde rent weg en Allah zal hen nooit vergeven. Een derde zal gedood worden en zij zullen in de ogen van Allah de beste martelaren zijn. Een derde zal nooit aan rampen of beproevingen worden onderworpen en zal winnen en Constantinopel veroveren. Terwijl zij de buit verdelen nadat zij hunzwaarden aan de olijfbomen hebben opgehangen, zal Satan naar hen roepen dat de Dadjdjal hun plaats onder hun families heeft ingenomen. Zij zullen wegrennen en ontdekken dat het niet waar is. Als zij in Syrië aankomen zal de Dadjdjal verschijnen, terwijl zij zich op het gevecht voorbereiden en zich in rijen opstellen. Als de tijd voor het gebed aanbreekt zal Jezus, de zoon van Maryam, afdalen en hen in het gebed leiden. Als de vijand van Allah (d.w.z. de Dadjdjal) hem ziet, zal hij beginnen op te lossen zoals zout in water oplost, maar Allah zal hem doden. (Moeslim)[61]
De Profeet vzmh zei: ‘Het Uur zal niet aanbreken voordat de verste grens van de moslims in Boela zal liggen. Toen zei hij: ‘O ‘Ali!’, Ali zei: ‘Moge mijn vader en moeder voor u geofferd worden!’ De Profeet zei: ‘Jij zult tegen de Romeinen vechten en degenen, die na jou komen zullen ertegen vechten, tot de beste mensen van de moslims, de mensen van al-Hijaz, met hen zullen vechten en zij zullen niets anders vrezen dan Allah. Zij zullen Constantinopel met de tasbih en de takbir (het zeggen van Soebhan Allah en Allahoe Akbar) veroveren, en zij zullen een buit bemachtigen zoals nog nooit eerder gezien is, zij zullen hen verdelen door het met hun schilden op te scheppen. Sommigen zullen komen en zeggen: ‘De Dadjdjal is in jullie land verschenen’, maar hij zal liegen. Iedereen die aandacht aan hem besteedt, zal daar spijt van krijgen en iedereen die hem negeert, zal er spijt van krijgen.’ (Ibn Madjah)[62]
Nafï’ ibn ‘Oetbah zei: De Profeet vzmh zei: ‘Jullie zullen Arabië aanvallen en Allah zal jullie in staat stellen om het te verslaan. Dan zullen jullie Perzië aanvallen en Allah zal jullie in staat stellen het te verslaan. Dan zullen jullie Rome aanvallen en Allah zal jullie in staat stellen het te verslaan. Dan zullen jullie de Dadjdjal aanvallen en Allah zal jullie in staat stellen hem te verslaan.’ (Moeslim)[63]
Toen Moestawrid al-Qoerashi bij ‘Amr ibn al-‘As zat, zei hij: ‘Ik hoorde de Profeet vzmh zeggen: ‘Het Uur zal aanbreken als de Romeinen in de meerderheid zullen zijn.’ ‘Amr vroeg hem: ‘Wat zeg je nu?’ Hij zei: ‘Ik herhaal wat ik van de Profeet vzmh heb gehoord.’ ‘Amr zei: ‘Als jij het zegt dan is het waar, want zij hebben vijf goede eigenschapen: zij zijn het beste in staat in rampspoeden het hoofd te bieden, zij kunnen het snelst na een ramp herstellen om ertegen te vechten, zij zijn het beste in de omgang met de armen, zwakken en wezen. Zij hebben een vijfde eigenschap die erg goed is: zij laten niet toe dat zij door hun koningen onderdrukt worden.’[64]
De Profeet vzmhzei: ‘Jullie zullen tegen de Romeinen vechten ende gelovigen van de Hidjaz zullen na jullie tegen hen vechten, tot Allah hen in staat stelt om Constantinopel en Rome met detasbih en takbir te veroveren. Hun versterkingen zullen ineenstorten, en zij zullen een buit veroveren zoals nog nooit gezien is en zij zullen het verdelen door het met hun schilden op te scheppen. Dan zal iemand roepen: ‘O moslims! De Dadjdjal isin jullie land bij jullie familie,’ en de mensen zullen met hun weelde vertrekken. Iedereen die er aandacht aan besteedt, zal er spijt van hebben en iedereen die het negeert, zal er spijt van hebben. Zij zullen vragen: ‘Wie heeft er geroepen?’ Maar zij zullen niet weten wie dat is. Zij zullen zeggen: ‘Stuur een voorhoede naar llya.’ Als wij de Dadjdjal daar vinden dan zullen wij gezamenlijk tegen hem vechten, tot Allah tussen hemen ons oordeelt. Als wij de Dadjdjal niet vinden, dan gaan wij terug naar ons land en onze familie.’
Moe’adh ibn Djabal zei: De Profeet vzmh zei: ‘Het bouwen van Bayt al-Maqdis (Jeruzalem) zal gevolgd worden door de vernieling van Yathrib (Medina), wat weer gevolgd zal worden door een zwaar gevecht, wat gevolgd wordt door de verovering van Constantinopel, wat weer gevolgd zal worden door de verschijning van de Dadjdjal.’ Toen plaatste hij zijn hand op de dij of de schouder van degeen met wie hij sprak (d.w.z. M oe’adh) en zei: ‘Dit is zo waar als het feit dat je hier staat (dat je hier zit).’
Dit betekent niet dat Medina volledig vernietigd zal worden voor de verschijning van de Dadjdjal, maar dat het zal gebeuren aan het einde der tijden, zoals wij in een aantal betrouwbare hadiths kunnen zien. Maar het bouwen van Bayt al-Maqdis zal de reden voor de vernietiging van Medina zijn, want het is in de hadith bewezen, dat de Dadjdjal niet in staat zal zijn om Medina binnen te gaan. Hij zal hierbij worden tegengehouden, want het zal door engelen met ontblote zwaarden omringd worden. Aboe Hoerairah zei: De Profeet vzmh zei over Medina: ‘Noch een plaag noch de Dadjdjal zullen het binnen kunnen treden.’ (Boechari)
Hoofdstuk 10
De verschijning van de Dadjdjal
Als eerste zullen wij hier de overleveringen citeren over de leugenaren en de 'Dadjdjals', die aan de komst van de Dadjdjal of de Antichrist voorafgaan, die de laatste van hen allen zal zijn; moge Allah hen vervloeken en hen met het hellevuur straffen.
Djabir ibn Samoerah zei: ‘Ik hoorde de Profeet vzmh zeggen: ‘Even voor het Uur zullen er veel leugenaars zijn.’ Djabir zei: ‘Wees op je hoede voor hen.’ (Moeslim)[65]
Djabir zei: ‘Ik hoorde de Profeet vzmhzeggen: ‘Net voor het Uur zullen er veel leugenaars zijn; onder hen is één uit al-Yamamah, de ‘Ansi in Sana’a, de ene uit Himyar en de Dadjdjal.Dit zal de grootste fitnah zijn.’ (Ahmad)[66]
Aboe Hoerairah zei: De Profeet vzmhzei: ‘Het Uur zal niet komentot er bijna dertig Dadjdjals' (leugenaars) verschijnen, elk vanhen zal beweren dat hij een boodschapper van Allah is.’ (Al-Boechari, Moeslim)
Aboe Hoerairah zei: De profeet vzmh zei: “Het Uur zal niet aanbreken voordat er dertig “Didjdjals” zullen verschijnen, ieder van hen beweert dat hij een boodschapper Allah is, de weelde zal toenemen, er zullen rampsoeden verschijnen en alhardj neemt toe.’ Iemand vroeg: ‘wat is al-hardj?’ Hij vzmh zei: ‘Doden, doden.' (Ahmed)[67]
Aboe Hoerairah zei: De Profeet vzmh zei: ‘Het Uur zal niet komen tot er dertig ‘Dadjdjals’ verschijnen en elk van hen zal liegen over Allah en Zijn Boodschapper.’ (Aboe Dawoed)
Aboe Hoerairah zei: De Profeet vzmh zei: ‘Net voor het aanbreken van het Uur zullen er dertig 'Dadjdjals' zijn, ieder van hen zal zeggen, ik ben een profeet.’ (Ahmad)[68]
Aboe Hoerairah zei: De Profeet vzmh zei: ‘Er zullen 'Dadjdjals' enleugenaars onder mijn Oemmah zijn. Zij zullen jullie iets nieuws vertellen, dat noch door jullie noch door jullie voorouders eerder werd gehoord. Wees op je hoede voor hen, en laatje niet door hen van het juiste pad afbrengen.’ (Ahmad)[69]
Thawban zei: De Profeet vzmh zei: ‘Er zullen dertig leugenaars inmijn oemmah zijn. Ieder van hen beweert een profeet te zijn; maar ik ben de laatste der Profeten (het zegel der profeten), en er zal na mij geen profeet meer kom en.’(Ahmad)[70]
De Profeet vzmh zei: ‘Waarlijk voor de Dag der Opstanding zal de Dadjdjal verschijnen en dertig of meer leugenaars.’ (Ahmad)[71]
Ibn ‘Oemar zei: ‘Ik hoorde de Profeet vzmh zeggen: ‘Onder mijn oemmah zullen meer dan zeventig oproepers zijn, en ieder vanhen zal de mensen tot het hellevuur oproepen. Als ik het wilde zou ik jullie hun namen en stammen kunnen vertellen.’
Aboe Bakrah zei: ‘De mensen hebben veel ten nadele van Moesaylimah geopperd voordat de Profeet iets over hem zei. Toen stond de Profeet vzmh op en hield een preek en zei: ‘...wat betreft de man waarover jullie zoveel gezegd hebben: hij is één van de dertig leugenaars die voor het Uur zullen verschijnen, en er is geen enkele stad die geen angst voor de Anitchrist zalvoelen.’ (Ahmad)[72]
In een andere versie van deze overlevering zei de Profeet: ‘Hij is één van de dertig leugenaars die voor het verschijnen van de Dadjdjal zullen komen. Er is geen stad, behalve Medina, die aan de angst voor de Dadjdjal kan ontsnappen. Tegen die tijd zullen er voor de poorten van Medina twee engelen staan en die houden de angst voor de Antichrist tegen.’[73]
Anas ibn Malik zei: De Profeet vzmh zei: ‘De tijd van de Dadjdjal zullen jaren van verwarring zijn. De mensen zullen een leugenaar geloven en degene die de waarheid vertelt niet geloven. De mensen zullen degene die betrouwbaar is wantrouwen en de bedrieger vertrouwen; en de Roewaybidah zullen een vinger inde pap hebben.’ Iemand vroeg: ‘Wie zijn de Roewaybidah?’
Hij zei: ‘Degene die tegen Allah in opstand komen en invloed zullen hebben op de algemene gang van zaken.’ (Ahmad)[74]
Hoofdstuk 11
Hadiths over de Dadjdjal
‘Abd Allah ibn 'Oemar zei: ‘'Oemar ibn al-Khattab ging samenmet de Profeet vzmhen een groep mensen naar Ibn Sayyad, en zetroffen hem spelend aan met een paar kinderen in de buurt vande kantelen van Banoe Maghalah. In die tijd was Ibn Sayyad in het begin van de puberteit, hij had niet door dat er iemand in zijn buurt was tot de Profeet vzmh hem op de rug klopte. De Profeet zei tegen hem: ‘Getuig je dat ik de Boodschapper van Allah ben?’ Ibn Sayyad keek naar hem en zei: ‘Ik getuig dat jij de Profeet van de ongeletterden bent.’ Toen zei Ibn Sayyad tegen de Profeet ‘Getuig je dat ik de Boodschapper van Allah ben?’ De Profeet vzmh verwierp dit en zei: ‘Ik geloof in Allah en Zijn Boodschappers.’ Toen vroeg de Profeet hem: ‘Wat zie je?’ Ibn Sayyad zei: ‘Soms komt er een waarheidslievend persoon naar mij toe en soms een leugenaar.’ De Profeet vzmh zei tegen hem: ‘Je bent in de war,’ toen zei hij: ‘Ik hou iets voor jou verborgen.’ Ibn Sayyad zei: ‘Dat is Doekh.’ De Profeet vzmh zei: ‘Stil! Je bent niet in staat om iets boven je macht te doen. ‘Oemar ibn al-Khattab zei: ‘O Boodschapper van Allah, moetik hem onthoofden?’ De Profeet vzmh zei: ‘Als hij (de Dadjdjal) is dan ben je niet in staat hem te bedwingen en als hij dat niet is, dan zal hem doden je geen goed doen.’
Salim ibn ‘Abd Allah zei: ‘Ik hoorde ‘Abd Allah ibn ‘Oemar zeggen: ‘Daarna gingen de Profeet vzmh en ‘Oebayy ibn Ka’b naar de palmen waar Ibn Sayyad was. De Profeet verborg zich achter een boom met de bedoeling om Ibn Sayyad af te luisteren voordat Ibn Sayyad hem zag. De Profeet vzmh zag hem op een bed liggen en (hoorde hem) onder een deken mompelen. De moeder van Ibn Sayyad zag dat de Profeet achter de boom verscholen zat en zei tegen haar zoon: ‘O Saf (de voornaam van Ibn Sayyad), Mohammed is hier!’ Ibn Sayyad sprong op en de Profeet vzmh zei: ‘Als je hem alleen had gelaten, zou hij een verklaring over zichzelf hebben afgelegd.’
Salim zei: ‘Abd Allah ibn ‘Oemar zei: De Profeet vzmh stond open sprak de mensen toe. Hij loofde Allah SWT zoals Die het verdient geprezen te worden en vertelde over de Dadjdjal:‘Ik waarschuw jullie voor hem: er is geen enkele Profeet die zijn mensen niet voor hem heft gewaarschuwd, zelfs Noach waarschuwde zijn mensen voor hem. Maar ik zal jullie iets vertellen wat geen enkele andere Profeet zijn mensen heeft verteld. Jullie moeten weten dat de Dadjdjal eenogig is, en Allah is niet eenogig.
Ibn Shihab zei: ‘Oemar ibn Thabit al-Ansari vertelde mij dat een paar metgezellen van de Profeet vzmh hem vertelden dat toen hij de mensen voor de Dadjdjal waarschuwde, de Profeet vzmh zei: ‘Tussen zijn ogen zal het woord ‘kafir’ (ongelovige) geschreven staan. Iedereen die spijt heeft van zijn slechte daden of iedere gelovige zal in staat zijn het te lezen.’ Hij zei ook: ‘Jullie moeten weten dat niemand van jullie in staat is zijn Heer tezien tot hij sterft.’ (Moeslim, Al-Boechari)[75]
Ibn 'Oemar zei: De Profeet vzmh had het met de mensen over de Dadjdjal. Hij zei: ‘Allah SWT is niet eenogig, maar de Dadjdjal is blind aan zijn rechteroog en zijn oog is als een drijvende druif.’ (Moeslim)[76]
Anas ibn Malik zei: De Profeet zei: ‘Er is nooit een profeet geweest die zijn mensen niet voor de eenogige leugenaar heeft gewaarschuwd. Waarlijk hij is eenogig en jullie Heer is niet eenogig. Op zijn voorhoofd zullen de letters kaf, fa, ra (kafir) geschreven staan.’ (Moeslim, Al-Boechari)[77]
Hoedhaifah zei: De Profeet vzmh zei: ‘Ik weet meer over de krachten die de Dadjdjal zal hebben dan hijzelf. Hij zal twee stromende rivieren hebben: één zal op zuiver water lijken en de andere op een vlammend vuur. Iedereen die leeft en dat ziet, laat hem voor de rivier die op het vuur lijkt kiezen; dan moet hij zijn ogen sluiten, zijn hoofd buigen en ervan drinken, want het zal koud water zijn. De Dadjdjal zal eenogig zijn; de plaats waar een oog hoort te zijn zal met een stuk huid bedekt zijn. Op zijn voorhoofd zal het woord kafir geschreven staan, en elke gelovige, geletterd of analfabeet, zal in staat zijn het te lezen.’ (Moeslim.)[78]
Aboe Hoerairah zei: De Profeet vzmh zei: ‘Zal ik jullie iets over de Dadjdjal vertellen wat geen enkele andere profeet voor mij aanzijn mensen heeft verteld? De Dadjdjal is eenogig en zal iets wat het paradijs en de hel vertegenwoordigt met zich meebrengen; maar wat hij het paradijs noemt is in werkelijkheid de hel. Ik waarschuw jullie voor hem, zoals Noach zijn mensen voor hem heeft gewaarschuwd.’ (Al-Boechari, Moeslim)[79]
Mohammad ibn Moen Lidir zei: ‘Ik zag Djabir ibn ‘Abd Allah bij Allah zweren dat Ibn Sayyad de Dadjdjal was, en ik vroeg hem daarom: ‘Zweer je dat bij Allah?’ Hij zei: ‘Ik hoorde ‘Oemar hierover in de aanwezigheid van de Profeet zweren en de Profeet vzmh keurde dit niet af.’[80]
Een aantal ‘oelama zeggen dat een paar van de sahabah (metgezellen van de Profeet) geloofden dat Ibn Sayyad de grote Dadjdjal was, maar dit is niet het geval: Ibn Sayyad was een kleine Dadjdjal.
Ibn Sayyad reisde tussen Mekka en Medina met Aboe Sa’id en klaagde over de manier waarop de mensen zeiden dat hij de Dadjdjal was. Toen zei hij tegen Aboe Sa’id: ‘Heeft de Profeet niet gezegd dat de Dadjdjal Medina niet zou binnenkomen? Ik ben daar geboren. Heeft hij niet gezegd dat hij geen kinderen zal hebben? Ik heb kinderen. Heeft hij niet gezegd dat het een kafir zal zijn? Ik ben moslim geworden. Van alle mensen weet ik het meeste over hem, ik weet waar hij nu is. Als ik in de gelegenheid gesteld zou worden om in zijn plaats te zijn, dan zouik daar niet beledigd om zijn.’ (Al-Boechari, Moeslim)
Er zijn veel hadiths over Ibn Sayyad, sommigen spreken niet duidelijk uit of hij al dan niet de Dadjdjal was. Wij zullen hadiths zien die er op duiden dat Ibn Sayyad niet de Dadjdjal was, zoals de hadith van Fatimah Bint Qays al-Fahriyyah, hoewel dit niet betekent dat hij niet een van de kleinere Dadjdjals kon zijn geweest; maar Allah weet het het beste.
.
Hoofdstuk 12
De hadith van Fatima bint Qays
‘Amir ibn Sharahil Sha’bi Sha’b Hamdan leverde over dat hij Fatimah bint Qays, de zus van Dahhak ibn Qays, een van de eerste Moehadjirat vroeg: ‘Vertel mij een hadith die je meteen van de Profeet vzmh hebt gehoord zonder overleveraar.’Zij zei: ‘Als je wilt kan ik je er één vertellen.’ Hij zei: ‘Ja, vertel het mij alsjeblieft.’ Zij zei: ‘Ik was met Ibn al Moeghirah getrouwd, hij was in die dagen één van de besten van de jongeren van de Qoeraish. Maar hij is in de eerste djihaad aan de zijde van de Profeet vzmh gevallen. Toen ik weduwe werd, heeft ‘Abd al-Rahman ibn ‘Awf, één van de metgezellen van de Profeet, mij een aanzoek gestuurd. Ook de Profeet stuurde mij een aanzoek namens zijn bevrijde slaaf Oesamah ibn Zaid. Mij werd verteld dat de Profeet vzmh heeft gezegd: ‘Degene die mij lief heeft, moet ook Oesamah life hebben.’ Toen de Profeet tegen mij sprak, zei ik: ‘Ik laat de beslissing aan u over; trouw mij met wie u maar wilt.’
De Profeet vzmh zei: ‘Ga dan en blijf bij Oem Sharik.’ Oem Sharik was een rijke Ansari vrouw (een moslima die oorspronkelijk uit Medina komt), die veel geld voor de zaak van Allah gaf en veel gasten onthaalde. Ik zei: ‘Ik zal doen watje wenst.’ Toen zei hij: ‘Ga maar niet. Oem Sharik heeft veel gasten, en ik zou niet willen dat je hoofd of je been onbedoeld ontbloot werd en mensen iets zien waarvan je niet wilt dat zij dat zien. Het is beter als je naar je neef ‘Abd Allah ibn ‘Amr ibn Oem Maktoem gaat.’ (‘Abd Allah was iemand van de Banoe Fihr van de Qoeraish, dezelfde stam waartoe Fatimah behoorde).
Ik ging dus naar hem toe en bleef bij hem tot ik mijn iddah (wachttijd) vol had gemaakt. Ik hoorde de gebedsoproepers van de Profeet vzmh oproepen tot het gezamenlijk gebed. Ik ging naar de moskee en bad achter de Profeet vzmh. Ik was in de vrouwen rij, die aan de achterkant van de gemeenschap stond. Toen de Profeet zijn gebed had beëindigd, ging hij op de preekstoel zitten, glimlachte en zei: ‘Iedereen moet op zijn plaats blijven. Weten jullie waarom ik jullie gevraagd heb samen te komen?’ De mensen zeiden: ‘Allah en Zijn boodschapper weten het het beste.’
Hij zei: ‘Bij Allah, ik heb jullie niet hier bijeengeroepen om jullie een vermaning of een waarschuwing te geven. Ik heb jullie hier gehouden omdat Tamin al-Dari, een christen die hier gekomen is en moslim geworden is, mij iets verteld heeft wat overeenkomt met wat ik jullie over de Dadjdjal heb verteld.’
Hij vertelde mij dat hij met een schip voer, samen met dertig mannen van de Banoe Lakhm en de Banoe Djoedham. (De boot) heeft een maand over de golven geslingerd en bracht hen toen tijdens zonsondergang bij een eiland. Zij meerden bij het eiland af en kwamen daar een beest tegen dat zo harig was dat je niet kon vertellen wat de voor- of achterkant was. Zij zeiden: ‘Wee over u! Wat bent u?’ Het zei: ‘Ik ben al-Djassasah.’ Zij zeiden: ‘Wat is al-Djassasah?’ Het zei: ‘O mensen, ga naar deze man in het klooster, want hij wil heel graag over jullie weten.’ Tamin zei dat, toen hij de naam van de persoon aan ons noemde, wij bang waren dat het misschien de duivel zou zijn.
Tamim zei: ‘Wij gingen vlug naar het klooster. Daar troffen wij een grote man aan met zijn handen in zijn nek gebonden en met ijzeren schakels tussen zijn benen tot zijn enkels.’ Wij zeiden: ‘Wee over u, wie bent u?’ Hij zei: ‘Jullie zullen spoedig over mij horen. Vertel mij wie jullie zijn.’
Wij zeiden: ‘Wij zijn mensen uit Arabië. Wij zijn in een schip hierheen gevaren en de golven hebben ons een maand door elkaar geschud en ons toen naar uw eiland gebracht, daar hebben wij een beest ontmoet wat zo harig was dat wij niet konden vertellen wat de voor- en achterkant was. Wij zeiden tegen hem: ‘Wee over u! Wat bent u?’ en het zei: ‘Ik ben al-Djassasah. ’Wij vroegen: ‘Wat is al-Djassasah?’ en het zei tegen ons: ‘Ga naar deze man in het klooster, want hij wil heel graag meer over jullie weten.’ Daarom zijn wij snel naar u toegekomen, en wij waren bang dat het de duivel zou zijn.’
De man zei: ‘Vertel mij (iets) over de dadelpalmen van Baysan. ’Wij zeiden: ‘Wat wil je daarover weten?’ Hij zei: ‘Ik wil weten of deze bomen vrucht dragen of niet.’ Wij zeiden: ‘Ja. ’Hij zei: ‘Spoedig zullen zij geen vrucht meer dragen.’ Toen zei hij: ‘Vertel mij (iets) over het meer van al-Tabariyyah (Tiberias, in Palestina).’ Wij zeiden: ‘Wat wil je daarover weten?’ Hij vroeg: ‘Zit er water in?’ Wij zeiden: ‘Er zit heel veel water in.’Hij zei: ‘Spoedig zal het droog liggen.’ Toen zei hij: ‘Vertel mij (iets) over de bron van Zoeghar.’ Wij zeiden: ‘Wat wil je daarover weten?’ Hij zei: ‘Zit er water in en irrigeert het het land?’ Wij zeiden: ‘Ja, er zit veel water in en de mensen gebruiken het voor de irrigatie van het land.’
Toen zei hij: ‘Vertel me (iets) over de ongeletterde Profeet wat heeft hij gedaan?’ Wij zeiden: ‘Hij heeft Mekka verlaten en zich in Yathrib gevestigd.’ Hij vroeg: ‘Vechten de Arabier en tegen hem?’ Wij zeiden: ‘Ja.’ Hij zei: ‘Hoe gaat hij met hen om?’ Hierop vertelden wij hem, dat de Profeet vzmh de Arabieren om zich heen had overtuigden dat zij hem volgden. Hij vroeg: ‘Is dat echt gebeurd?’ Wij zeiden: ‘Ja.’ Hij zei: ‘Het is beter voor hen dat zij hem volgen. Nu zal ik jullie (iets) over mij zelf vertellen. Ik ben de Dadjdjal. Spoedig zal het mij toegestaan zijn om deze plaats te verlaten: ik zal verschijnen en over de aarde reizen. In veertig nachten zal ik elke stad aandoen behalve Mekka en Medina, want deze twee zijn mij verboden. Elke keer dat ik deze steden probeer binnen te komen zal ik een engel ontmoeten, die een ontbloot zwaard draagt en mij zo tegenhoudt om binnen te treden. Er zullen engelen op wacht staan bij elke weg die naar ze toe leidt.’
Fatimah zei: De Profeet vzmh klopte met zijn staf op de preekstoelen zei: ‘Dit is Tayyibah, dit is Tayyibah, dit is Tayyibah (d.w.z. Medina). Heb ik jullie niet zoiets verteld?’ De mensen zeiden:‘Ja.’ Hij zei: ‘Ik vind het verhaal dat Tamin mij gegeven heeft goed, want het is in overeenstemming met wat ik jullie over de Dadjdjal heb verteld en over Mekka en Medina. Waarlijk hij isin de Syrische zee of de zee bij Jemen. Nee, integendeel, hij isin het oosten, hij is in het oosten, hij is in het oosten,’ en hijwees naar het oosten. Fatimah zei: ‘Ik heb dit van de Profeet vzmh onthouden.’ (Moeslim)[81]
‘Abd Allah ibn ‘Oemar zei: De Profeet vzmh zei: ‘Toen ik sliep zag ik mijzelf in een droom de tawaaf (de ommeloop om de Ka’aba) doen. Ik zag een blozende man met sluik haar en water dat van zijn hoofd druppelde. Ik zei: ‘Wie is hij?’ en zij zeiden: ‘De zoon van Maryam.’ Toen draaide ik mij om en zag een andere man met een machtig lichaam, een rood uiterlijk, krullend haar en één oog. Zijn andere oog was als een drijvende druif. Zij zeiden: ‘Dit is de Dadjdjal.’ Degene die het meeste op hem lijkt is Ibn Qatan, een man van de al-Khuza’ah-stam.’(al-Boechari, Moeslim)[82]
Djabir ibn ‘Abd Allah zei: De Profeet vzmh zei: ‘De Dadjdjal zalaan het einde der tijden verschijnen, als de religie licht wordt genomen. Hij zal veertig dagen ter beschikking stellen, waarin hij over de hele aarde reist. Eén van deze dagen lijkt op een jaar, een ander zal op een maand lijken, een derde zal op een week lijken en de rest zal op gewone dagen lijken. Hij zal opeen ezel rijden, de afstand tussen de oren zal veertig el zijn. Hijzal tegen de mensen zeggen: ‘Ik ben jullie heer.’ Hij is de eenogige, maar jullie Heer is niet de eenogige. Op zijn voorhoofd zal het woord kafïr geschreven staan en elke gelovige, alfabeet of analfabeet zal het kunnen lezen. Hij zal overal komen behalve in Mekka en Medina, die Allah voor hem verboden heeft; engelen zullen aan hun poorten staan. Hij zal eenberg brood hebben en de mensen zullen het moeilijk hebben, alle mensen behalve degenen die hem volgen. Hij zal twee rivieren bezitten en ik weet wat die bevatten. Hij zal de ene het paradijs en de andere de hel noemen. Iedereen die de rivier, die hij het paradijs noemt ingaat, zal zich in de hel bevinden en iedereen die de rivier ingaat die hij de hel noemt, zal zich in het paradijs bevinden. Allah zal met hem duivels meesturen die met de mensen spreken. Hij brengt een grote beproeving; hij zal de hemel een bevel geven en de mensen zullen denken dat het regent. Dan zal het lijken of hij iemand vermoordt en weertot leven brengt, het daar althans op lijken. Hierna zal hij niet langer over deze macht beschikken.De mensen zullen zeggen: ‘Kan iemand dit doen behalve deHeer?’ De moslims zullen naar de Djabal al-Doekhan in Syrië vluchten en de Dadjdjal zal naar hen toekomen en hen overwinnen. De overwinning zal zich uitbreiden en zij zullen erg lijden. Dan zal Jezus, de zoon van Maryam, afdalen en hij zal tegen de mensen in de ochtendschemering roepen: ‘O mensen, wat weerhoudt jullie ervan om naar buiten te komen en tegen deze kwade leugenaar te vechten?’ Zij zullen antwoordden: ‘Hij is een djinn.’ Dan zullen zij naar buiten gaan en daar Jezus ontdekken, de zoon van Maryam. De tijd voor het gebed zal aanbreken en de moslims zullen Jezus roepen om het gebed te leiden, maar hij zal zeggen: ‘Laat jullie imam het gebed leiden. ’Hun imam zal hen in de salat al-soebh (het ochtendgebed) leiden, dan zullen zij naar buiten gaan en de Dadjdjal bevechten. Als de leugenaar Jezus ziet, zal hij oplossen zoals zout in water oplost. Jezus zal hem achterna gaan, hem doden en hij zal geen volgeling van hem in leven laten.'‘ (Ahmad)[83]
Hoofdstuk 13
De hadith van Al-Noewas ibn Sam 'an al-Kilabi
Al-Noewas ibn Sam’an zei: ‘Op een ochtend sprak de Profeet vzmh over de Dadjdjal. Soms noemde hij hem onbetekenend ensoms beschreef hij hem dan weer zo angstaanjagend dat wij dachten dat hij de groep palmbomen in de buurt was. Toen wij later bijhem kwamen, zag hij de angst in onze ogen en vroeg: ‘Wat is er met jullie aan de hand?’ Wij zeiden: ‘O Boodschaper van Allah, vanochtend heeft u het over de Dadjdjal gehad, soms zegt u dat hij onbetekenend is en soms is uw beschrijving van hem zo angstaanjagend dat wij dachten dat hij in het groepje palmbomen zit, hier in de buurt.’
De Profeet vzmh zei: ‘Ik maak mij voor jullie meer over andere zaken dan de Dadjdjal ongerust. Als hij verschijnt terwijl iknog bij jullie ben, zal ik voor jullie tegen hem vechten. Maar als hij verschijnt als ik er niet meer ben, dan moet iedere manvoor zichzelf opkomen en Allah zal, terwille van mij, voor elke moslim zorgen. De Dadjdjal zal een jonge man zijn met kort krullend haar en een ‘drijvend oog’. Hij is met ‘Abd al-‘Uzzaibn Qatan te vergelijken. Ieder van jullie die nog leeft en hem ziet, moet de openingsayat van soerat al-Kahf reciteren. Hij zal op de weg tussen Syrië en Iraq verschijnen en zal links en rechts rampspoeden aanrichten. O dienaren van Allah, houdt u vast aan het Pad der Waarheid.’
Wij zeiden: ‘O Boodschapper van Allah, zijn voor de dag die op een jaar lijkt de gebeden van één dag voldoende?’ Hij zei: ‘Nee, jullie moeten een schatting van de tijd maken en de gebeden verrichten.’
Wij vroegen: ‘O Boodschapper van Allah, hoe snel zal hij overde aarde lopen?’ Hij zei: ‘Zoals een wolk door de wind wordt voortgedreven. Hij zal bij de mensen komen en hen (tot de valse godsdienst) oproepen, en zij zullen hem geloven en hem aanhangen. Hij zal zowel de hemel als de aarde een bevel geven. Als hij de hemel een bevel geeft, zal het regenen, en als hij de aarde een bevel geeft, zal het oogsten produceren. Nadat hun dieren van deze oogsten hebben gegrazen, zullen zij terugkeren met hun uiers vol melk en volle flanken. Dan zal hij bij andere mensen komen en hen (tot de valse godsdienst) oproepen en zij zullen zijn oproep verwerpen. Hij gaat dan van hen weg, en zij zullen honger lijden en niets meer bezitten. Dan zal hij over de woeste grond komen en zeggen:‘Breng uw schatten voort, en de schatten komen voort als zwermen bijen.’ Dan zal hij een man roepen die zeer jeugdig is; hij zal met een zwaard op hem inslaan en hem in twee stukken snijden, dan plaatst hij de twee stukken op een afstand zoalsde afstand tussen een boogschutter en zijn doel. Dan roept hij hem, de jonge man zal rennend en lachend komen.’
‘Op dat moment zal Allah de Messias, de zoon van Maryam, sturen en hij zal van de witte minnaret in het oosten van Damascus afstijgen en zal twee kleden dragen die met saffraan geverfd zijn, en hij zal zijn handen op de vleugels van twee engelen plaatsen. Als hij zijn hoofd buigt, zullen daar druppelszweet van afrollen, en als hij zijn hoofd opheft zullen de druppels op parels lijken, terwijl zij zich verspreiden. Iedere ongelovige die zijn geur mikt, zal sterven, en zijn adem reikt zo verals hij kan zien. Hij zal de Dadjdjal zoeken tot hij hem bij depoort van Loedd vindt, waar hij hem zal doden.’
Dan zullen de mensen, die Allah heeft beschermd, naar Jezus de zoon van Maryam, toekomen en hij zal hun gezichten afdrogen (d.w.z. hij zal de sporen van de moeilijkheden van hun gezichten afvegen) en hen over hun positie in het paradijs vertellen.Tegen die tijd zal Allah aan Jezus openbaren: ‘Ik heb een paarvan Mijn dienaren voortgebracht tegen wie niemand kan vechten. Neem Mijn dienaren veilig naar al-Toer.’
Dan zal Allah Gog en Magog sturen en zij zullen vanaf elke heuvel naar beneden zwermen. De eerste van hen zal langs het Meer van Tiberias gaan en wat van zijn water drinken; de laatste van hen zal er voorbij gaan en zeggen: ‘Vroeger was hier water.’ Jezus, de Profeet van Allah en zijn metgezellen zullen belegerd worden tot het hoofd van een stier hen dierbaarder wordt dan honderd dinar voor jullie vandaag de dag.
Dan zullen Jezus en zijn metgezellen tot Allah bidden, en Hij zal insecten sturen die de mensen van Gog en Magog in hun nekken bijten, zodat zij op een ochtend allemaal gestorven zijn. Dan zullen Jezus en zijn metgezellen naar beneden komen en zullen in alle gaten en hoeken hun vieze verrotte geur tegenkomen. Jezus en zijn metgezellen zullen opnieuw tot Allah bidden, en Die zal vogels sturen als de nekken van kamelen; zij zullen de lichaam en van Gog en Magog grijpen en hen neergooien waar Allah het wil. Dan zal Allah regen sturen waar geen huis of tent voor gespaard zal blijven, en de aarde zal zo worden gereinigd dat ze op een spiegel lijkt. Dan zal de aarde gezegd worden om haar vruchten voort te brengen en haar zegening en te herstellen. Op die dag zal een groep mensen instaat zijn om van één enkele granaatappel te eten en beschutting onder zijn schil te vinden (zo groot zal het fruit zijn). Een melkkameel zal zoveel melk geven dat een hele groep mensenin staat is om ervan te drinken; een koe geeft zoveel melk dat een hele stam ervan kan drinken; en een melkschaap geeft zoveel melk dat een hele familie ervan kan drinken. Tegen dietijd zal Allah een vriendelijke wind sturen, die hen zelfs onderde oksels streelt en de ziel van elke moslim neemt. Alleen de slechtste mensen zullen achterblijven en zij zullen als ezels overspel plegen, dan zal het Laatste Uur over hen komen.’(Moeslim)[84]
Hoofdstuk 14
Een hadith verteld door Aboe Oemamahal-Bahili
Aboe Oemamah al-Bahili zei: De Profeet vzmh hield een toespraak voor ons, het meeste ging over de Dadjdjal en hij waarschuwde ons voor hem. Hij zei: ‘Geen beproeving op aarde sinds de schepping van Adam zal erger zijn dan de beproeving met de Dadjdjal. Allah heeft nooit een profeet gestuurd die zijn oemmah niet hiervoor waarschuwde. Ik ben de laatste der profeten en jullie zijn de laatste oemmah. De Dadjdjal zal onder jullie verschijnen en dat is onvermijdelijk. Als hij verschijnt terwijl ik nog bij jullie ben, zal ik met hem terwille van elke moslim vechten. Als hij verschijnt nadat ik vertrokken ben, dan moet iedereen voor zichzelf opkomen en Allah zal terwille van mij voor elke moslim zorgen. Hij zal op de weg tussen Syrië en Irak verschijnen, en zal rechts en links rampspoeden voortbrengen.O dienaren van Allah, blijf op het pad der waarheid.
Ik zal hem voor jullie beschrijven op een manier zoals geen enkele andere Profeet ooit gedaan heeft.
Hij zal beginnen door te zeggen dat hij een profeet is, maar na mij zal er geen profeet meer komen. Dan zal hij zeggen:
‘Ik ben jullie heer,’ maar jullie zullen je Heer nooit zien tot je sterft. De Dadjdjal is eenogig, maar jullie Heer, verheerlijkt zij Hij, is niet eenogig. Op zijn voorhoofd zal het woord ‘kafir’ geschreven staan en elke moslim, alfabeet of analfabeet, zal instaat zijn dat te lezen. Onder de beproevingen zal zijn dat hij jullie het paradijs en de hel aanbiedt, maar wat hij de hel noemt, zal het paradijs zijn en wat hij het paradijs noemt, zal de hel zijn. Iedereen die zijn hel binnentreedt, moet zijn toevlucht bij Allah zoeken en de openingsayat van soerat al-Kahf reciteren, en het zal koel en vredig voor hem worden, zoals het vuurkoel en vredig voor Abraham werd.
Hij zal tegen een bedoeïen zeggen: ‘Wat zou je ervan vinden als ik je vader en moeder weer voor je tot leven bracht? Zal je dan getuigen dat ik je heer ben?’ De bedoeïnen zal ja zeggen, en daarop zullen twee duivels de verschijning van zijn vader enmoeder nadoen en zij zullen zeggen: ‘O mijn zoon volg hem want hij is je heer.’
Hij zal de macht krijgen over een persoon die hij zal doden en met een zaag in tweeën zal zagen. Dan zal hij zeggen: ‘Kijk naar mijn slaaf, nu zal ik hem doen herrijzen, maar hij zal nog steeds beweren dat hij een andere heer heeft dan ik.’ Allah zal hem doen herrijzen en deze kwade man (de Dadjdjal) zal tegen hem zeggen: ‘Wie is je Heer?’ De man zal antwoorden: ‘Mijn Heer is Allah en jij bent de vijand van Allah. Jij bent de Dadjdjal. Bij Allah, ik was hier nooit zekerder van dan ik vandaag ben.’
Aboe Sa’id zei: De Profeet vzmh zei: ‘Die man zal de hoogste positie van mijn Oemmah in het paradijs hebben.’
Aboe Sa’id zei: ‘Bij Allah, we hadden nooit gedacht dat dieman een ander was dan ‘Oemar ibn al-Khattab, tot deze stierf.’
Al-Moeharibi zei: ‘Toen refereerden wij aan de hadith van Aboe Rafi’i, waarin staat: ‘Een deel van zijn fitnah zal het feit zijn dat hij een gebied doorkruist waar de mensen hem ontkennen, en geen enkel beest van hun veestapel zal in leven blijven. Dan komt hij door een tweede gebied, waar de mensen in hem geloven; hij zal de hemel bevelen om te regenen en de aarde om oogsten voort te brengen, en hun kuddes zullen van het grazen vetter terugkomen dan zij ooit geweest zijn en hun flanken zullen gestrekt zijn en hun uiers vol. Hij zal op elke plaats op de aarde komen, behalve in Mekka en Medina waar hij niet kan binnengaan, want er zijn engelen die elke poort bewaken met ontblote zwaarden tot hij bij al-Zarib al-Ahmar komt en daar op de rand van het zoutmoeras komt. Medina zal beven door drie aardschokken, waarna elke moenafiq (hypocriet) Medina zal verlaten, en Medina zal van het kwaad gereinigd worden zoals ijzer van de slakken gereinigd zal worden. Die dag zal Yawm al-Khalas (de dag der reiniging) genoemd worden.’
Oem Sharik bint Abi'l-‘Akr zei: ‘O Boodschapper van Allah, waar zullen de Arabieren in die tijd zijn?’ Hij zei: ‘Die tijd zullen er nog maar weinig zijn; de meesten zullen in Bayt al-Maqdis (Jeruzalem) zijn en hun imam zal een rechtvaardige man zijn. Terwijl de imam naar voren komt om de mensen in de salat al-soebh (het ochtendgebed) te leiden, zal Jezus de zoon van Maryam afdalen. De imam zal naar achter treden om Jezus de gelegenheid te geven de mensen te leiden, maar Jezus zal zijn hand op zijn schouder leggen en zeggen: ‘Stap naar voren en leid het gebed, want de iqamah is door jou gemaakt.’ De imam zal de mensen in het gebed leiden en daarna zal Jezus (AS) zeggen: ‘Open de poort.’ De poort zal geopend worden en daarachter zullen de Dadjdjal en een duizend joden zijn en ieder van hen draagt een zwaard en een schild. Als de Dadjdjal Jezus ziet, zal hij oplossen zoals zout in water oplost, en zal hijwegrennen. Jezus zal zeggen: ‘Jij zal in leven blijven tot ik jemet mijn zwaard neersla.’ Hij zal hem inhalen bij de oosterlijkepoort van Loedd en hem doden. …
De Profeet vzmh zegt: ‘De tijd van de Dadjdjal zal veertig dagen duren; één dag zal als een half jaar zijn, één dag zal als een maand zijn, en een dag als een week. De rest van zijn dagen zullen zo snel voorbij gaan, dat als een van jullie bij een van de poorten van Medina zou zijn, hij de andere poort niet zou kunnen bereiken voordat de avond valt.’
Iemand vroeg: ‘O Boodschapper van Allah, hoe moeten wij in deze kortere dagen bidden?’ Hij zei: ‘Bereken de gebedstijden op dezelfde manier waarop jullie dat op deze langere dagen doen en bid dan.’ De Profeet vzmh zei: ‘Jezus, de zoon van Maryam zal een rechtvaardig bestuurder zijn en de leider van mijn oemmah. Hij zal het kruis breken, de varkens doden en de djizyah (belasting voor niet-moslims) afschaffen. Hij zal geen sadaqah verzamelen en hij zal daarom geen schapen en kamelen verzamelen. Wederzijdse vijandschap en haat zullen verdwijnen. Ieder schadelijk dier zal onschadelijk worden gemaakt, zodat een kleine jongen in staat zal zijn om zijn hand in de mond van de slang te steken zonder gevaar, een klein meisje zal in staat zijn om een leeuw voor haar weg te laten lopen, en de wolf zal bij de schapen lopen als een herdershond. De aarde zal met vrede gevuld worden zoals een kan met water gevuld is. Mensen zullen het volledig eens zijn met elkaar, en alleen Allah zal aanbeden worden. Oorlogen zullen verdwijnen en het gezag van de Qoeraish zal afgenomen worden. De aarde zal als een zilver bassin zijn en zal zo rijkelijk fruit produceren, dat een groepje mensen samen zal komen om een tros druiven te eten of een granaatappel en zij zullen voldaan zijn. Een stier zal zeer veel geld waard zijn, maar een paard zal slechts een paar dirhams waard zijn.’
Iemand vroeg: ‘O Boodschapper van Allah, waarom zal een paard zo goedkoop zijn?’ Hij zei: ‘Omdat er tijdens de oorlog nooit meer op gereden zal worden.’ Hem werd gevraagd: ‘Waarom zal een stier zo duur zijn?’ Hij zei: ‘Omdat het de aarde zal omploegen. Want drie jaar voordat de Dadjdjal zal verschijnen, zullen de mensen te lijden hebben van een ernstige hongersnood. In het eerste jaar zal Allah de hemel bevelen om een derde van zijn water vast te houden en de aarde zal twee derde van zijn fruit achterhouden. In het derde jaar zal Hij de hemel bevelen om al zijn regen achter te houden, en de aarde zal al zijn fruit achterhouden en er zal niets groens groeien. Elk dier met gespleten hoeven zal sterven, behalve dat Allah wil.’ Iemandvroeg: ‘Hoe zullen de mensen in die tijd leven?’ Hij zei: ‘Doorla ilaha illa Allah, Allahoe akbar, soebhan Allah en alhamdoelillah te zeggen. Dit zal als voedsel voor hen zijn.’
De Profeet vzmh zei: ‘De Dadjdjal zal naar voren komen en één van de gelovigen zal hem tegemoet komen. De gewapen de mannen van de Dadjdjal zullen hem vragen: ‘Waar ga je heen? ’Hij zal zeggen: ‘Ik ga naar de man die naar voren is gekomen. ’Zij zullen zeggen: ‘Dood hem!’ Dan zal één van hen tegen de anderen zeggen: ‘Heeft jullie heer (d.w.z. de Dadjdjal) jullie niet verboden om iemand zonder zijn toestemming te doden?’ Dus nemen zij hem mee naar de Dadjdjal en als de gelovige hem ziet, zal hij zeggen: ‘O mensen, dit is de Dadjdjal over wie de Profeet vzmh ons heeft verteld.’ Dan zal de Dadjdjal bevelen hem te grijpen en hem aan zijn hoofd te verwonden, zij zullenhem overal wonden toebrengen, zelfs op zijn rug en zijn buik.’ De Dadjdjal zal hem vragen: ‘Waarom geloof je niet in mij?’ Hij zal zeggen: ‘Jij bent de valse Messias.’ De Dadjdjal zal bevelen dat hij van top tot teen in twee delen moet worden gezaagd; dan zal hij tussen de twee stukken lopen. Dan zal hijzeggen: ‘Sta!’ en de man zal opstaan. De Dadjdjal zal tegen hem zeggen: ‘Geloof jij niet in mij?’ De gelovige zal zeggen: ‘Dit heeft slechts mijn begrip dat jij de Dadjdjal bent, doen toenemen.’ Dan zal hij zeggen: ‘O mensen, hij zal niemand namij op zo'n manier behandelen.’ De Dadjdjal zal hem grijpenen hem afslachten, maar de ruimte tussen zijn nek en sleutelbeen zullen in koper veranderen en de Dadjdjal zal daar niet stegen kunnen doen. Hij zal de man bij zijn armen en benennemen en hem weggooien; de mensen zullen geloven dat hij inde hel gegooid is, maar in werkelijkheid zal hij in het paradijsgegooid worden. De Profeet vzmhzei: ‘In de ogen van Allah, de Heer der werelden, zal hij een van de grootste martelaren zijn.’(Moeslim)[85]
Hoofdstuk 15
De hadith van al-Moeghirah ibn Shoe’bah
Al-Moeghirah ibn Shoe’bah zei: ‘Niemand stelde de Profeet meer vragen over de Dadjdjal dan ik. Hij zei: ‘Je moet je niet ongerust over hem maken, want hij zal je geen kwaad kunnen doen.’ Ik zei: ‘Maar zij zeggen dat hij veel voedsel en water heeft!’ Hij zei: ‘Hij is in de ogen van Allah te onbelangrijk omdat allemaal te hebben.’ (Moeslim)
Al-Moeghirah ibn Shoe’bah zei: ‘Niemand stelde de Profeet vzmh meer vragen over de Dadjdjal dan ik.’ Een van de overleveraars zei: ‘Wat vroeg je hem?’ Al-Moeghirah zei: ‘Ik zei: ‘Zij zeggen dat de Dadjdjal een berg van brood en vlees zal hebben eneen rivier van water.’ De Profeet vzmh zei: ‘Hij is te onbelangrijk in de ogen van Allah om dat allemaal te hebben.’ (Moeslim)
Uit deze hadith kunnen wij zien dat Allah Zijn dienaren zal testen met de Dadjdjal en de wonderen die hem toegestaan zijn te verrichten; zoals we al eerder gezegd hebben, zal de Dadjdjal de hemel bevelen te regenen voor degenen die hem accepteren en hij zal de aarde bevelen haar vruchten voort te brengen zodat al hun vee daarvan kan eten. Hun kuddes zullen vet enmet de uiers vol melk terugkeren. Degenen die de Dadjdjal verwerpen en weigeren in hem te geloven zullen aan droogt een hongersnood lijden; de mensen en hun vee zullen sterven en de welvaart en de voedselvoorraaden zullen uitgeput raken. De mensen zullen de Dadjdjal als zwermen bijen volgen en hij zal een jonge man doden en hem weer tot leven brengen.
Dit is geen soort van magie; het zal echt zijn waarmee Allah Zijn dienaren aan het einde der tijden zal testen. Velen zullen dwalen en velen zullen erdoor geleid worden. Degenen die twijfelen, zullen niet geloven, maar degenen die geloven, zullen in hun geloof versterkt worden.
Al-Qadi' Lyad en anderen interpreteren de zinsnede: ‘Hij is in de ogen van Allah te onbelangrijk om dat allemaal te hebben’, dat de Dadjdjal te onbelangrijk is om maar iets te hebben wat een ware gelovige kan doen dwalen, terwijl hij duidelijk kwaad en corrupt is. Zelfs als hij grote rampen brengt, zal het woord kafïr altijd duidelijk tussen zijn ogen geschreven staan; een overlevering legt uit dat het als ‘Kaf, Fa, Ra’ geschreven zal staan, waaruit wij kunnen begrijpen dat het zichtbaar is en niet abstract, zoals sommige mensen beweren.
Eén van zijn ogen zal blind zijn, uitpuilend en afstotend; dit is de betekenis van de hadith ‘...alsof een druif op de oppervlakte van het water dreef.’ Een andere overlevering zegt dat het ‘dof is zonder licht erin’ of ‘als een witte druppel speeksel op de muur’ dat wil zeggen dat het er lelijk uitziet.
Sommige overleveringen zeggen dat het rechteroog blind is, anderen zeggen dat het het linkeroog is. Hij kan gedeeltelijk blind zijn aan beide ogen, of er kan een afwijking in beide ogen zijn. Deze interpretatie kan door de hadith die door al-Tabarani overgeleverd is, ondersteund worden; hierin levert hij over datIbn ‘Abbas zei: De Profeet vzmh zei: ‘De Dadjdjal heeft gekruld haar en een lichte huid. Zijn hoofd is als de tak van een boom,zijn linkeroog is blind en het andere oog lijkt op een drijvende druif.’
Iemand kan vragen: als de Dadjdjal zo'n wijdverspreid kwaad veroorzaakt en zijn bewering dat hij een ‘heer’ is zo wijdverspreid geloofd zal worden, zelfs als het duidelijk is dat hij een leugenaar is, en alle profeten tegen hem gewaarschuwd hebben, waarom noemt de Qor'aan dan zijn naam niet en waarschuwt het ons tegen zijn leugens en koppigheid?
Het antwoord is: in de volgende ayah wordt ook naar de Dadjdjal verwezen: ‘De dag dat er wat tekenen van jullie Heer zullen verschijnen, zal geen goed doen voor iemand die gelooft, als hij nieteerder geloofd heeft, noch goede verdiensten heeft door zijngeloof.’ (Al-An’aam: 158)
Aboe Hoerairah zei: De Profeet vzmh zei: ‘Er zijn drie zaken die, als zij verschijnen, een ziel geen goed zullen doen door erin tegeloven, als zij niet daarvoor geloofde of goede daden door zijn geloof vergaarde.’ Dat zijn: de Dadjdjal, het Beest en het verrijzen van de zon uit het westen.’
2. Jezus de zoon van Maryam zal vanuit de hemel afdalen en een einde make naan het leven van de Dadjdjal, zoals wij al eerder gezegd hebben. Het afdalen van Jezus wordt in de ayat genoemd:
‘En voor hun uitspraak: ‘Wij hebben de Messias, Isa de zoon van Maryam (aleihi salaam) gedood - maar zij hebben hem niet gedood, noch hem gekruisigd, maar de gelijkenis van Isa werd op een andere man gelegd, en degenen die daarin van mening verschillen zitten vol twijfel met geen kennis, zij volgen niets anders dan gissingen voor een zekerheid, zij doodden hem niet. Maar Allah heeft hem doen verrijzen tot Hemzelf En Allah is altijd Almachtig, Alwijs. En er is niemand van de mensen van het Boek, behalve die in hem geloven als slechts een boodschapper van Allah en een mens voor zijn dood. En op de dag der opstanding zal hij tegen hen getuigen. (An-Nisa: 157-9)
Wij denken dat de tafsir (interpretatie) van deze ayah is, dat de bepaling ‘voor zijn dood’ (qabla mawtihi) op Jezus slat. Dit wil zeggen dat hij zal afdalen en de Mensen van het Boek die overhem van mening verschilden, zullen in hem geloven. De christenen beweerden dat hij goddelijk is, terwijl de joden hemschandelijk beschuldigden en zeggen dat hij uit overspel geboren is. Als Jezus afdaalt voor de Dag des Oordeels, zal hij deze meningsverschillen en leugens rechtzetten.
Op deze basis is bij de verwijzing van de afdaling van de Messias Jezus, de zoon van Maryam, ook de verwijzing naar Dadjdjal (de valse messias of antichrist) inbegrepen, die de tegenstander van de ware Messias is, want soms verwijzen de Arabieren naar een van de twee opponenten en niet naar de ander, terwijl zij beiden bedoelen.
3. De Dadjdjal wordt in de Qor’aan niet bij naam genoemd, want hij is zo onbelangrijk: hij beweert dat hij goddelijk is, maar hij is slechts een menselijk wezen. Zijn zaken zijn te verachtelijk om in de Qor'aan genoemd te worden. Maar de profeten hebben uit trouw voor Allah hun mensen voor de Dadjdjal gewaarschuwd en voor de beproevingen en de misleidende wonderen die hij zal brengen. Het is voor ons voldoende als wijde overleveringen van de profeten kennen en de vele overleveringen van de Profeet Mohammed vzmh.
Menkan hier tegeninbrengen dat Allah in de Qor'aan de Farao heeft genoemd en zijn valse beweringen zoals: ‘Ik ben jullie Heer, de Allerhoogste’ (Al-Nazi'at 79:24) en ‘O leiders, ik erken geen God voor u naast mij..’ (Al-Qasas 28:38). Dit kan uitgelegd worden door het feit dat de Farao en zijn daden zich in het verleden afspeelden en dat zijn leugens voor elke gelovige duidelijk waren. Maar de Dadjdjal moet in de toekomst nog komen; het zal een fitnah en een test voor zijn alle mensen. Daarom wordt de Dadjdjal niet in de Qor'aan genoemd, want hij is verachtelijk; en het feit dat hij niet genoemd wordt, betekent dat het een grotere test is.
De feiten over de Dadjdjal en zijn leugens zijn duidelijk enhoeven niet nader uitgelegd te worden. Bijvoorbeeld, toen de Profeet vzmh dodelijk ziek was, wou hij een document schrijven om te bevestigen dat Aboe Bakr na hem chalifah zou worden. Toen verwierp hij het idee en zei: ‘Allah en de gelovigen zullen niemand anders dan Aboe Bakr accepteren.’ Hij besloot dat document niet te schrijven, want hij wist hoe hoog Aboe Bakr onder de sahabah (metgezellen) geacht werd en hij was ervan overtuigd dat zij niemand anders zouden uitkiezen. Hetzelfde geldt voor de feiten over de Dadjdjal, deze zijn zo duidelijk datzij niet in de Qor'aan genoemd hoeven te worden.
Allah heeft de Dadjdjal niet in de Qor’aan genoemd want Hij (SWT) wist dat de Dadjdjal niet in staat zal zijn om Zijn ware gelovigen te doen misleiden; hij zal slechts hun geloof doen toenemen, hun onderwerping aan Allah en Zijn boodschapper, hun geloof in de Waarheid en hun verwerping van de leugens.Dit is dan ook de reden waarom de gelovige, die door de Dadjdjal wordt overmachtigd, het volgende zal zeggen wanneer hij hem overwint: ‘Bij Allah, dit heeft slechts mijn begrip vermeerderd dat jij de eenogige leugenaar bent waarover de Profeet vzmh heeft gesproken.’
Hoofdstuk 16
Nog meer hadiths over de Dadjdjal
De Profeet vzmh zei: ‘De Dadjdjal zal in een land in het oosten, Khoerasan, genaamd, verschijnen. Zijn volgelingen zullenmensen zijn met gezichten als uitgehamerde schilden.’
Asma bint Yazid al-Ansariyyah zei: De Profeet vzmh zei: ‘Gedurende de drie jaren voordat de Dadjdjal komt zal er een jaarzijn waarin de hemel eenderde van zijn regen tegenhoudt en de aarde een derde van zijn fruit. In het tweede jaar zal de hemel tweederde van zijn regen tegenhouden en de aarde tweederde van zijn fruit. In het derde jaar zal de hemel al zijn regen tegenhouden en de aarde al zijn fruit en zullen alle dieren sterven. Dit zal de grootste beproeving zijn: de Dadjdjal zal een bedoeïen brengen en tegen hem zeggen: ‘Wat zal je ervan zeggen als ik je kamelen weer tot leven breng? Ga je dan akkoord dat ik je heer ben?’ De bedoeïen zal: ‘Ja,’ zeggen. Dan nemen duivelen de vormen van zijn kamelen aan, met volle uiers en de grootste bulten. Dan zal hij een man brengen wiens vader en broer gestorven zijn en hij zal hem vragen: ‘Wat denkt je ervanals ik je vader en je broer opnieuw tot leven breng. Ga je dan akkoord datik je heer ben?’ De man zal: ‘Ja,’ zeggen, dan nemen de duivelende vormen van zijn vader en broeder aan.’ Daarop ging de Profeet vzmh voor iets naar buiten en keerde vervolgens terug. De mensen maakten zich veel zorgen over wat hij hen had verteld. Hij stond in de deuropening en vroeg: ‘Wat is er aan de hand Asma?’Ik zei: ‘O Boodschapper van Allah, je hebt ons bang gemaakt met wat je over de Dadjdjal hebt gezegd.’ Hij zei: ‘Hij zal zeker verschijnen. Als ik nog in leven ben, zal ik met hem voor jullie vechten, anders zal Allah, omwille van mij, voor elke moslim zorgen.’ Ik vroeg: ‘O Boodschapper van Allah. Wij bakken ons deeg niet tot wij honger hebben, hoe zal dat met de gelovigen van die tijd zijn?’ De Profeet vzmh zei: ‘De verheerlijking van Allah die voldoende is voor de mensen vande hemel zal voor hen voldoende zijn.’[86]
Hoofdstuk 17
Bescherming tegen de Dadjdjal
1. Toevlucht zoeken bij Allah tegen Zijn beproeving
Het is in de sahih (betrouwbare) hadiths bewezen dat de Profeet vzmh in zijn gebeden toevlucht zocht bij Allah tegen de beproeving van de Dadjdjal, en dat hij zijn oemmah beval dit ookte doen:
‘Allahoema inna na’oedhu bika min ‘adhabi djahannam, wamin ‘adhabi 'l-qabr, wa min fitnati'l-mahya'i wa'l-mamat wamin fitnati'l masihi d-Dadjdjal.’O Allah! Wij zoeken toevlucht bij ﷻ voor de straf van de hel, de straf van het graf, voor de beproevingen van leven en dooden voor de beproeving van de valse Messias (Dadjdjal).[87]
Deze hadith is door vele sahaba overgeleverd, waaronder Anas, Aboe Hoerairah, ‘Aisha, Ibn ‘Abbas en Sa’d.
2. Het uit het hoofd leren van bepaalde ayat van soeratal-Kahf
Al-Hafiz al-Dhahabi zei: ‘Het toevlucht bij Allah voor de Dadjdjalzoeken is in veel moetawatir hadiths (hadiths met talrijke ketenen van overleveraars) genoemd. Een manier om dit te doen is om tien ayat van soerat al-Kahf uit het hoofd te leren.’Aboe'l-Dira levered over dat de Profeet vzmh zei: ‘Iedereen die de eerste tien Ayat van Soerat al-Kahf uit het hoofd kent zal tegen de Dadjdjal beschermd worden.’ (Aboe Dawoed)[88]
3. Wegblijven van de Dadjdjal
Een manier om tegen de beproevingen van de Dadjdjal beschermd te zijn, is in Medina en Mekka te wonen.
Aboe Hoerairah leverde over dat de Profeet vzmh zei: ‘Er staan engelen voor de poorten van Medina, noch een plaag noch de Dadjdjal kunnen daar binnenkomen.’ (Al-Boechari, Moeslim)
Aboe Bakr levered over dat de Profeet vzmh zei: ‘De terreur die door de Dadjdjal wordt veroorzaakt, zal niet in Medina komen. Tegen die tijd zal het zeven poorten hebben; er zullen twee engelen zijn om iedere poort te bewaken.’ (Al-Boechari)[89]
Anas zei: De Profeet vzmh zei: ‘De Dadjdjal zal naar Medina komenen zal daar engelen vinden die de stad bewaken. Noch een plaag, noch de Dadjdjal zullen daar binnen komen, inshaa Allah.’ (Tirmidhi, Al-Boechari)
Het is in de sahih hadith bewezen dat de Dadjdjal niet in Mekka of Medina zal komen, want de engelen weerhouden hem ervan om deze plaatsen binnen te treden, dit zijn heilige plaatsen die veilig voor hem zijn. Als hij in het zoutmoeras (Sabkhah) van Medina kampeert, zal het door drie bevingen geschud worden, of fysiek of metaforisch, en iedere hypocriet zal naar buitenkomen en zich bij de Dadjdjal voegen. Op die dag zal Medina van al haar slakken gereinigd worden en zal verfijnd en gezuiverd zijn; en Allah weet het het beste.
Hoofdstuk 18
Het leven en de daden van de Dadjdjal
De Dadjdjal zal een man zijn, geschapen door Allah als een test voor de mensen aan het einde der tijden. Velen zullen door hem dwalen, en velen zullen door hem geleid worden; slechts de zondaren zullen dwalen.
Al-Hafiz Ibn ‘Ali al-Abar schreef in zijn geschiedkundig boek (Al-Tarikh) dat de Koenya (bijnaam of voornaam) van hem Aboe Yoesoef zal zijn.
Aboe Bakrah zei: De Profeet vzmh zei: ‘De ouders van de Dadjdjal zullen dertig jaar kinderloos blijven, en dan zal bij hen een eenogig kind geboren worden. Hij zal heel slecht zijn en veel problemen veroorzaken. Als hij slaapt zullen zijn ogen gesloten zijn, maar zijn hart (of verstand) zal nog actief zijn.’ Toen omschreef hij de ouders: ‘Zijn vader zal een lange dikke man zijn, met een lange neus als een snavel, zijn moeder zal een grote vrouw met zware borsten zijn.’
Aboe Bakrah zei: ‘Wij hoorden dat er bij een paar joden in Medina een kind was geboren. Al-Zoebair ibn al-‘Awam en ik gingen erheen om naar de ouders te kijken en ontdekten dat zij aan de omschrijving van de Profeet vzmh voldeden. Wij zagen een jongetje in de zon liggen, bedekt met een deken, hij mompelde in zichzelf. Wij vroegen de ouders over hem en zij zeiden: ‘Wij zijn dertig jaar kinderloos gebleven en toen is dit eenogige jongetje bij ons geboren. Hij is erg slecht en veroorzaakt veel problemen.’ Toen wij naar buiten liepen, kwamen wij voorbij dat jongetje. Hij vroeg ons: ‘Wat deden jullie?’ Wij zeiden: ‘Heb je ons gehoord?’ Hij zei: ‘Ja, als ik slaap zijn mijn ogen gesloten, maar mijn hart (verstand) is nog actief.’ Deze jongen was Ibn Sayyad.’ (Ahmad, Tirmidhi; deze hadith is niet erg sterk).[90]
Zoals wij al in sahih hadiths hebben gezien, denken Malik enanderen niet dat Ibn Sayyad de Dadjdjal was; hij was één van de kleinere Dadjdjals. Later had hij spijt en werd hij moslim; Allah kent zijn hart en zijn daden het beste.
De 'grotere' Dadjdjal is degene die in de hadith van Fatimah bint Qays wordt genoemd, de hadith die zij overleverde van de Profeet vzmh, van Tamin al-Dari en die ook het verhaal van de Djassasah bevat. Het zal de Dadjdjal toegestaan worden om aan het einde der tijden te verschijnen, nadat de moslims een Romeinse stad met de naam Constantinopel veroverd hebben. Hij zal het eerste in Isfahan verschijnen, in een gebied dat als de jodenwijk (al-Yahoediyyah) bekend staat. Hij zal door zeventigduizend joden uit dit gebied gevolgd worden, en zij zullen allen gewapend zijn. Zeventigduizend Tartaren en veel mensen uit Khoerasan zullen hem ook volgen. Eerst zal hij als een tirannieke koning verschijnen, dan zal hij beweren dat hij een profeet is en vervolgens een heer. Slechts de meest onwetenden onder de mensen zullen hem volgen; de rechtvaardigen en degenen, die door Allah geleid worden, zullen hem verwerpen. Hij zal beginnen met de wereld land voor land, fort voor fort, gebied voor gebied, stad voor stad te veroveren en geen enkele plaats zal onberoerd blijven behalve Mekka en Medina. Hij zal veertig dagen blijven; één dag zal als een jaar zijn, één dag alseen maand, één dag als een week en de rest zal als normale dagen zijn, dat komt erop neer dat zijn verblijf waarschijnlijk ongeveer een jaar en tweeënhalve maand zal duren. Allah zal hem vele wonderen geven, waardoor Hij ieder waarvan Hij dat wil laat dwalen, en het geloof van de gelovigen zal versterkt worden. De afdaling van Jezus, de zoon van Maryam, de ware Messias zal gedurende de tijd van de Dadjdjal, de valse messias, geschieden. Hij zal afdalen op de minaret in het oosten van Damascus. De gelovigen en ware dienaren van Allah zullen zich verzamelen en hem ondersteunen, en de Messias Jezus, de zoon van Maryam, zal hen leiden als zij tegen de Dadjdjal optrekken,de Dadjdjal zal tegen die tijd in de richting van Baytal-Maqdis (Jeruzalem) gaan. Hij zal hem op ‘Aqabah ‘'Afiqin halen. De Dadjdjal zal voor hem wegrennen, maar Jezus zalhem bij de poort van Loedd inhalen en hem met zijn speer doden, net voor hij naar binnengaat. Hij zal tegen hem zeggen: ‘Ik heb je een klap toegediend, je kunt niet ontsnappen.’ Als de Dadjdjal hem aankijkt, zal hij oplossen zoals zout in water oplost. Zodoende zal Jezus hem met zijn speer in de poort van Loedd doden en zal hij daar sterven, dit hebben vele sahih hadiths overgeleverd.
Madjma’ ibn Djariyah heeft gezegd: ‘Ik hoorde de Profeet vzmh zeggen: ‘De zoon van Maryam zal de Dadjdjal in de poort van Loedd doden..’ (Tirmidhi)[91]
Hoofdstuk 19
Het af dalen van Jezus aan het ein der tijden
‘Abd Allah ibn 'Amr zei: De Profeet vzmh zei: ‘De Dadjdjal zal in mijn oemmah verschijnen en veertig blijven.’ ‘Ik kan niet zeggen of hij veertig dagen, veertig maanden of veertig jaar bedoelde.’ Dan stuurt Allah Jezus, de zoon van Maryam, die op ‘Oerwah ibn Mas’oed zal lijken. Hij zal de Dadjdjal achternagaan en hem doden. Dan zullen de mensen zeven jaren leven waarin geen vijandschap tussen twee personen zal bestaan. Dan zal Allah een koele wind uit de richting van Syrië sturen die de ziel van ieder zal nemen die maar het geringste aspect van goedheid of geloof in zijn hart heeft. Zelfs als een van jullie inde diepte van een berg zou zijn, zal de wind hem kunnen bereikenen zijn ziel nemen. Alleen de aller slechtste mensen zullen achterblijven; zij zullen zo zorgeloos als vogels zijn, met de eigenschappen van beesten en zij zullen zich niet over goed en kwaad bekommeren. Satan zal in de gestalte van een mens tot hen komen en zeggen: ‘Antwoorden jullie niet?’ Zij zullen zeggen: ‘Wat beveel je ons te doen?’ Hij zal hen bevelen afgodsbeelden te aanbidden en als beloning daarvoor zullen zij overvloedig levensonderhoud hebben en een gemakkelijk leven leiden.
Dan zal de Trompet schallen, en iedereen zal zijn hoofd optillen om het te horen. De eerste die het hoort zal een man zijndie bezig is om de trog van zijn kamelen te repareren. Hij enieder ander zullen neergeslagen worden. Dan zal Allah regen als dauw naar beneden sturen, en de lichamen van de mensen (dat wil zeggen de doden) zullen daaruit groeien. Dan zal de Trompet opnieuw klinken, en de mensen zullen opstaan en omzich heen kijken. Dan zal er gezegd worden: ‘O mensen, kom tot jullie Heer en leg rekenschap over jullie daden af.’ Er zal gezegd worden: ‘Breng de mensen van de hel naar buiten,’ ener zal gevraagd worden: ‘Hoeveel zijn het er?’ Het antwoord zal komen: ‘Negenhonderd negenennegentig van elke duizend.’Op die dag zal een kind oud worden en schenen zullen ontbloot zijn.’ (al-Qalam:68:42) (Moeslim)[92]
Aboe Hoerairah zei: De Profeet vzmh zei: ‘De zoon van Maryam zal als een rechtvaardig leider naar beneden komen. Hij zal het kruis breken en de varkens doden. Vrede zal verschijnen en de mensen zullen hun zwaarden als sikkels gebruiken. Elk schadelijk beest zal onschadelijk gemaakt worden, de hemel zal in overvloed regen sturen en de aarde zal haar zegeningen voortbrengen. Een kind zal met een vos spelen en geen gevaar lopen, een wolf zal met de schapen grazen en een leeuw met het vee, zonder hen kwaad te doen.’ (Ahmad)[93]
Aboe Hoerairah zei: De Profeet vzmh zei: ‘Bij Hem in Wiens hand mijn ziel ligt, waarlijk de zoon van Maryam zal naar beneden komen en onder jullie een rechtvaardig heerser zijn. Hij zal het kruis breken, de varkens doden en de djizyah afschaffen. De weelde zal zo overvloedig zijn dat niemand zich er zorgen overmaakt, en een enkele knieling in het gebed zal beter zijn dan de hele wereld met alles wat deze bevat.' Aboe Hoerairah zei: ‘Als je wilt, reciteer dan deze ayah:
En er is geen van de mensen van het Boek, behalve die in hem geloven als slechts een boodschapper van Allah en een mens voor zijn dood. En op de dag der opstanding zal hij tegen hen getuigen. (Al-Nisa 4:159) (Al-Boechari, Moeslim)[94]
Aboe Hoerairah levered over, dat de Profeet vzmh zei: ‘De profeten zijn als broeders, ieder heeft een andere moeder, maar zij hebben dezelfde religie. Ik sta van alle mensen het dichtst bij Jezus, de zoon van Maryam, want er is tussen hem en mijzelf geen andere profeet gekomen. Hij zal opnieuw komen, en als jullie hem zien, zullen jullie hem herkennen. Hij is van gemiddelde lengte en zijn huidskleur is roodachtig wit. Hij zal twee kleden dragen en zijn haar zal nat lijken. … In zijn tijd zal Allah alle religies en sekten die niet islamitisch zijn beëindigen en de Dadjdjal vernietigen.Dan zal er vrede en veiligheid op aarde heersen, zodat de leeuwen samen met de kamelen grazen, de tijgers met het rundvee en de wolven met de schapen; kinderen zullen met slangen kunnen spelen zonder door hen gekwetst te worden. Jezus zal gedurende veertig jaren blijven en dan sterven en de moslims zullen voor hem bidden.’ (Ahmad).
Ibn Mas’oed levered over, dat de Profeet vzmh zei: ‘Tijdens deIsra-nacht (de nacht van de nachtreis) heb ik mijn vaders Abraham, Mozes en Jezus ontmoet en zij spraken over het Uur. Het onderwerp werd eerst aan Abraham voorgelegd en daarna aan Mozes, beiden zeiden: ‘Wij hebben hier geen kennis over.’Toen werd het aan Jezus voorgelegd, die zei: ‘Niemand kent detijd behalve Allah, wat mijn Heer mij vertelde was dat de Dadjdjal zal verschijnen en als hij mij ziet zal hij als lood beginnen smelten. De moslims zullen tegen de kafirs vechten en zelfs de bomen en de rotsen zullen zeggen: ‘O moslim, er is een kafir onder mij verborgen, kom hier en dood hem!’ Allah zal de kafirs vernietigen en de mensen kunnen weer naar hun eigen land terugkeren. Dan zullen Gog en Magog van alle kanten verschijnen, en alles wat zij kunnen vinden opeten en opdrinken. De mensen zullen bij mij klagen, en ik zal tot Allah biddenen Hij zal hen vernietigen, zodat de aarde met hun stank gevuld zal zijn. Allah zal regen sturen die hun lichamen naar de zee toe spoelen. Mijn Heer heeft mij verteld dat als dit gebeurthet Uur nabij is, zoals een zwangere vrouw wier dagen geteld zijn, maar haar familie weet niet precies wanneer zij gaat bevallen.’(Ahmad, Ibn Madjah)
Hoofdstuk 20
Een beschrijving van de Messias, Jezus dezoon van Maryam, Boodschapper van Allah
Aboe Hoerairah zei: De Profeet vzmh zei: ‘Op de nacht van de Isra (de wonderbaarlijke reis naar Jeruzalem), ontmoette ik Mozes.Hij was een magere man met golvend haar, en zag eruit als iemand van de Shanoe’ah stam. Ik heb ook Jezus ontmoet hij was van gemiddelde lengte en had een roodachtig uiterlijk, net alsof hij net uit bad kwam.’ (Al-Boechari, Moeslim)
De Profeet vzmh zei: ‘Toen ik sliep, zag ik mijzelf (in een droom) en maakte de tawaf rond de Ka’aba. Ik zag een man met een gebruinde huid en sluik haar, die door twee mannen werd ondersteund, en er droop water van zijn hoofd. Ik zei: ‘Wie is dit?’ Zij zeiden: ‘De zoon van Maryam.’ Ik keerde mij om en zag een dikke, blozende man met gekruld haar, die aan zijn rechteroog blind was; zijn oog zag eruit als een drijvende druif. Ik vroeg: ‘Wie is dit?’ Zij zeiden: ‘De Dadjdjal.’ ‘Degene die het meest op hem lijkt is Ibn Qatan.’ Al-Zoerhri legde uit: ‘Ibn Qatan was een man van de Khoeza'ah die stierf tijdens de Djahiliyyah (voor de komst van de islam ).’ (Al-Boechari.)[95]
Hoofdstuk 21
De verschijning van Gog en Magog
Zij (twee stammen mensen) zullen verschijnen tijdens de periodevan Jezus, de zoon van Maryam, na de Dadjdjal. Allah zalhen allen op een nacht doden, als antwoord op de smeekbede van Jezus.
Aboe Hoerairah leverde over, dat de Profeet vzmh gezegd heeft: ‘Iedere dag zullen Gog en Magog proberen om een weg doorde barrière heen te graven. Als zij het zonlicht daardoor beginnen te zien, dan zal hun leider zeggen: ‘Ga terug, jullie kunnen morgen verder graven’, en als zij terugkomen is de barrière sterker dan hij daarvoor was. Dit zal doorgaan tot hun tijd gekomen is en Allah hen voort zal willen sturen. Zij zullen graven tot zij het zonlicht zien, en hun leider zal zeggen: ‘Ga terug, jullie kunnen morgen verder graven, insha Allah.’ In dit geval maakt hij een uitzondering door insha Allah te zeggen, hij laat de zaak dus aan de wil van Allah over. Zij zullen de volgende dag terugkeren en het gat net zo vinden als zij het achter hebben gelaten. Zij zullen naar buiten komen en tegenoverde mensen komen te staan. Zij zullen al het water drinkenen de mensen zullen zichzelf in hun forten verschansen. Gog en Magog zullen hun pijlen de hemel in sturen en deze zullen op de aarde terugvallen met iets wat op bloed lijkt. Gog en Magog zullen zeggen: ‘Wij hebben alle mensen op de aarde verslagen en de mensen van de hemel overmeesterd.’ Dan zal Allah een soort wormen in hun nekken sturen en zij zullen erdoor gedood worden...’ Bij Hem in Wiens hand de ziel van Mohammed is, de beesten van de aarde zullen vet worden.’[96]
Gog en Magog zijn twee groepen Turken die van Yafith (Japheth), de vader der Turken afstammen, één van de zonen van Noach. In de tijd van Abraham (AS), was er een koning die Dhoe'l-Qamayn genoemd werd. Hij verrichtte met Abraham de tawaf rond de Ka’aba, toen hij hem voor het eerst gebouwd had; hij geloofde in hem en volgde hem. Dhoe'l-Qamayn waseen goede man en een grote koning; Allah gaf hem grote machten hij heerste van het oosten tot het westen. Hij had macht over alle koningen en alle landen en hij reisde ver en lang, zowel naar het oosten als het westen. Hij reisde naar het oosten tot hij een pas tussen twee bergen tegenkwam waar mensen doorkwamen. Zij begrepen niets omdat zij zo geïsoleerd waren; het waren Gog en Magog. Zij verspreidden corruptie over de aarde en deden de mensen kwaad, daarop zochten de mensen hulp en steun van Dhoe'l-Qamayn. Zij vroegen hem een barrière tussen hen en Gog en Magog te bouwen. Hij vroeg hen te helpen en zo bouwden zij samen een barrière van ijzer gemengd met koper en teer.
Zodoende hield Dhoe'I-Qamayn Gog en Magog tegen achter de barrière. Zij probeerden door de hindernis heen te breken of erover heen te klimmen, maar slaagden daar niet in. Zij konden daar niet in slagen, omdat de barrière zo groot en glad is. Zij begonnen te graven en zij hebben eeuwen gegraven; en zij gaan daarmee door tot de tijd komt waarin Allah besluit dat zij eruit mogen komen. Tegen die tijd zal de barrière omvallen en Gogen Magog zullen zich in alle richtingen verspreiden, zij zullen corruptie brengen, planten ontwortelen, mensen doden. Als Jezus (AS) tegen hen bidt, stuurt Allah een soort wormen in hun nek en dat zal hen doden.
Hoofdstuk 22
De vernietiging van de Ka’aba
Aan het einde der tijden zal Dhoe'l-Soewayqatayn uit Abessinië (Al-Habash) komen en de Ka’aba vernietigen om haar schat en de kiswah (kleed dat haar bedekt) te stelen. De Ka’aba is een oud bouwwerk dat door Abraham werd gebouwd, en haar fundering is door Adam gelegd.
Als tafsir (uitleg) van de ayah: ‘Tot Gog en Magog worden losgelaten, en zij snel over iedere omwalling uitzwermen.(21:96) is van Ka’b al-Ahbar overgeleverd, dat Dhoe'l-Soewayqatayn het eerst ten tijde van Jezus de zoon van Maryam zal verschijnen. Allah zal Jezus als hoofd van een voorhoede van zeven of achthonderd man uitsturen. Zij zullen allen naar Dhoe'l-Soewayqatayn marcheren. Allah zal een bries uit de richting van. Jemen sturen en die zal de ziel van iedere gelovige nemen. Alleen de slechtste mensen zullen achterblijven enzij zullen als beesten paren. Ka’b zei: ‘In die tijd zal het Uur nabij zijn.’[97]
‘Abd Allah ibn ‘Amr zei: ‘Ik hoorde de Profeet vzmh zeggen: ‘Dhoe’l-Soewayqatayn komt uit Abessinië en zal de Ka’aba vernielen en haar schatten en de kiswah stelen. Het is alsof ik hem nu voor mij zie: hij is kaal en heeft een afwijking aan zijn polsen. Hij zal de Ka’aba met zijn spade slaan en met zijn pikhouweel.’(Ahmad)[98]
Het is van ‘Abd Allah ibn ‘Oemar overgeleverd dat de Profeet vzmh zei: ‘Laat de Abessijnen met rust zolang zij jou niet lastig vallen,’ want niemand zal de schat van de Ka’aba herontdekken behalve Dhoe'l-Soewayqatayn uit Abessinië.’ (Aboe Dawoedin het hoofdstuk op het verbod om de Abessijnen uit te dagen.)[99]
Ibn Abbas vertelde dat de Profeet vzmh zei: ‘Het is alsof ik hem nukan zien, hij is zwart en zijn benen staan wijd uit elkaar. Hij zalde Ka’aba steen voor steen afbreken.’ (Ahmad)[100]
De Profeet vzmhzei: ‘Het Uur zal niet aanbreken voordat een manuit Qahtan verschijnt en over de mensen heerst.’ (Moeslim; ookin hadiths van Al-Boechari). Deze man kan Dhoe'l-Soewayqatayn zijn of iemand anders, want deze man komt uit Qahtan terwijl de andere overleveringen zeggen dat Dhoe'l-Soewayqatayn uit Abbessinië komt, en Allah weet het het beste.
‘Oemar ibn al-Khattab leverde over dat hij de Profeet vzmh heeft horen zeggen: ‘De mensen uit Mekka zullen verdwijnen en slechts een paar zullen overleven. Als Mekka opnieuw opgebouwden bevolkt is, zullen de mensen weer verdwijnen en niemand zal terugkeren.’[101]
Hoofdstuk 23
Medina zal ten tijden van de Dadjdjal bewoond blijven
Het is in de sahih hadiths bewezen dat, zoals al eerder verteldwerd, de Dadjdjal niet in staat zal zijn om Mekka of Medina binnente treden, en dat er engelen aan de poorten van Mekka zullen staan om hem tegen te houden en te voorkomen dat hij naar binnenkomt.
Het is door Aboe Hoerairah overgeleverd, dat de Profeet gezegd heeft: ‘Noch de Dadjdjal, noch de pest zal in staat zijnin Medina te komen.’ Zoals al eerder verteld werd, zal de Dadjdjal buiten Medina kamperen en de stad zal door drie aardbeving en getroffen worden. Elke hypocriet en zondaar zal naar buitenkomen en zich bij de Dadjdjal voegen, en elke gelovige en elke moslim zal blijven. Die dag zal de dag der reiniging (yawm alchalas) genoemd worden. De meesten die naar buiten gaan omzich bij de Dadjdjal te voegen zullen vrouwen zijn. Zoals de Profeet vzmhzei: ‘Waarlijk zij (Medina) is goed; haar kwaad zal vernietigd worden en haar goedheid zal duidelijk zijn.’
Allah SWT zegt: ‘Slechte uitspraken zijn voor slechte mensen (of slechte vrouwen voor slechte mannen) en slechte mensen zijn voor slechte uitspraken (of slechte mannen voor slechte vrouwen). Goede uitspraken zijn voor goede mensen (of goede vrouwen voor goede mannen) en goede mensen zijn voor goede uitspraken (of goede mannen voor goede vrouwen)...’(An-N oer: 26)
Medina zal in de periode van de Dadjdjal en in de tijd van Jezus de zoon van Maryam (AS) bewoond blijven tot hij sterft en daar begraven wordt. Dan zal zij vernietigd worden.
‘Oemar ibn al-Khattab zei: ‘Ik hoorde de Profeet vzmh zeggen:‘Een ruiter zal om Medina heen rijden en zeggen: Vroeger waren er hier veel moslims.’ (Ahmad)[102]
Hoofdstuk 24
De verschijning van het beest
Onder de tekenen van het Uur zal de verschijning van een beestuit de aarde zijn. Het zal er heel vreemd uitzien en bijzonder groot zijn; men kan zich niet voorstellen hoe het er uit zal zien.Het zal uit de aarde komen en het stof van zijn hoofd afschudden.Het zal de ring van Salomo en de staf van Mozes hebben. Mensen zullen er erg bang voor zijn en proberen weg te rennen, maar zij zullen niet kunnen ontsnappen, want zo zal het besluit van Allah zijn. Het zal met de staf de neus van iedere ongelovige vernielen en het woord ‘kafir’ op zijn voorhoofd schrijven; het zal het gezicht van elke gelovige versieren, en het woord ‘moe'min' (ware gelovige) op het voorhoofd schrijven en het zal met de mensen spreken.
Allah SWT zei: ‘En als het woord voor hen vervuld wordt, zullen Wij uit de aarde een beest voor hen voortbrengen dat tegen hen zal spreken... ' (An-Naml: 82)
Ibn Abbas, Al-Hassen en Qoetadah zeiden dat ‘tot hen spreekt’ (toekallimoehoem) betekent dat ze hen zal aanspreken met de woorden: omdat de mensen van onze tekenen niet overtuigd waren.’ (27:82 het laatste gedeelte van de ayah). Ibn Djarir leverde dit van ‘Ali en ‘Ata’ over. Er is overgeleverd van Ibn‘Abbas dat ‘toekallimoehoem’ betekent dat het beest hen zal snijden. Dit wil zeggen dat het woord ‘kafir’ op het voorhoofd van de ongelovige zal worden geschreven en het woord ‘moe'min’ op het voorhoofd van de gelovige. Het is ook van Ibn ‘Abbas overgeleverd dat hij hen zal aanspreken en hen zal snijden; deze opvatting bevat beide vorige opvattingen, en Allah weet het het beste.
Wij hebben het al over de hadith van Hoedhaifah ibn Oesaid gehad, waarin overgeleverd wordt dat de Profeet gezegd heeft: ‘Het Uur zal niet komen tot je tien tekenen zult zien: de rook; de Dadjdjal; het beest; de opkomst van de zon uit het westen; het afdalen van Jezus, de zoon van Maryam; Gog en Magog; de drie grondverschuivingen: een in het oosten, een in het westen en een in Arabië; aan het eind waarvan er een vuur vanuit de richting van Aden (Jemen) zal uitbarsten dat de mensen naar de plaats van de laatste bijeenkomst zal drijven.’
Aboe Hoerairah zei: De Profeet vzmh zei: ‘Haast je om goede daden te doen voordat er zes dingen gebeuren: de opkomst van de zon uit het westen; de rook; de Dadjdjal; het beest, de (dood) van een van jullie of een algemene beproeving.’ (Moeslim)
Baridah zei: De Profeet nam mij naar een plaats in de woestijn, in de buurt van Mekka. Het was een droog stuk grond, omgeven door zand. De Profeet vzmh zei: ‘Het beest zal uit deze plaats verschijnen.’ Het was een klein gebied.’ (Ibn Madjah)[103]
Er is van Aboe Hoerairah overgeleverd, dat de Profeet vzmh zei:‘Het beest zal uit de aarde verschijnen en het zal de staf van Mozes en de ring van Salomo hebben.’
Er is ook overgeleverd dat hij zei: ‘(Het beest) zal de neuzen van de ongelovigen met de ring vernielen, zodat de mensen die om een tafel zitten en elkaar zullen aanspreken met de woorden:‘O gelovige!’ of ‘O ongelovige’ (dat wil zeggen de positie van ieder zal duidelijk worden). (Ibn Madjah)[104]
‘Abd Allah ibn ‘Amr zei: ‘Ik heb een hadith van de Profeet vzmh uit het hoofd geleerd die ik sinds die tijd niet vergeten ben. Ik hoorde de Profeet vzmh zeggen: ‘Het eerste teken (van het Uur) dat zal verschijnen zal het rijzen van de zon uit het westen zijn en de verschijning van het beest in de ochtend. Zodra een van deze gebeurtenissen zal plaatsvinden, dan wordt het mét een door de andere tekenen gevolgd.’ (Moeslim)[105]
Dit zullen derhalve de eersten van de buitengewone tekenen zijn. De Dadjdjal, het afdalen van Jezus (AS) en het verschijnen van Gog en Magog zijn minder bijzonder, want dat zijn allemaal mensen. Maar het verschijnen van het beest waarvan de vorm heel vreemd is, dat de mensen aanspreekt en hen onderverdeelt naar geloof en ongeloof, is iets wat echt bijzonder is. Dit is het eerste in rij van de aardse tekenen, zoals het rijzen van de zon uit het westen het eerste teken van de hemelse tekenen is.
Hoofdstuk 25
De zonsopkomst uit het Westen
Allah SWT zegt: ‘Wachten zij dan op iets anders dan dat de engelen tot henzullen komen, of dat jullie Heer zal komen! De dag dat erwat tekenen van jullie Heer zullen verschijnen, zal geen goed doen voor iemand die gelooft, als hij niet eerder geloofd heeft, noch goede verdiensten heeft door zijn geloof Zeg: ‘Wacht! Wij wachten (ook). ’(Al-An'am: 158)
Het is van Aboe Sa’id al-Khoedri overgeleverd dat de Profeet vzmh uitlegde dat de zin: ‘Op de dag wanneer enige der tekenen van uw Heer zullen verschijnen, zal het geloven geen ziel baten die voorheen niet geloofde,’ verwijst naar de zonsopkomst uit het Westen.’ (Ahmad)[106]
Aboe Hoerairah zei: De Profeet vzmh zei: ‘Het Uur zal niet aanbreken voor de zon uit het westen opkomt. Als de mensen het zien, zal ieder die op aarde leeft, geloven, maar dat zal de tijd zijn dat het geloven geen ziel meer zal baten die voorheen niet geloofde, noch iets goeds door haar geloof verdiende.’ (Al-Boechari)[107]
Het is ook van Aboe Hoerairah overgeleverd, dat de Profeet vzmh zei: ‘Het Uur zal niet aanbreken voordat de zon in het westen opkomt. Als ze opkomt en de mensen zien het, dan zullen zij allen geloven. Maar dat zal de tijd zijn dat het geloven geen ziel zal baten die voorheen niet geloofde, noch iets goeds door haar geloof verdiende.’ (Al-Boechari)[108]
Het is ook van Aboe Hoerairah overgeleverd, dat de Profeet vzmh zei: ‘Er zijn drie zaken die, als zij verschijnen, het geloven daarin zal geen ziel baten als ze er voorheen niet in geloofde, of rechtschapenheid verkreeg door haar geloof.’ Dit zijn: de zonsopkomst uit het westen, de Dadjdjal en het Beest uit de aarde.’(Ahmad, Moeslim, Tirmidhi)[109]
Aboe Dhar zei: De Profeet vzmh vroeg mij: ‘Weet jij waar de zon heen gaat als zij ondergaat?’ Ik zei: ‘Ik weet het niet.’ Hij zei:‘Zij reist tot zij beneden de troon neerknielt en toestemming vraagt om opnieuw op te komen. Maar er zal een tijd komen dat haar verteld wordt: ‘Ga terug naar waar je vandaan kwam. ’Dat is de tijd dat het geloven geen ziel zal baten die voorheen niet geloofde, noch iets goeds door haar geloof verdiende.’(Al-Boechari)[110]
‘Amr ibn Djarir zei: ‘Drie moslims zaten met Marwan in Medina en zij hoorden hem zeggen, terwijl zij over de tekenen van het Uur spraken, dat het eerste teken het verschijnen van de Dadjdjal zou zijn. De drie gingen naar ‘Abd Allah ibn ‘Amr en vertelden wat zij Marwan over de tekenen hadden horen zeggen. ‘Abd Allah zei: ‘Marwan heeft niet veel gezegd. Ik hebeen hadith van de Profeet onthouden die daarop lijkt en ik heb hem sindsdien niet vergeten. Ik hoorde de Profeet vzmh zeggen: ‘Het eerste teken zal de zonsopkomst uit het westen zijnen de verschijning van het Beest in de ochtend. Zodra één vandeze tekenen komt, zal het met een gevolgd worden door het andere teken.’
‘Toen zei ‘Abd Allah, die goed belezen was: ‘Ik denk dat eerst de zonsopkomst uit het westen zal plaatsvinden. Elke keer als zij ondergaat, gaat zij naar de troon, knielt daar neer en vraagt toestemming om opnieuw op te komen. Er zal een tijd komen waarin zij driemaal om toestemming vraagt en geen antwoord krijgt, tot wanneer er een deel van de nacht om is en zij zich realiseert dat zelfs als zij toestemming krijgt, zij niet in staat isom op tijd op te komen, dan zal zij zeggen: ‘O mijn Heer, hoever ligt het punt van de opkomst voor mij! Wat kan ik nu voor de mensen doen?’ Dan zal zij weer toestemming vragen om terug te gaan en haar zal verteld worden: ‘Kom van de plekwaar je je nu bevindt op’ en zij zal uit het westen opkomen.’Toen reciteerde 'Abd Allah de Ayah: ‘Het geloven zal geen zielbaten die voorheen niet geloofde noch iets goeds door haar geloof verdiende.’ (Ahmad)[111]
Sommige geleerden interpreteren ‘de zonsopkomt in het westen’ dat de islam in het westen zal verschijnen, even sterk als zij was in het begin, en dat de westerlingen de vlag van de islam verder zullen dragen.
Hoofdstuk 26
De rook zal aan het einde der tijden verschijnen
Masroeq zei: ‘Terwijl een man een toespraak hield voor de mensen van Kindah, zei hij: ‘Er zal rook op de dag der herrijzing zijn die de hypocrieten van hun gehoor en gezicht zal beroven, maar de gelovigen zullen het slechts als iets kouds ervaren.’Wij waren bang en gingen dus naar Ibn Mas'oed, die lagte rusten. Toen hij dit hoorde, werd hij boos en ging recht opzitten en zei: ‘O mensen, als iemand iets weet, dan moet hij het uitspreken, maar als iemand iets niet weet, laat hem dan ‘Allah weet het het beste’ zeggen.’ Allah SWT zei tegen zijn Profeet Mohammed ‘Zeg: ‘Ik vraag hier van jullie geen loon voor, noch behoor ik tot de degenen die wat verzinnen. (Sa’ad 38:86)
De Qoeraish waren langzaam in het accepteren van de Islam, daarom maakte de Profeet een smeekbede tegen hen en zei: ‘O Allah help mij tegen hen, door hen zeven jaren van hongersnood te sturen zoals de mensen van Jozef.’ Zij werden door eenjaar met hongersnood getroffen, waarbij zij vernietigd werden en dode dieren en botten aten. Toen zagen zij iets dat op rook leek tussen de hemel en de aarde. Aboe Soefian kwam en zei: ‘O Mohammed! Je bent naar ons toegekomen om ons te bevelende goede relaties te onderhouden, en je eigen mensen zijn omgekomen, bid daarom opdat Allah hen mag verlossen.’
Toen reciteerde Ibn Mas’oed:‘Wachten jullie dan maar op de Dag waarop de hemel eenzichtbare rook zal voortbrengen. De mensen bedekkend, die is een pijnlijke bestraffing. ‘Onze Heer! Verwijder de bestraffing van ons, waarlijk wij zullen gelovigen worden!’Hoe kan er van hen een vermaning komen als een boodschapper al gekomen is en de zaken duidelijk heeft uitgelegd.Dan keren zij zich van hem af en zeggen: ‘Iemand onderricht, een dwaas! Waarlijk, Wij zullen voor korte tijd de bestraffing verwijderen. Waarlijk! Jullie zullen terugkeren. ’(Al Doechan: 10-15)
Ibn Mas’oed vroeg: ‘Zal hun straf in het hiernamaals van hen verwijderd worden, zodat zij naar hun koefr terug zullen keren?’
Allah SWT zei: ‘Op de Dag zullen Wij jullie met de grootste greep grijpen.Waarlijk, Wij zullen jullie precies vergoeden. ’(Al-Doechan: 16)
‘... De bestraffing zal dus altijd voor jullie zijn. ’(Al-Foerqaan: 77)
Deze ayat slaan op de dag (slag) van Badr.Allah SWT zegt: ‘Alif Laam Miem (Ik ben Allah de Alwetende). De Romeinen zijn verslagen. In een nabijzijnd land; maar zij zullen na hun nederlaag, binnen enkele Jaren, zeker overwinnen.’ (Al-Boechari)[112]
De suggestie van de spreker op het idee dat de rook op de Dag der Opstanding zal verschijnen - was niet juist en zorgde ervoor dat Ibn Mas’oed boos reageerde. Maar de rook zal voor deDag der opstanding verschijnen; het is een van de tekenen die als volgt luiden: het Beest, de Dadjdjal, de rook en Gog en Magog, zoalsblijkt uit de hadiths die door Aboe Sarihah, Aboe Hoerairah en andere sahabah zijn verteld.
Zoals in de sahih hadiths wordt vermeld, zal er voor de Dag der Opstanding een vuur verschijnen dat in de richting van Aden uitbarst en de mensen naar de plaats van de laatste bijeenkomst zal drijven. Het zal met hen meegaan en met hen stoppen, en het zal een ieder die achterblijft verslinden.
Hoofdstuk 27
Andere gebeurtenissen die aan het Uurvooraf zullen gaan
Het is overgeleverd van Aboe Sa’id al-Khoedri dat de Profeet vzmh gezegd heeft: ‘De donderbuien zullen als het Uur nadert zotoenemen, dat wanneer iemand naar een groepje mensen toekomt, hij zal vragen: ‘Wie is er vanochtend door de bliksem getroffen?’ Zij zullen antwoorden: ‘Die en die en die en die zijn door de bliksem getroffen.’ (Ahmad)[113]
Zware regen voor de Dag der opstanding
Het is van Aboe Hoerairah overgeleverd dat de Profeet vzmh gezegd heeft: ‘Het Uur zal niet aanbreken voor er een regen komtdie alle onderkomens behalve tenten zal vernietigen.’[114]
Wij hebben al veel hadiths genoemd over de tekenen van het Uur. Nu zullen wij aandacht besteden aan die hadiths die erop zouden kunnen wijzen dat het Uur snel zal komen.
Er is door Aboe Hoerairah overgeleverd dat de Profeet vzmh zei:'Het Uur zal niet plaatsvinden voordat de volgende gebeurtenissen geweest zullen zijn: de mensen zullen met elkaar wedijveren in het bouwen van hoge gebouwen; twee grote groepen zullen met elkaar vechten en er zullen veel gewonden zijn beiden zullen dezelfde religieuze leringen volgen; de aardbevingen zullen toenemen; de tijd zal snel voorbijgaan; het elkaar kwaad doen en het doden zal toenemen; bijna dertig Dadjdjals zullen verschijnen, terwijl elk van hen beweert dat hij een boodschapper van Allah is; een man zal een graf voorbijlopen en zeggen: ‘Ik wou dat ik op jouw plaats was' de zon zal uit het westen opkomen en wanneer zij opkomt zullen de mensen hetzien; zij zullen allen geloven, maar het zal de tijd zijn dat het geloven geen ziel baat die voorheen niet geloofde noch iets goeds door haar geloof verdiende (Al-An'am 6:158); en eenrijke man zal zich zorgen maken dat niemand zijn zakat accepteert.’(Al-Boechari, Moeslim)
Het is van Anas overgeleverd dat de Profeet vzmh zei: ‘Onder de tekenen van het Uur kunnen wij de volgende vinden: ‘De kennis zal afnemen en de onwetendheid zal verschijnen, ontucht en het drinken van wijn zal gewoon zijn; het aantal mannen zal afnemen en het aantal vrouwen zal toenemen, tot één man voor vijftig vrouwen moet zorgen.’ (Al-Boechari)"[115]
‘Aisha zei: ‘Ik hoorde de Profeet vzmh zeggen: ‘De dag en de nacht zullen niet voorbijgaan tot de mensen Lat en ‘Oezza(twee godinnen uit het pre-islamitische Arabië) beginnen te aanbidden.’ Ik zei: ‘O Boodschapper van Allah, ik dacht dat toen Allah de ayah: ‘Hij is het Die Zijn boodschapper gestuurd heeft met leiding en omde godsdienst van de waarheid over alle andere godsdiensten superieur te maken, zelfs als de polytheïsten het haten.’ (Taubah 9:33) dat dit betekende dat (deze belofte) vervuld zou worden.’ De Profeet vzmh zei: ‘Het zal zo gebeuren als Allah het wenst. Dan zal Allah een prettige wind sturen, die eenieder die zelfs maar het geloof ter grootte van een mosterdzaadje in zijn hart heeft, zal meenemen. Slechts degenen zonder goedheid in hun hart zullen achterblijven en zij zullen tot de religie van hun voorvaderen terugkeren.’ (Moeslim)[116]
Er is overgeleverd van Aboe Hoerairah dat op een dag toen de Profeet met de mensen zat er een bedoeïen naar hem toekwamen hem over iman en islam vroeg. Daarna vroeg hij: ‘O Boodschapper van Allah, wanneer zal het Uur zijn?’ Deze zei: ‘Degene die ondervraagd wordt, weet daarover niet meer dan degene die vraagt, maar ik kan je over haar tekenen vertellen. Wanneer een slavin haar meesteres baart, en wanneer de mensen met blote voeten en zonder kleding de leiders van de mensen worden, dit zijn tekenen van het Uur. Er zijn vijf zaken die niemand behalve Allah kent.’ Toen reciteerde hij:
Waarlijk Allah! Bij Hem (alleen) is de kennis over het Uur, Hij laat de regen vallen en weet wat in de baarmoeders is.Niemand weet wat hij morgen zal verdienen en niemand weet in welk land hij zal sterven. Waarlijk, Allah is Alwetend, Bewust van alle (zaken).. ’(boekman: 34)
Toen ging de man weg en de Profeet vzmh zei: ‘Roep hem bij mij terug’, maar toen de mensen naar hem toe wilden gaan om hemterug te roepen, zagen zij niets meer. De Profeet vzmh zei: ‘Datwas Jibriel, die de mensen hun religie kwam onderwijzen’. (Al-Boechari, Moeslim)[117]
‘De mensen met blote voeten en de naakte paupers zullen met elkaar wedijveren in het bouwen van hoge gebouwen,’ betekent dat zij de leiders van de mensen zullen worden. Zij zullen rijk worden en zich slechts bemoeien met het bouwen van hoge gebouwen. Dit is net zoals in de hadith die wij later zullen zien: ‘Het Uur zal niet komen voordat de gelukkigste mensen van de wereld de verdorven zonen van de verdorven en zullen zijn.’
Het is van Aboe Sa’id overgeleverd dat de Profeet vzmh zei: ‘HetUur zal niet aanbreken tot de tijd dat een man zijn huis verlaaten zijn schoenen of zweep of stok hem zullen vertellen wat er met zijn familie gebeurt.’[118]
Het is door Aboe Sa’id overgeleverd, dat de Profeet vzmh zei: ‘Bij Hem in Wiens hand mijn ziel is, het Uur zal niet aanbreken tot de wilde dieren tot de mensen zullen spreken, en de man met zijn zweep of schoen zal spreken, en dat zijn dij hem zal vertellen wat er met zijn familie gebeurt die hij achterliet.’[119]
Anas zei: ‘Wij spraken over het feit dat het Uur niet zal komen voordat er geen regen meer is en de aarde geen oogsten meer produceert, en dat vijftig vrouwen door één man moeten worden verzorgd; en dat als een vrouw een man voorbij loopt hij naar haar zal kijken en zal zeggen: ‘Deze vrouw had eens een echtgenoot.’ (Ahmad)[120]
Aboe Hoerairah zei: De Profeet vzmh zei: ‘Het Uur zal niet komen tot de tijd zo snel voorbij zal gaan dat een jaar op een maand lijkt, een maand op een week, een week op een dag, een dag op een uur, en een uur op de tijd die nodig is om een palmblad te verbranden.’ (Ahmad)[121]
Aboe Hoerairah zei: De Profeet vzmh zei: ‘De wereld zal niet tenonder gaan tot degene die er het meest van geniet de verdorven zoon van de verdorvene is.’ (Ahmad)[122]
Aboe Hoerairah zei: De Profeet vzmh zei: ‘Voordat het Uur komt, zullen er jaren van bedrog zijn, waarin een waarheidslievend persoon niet geloofd wordt en een leugenaar wel; en de onbetekenenden zullen het voor het zeggen hebben.’ (Ahmad)[123]
Aboe Hoerairah zei: ‘Ik hoorde de Profeet vzmh zeggen: ‘Het Uur zal niet komen tot de schapen met hoorns niet meer met de schapen zonder hoorns zullen vechten.’ (Ahmad)[124]
Het is overgeleverd van Aboe Hoerairah dat de Profeet zei: ‘Het Uur zal niet komen tot de weelde zo zal toenemen dat een rijke man zich zorgen maakt, dat niemand zijn sadaqah aanneemt; de kennis zal weggenomen worden; de tijd zal snel voorbijgaan; beproevingen zullen verschijnen; en er zal veel hardj zijn.’ De mensen vroegen: ’Wat is hardj, o Boodschappervan Allah?’ Hij zei: ‘Doden, doden.’ (Ahmad)[125]
Het is overgeleverd door Aboe Hoerairah dat de Profeet vzmh zei: ‘Bij Hem Die mij met de waarheid gestuurd heeft, deze aarde zal niet verloren gaan tot de mensen door landverschuivingen getroffen worden en door stenen verpletterd worden en in dieren veranderen.’ De mensen vroegen: ‘Wanneer zal dat zijn, o Boodschapper van Allah?’ Hij zei: ‘Wanneer je vrouwen in het zadel ziet rijden, wanneer zangers normaal zijn, wanneer het afleggen van een valse getuigenis algemeen is en wanneer mannen met mannen liggen en vrouwen met vrouwen.’[126] Tariq ibn Shihab zei: ‘Wij zaten bij ‘Abd Allah ibn Mas’oed, toen een man naar ons toe kwam die vertelde dat de tijd voor het gebed was aangebroken. Wij stonden dus op en gingen naarde moskee. Na het gebed kwam een man naar ‘Abd Allah ibn Mas’oed en zei: ‘As-salam alayka (vrede zij met u), o Aboe‘Abd al-Rahm an.’ ‘Abd Allah antwoordde: ‘Allah en Zijn boodschapper hebben de waarheid gesproken.’ Wij keerden terug en vroegen elkaar: ‘Heb jij gehoord wat voor antwoord hij gegeven heeft? Wie van ons gaat hem daarnaar vragen?’ Ik zei: ‘Ik zal het hem vragen’, dus ik vroeg het hem toen hij naar buiten kwam. Hij vertelde van de Profeet vzmh‘ Voordat het Uur komt, zal er een speciale groet zijn voor de mensen met waardigheid, de handel zal zo wijdverspreid zijn dat de vrouw haar man in de zaak helpt; familiebanden zullen verbroken worden; het geven van valse getuigenissen zal gewoon zijn; en de waarachtige getuige zal zeldzaam zijn en het schrift zal wijdverspreid zijn.’ (Ahmad)[127]
Hoofdstuk 28
De beschrijving van de mensen die aan het einde der tijden leven
Het is van ‘Abd Allah ibn 'Amr overgeleverd dat de Profeet vzmh zei: ‘Het Uur zal niet komen tot Allah de beste mensen van de aarde afneemt, en alleen de slechtste mensen blijven over; zij zullen niets goeds kennen noch het slechte verbieden.’(Ahmad)[128]
‘Abd Allah ibn Mas’oed zei: ‘Ik hoorde de Profeet vzmh zeggen: ‘De welsprekendheid kan betoverend zijn. De slechtste mensen zijn de mensen die nog leven als het Uur komt, en degenen die graven in moskeeën veranderen.’ (Ahmad)[129]
Het is van Anas overgeleverd, dat de Profeet vzmh zei: ‘Het Uur zal niet komen voordat er niemand op aarde: ‘La ilaha illa Allah’ zegt.’ (Ahmad)[130]
Het is ook overgeleverd door Anas dat de Profeet vzmh zei: ‘Het Uur zal niet komen voordat niemand op aarde meer ‘Allah, Allah’ zegt.’ (Ahmad)[131]
Er zijn twee suggesties voor de betekenis van: ‘niemand zal op aarde ‘Allah, Allah’ zeggen’:
1. Het kan betekenen dat niemand meer het kwaad verbiedt of een ander probeert te corrigeren als hij hem iets verkeerds ziet doen. Wij zijn al de hadith van ‘Abd Allah ibn ‘Amr tegengekomen: ‘Alleen de slechtste mensen zullen achterblijven; zij kennen geen goed en verbieden geen kwaad.’
2. Het kan ook betekenen dat Allah niet meer wordt herdachten Zijn naam niet meer bekend is: dit zal een deel zijn van de heersende corruptie en koefr, zoals in de voorgaande hadith staat: ‘tot niemand meer op aarde la ilaha illa Allah’ zegt.
‘Aisha zei: De Profeet vzmh kwam binnen en zei: ‘O ‘Aisha, jouw mensen zullen de eersten van mijn oemmah zijn die zich bij mij voegen.’ Toen hij ging zitten, zei ik: ‘O Boodschapper van Allah, moge ik voor u geofferd worden. Toen je naar binnenkwam, zei je iets wat mij bang maakte.’ Hij vroeg: ‘Wat is dat?’ Ik zei: ‘Je zei dat mijn mensen de eersten van jou oemmah zijn die zich bij je zullen voegen.’ Hij zei: ‘Ja.’ Ik vroeg: ‘Waarom is dat?’ Hij zei: ‘De dood zal onder hen wijdverspreid zijn en hun verwanten zullen jaloers op hen zijn.’ Ik zei: ‘Hoe zullen de mensen daarna zijn?’ Hij zei: ‘Zoals sprinkhanen: de sterken zullen de zwakken verslinden, tot het Uur.’(Ahmad)
‘Alba al-Salami zei: ‘Ik hoorde de Profeet vzmh zeggen: ‘Het Uur zal alleen over de slechtste van de mensen komen.’ (Ahmad)
[1] Al-Boechari, Kitab al-Fitan, 9/65
[2] Een soortgelijke hadith door Al-Boechari in Kitab al-Adat overgeleverd
[3] Zie ook: Al-Boechari: Kitab al-Adab; Moeslim, Kitab al-Iman wa Ashnad al-Sa’ah
[4] Al-Boechari, Kitab al-tafsir, het commentaar op Loeqman
[5] Moeslim, kitab al-Fitan wa Ashrat al-Sa’ah; Aboe Dawoed, Kitab al-Fitan wal-Malahim.
[6] De hele toespraak is door Imam Ahmad in zijn Moesnad (2/61) verhaald
[7]Al-Boechari, Kitab al-Fitan 9/65.
[8]Moeslim, Kitab al-Iman, 1/90; Ibn Madjah, Kitab al-Fitan (Hadith 3988), 2/1320
[9] Ibn Madjah, Kitab al-Fitan (Hadith 3991), 2/1321
[10] Aboe Dawoed, Kitab al-Soennah (Hadith 4572, 4573), 12/1340-2. ‘De voornaamste groep van de moslims (al-djam a’ah)’ betekent de mensen van de Qor'aan, hadith, fiqh en andere wetenschappen, die volgens de overleveringen van de Profeet (vzmh) onder alle omstandigheden te werk gaan en er geen veranderingen in aanbrengen of hun eigen verwarde ideeën ermee vermengen.
[11]Een gelijkluidende hadith is door Al-Boechari in Kitab a l-‘Ilm overleverd, 1/30-31; en bij Moeslim.
[12]Al-Boechari, Kitab al-Fitan 9/61; Moeslim, Kitab al-'ilm, 8/58
[13]Het eerste gedeelte is overgeleverd door Moeslim in Kitab al-Iman, 1/91 en het tweede deel in Kitab al-Fitan w a Ashrat al-Sa’ah, 208.[13]
[14] Overgeleverd door Ibn Madjah, Kitab al-Fitan (Hadith 4019), 2/1332
[15] Tirmidhi, Abwab al-Fitan (Hadith 308), 6/4620-458.
[16]Al-Haythami, Kitab al-Fitan.
[17]Overgeleverd door Al-Tirmidhi
[18] Ahmad, Al-Musnad; komt overeen met een hadith in Aboe Dawoed, Kitab Awwal al-Mahdi
[19] Ahmad, Al-M usnad en Ibn Madjah, Kitab al-Fitan.
[20] Zie ook Aboe Dawoed, Kitab al-Mahdi.
[21] Idem
[22] Al-Tirmidhi, in zijn hoofdstukken die over al-fitan gaan
[23] Aboe Dawoed, Kitab al-Mahdi
[24] Idem
[25]Idem
[26]Ibn Madjah, Kitab al-Fitan, hadith 3088
[27]Ibn Madjah, ibid, hadith 4082
[28] Zie ook de hadith op p. (begin van dit hoofdstuk)
[29] Overgeleverd door Ibn Madjah, idem hadith 4084
[30] Ahmad, Moesnad, 3/98
[31] Al-Boechari, Kitab al-Fitan.
[32]Al-Boechari, Kitab al-‘ilm
[33] Al-Boechari, Kitab al-Fitan, 9/60; Moeslim, Bab Noezoel al-Fitan ka-M awaqi al-Qatar, 8/168
[34] Al-Boechari, ibid
[35] Idem, 9/64; Moeslim, bab Noezoel al Fitan ka Mawaqi al-Qatar.
[36]Al-Boechari, idem, 9/66.
[37]Al-Boechari, Kitab Bid' al-Khalq, 4/150
[38]Al-Boechari, Kitab al fitan, 9/73.
[39]Al-Boechari, Kitab al-F itan/182. De Daws, een stam uit Yemen. Dhoe'l-Khalasah: een huis vol met afgodsbeelden het is zo genoemd omdat zij geloven dat iedereen die dat aanbad of er omheen liep gereinigd zou worden, (khallasa). Deze hadith betekent dat de Daws afvallig van de islam zou worden en terugkeren naar hun afgodenaanbidding; zelfs de vrouwen zullen zich voor de aanbidding inspannen en er omheen lopen, en wel zo dat hun vlees zal sidderen.
[40]Al-Boechari, Kitab al-Fitan, 9/73
[41]Moeslim, Kitab al-Fitan wa Ashrat al-Sa’ah, 8/174
[42]Al-Boechari, Kitab al-Fitan, 9/74
[43]Moeslim, Kitab al-Fitan wa Ashrat al-Sa’ah, 8/172
[44] Moeslim, Kitab al-Jannah wa Sifat Na’imiha wa Ahliha 8/155-156; Ahmad,Moesnad, 2/308,323,5/250
[45] Moeslim, idem
[46] Ibn Madjah leverde een gelijksoortige hadith over in Kitab al-Fitan, (hadith 4015),2/1331
[47] Ahmad, idem 2/390.
[48]Idem, 2/359.
[49] Idem, 1/448
[50] Aboe Dawoed, idem, (hadith 4236); Moeslim, Kitab al-Fitan.
[51] Tirmidhi, Abwad al-Fitan (hadith 2290),6/436,438; Ahmad, Moesnad, 1/185.
[52] Aboe Dawoed, Kitab al-Fitan wa'l-M alahim (hadith 4139) 11/337
[53]Ahmad, Moesnad 5/149; een gelijkluidende hadith in Aboe Dawoed, Kitab al-Fitan wa'l-M alahim (hadith 4241), 11-340-343.
[54] Ahmad, Moesnad 5/149. Moeslim, Kitab al-Imarah, 6-18. Ibn Madjah, Kitab al-Fitan (hadith 3956), 2/1306, 1037, Al-Nasa‘i, Kitab al-Bay’ah (verkorte versie), 7-152, 153, Aboe Dawoed, Kitab al-Fitan (verkorte versie), hadith 4229,11-319
[55] Ahmad, Moesnad, 2/163.
[56]Ahmad, M oesnad, 2/174.
[57]Moeslim Kitab al-Fitan, 8/207. Ahmad, Moesnad, 2/337, 372.
[58] Moeslim, Kitab al-Fitan, 8/179.
[59] Een gelijkluidende hadith is er in Aboe Dawoed, Kitab al-M alahim, (hadith 4271), 11/397/399. Ibn Madjah, Kitab al-Fitan (hadith 4089), 2/1369. Ahmad, Moesnad, 9104
[60]Moeslim, Kitab al-Fitan (hadith 8/17,178). Ahmad, M oes’nad, 1/384, 385.
[61]Moeslim, Kitab al-Fitan, 8-175, 176. Al-A’mash is een plaats buiten de stad en Dabiq is het marktplein van de staat, ‘de stad’ slaat op Aleppo (sommigen zeggen Damascus).
[62] Ibn Madjah, Kitab al-Fitan (hadith 4094), 2-1370. Degene die de leugenaar gelooft, zal er spijt van hebben, want hij zal ontdekken dat de Dadjdjal daar niet is. Degene die hem niet gelooft, zal er spijt van hebben, want de Daijal zal spoedig daarna verschijnen.
[63] Moeslim, Kitab al-Fitan wa Ashrat al-Sa’ah, 8-178. Ibn Madjah, Bab al-M alahim (hadith 4091), 2-1380.
[64]Moeslim, Kitab al-Fitan,8-176
[65]Moeslim, Kitab al-Fitan, 8/189
[66] Ahmed, Moesnad, 3/345
[67] Idem, 2/450
[68] Idem, 2/429
[69] Idem, 20/349
[70] Idem, 5/46
[71] Idem, 2/95.
[72]Idem, 5/41, 46.
[73]Idem, 5/46.
[74]Idem, 3/220.
[75] Al-Boechari, Kitab al-Adab, 8/49-50 Moeslim, Kitab al-Fitan, 8/192, 193. De voornaam van Ibn Sayyad (of Ibn Sa’id) was Saf. Hij heeft een aantal eigenschappen die aan de Dadjdjal zijn toegeschreven. Toen hij jong was, was hij net als een kahin (waarzegger), soms sprak hij de waarheid, soms loog hij. Toen hij opgroeide, werd hij moslim en liet een paar goede karaktereigenschappen zien, maar later veranderde hij en er wordt gezegd dat dit gedrag een aanwijzing kan zijn dat hij de Dadjdjal was. Maar de Profeet (vzmh) heeft nooit een wahy (openbaring) hierover ontvangen, daarom zei hij tegen ‘Oemar: ‘Als hij (de Dadjdjal is) zal je niet in staat zijn hem te bedwingen.’
- Banoe Maghalah: als je met je gezicht naar de Masdjid al-Nabawi (de Moskee van de Profeet (vzmh) in Medina) staat, dan is alles aan de rechterkant het gebied van de banoe Maghalah. - Doekh d.w.z. al-Doekhan (rook). De Profeet (vzmh) dacht aan de Ayah: ‘Maar wacht op de Dag waarop de hemel een zichtbare damp zal voortbrengen. (Addoechan 44:10)
- ...met de bedoeling hem af te luisteren...’ de Profeet en zijn metgezellen probeerden uit te vinden of Ibn Sayyad een waarzegger (kahin) of een tovenaar was. - ‘Als je hem aan zichzelf over had gelaten, dan had hij zichzelf verklaard,’ d.w.z. als de moeder hem niet verteld had dat de Profeet (vzmh) daar was, dan had de Profeet (vzmh) ontdekt of hij een waarzegger of een tovenaar was.
[76]Moeslim, Kitab al-Fitan, 8/194, 195. ‘Zijn oog is als een drijvende druif, betekent dat hij een uitpuilend oog heeft en dat er een bepaalde schittering in is.
[77]Moeslim, idem Al-Boechari, Kitab al-fitan, 9/75-76. Op zijn voorhoofd zullen de letters Kaf, Fa, Ra geschreven staan,’ duidt erop dat hij de mensen tot koefr zal oproepen, niet het rechte pad, wij moeten hem dus vermijden. Het feit dat de moslims hem als een kafir kunnen herkennen is een grote zegening van Allah aan deze oemmah.
[78] Moeslim, idem Een kortere versie staat in Al-Boechari, Kitab al-Fitan, 9/75
[79] Al-Boechari, Kitab al-Anbiya, 4/163 Moeslim, Kitab al-Fitan, 8/196
[80] Moeslim, Kitab al-Fitan, 8/192
[81] Moeslim, Kitab al-Fitan, 8/203-205. Al-Djassasah wordt zo genoemd omdat hij voor de Dadjdjal spioneert (komt van djassa informatie proberen te krijgen, spioneren etc). Baysan een dorp in Palestina. ‘Ayn Zoeghar (de bron van Zoeghar) een stad in Palestina.
[82] Al-Boechari, Kitab al-Fitan, 9/75. Moeslim, Kitab al-Imam, 1/108
[83]Ahmad, Moesnad, 3/367, 368
[84]Moeslim: Kitab al-Fitan wa Ashrat al-Sa’ah, 8/196-199.Loedd: het bijbelse Lydda, ook bekend als Lod, de plaats van het belangrijkste vliegveld in de zionistische staat.
[85] Moeslim, Kitab al-Fitan wa Ashrat al-Sa’ah, 8/199, 200.
[86] Ahmad, Moesnad 6/455, 456
[87]Al-Boechari, Kitab al-Jana'iz, 2/124. Moeslim, Kitab al-Masajid, 2/93
[88] Moeslim, Kitab al-M oesafirum 2/199. Aboe Dawoed, Kitab al-M alahim (hadith 4301), 11/401, 402
[89] Al-Boechari, bab Haram al-Medina, 1/28.
[90] Tirmidhi, Abwab al-Fitan (hadith 2350), 6/522,523. Ahmad, Moesnad 5/40. ‘Als hij slaapt, zijn zijn ogen gesloten maar zijn hart (of verstand) is nog actief betekent dat hij zelfs in zijn slaap slechte ideeën krijgt.
[91]Tirmidhi, Abwab al-Fitan (hadith 2345), 6/513, 514.
[92]Moeslim Kitab al-Fitan wa Ashrat al-Sa'ah, 8/201, 202.
[93] Ahmed, Moesad 2/482483
[94]Al-Boechari, Kitab al-Anbiya, 204, 205. Moeslim, Kitab al-Iman
[95]Al-Boechari, idem
[96] Tirmidhi, Abwab al-Tafsir; Soerat al-Kahf (hadith 5160), 8/597-599); Ibn Madjah, Kitab al-Fitan (hadith 4080), 2/1364; Ahmad, Moesnad 2/510, 511.
[97] Voor informatie over Dhoe'l-Soewayqatayn, kijk in Al-Boechari, Kitab al Hajj, Bab Hadam al-Ka’aba (Het boek over de bedevaart, hoofdstuk Vernieling van de Ka’aba), 2/183. Moeslim, Kitab al-Fitan wa Ashrat al-Sa'ah, 8/183. Dhoe'l-Soewayqatayn: al-Soewayqatayn is het verkleinwoord van al-saqayn (benen): zijn benen zijn als 'klein' omschreven want zij waren dun. Dunne benen zijn over het algemeen een eigenschap van Soedanese mensen en mensen uit de Hoorn van Afrika.
[98]Ahmad, Moesnad, 2/220
[99]Aboe Dawoed, Kitab al-Malahim, (hadith 4287), 11/423.
[100] Ahmad, Moesnad, 1/227
[101]op. cit., 1/23
[102] Ahmad, Moesnad, 1/20
[103]Ibn Madjah, Kitab al-Fitan, (hadith 4267), 2/1352
[104] Eenzelfde hadith is overgeleverd door Ibn Madjah in Kitab al-Fitan (hadith 4061), 2-1351, 1352
[105] Moeslim, Kitab al-Fitan, 8/202
[106] Ahmadi Moesnad, 3/31
[107] Al-Boechari, Kitab al-Tafsir, 6/73
[108] Al-Boechari, ibid
[109] Moeslim, Kitab al-iman, 1/96 1 Tirmidhi, Abwab al-tafsir (hadith 5067), 8/449,450. Ahmad, Moesnad, 2/455, 446.
[110] Gelijkluidende hadith in Al-Boechari, Kitab bid' al-Khalq, 4/131.
[111] Ahmad, Moesnad; 2/201
[112]Al-Boechari, kitab al-tafsir Soerat al-Roem 6/142
[113]Ahmad, Moesnad, 3/64, 65.
[114]Ahmad, 2/262
[115]Al-Boechari, Kitab al-‘ilm, 1/30,31
[116]Moeslim, Kitab al-Fitan, 8/182
[117]Al-Boechari, Kitab al-Iman, 1/19: Kitab al-Tafsir; Soerat Loekman 6/114.
[118]Ahmad, Moesnad, 3/88, 89.
[119]Ahmad, Moesnad, 3/83, 84.
[120] op. cit., 3/286.
[121] op. cit., 3/358.
[122] op. cit., 2/358
[123] op. cit., 2/238.
[124] op. cit., 2/442
[125] op. cit., 2/313
[126] Al-haythami, Kitab al-fitan
[127]Ahmad, Moesnad,1/407
[128] Ahmad, Moesnad, 1/454
[129] op. cit, 3/268.
[130] Ibid
[131] op. cit., 3/107