×
’Abdoellaah ibn al-Moebaarak was een geleerde die bekend stond om het tegelijkertijd combineren van talrijke deugdzame eigenschappen. In dit artikel meer over die grote aanstaande molismgeleerde.

    Tien lessen die Ibn al-Moebaarak

    [nederlands - dutch -الهولندية ]

    revisie: Yassien Abo Abdillah

    Geprikt door een zuster op uwkeuze.com

    2014 - 1435

    عشرة دروس لابن المبارك

    «باللغة الهولندية»

    مراجعة: ياسين أبو عبد الله

    مصدر: صفة الصفوة لابن الجوزي و ترتيب المدارك للقاضي عياض

    2014 - 1435

    In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle

    'Abdoellaah ibn al-Moebaarak was een geleerde die bekend stond om het tegelijkertijd combineren van talrijke deugdzame eigenschappen. Sterker nog, zijn vrienden zouden samen zitten en alle goede dingen die deel uitmaakten van zijn karakter en persoonlijkheid tellen. Adh-Dhahabie verhaalde dat zij zeiden: "Laten we zitten en alle goede eigenschappen tellen die Ibn al-Moebaarak heeft." Zodoende eindigden zij in de opsomming: “Kennis, fiqh, literatuur, grammatica, taal, zoehd (ascetisme), welsprekendheid, poëzie, 's nachts bidden, aanbidding, h'adj, djihaad, dapperheid, instinct, kracht, weinig spreken over dat wat hem niet aanging, redelijkheid, en geen conflicten met zijn metgezellen.”

    Wanneer iemand zijn levensverhaal leest, zal hij exact dit zien en hij kan niet anders dan bondige, maar krachtige lessen halen uit het leven van deze man:

    1- Hoe slecht je ook denkt te zijn, je kunt altijd beter worden

    In Tartieb al-Madaarik (1/159) vermelde al-Qaadie ‘Iyad dat Ibn al-Moebaarak gevraagd werd over de omstandigheden waarin hij begon te studeren. Hij antwoordde: "Ik was een jongere die wijn dronk en van muziek hield en van zingen terwijl ik deelnam aan deze walgelijke daden. Aldus verzamelde ik wat vrienden in één van mijn tuinen waar zoete appels waren, en we aten en dronken, tot we bewusteloos raakten terwijl we dronken waren. Aan het einde van de nacht werd ik wakker en ik pakte een besnaarde oud (een gitaarachtig muziekinstrument) en ik begon te zingen: “Is het nog geen tijd dat je genade met ons hebt * En dat wij strijden tegen diegenen die ons bekritiseren?”

    En ik was niet instaat om de woorden uit te spreken, zoals ik van plan was. Toen ik het weer probeerde, begon de ‘oed tegen me te spreken alsof het een mens was en zei het Vers: "Is het voor diegenen die geloven nog geen tijd, dat hun harten zich vernederen voor het gedenken van Allah?" [Soerat al-H'adied (57), aayah 16.] Dus ik zei: "Ja, O Heer!" En ik brak de ‘oed, vergoot de wijn en mijn berouw kwam met volledige zekerheid door de Barmhartigheid van Allah, en ik richtte me (vervolgens) op kennis en aanbidding."

    2 – Je moet omgaan met eervolle mensen

    In Sifat as-Safwah (2/323) vermeldde Ibn al-Djawzie: “Ibn al-Moebaarak's huis in Marw was enorm. Het had een afmeting van vijftig vierkante meter. Er was geen persoon die bekend stond om kennis, aanbidding, mannelijkheid, of hoge status in Marw of je zag hem in zijn huis."

    3 – Je moet een behulpzame gast zijn

    In Sifat as-Safwah (2/324) is verhaald dat wanneer de zoon van an-Nadr ibn Moh'ammed trouwde, hij Ibn al-Moebaarak uitnodigde, "en toen hij arriveerde, stond Ibn al-Moebaarak op om de gasten te serveren. An-Nadr stond hem dit niet toe en hij zwoor dat hij hem anders zou vertellen dat hij weg moest gaan, totdat hij uiteindelijk ging zitten."

    4 – Je moet geld geven aan de armen

    In Sifat as-Safwah (2/327) verhaalde Ibn al-Djawzie dat Ibn al-Moebaarak “honderdduizend dirhams per jaar zou uitgeven aan de armen." (Zie H'adieth van de Maand - mei 2010

    5 – Je moet altijd geleende artikelen teruggeven aan de eigenaren

    In Sifat as-Safwah (2/329), zegt al-H'asan ibn ‘Arafah dat ‘Abdoellaah ibn al-Moebaarak hem vertelde: “Ik leende een pen van iemand in Shaam, en ik nam me voor om het terug te geven aan zijn eigenaar. Toen ik in Marw arriveerde (Turkmenistan!), zag ik dat ik het nog steeds bij me had. Aboe ‘Aliy (al-H'asan's koenya - bijnaam) ging helemaal terug naar al-Shaam om de pen terug te geven aan zijn eigenaar!" (Zie H'adieth van de Maand - April 2010)

    6 – Je moet moedig zijn, en je goede daden verbergen

    In Sifat as-Safwah (2/329), zegt ‘Abdah ibn Soelaymaan: “We waren op een expeditie in het land van de Romeinen met ‘Abdoellaah ibn al-Moebaarak. We ontmoetten de vijand, en toen de twee legers elkaar ontmoetten, kwam er een man vanuit hun midden die riep voor een duel. Een van onze mannen ging naar hem toe en hij duelleerde met hem voor een uur, hij verwondde hem en doodde hem. Een andere man kwam, en hij doodde hem. Hij riep voor nog een duel, en andere man kwam. Ze duelleerden voor een uur, en hij verwondde en doodde hem ook. De mensen verzamelden zich om deze man, en ik was met hen, en ik zag dat hij zijn gezicht verborgen hield achter zijn mouw. Ik pakte de rand van zijn mouw en trok het weg, om te ontdekken dat het 'Abdoellaah ibn al-Moebaarak was." En in de versie verhaald door adh-Dhahabie liet hij hem zweren om niet zijn identiteit kenbaar te maken tot de dag dat hij zou sterven. (Zie H'adieth van de Maand - Maart 2011)

    7 – Je moet een zacht hart hebben

    In Sifat as-Safwah (2/330) zegt al-Qaasim ibn Moh'ammed: “We waren op reis met Ibn al-Moebaarak, en ik vroeg mezelf altijd af: wat is er zo bijzonder aan deze man waardoor hij zo beroemd is? Als (het is omdat) hij bidt, dat doen wij ook. Als (het is omdat) hij vast, dat doen wij ook. Als (het is omdat) hij vecht, dat doen wij ook. Als (het is omdat) hij h'adj verricht, dat doen wij ook.

    Op een nacht brachten we de nacht door in een huis tijdens onze reis op weg naar Shaam. De lamp ging uit en sommigen van ons werden wakker. Dus hij pakte de lamp om buiten het licht aan te steken, en hij bleef een tijdje buiten. Toen hij terug kwam, ving ik een glimp op van Ibn al-Moebaarak's gezicht, en ik zag dat zijn baard nat was van zijn tranen. Ik zei tegen mezelf: "Het is de vrees voor Allah wat deze man beter heeft gemaakt dan ons. Toen het licht uitging en we in het donker waren, herinnerde hij zich de Dag der Opstanding."

    8 – Je moet gul zijn tegenover je vrienden

    In Sifat as-Safwah (2/329) zegt Ismaa'iel ibn ‘Ayyash: “Ik ken niet één goede eigenschap, of Allah heeft deze geplaatst in ‘Abdoellaah ibn al-Moebaarak. Mijn vrienden vertelde mij dat zij met hem reisden van Egypte naar Mekkah, en hij serveerden hen khabis (een zoet meel gerecht) terwijl hij de gehele reis vastte."

    9 – Je moet niet toegeven aan de influisteringen van shaytaan

    In Tartieb al-Madaarik (1/159) is verhaald dat Ibn al-Moebaarak woedoe-e aan het verrichten was, en de satan kwam naar hem toe en zei: "Je hebt niet over dit gedeelte van je lichaam geveegd." Ibn al-Moebaarak zei: “Dat heb ik wel gedaan.” Satan zei: “Nee, dat heb je niet gedaan.” Dus Ibn al-Moebaarak zei: “Jij bent degene die iets beweert, en daarom moet jij bewijs brengen om je bewering te ondersteunen."

    10 – Je moet oprecht bidden voor mensen om hen de Islam te laten accepteren

    In Tartieb al-Madaarik (1/162) is het overgeleverd dat al-H'asan ibn ‘Iesaa ibn Sirdjis - een christen - langs Ibn al-Moebaarak liep. Ibn al-Moebaarak vroeg wie hij was, en er werd hem verteld: “Hij is een christen.” Dus zei Ibn al-Moebaarak: “O Allah! Geef hem de Islam.” Allah beantwoordde zijn doe'aa-e en al-H'asan werd een uitmuntende moslim, hij reisde om kennis te zoeken en hij werd een van de geleerden van de oemmah."

    Leer onze helden kennen, en volg het voorbeeld van de rolmodellen van onze oemmah!