×
Het Islamitische oordeel over democratie en verkiezingen.

 Democratie en verkiezingen voor de rechtbank van de Islam

[nederlands - dutch -الهولندية ]

revisie: Yassien Abo Abdillah

bron: www.expliciet.nl

2014 - 1434

الديمقراطية و الانتخابات في ضوء الإسلام

«باللغة الهولندية »

مراجعة: ياسين أبو عبد الله

2014 - 1435

In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle

De realiteit van democratie en stemmen bij democratische verkiezingen

Democratie is het systeem voor regeren dat is geresulteerd uit het idee van secularisme. Secularisme is het idee van "scheiding van kerk en staat" (ook wel: "scheiding van religie en leven") dat zegt dat God zich niet mag bemoeien met de levens van de mensen. Volgens het secularisme mag God de mensen niet voorschrijven hoe zijn hun levens moeten leiden en moeten ordenen. Enkel in de kerk mag God de mensen wetten voorschrijven. Buiten de kerk, zo zegt het secularisme, moeten de mensen zelf bepalen hoe zij hun leven leiden en ordenen.

Om dit mogelijk te maken is het systeem van democratie ontwikkeld door de aanhangers van secularisme. In democratie kiezen de mensen vertegenwoordigers vanuit hun eigen midden en geeft het hen de taak om ordening aan te brengen in de levens van de mensen en in de samenleving, door wetten te maken. De gekozen vertegenwoordigers van de mensen komen daarom samen om te debatteren over wat de wet zou moeten zijn in het land. En tezamen bepalen zij dan wat de wet zal zijn.

Dit is de realiteit van democratie en hieruit blijkt de realiteit van stemmen bij democratische verkiezingen. Bij democratische verkiezingen worden de mensen geacht hun stem te geven aan de persoon of partij waarvan zij denken dat deze het beste in staat is om de wet te maken. Middels hun stem geven de mensen goedkeuring aan deze persoon of partij om deel te nemen aan de debatten over wat de wet zou moeten zijn en de beslissingen over wat de wet zal zijn. En het idee hierbij is dat de stemmen van de mensen zullen aantonen wat de mensen willen dat de wet zal zijn. Zodat de debatten en beslissingen van de gekozen vertegenwoordigers als uitkomst zullen hebben: de wet die de mensen willen

Het Goddelijk Oordeel over democratie

Er bestaat een consensus onder de geleerden van Islam dat dit systeem van democratie verboden (haraam) is verklaard door Islam. Er is in de geschiedenis van Islam niet één geleerde geweest die hierover anders heeft geoordeeld. De reden hiervoor is Allah (swt) heeft duidelijk gemaakt, zonder ruimte te laten voor twijfel of onzekerheid, dat enkel Hij (swt) wetten mag maken: "Het oordeel komt alleen Allah toe. Hij beveelt dat jullie alleen hem dienen. Dat is de juiste godsdienst, maar de meeste mensen weten het niet." (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Joesoef 10, vers 40)

Allah (swt) heeft ook duidelijk gemaakt dat hij de mensen geen toestemming geeft om deel te nemen aan het proces van wetten maken: "... aan Zijn heerschappij laat Hij niemand deelnemen." (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Kahf 18, vers 26)

Er zijn talloze verzen in de Koran die duidelijk maken dat deze kwestie een kwestie van geloof (imaan) en ongeloof (koefr) is: "Nee, bij jouw Heer, zij geloven niet totdat zij jouw (o, Mohammed) tot rechter maken bij hetgeen tussen hen omstreden is, en zij in hun harten geen weerstand vinden tegen hetgeen jij besluit en dit accepteren met complete overgave" (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera An Nisaa 4, vers 65)

"En wie niet heersen middels wat Allah heeft geopenbaard, zij zijn de ongelovigen" (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Maida 5, vers 44)

Ibn ‘Abbaas (ra) heeft over dit vers gezegd dat iedereen die een eenduidig (qat'i) oordeel van Allah (swt) verwerpt, een ongelovige (kaafir) is in de ogen van Allah (swt) alhoewel hij zichzelf mogelijk moslim noemt. Ibn ‘Abbaas (ra) heeft verder gezegd dat degene die zegt dat de Heerschappij van Allah (swt), oftewel het regeren met de Wetten van Islam, niet gevestigd hoeft te worden, een ongelovige (kaafir) is. En dat degene die zegt dat regeren met de wetten van mensen beter is dan regeren met de Wetten van Islam ook een ongelovige (kaafir) is. En dat degene die zegt dat regeren met de wetten van mensen net zo goed is als regeren met de Wetten van Islam ook een ongelovige (kaafir) is. En hij (ra) heeft ook gezegd dat degene die de Wet van Allah (swt) niet ontkent maar gelooft dat regeren met wetten van mensen ook is toegestaan, ook een ongelovige (kaafir) is omdat hij ontkent dat het maken van wetten enkel voor Allah (swt) een recht is.

Ibn ‘Abbaas (ra) zegt ten slotte dat iemand die regeert met wetten anders dan de Wetten van Islam, maar die niet gelooft dat de wetten van de mensen beter zijn dan de Wetten van Islam, en die daarom geen liefde heeft voor de wetten van mensen maar de Wetten van Islam prefereert, maar die desondanks toch regereert met de wetten van mensen, een zondige persoon is. Hij is door zijn daad niet een ongelovige, maar een zwaar zondige persoon. Dit is omdat Allah (swt) zegt: "En wie niet heersen middels wat Allah heeft geopenbaard, zij zijn de onrechtplegers" (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Maida 5, vers 45)

"En wie niet heersen middels wat Allah heeft geopenbaard, zij zijn de overtreders" (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Maida 5, vers 47)

Dit betekent dat iemand die niet regeert met de Wetten van Islam en dit als toegestaan om zelfs als beter beoordeelt, een ongelovige (kaafir) is. En iemand die niet regeert met de Wetten van Islam, maar die weet dat dit eigenlijk niet is toegestaan, die begaat de zonde van "koefr doen koefr". Oftewel, de zonde van een ongeloof (koefr) dat iets minder is dan echt compleet ongeloof (koefr).

Ibn Djarier at Tabari zegt in zijn Djami al bayan fi tafsier al Koran dat er over dit alles geen meningsverschil bestaat onder de geleerden van Islam.

Ibn Kathier heeft de woorden van Ibn ‘Abbaas (ra) verder verduidelijkt door de Tartaren als voorbeeld te nemen. Ibn Kathier zegt: "... zij maakten voor zichzelf een wetboek bestaande uit verschillende wetten van de joden, christenen en de Dien van Islam. Het bevatte ook vele wetten voortkomende uit hun eigen meningen en verlangens. Dit werd later een systeem van wetten dat de mensen volgden en waaraan zij de voorkeur gaven over het Boek van Allah (swt) en de Soenna van Zijn Boodschapper (saw)". Omdat Allah (swt) zegt:"Waarlijk, degenen die Allah en Zijn boodschappers verwerpen en onderscheid wensen te maken tussen Allah en Zijn boodschappers, zeggende: ‘Wij geloven in sommige en niet in andere', zij willen een tussenweg volgen. Dezen zijn inderdaad de ongelovigen en Wij hebben voor de ongelovigen een vernederende straf bereid." (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera An Nisa 4, vers 150 - 151), concludeert Ibn Kathier: "Dus de heerser die zo (als de Tartaren) doet is een ongelovige".

Samenvattend, Allah (swt) heeft geoordeeld dat enkel Hij (swt) de wet mag bepalen. Wie deze Wet niet gebruikt in regeren omdat hij van mening is dat Allah (swt) de wet niet mag maken, of omdat hij van mening is dat de mens ook wetten mag maken, die is een ongelovige (kaafir). Degene die de Wet van Allah (swt) niet gebruikt maar toch van mening is dat hij de Wet van Allah (swt) wel zou moeten gebruiken, die is een zwaar zondige persoon.

Het Goddelijk Oordeel over stemmen bij democratische verkiezingen

In de westerse landen gebruiken de mensen democratie omdat zij in dit systeem geloven. Zij geloven dat Allah (swt) de wet niet mag maken, en dat de mensen zelf betere wetten kunnen maken dan Allah (swt). Dit is compleet ongeloof (koefr). Over deelname aan deze democratie heeft Allah (swt) gezegd: "Zij hebben naast Allah hun rabbijnen en hun monniken tot Heren genomen. En ook de Messias, de zoon van Maria, hoewel hun was bevolen slechts de ene God te aanbidden. Er is geen God naast Hem. Hij is verheven boven hetgeen zij met Hem vereenzelvigen." (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera At Tauba 9, vers 31)

In de tafsier van At Tabari wordt uitgelegd wat dit vers precies betekent. At Tabari citeert een hadieth overgeleverd door Ahmed en At Tirmidhi en zegt: "Nadat de Boodschapper van Allah (saw) bovenstaande vers had gereciteerd zei Adi bin Haatim: ‘O Boodschapper van Allah! Zij aanbidden hen (de rabbijnen en monniken) niet!'. De Boodschapper van Allah (saw) zei: ‘Dat doen zij zeker wel. Zij (de rabbijnen en monniken) maakten het toegestane verboden, en het verbodene toegestaan, en zij (de joden en christenen) volgden hen. En door zo te doen aanbidden zij hen feitelijk'."

Dit betekent deelnemen aan democratie omdat men gelooft in democratie een vorm van meergoderij (sjirk) is. Degene die zijn stem uitbrengt in democratie maakt niet zelf de wetten, maar hij accepteert dat andere mensen de wetten maken en hij ondersteunt dit.

Degene die deelneemt aan democratie alhoewel hij hier niet in gelooft, die hier zelfs een hekel aan heeft, en die gelooft in enkel en alleen de Wet van Allah (swt), die heeft geen meergoderij (sjirk) begaan. Maar, hij heeft wel meegedaan aan iets waarvan hij weet dat het ongeloof is en verboden is door Islam. Hij heeft daarom een ernstige zonde begaan.

Het verschil van mening onder de geleerden over stemmen bij democratische verkiezingen

Er zijn tegenwoordig veel geleerden die zeggen dat stemmen bij democratische verkiezen niet verboden (haraam) is. Zij zeggen dit echter voor verschillende redenen.

Sommige geleerden zeggen dat democratie hetzelfde is als consultatie (shoera). En omdat Islam consultatie (shoera) heeft toegestaan, zeggen zij, heeft Islam dus ook democratie toegestaan. Stemmen bij democratische verkiezen beoordelen zij daarom als toegestaan.

Andere geleerden zeggen dat stemmen bij democratische verkiezen niet verboden (haraam) is alhoewel zij ook van mening zijn dat democratie in zichzelf verboden (haraam) is.

Sommigen van de geleerden in deze categorie zeggen dat democratie weliswaar verboden (haraam) is, maar dat de moslims hun belangen enkel kunnen behartigen door te stemmen bij democratische verkiezingen. En volgens hen bevat Islam het principle "noodzaak (dharoera)", wat volgens hen betekent dat de Islamitische wet verandert als dit noodzakelijk is voor de moslims. Dus omdat het volgens hen noodzakelijk is dat de moslims stemmen bij democratische verkiezingen, omdat de moslims enkel door stemmen bij democratische verkiezingen hun belangen kunnen behartigen, heeft Islam het stemmen bij democratische verkiezingen volgens hen toch toegestaan (halal) gemaakt. Alhoewel Islam het stemmen bij democratische verkiezingen dus in oorsprong verboden (haraam) heeft verklaard.

In deze categorie zijn er ook sommige geleerden die zeggen dat democratie weliswaar verboden (haraam) is, maar dat de moslims hun belangen enkel kunnen behartigen door te stemmen bij democratische verkiezingen. En, zeggen zij, stemmen bij democratische verkiezingen is verboden (haraam) omdat democratie verboden (haraam) is, maar niet zorgen voor de belangen van de moslims is ook verboden (haraam). De moslims staan volgens hen dus voor een keuze tussen twee haraams: stemmen bij democratische verkiezingen is verboden (haraam) en niet stemmen bij democratische verkiezingen is verboden (haraam), want niet stemmen is niet zorgen voor de belangen van de moslims. En volgens hen bevat Islam het principe "minste van twee kwaden (agaffal dhararain)". Dit principe zegt: "Als een persoon geconfronteerd is met een keuze tussen twee kwaden (oftewel twee haraams), en hij kan niet anders dan één van deze twee verrichten, dan voorkomt hij het grotere kwaad door het het mindere kwaad te verrichten". Dit betekent volgens hen dat iets dat in oorsprong door Islam verboden (haraam) is verklaard toch toegestaan (halal) kan worden, indien de opties die de moslims ter beschikking staan allemaal verboden (haraam) zijn. In dergelijke gevallen, zeggen zij, maakt Islam het minste kwaad toegestaan voor de moslims. En, zeggen zij, niet zorgen voor de belangen van de moslims is een groter kwaad dan stemmen bij democratische verkiezingen. Op basis hiervan concluderen zij dat Islam het stemmen bij democratische verkiezingen toch toegestaan (halal) heeft gemaakt, alhoewel Islam het stemmen bij democratische verkiezingen dus in oorsprong verboden (haraam) heeft verklaard.

Ten slotte zijn er in deze categorie ook nog geleerden die de moslims toch aansporen om te stemmen bij democratische verkiezingen. Islam bevat volgens hen het principe "profijt (maslaha)" en dit betekent volgens hen dat de moslims alles moet doen dat de moslims profijt brengt. Zij zeggen dat door te stemmen bij democratische verkiezingen de moslim er voor kan zorgen dat de kandidaten die de moslims profijt zullen brengen in het parlement komen. En omdat Islam volgens hen de moslims verplicht om profijt te realiseren, zeggen zij dat Islam de moslims verplicht zijn om te stemmen bij democratische verkiezingen, alhoewel Islam het stemmen bij democratische verkiezingen dus in oorsprong verboden (haraam) heeft verklaard.

Deze vier meningen die stemmen bij democratische verkiezingen toch toegestaan (halal) verklaren, zullen in aparte artikelen behandeld worden:

1)Is stemmen in democratische verkiezingen toegestaan omdat het "sjoera" is?

2)Is stemmen in democratische verkiezingen toegestaan vanwege het principe "noodzaak (dharoera)"?

3)Is stemmen in democratische verkiezingen toegestaan vanwege het principe "minste van twee kwaden (agaffal dhararain)"?

4)Is stemmen in democratische verkiezingen toegestaan vanwege het principe "profijt (maslaha)"?