×
Ik kan het niet, het is onmogelijk. Men hoort deze woorden vaak, en ze zijn een grote oorzaak voor de toestand van mislukking waar de oemmah aan lijdt.

    Ik kan het niet, het is onmogelijk

    [ nederlands - dutch -الهولندية ]

    vertaling: Abdul-Jabbar van de Ven

    revisie: Yassien Abo Abdillah

    2013 - 1434

    لا أستطيع لأنه مستحيل

    «باللغة الهولندية»

    ترجمة: عبد الجبار فن دفن

    مراجعة: ياسين أبو عبد الله

    2013 - 1434

    !

    "Ik kan het niet, het is onmogelijk." Men hoort deze woorden vaak, en ze zijn een grote oorzaak voor de toestand van mislukking waar de oemmah aan lijdt. Deze woorden zijn ingeworteld in een toestand van mentaal onvermogen, alhoewel dit onvermogen bedrieglijk is, niet echt. Waarlijk, invalide gedachten kunnen alleen maar mislukking voortbrengen.

    Er is geen twijfel aan dat er dingen in het leven zijn die onmogelijk zijn. Dit is waarom, toen de profeet (vzmh) de eed van trouw afnam van zijn metgezellen, hij hen liet herhalen: “Ik zal luisteren en gehoorzamen zover ik in staat ben.

    Allah de Verhevene zegt: “Allah legt niemand meer op dan hij kan dragen…” [2:286]

    Dit toont aan dat er sommige dingen buiten ons vermogen liggen. We praten hier niet over dit feit, anders zouden we een lange discussie aangaan en uiteindelijk de illusie kunnen bevestigen die zegt: “Ik kan het niet, het is onmogelijk.” Bovendien zouden we aan deze illusie dan een “Islamitische” rechtvaardiging kunnen geven.

    Deze twee zinnen: “Ik kan het niet, het is onmogelijk” zijn, ondanks hun verschil in betekenis, tot een wet geworden die gebruikt wordt om zich voor elke mislukking, nalatigheid en achterstelling te verontschuldigen. Ze worden gebruikt om de huidige achtergesteldheid te rechtvaardigen, om het verstand te verdoven, de vastberadenheid van de oemmah te vernietigen, en elk succes in zijn kinderschoenen te doden.

    Veel mensen, generatie na generatie, namen deze twee zinnen als een baken dat hun levens leidde, als een manier van denken die hen de huidige, bittere gang van zaken laat accepteren, terwijl zij zich tegelijkertijd tevreden voelen dat er niets is dat zij kunnen doen.

    Ik ben verbijsterd over de enorme achtergesteldheid van de oemmah, ondanks haar enorme potentieel aan succes, vooruitgang en leiderschap. Ik heb hier lang en diep over nagedacht, en ben tot de conclusie gekomen dat de illusie “ik kan het niet, het is onmogelijk”, de voornaamste reden voor deze achtergesteldheid is, al zijn er nog vele (andere) redenen. Deze illusie is verworden tot een onwankelbaar grondbeginsel. Dit is ons uitgangspunt, en in de duisternis hiervan opereren we.

    Hoeveel tegenspoed heeft ons getroffen, en treft ons nog steeds, vanwege deze illusie!

    De gevaarlijkste hiervan is dat we ons niet realiseren dat dit slechts een illusie is; dat het verdwijnt wanneer we het beginnen te onderzoeken. Maar je zult mensen tegenkomen die een deel van hun leven verspillen met het verdedigen van de afgod “ik kan het niet, het is onmogelijk.” Zij verspillen een deel van hun leven met de poging te bewijzen dat deze afgod een degelijk feit is, een onomstotelijke waarheid waaraan geen twijfel is.

    Deze illusie heeft zich niet ineens gevormd. Het is het resultaat van een opeenhoping van vele factoren, in de loop van vele jaren. In plaats van het voortbrengen van mannen die de oemmah voorwaarts leiden, zonder zich over te geven aan de moeilijkheden en obstakels, zagen we dat deze factoren meer hopeloosheid, mislukking en wanhoop voortbrengen.

    Maar ik ben ook verbaasd over die afgoden dienende natie die uit moeilijkheden een uitgangspunt nam, totdat het in staat was met kracht te concurreren met haar voormalige vijanden, zonder zich over te geven aan een psychologische nederlaag of emotionele wanhoop. Japan herrees uit de as van Hiroshima en Nagasaki, om een belangrijke economische macht te worden, en maakte die nederlagen niet tot een reden om te huilen en te hopen op de sympathieën van anderen. Wat Duitsland betreft; het kwam onder de ruïnes van de Tweede Wereldoorlog tevoorschijn om een machtige natie te worden, met één van de sterkste economieën in de wereld. Dit ondanks het feit dat Duitsland niet lang daarvoor vernietigd was; -de periode tussen haar vernietiging en haar opkomst als een economische leider bedroeg minder dan 30 jaar.

    Laat ik me gewoon eens even voorstellen: Als de hervormers van de oemmah zich over hadden gegeven aan de illusie “Ik kan het niet, het is onmogelijk”, hoe zou de oemmah er dan nu aan toe zijn geweest?!! Als Aboe Bakr (radiyallaahoe ‘anhoe) zou hebben gezegd: “Ik kan niet tegen de Arabieren vechten na hun afvalligheid, en ik zal me overgeven aan deze bittere situatie”, wat zou het resultaat daarvan dan zijn geweest? Ik word bang als ik daar alleen al aan denk.

    Als imaam Ahmad bin Hanbal (moge Allah genade met hem hebben), niet zijn standpunt hevig zou hebben verdedigd ten overstaan van de veroorzakers van fitnah, die gesteund werden door heersers die het gevaar niet beseften van wat er gezegd werd… Als hij zich over zou hebben gegeven en gezegd zou hebben: “Ik kan het niet, het is onmogelijk”, denk je dan dat die grote overwinning voor Ahloes-Soennah (door toedoen van één persoon!) zou zijn behaald?

    Als Salaahoeddien (moge Allah genade met hem hebben) zich over had gegeven aan de vreselijke vernedering die de oemmah te verduren kreeg onder de bezetting door de kruisvaarders, en als hij zichzelf had verontschuldigd dat hij het niet op kon nemen tegen die grootmacht die de krachtigste wapens bezat en de absolute steun kreeg van veel landen… Als hij geaccepteerd zou hebben wat veel andere heersers in zijn tijd geaccepteerd hadden; vernedering en onderwerping, met de garantie dat men door zou mogen blijven regeren… Als hij dit gedaan zou hebben, en gezegd zou hebben dat het verdrijven van de kruisvaarders onmogelijk is, zou al-Qoeds (Jeruzalem) dan gezuiverd zijn geweest van de kruisvaarders en hun vijandschap? En hoe veel lijkt vandaag op gisteren.

    Als Sheikh-oel-Islaam Ibn Taymiyyah (moge Allah genade met hem hebben) niet in volle ernst de vlag van kennis, actie en djihaad had gehesen, in een periode waarin oproepers tot dwaling en innovatie het hoogste woord voerden, in een tijd van politieke en militaire nederlagen… Als hij zich over zou hebben gegeven aan het geloof: “Ik kan het niet, het is onmogelijk”, zou de geschiedenis dan voor ons die geweldige erfenis hebben vastgelegd van heldendom, kennis en het uitdagen van de valsheid?

    Als Moehammed bin ‘Abdoel-Wahhaab (moge Allah genade met hem hebben) voor zichzelf had geaccepteerd wat andere vromen deden; “Ik kan het niet, het is onmogelijk”, toen hij zag dat het Arabische Schiereiland leefde in de duisternis van onwetendheid, bid'ah en het blindelings volgen van geestelijken, denk je dan dat het Schiereiland ontwaakt zou zijn uit zijn slaap en af zou zijn gekomen van zijn afgoderij en bid'ah?

    Onze lange geschiedenis staat vol van zulke baanbrekende leiders en hervormers, die ons de meest bewonderenswaardige voorbeelden hebben gegeven van het vermogen van moslims om de grootste fysieke en mentale obstakels te overwinnen, zich niet overgevend aan psychologische nederlagen, noch stonden zij toe dat de gecompliceerde moeilijkheden hun verstand verdoofden.

    Velen zouden zeggen: “Zij waren grote persoonlijkheden, en hoe weinig van zulke persoonlijkheden bestaan er!” Ik zeg hierop dat wij pas wisten dat zij groot waren nadat zij deze schitterende bladzijden van de geschiedenis hadden geschreven met hun bewonderenswaardige overwinningen op verschillende terreinen. Vóór die tijd waren zij gewone mensen. Vanwege vele redenen waren zij echter in staat de ladder van succes te beklimmen die hen tot leiders en helden maakte. De voornaamste van deze redenen is de vernietiging van de illusie: “Ik kan het niet, het is onmogelijk.”