Imam Albukhari
Categorieën
Full Description
Imam Albukhari
(in het kort)
[ nederlands - dutch -الهولندية ]
Saoed Khadje
Bron: Dar-al-'Ilm - Instituut voor Islam Studies
Revisie: Abo Abdillah
Kantoor voor da'wa Rabwah (Riyad)
2013 - 1434
سيرة الإمام البخاري
« باللغة الهولندية »
سعود خديج
المصدر: دار العلم
مراجعة: أبو عبد الله
2013 - 1434
Alle lof behoort aan Allah.
Muhammad ibn Isma‘il ibn Ibrahim ibn al-Mughirah ibn Bardizba al-Bukharī al-Ju’fi (194–256H/810–870C)
Imam Al-Bukhari was van Perzische origine. De voorvader van Imam al-Bukhari heette Bardizbah en was een boer in de regio van Bukhara in het huidige Uzbekistan. Bardizbah’s zoon accepteerde de Islam middels de hand van Yaman al-Ju’fi en nam de naam Al-Mughira aan. Al-Ju’fi was toen de gouverneur van Bukhara. Van hem kreeg Al-Mughira het achtervoegsel (nisba) al-Ju’fi.
Al-Mughira’s zoon heette Ibrahim en hij had weer een zoon die Isma‘il heette. Isma‘il werd een hadiethgeleerde, die erg vroom was en een zeer goede reputatie had vanwege zijn betrouwbaarheid. Toen Isma‘il sterf, liet een aanzienlijk fortuin achter voor zijn weduwe en twee zonen: Ahmad en Muhammad. Op het moment dat Isma‘il stierf was Muhammad nog een klein kind. Deze Muhammad, die later Imam Al-Bukhari zou worden, was altijd tenger gebouwd. Aanvankelijk begon hij kennis op te doen via zijn moeder, maar toen hij nog vrij jong was kwam hij in contact met de hadiethstudie. Toen Al-Bukhari de leeftijd van zestien jaar had bereikt (en dan was je in die tijd al volwassen), had hij de werken gememoriseerd van onder andere Waki’ en ‘Abdullah ibn al-Mubarak.
Muhammad ibn Isma‘il stond bekend om zijn goede geheugen. Hij kon zo goed onthouden dat veel geleerden over hem vertelden dat hij alleen maar één keer naar een werk hoefde te kijken, en dan onthield hij het al. Je zou dit tegenwoordig misschien als een extreem fotografisch geheugen kunnen noemen. Deze gave heeft hij gebruikt om de Islam te dienen, met name in het veld van de hadieth.
Toen hij zestien jaar was verliet hij Bukhara en ging naar Mekka toe voor de bedevaart. Hij verbleef daar enige tijd en schreef daar zijn eerste boekwerk. Nog voor hij achttien jaar oud was schreef hij zijn monumentale Tarikh al-Kabir. Tot op heden is dit een standaard bronnenwerk dat geraadpleegd wordt met biografieën van hadiethoverleveraars.
Imam Al-Bukhari heeft van veel leraren geleerd. Vroeger was leren in de islamitische wereld niet zoals dat tegenwoordig gebeurt.
Om de studiecirkels van een geleerde bij te wonen, moest je eerst geaccepteerd worden en vervolgens ging je ‘persoonlijk’ in de leer. Je leerde dan ook letterlijk de overleveringen van de leraar. Pas als je alles, door-en-door, uit het hoofd kende, kreeg je toestemming om namens die leraar te spreken. Dit wil zeggen dat je dan in het overleveren de naam van de leraar mocht gebruiken van wie je het had gehoord. De toestemming die je hiervoor kreeg werd ‘idjaza genoemd.
Imam Al-Bukhari kende naar eigen zeggen meer dan 600.000 ahaadieth. Dit betekende echter niet 600.000 afzonderlijke teksten. Een hadieth bestaat uit een isnaad en een matn. De isnaad of sanad is de keten van overleveraars tot aan de profeet Muhammad (vrede zij met hem) en de matn is de inhoudelijke tekst zelf. Een tekst (matn) of hadieth (overlevering) kan middels meerdere ketens (asaanid) zijn overgeleverd. Dat betekent dat meerdere mensen op de hoogte waren van deze overlevering. Iedere afzonderlijke sanad wordt geteld als een afzonderlijke overlevering (hadieth). Zo werd dus bijvoorbeeld één overlevering met vier ketens gezien als vier ahaadieth (overleveringen).
Imam Al-Bukhari’s reputatie qua kennis van hadieth, maar ook zijn accuratesse en betrouwbaarheid in het aanvaarden van ahaadieth, raakte wijdverspreid. Er is een bekend incident in het leven van Imam Al-Bukhari toen hij naar Baghdad ging. Baghdad was op dat moment het bestuurlijke hoofdcentrum van de moslimwereld, met de zetel van de kalief aldaar. Daarnaast was het ook het belangrijkste leercentrum in de moslimwereld en het stond bekend om zijn enorme bloei in geleerdheid en wetenschap. Geleerden kwamen van heinde en verre om daar kennis op te doen.
Toen moehaddithoen – hadiethgeleerden - van daar hoorden dat Imam Al-Bukhari onderweg was naar Baghdad, kwamen een aantal van de voornaamsten bij elkaar en zij wilden zijn kennis en geheugen testen. Zij wilden weten of het echt waar was wat men over hem vertelde. Deze voorname hadiethgeleerden selecteerden honderd ahaadieth en haalden vervolgens al de ketens en teksten door elkaar. Deze 'hadieth' verdeelden zij toen onder tien geleerden. Iedere geleerde zou tien hadieth aan hem voorleggen, om te kijken of hij het zou doorhebben.
Toen veel mensen die wisten over de reputatie van Bukhari hoorden dat de geleerden hem wilde testen, gingen zij massaal naar de plek waar dit zou plaatsvinden. Ze wilden dit ‘spektakel’ meemaken. De mensen wisten echter niet wat de hadiethgeleerden hadden gedaan. Eenmaal begonnen, vroegen de geleerden aan Al-Bukhari of hij de hadieth die zij voor hem reciteerden kende. Zoals gezegd hadden zij de teksten en de ketens door elkaar gehaald. Bij iedere hadieth zei Al-Bukhari “laa adrie” – ik weet het niet, ik ken hem niet. De toeschouwers stonden versteld. Hoe kon hij dat niet weten? Zelfs zij kenden enkelen van die ahaadieth. Toen de hadiethgeleerden al hun overleveringen hadden genoemd, excuseerde Al-Bukhari hen. Hij zei dat zij misschien per ongeluk de ketens verkeerd hebben geplaatst; dat ze het mogelijk niet wisten. Hij begon vervolgens in de volgorde zoals zij aan hem van de eerste tot de laatste hadieth waren voorgelegd op te noemen. Hij zei dat deze keten hoort bij deze tekst en deze keten hoort bij deze tekst. Hij plaatste zo al de juiste ketens bij de desbetreffende hadieth. De geleerden waren stomverbaasd en de mensenmassa was sprakeloos geworden. Zoiets hadden ze nog nooit gezien van iemand. Zijn reputatie was nu nog meer gevestigd. En dit was slechts één incident. In andere steden en door meerdere geleerden werd hij aan testen onderworpen. Bovendien hebben enorm veel andere hadiethgeleerden van hem geleerd. Zoveel geleerden van zijn tijd en daarna hebben dan ook gezegd dat zij niemand kende die zo uitmuntend was zoals Al-Bukhari.
Imam Al-Bukhari heeft veel werken geschreven, maar hij is natuurlijk het meeste bekend om zijn hadiethverzameling, de zogenoemde Sahih Al-Bukhari. In de tijd dat Imam Al-Bukhari leefde, waren er al veel hadiethwerken samengesteld. Hij zag dit soort werken en vond daarin allerlei soorten overleveringen, zowel authentieke als zwakke. Hij wenste toen een verzameling te maken waarin alleen betrouwbare ahaadieth in vermeld zouden staan. Een werk met overleveringen waar geen twijfels over zouden zijn. Eén van zijn leraren in hadieth, de befaamde Ishaq ibn Rahaway (ook wel: Ruhaayah) versterkte deze intentie van hem. Imam Al-Bukhari zei: “Wij zaten een keer in zijn gezelschap toen hij zei: “Als jij alleen maar een werk zou samenstellen met betrouwbare overleveringen.” Deze woorden bleven in mijn hart.”
Van al de hadieth die hij tot zijn beschikking had, stelde hij een collectie samen en noemde het: Al-Jami’ as-Sahih al-Musnad al-Mukhtasar min ar-RasulAllahi wa Sunanihi wa Ayamihi - “Het Compendium van betrouwbare overleveringen met een onafgebroken keten en die de zaken beknopt weergeeft betreffende de boodschapper van Allah, (en) zijn wijzen (manier van doen) en zijn tijden.” Dit werk staat over het algemeen bekend als Al-Jami’ as-Sahih of als Sahih Al-Bukhari. De titel zelf zegt al veel over het werk. De vier kernwoorden hierin zijn (1) Al-Jami’, (2) as-Sahih, (3) al-Musnad en (4) al-Mukhtasar.
Al-Jami’ geeft aan dat al de onderwerpen over de religie worden gedekt, zoals: geloofsleer (aqiedah), handelingen of rituelen die betrekking hebben op de aanbidding (‘ibadat), huwelijk, scheiding, erfrecht, handel, biografie van de Profeet (vrede zij met hem), deugden van de metgezellen, het goede gedrag, het volgen van de soennah, etcetera.
As-Sahih geeft aan dat hij er overeenkomstig zijn uiterst strikte criteria geen zwakke overleveringen in heeft vermeld. Hij zei ook dat hij niets in de Jami’ had geplaatst, behalve wat authentiek (sahih) is.
Al-Musnad duidt aan al de opgenomen betrouwbare overleveringen direct terug te traceren zijn tot aan de Profeet (vrede zij met hem) zelf.
Al-Mukhtasar geeft te kennen dat het alleen een beknopte collectie is. Het is een samenvatting van betrouwbare (sahih) hadith. Dit wil dus niet zeggen dat in dit werk álle betrouwbare ahaadieth zijn opgenomen en dat er verder geen andere betrouwbare hadieth meer zijn. Het zegt ook niet dat Imam Al-Bukhari alle hadieth die hij tot zijn beschikking had hierin heeft opgenomen.
Imam Al-Bukhari ging zo zorgvuldig mogelijk te werk en zei: “Ik heb mijn Sahih-werk verzameld in een tijdspan van zestien jaren. Dit zou kunnen betekenen dat hij rond het jaar 217H/832C moet zijn begonnen met het samenstellen van dit werk, toen hij 23 jaar oud was. Van al de 600.000 overleveringen die hij tot zijn beschikking had, zei Imam Al-Nawawi dat er 7275 ahaadieth daarvan staan vermeld in zijn Sahih. Als de herhalingen niet worden meegerekend komt het uit op zo een 4000 ahaadieth. De befaamde hadiethonderzoeker Muhammad Mustafa 'Azami vermeld dat het er 9082 zijn en zonder de herhalingen komt het uit op 2602. Hierbij zijn dan niet de ahaadieth mawquf (die stoppen bij een metgezel/sahabi) en uitspraken van de opvolgers (tabi'in) geteld. Verschillende geleerden hebben hier hun meningen en berekenwijze voor.
Imam Al-Bukhari probeerde het zo beknopt mogelijk te houden en alleen mee te geven wat hij relevant achtte. Daarom heeft hij van alle ahaadieth die hij kende slechts enkele opgenomen in zijn verzameling. Deze verdeelde hij weer onder in hoofdstukken naar onderwerp.
Voor iedere hadieth die hij selecteerde om in zijn Sahih op te nemen, nam hij eerst een bad (ghusl) en verrichte hij twee raka'at nafl (vrijwillig) gebed en maakte de smeekbede van istikhara (hulp vragen aan Allah om een besluit te nemen). Als hij zich daar later goed bij voelde, plaatste hij het in zijn werk.
Moge Allah hem rijkelijk belonen met de hoogste beloning in het Paradijs.
Enkele werken van Al-Bukhari
Sahih Al-Bukhari / Al-Jami' al-Sahih
Al-Adab al-Mufrad
Khalq Af'al al-'Ibad
Raf' al-Yadain
Qira'at khalf ul-Imam
Al-Tarikh al-Kabir
Bukhari moet je begrijpen
Imam Al-Bukhari heeft in zijn verzameling een methode gebruikt die de student van kennis moet kunnen inzien en begrijpen. De tijd waarin dit soort werken werden samengesteld, was het op de eerste plaats vooral andere geleerden die hier hun profijt uit konden halen. Boekwerken thuis hebben, zoals wij dat nu hebben in onze eigen boekenkast, was niet iets wat gebruikelijk was voor 'de gewone man'. Wij kunnen Sahih Al-Bukhari zo kopen of via internet downloaden. Maar om er goed mee overweg te kunnen moet je wel meer over zijn werkwijze te weten komen.
Bekende commentaren
Er zijn enkele belangrijke werken die verdieping geven in de ahaadieth vermeld in Sahih Al-Bukhari, De meest bekende zijn de volgende:
Fath al-Bari van Ibn Hajar
'Umdat ul-Qari van 'Aini
Irshad al-Sa'ir van Al-Qastallani
Status van Sahih Al-Bukhari
"Van alle boeken (in hadith) is het boekwerk van Al-Bukhari de beste."
Imam Al-Nasa'i -"Na de Koran is er geen boek onder de hemel die betrouwbaarder is dan de Sahih van Al-Bukhari en Muslim."- Ibn Taimiyyah -"Het beste en meest superieure boek in de Islam na de Koran, is het boek van Imam al-Bukhari."
Imam Al-Dhahabi -"Als iemand een heel jaar moest reizen om Al-Jami' al-Sahih te horen, dan zou dat geen verloren moeite zijn geweest."
Imam Al-Bukhari's karakter
Tijdsgenoten en studenten hebben het nodige over Imam Al-Bukhari's karakter vermeld. De verheven positie die hij had verkregen in de hadieth en de soennah, plus dat hij een grootmeester in de kennis over de overleveraars was, stelde hem absoluut in de positie om mensen te bekritiseren. Ondanks dat was hij mild in het bekritiseren en hij koos zijn woorden zorgvuldig. Hij wilde mensen niet pijnigen met zijn woorden en excuseerde mensen eerder, terwijl hij hen corrigeerde. Soms vroeg hij zelfs vergiffenis aan iemand als hij hem corrigeerde. Hij wilde van een ieder dat zij een ander met vriendelijkheid moesten behandelen. Als iemand hem ook op een bepaalde manier behandelde (in zijn voordeel) of iets voor hem deed, wat hij niet juist of terecht vond, dan kon hij wel boos worden. Hij wilde niet dat men iets voor hem deed, wat ten nadele of last voor een ander zou kunnen zijn.
De richting van Al-Bukhari
Imam Al-Bukhari maakte zijn 'aqiedah (richting in geloofsovertuiging) en fiqh (juridische standpunten) kenbaar via de hoofdstukken in zijn werken. In zijn Sahih is dit ook te merken. Hij geeft reacties op geloofsopvattingen van groepen die zijn afgeweken van de Ahl al-Soennah en hij geeft zijn reacties op discussies die werden gevoerd tussen rechtsgeleerden. Hij beantwoorde kwesties met ahaadieth en deze waren tegelijkertijd ook zijn standpunten en richting die hij volgde. Hierin volgde hij de lijn van de Ahl al-Hadieth wa Soennah: de geleerden in de hadieth en de soennah.
De 'aqiedah van Al-Bukhari
Imam Al-Bukhari was één van de Ahl al-Hadieth wa Soennah, zoals hij zelf aangaf. Hij geloofde dat imaan (geloof) kon toe- en afnemen en dat iemand geen ongelovige werd vanwege het begaan van een zonde. Hij verdedigde het standpunt dat zonden voortkwamen uit onwetendheid. Alleen wanneer de zonde gepaard ging met enig vorm van shirk (verering van anderen dan Allah, afgoderij, bijgeloof), kon iemand een daad van ongeloof verrichten. Imam Al-Bukhari bleef weg van shirk en bid'ah (godsdienstige innovaties of verzinsels, die niet zijn onderbouwd door betrouwbare overleveringen). Hij liet zich niet in met vergezochte interpretaties van groepen die afweken van de soennah. Hij geloofde in het overlijden van de profeet Muhammad (vrede zij met hem) en dat Abu Bakr na hem de rechtmatige kalief was en na hem 'Umar, 'Uthman en dan 'Ali.
Al-Bukhari en rechtscholen
Imam Al-Bukhari was niet gebonden aan een specifieke rechtschool (madhhab). Hij was geen volgeling van Imam Abu Hanifa of Imam Malik, zoals sommigen beweren, noch was hij een Shafi‘i of Hanbali. In feite was hij een mujtahid mutlaq, een onafhankelijke geleerde met zijn eigen ‘school’ waar hij zich aan hield. De titels van de hoofdstukken in zijn Sahih tonen zijn fiqh aan.