×
De auteur van dit artikel toont aan dat men mensen tegen over de teksten van de openbaring in vier categorieën kunt onderverdelen.

    Vier categorieën mensen

    [ nederlands - dutch -الهولندية ]

    Saleh bin Fawzaan Alfawzaan

    revisie: Yassien Abo Abdillah

    bron: I’aanat ul-Moestafied bi Sharhi Kitaab it-Tawhied

    uitgever: www alyaqeen.com

    2013 - 1435

    الناس أربعة أقسام

    « باللغة الهولندية »

    صالح بن فوزان الفوزان

    مراجعة: ياسين أبو عبد الله

    مصدر: إعانة المستفيد بشرح كتاب التجويد

    الناشر: uwkeuze.nl

    2013 - 1435

    بسم الله الرحمن الرحيم

    Alle lof behoort aan Allah.

    Vier categorieen mensen

    De eerste categorie zijn zij die in staat zijn om Idjtihaad (rechtsvinding) in absolute termen te verrichten, door direct naar de Koran en de Soennah te verwijzen en daaruit voorschriften te herleiden. En deze mensen volgen andere geleerden niet blindelings (Taqlied).

    Dit is de hoogste status, maar geldt alleen voor degene die voldoet aan de bekende voorwaarden van Idjtihaad. Namelijk door kennis te hebben van het Boek van Allah en de Soennah van de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem), en door kennis te hebben van het Arabisch waarin de Koran geopenbaard werd. Ook dient men kennis te hebben van al-Moehkam en al-Moetashaabih (eenduidige en meerduidige verzen), an-Naasikh wal-Mansoekh (wat opheft en wat wordt opgeheven), al-Moetlaq wal-Moeqayyad (teksten met absolute en beperkte betekenissen) en al-Khaas wal-cAam (teksten met specifieke en algemene betekenissen). Hij dient ook kennis te hebben over hoe hij regelgevingen dient af te leiden, wat betekent dat hij gekwalificeerd moet zijn. Zo’n persoon kan zich bezighouden met Idjtihaad. Deze categorie omvat mensen als de vier imams – imam Aboe Haniefah, imam Maalik, imam ash-Shaaficie en imam Ahmad – eveneens Soefyaan ath-Tawrie en al-Awzaacie. Allah, de Verhevene, heeft deze mensen het vermogen gegeven om Idjtihaad te verrichten.

    De tweede categorie zijn zij die niet kunnen deelnemen aan Idjtihaad in absolute termen, maar wel in staat zijn om een afweging te maken tussen de meningen van de geleerden en te bepalen welke mening het meest correct is. Dit vanwege hun kennis over welke meningen wel en welke niet op bewijzen zijn gebaseerd. Zo’n persoon dient hetgeen te volgen waar bewijs voor is, en datgene indruist tegen het bewijs te vermijden. Dit wordt Tardjieh genoemd (het vergelijken van meningen en bepalen welke correct is), en staat ook bekend als al-Idjtihaad ul-Madhhabie (Idjtihaad gebaseerd op het bestuderen van verschillende meningen).

    De derde categorie zijn zij die niet kunnen deelnemen aan Tardjieh. Deze persoon wordt gezien als één van de Moeqallidien (zij die andere geleerden volgen), maar als hij weet dat een bepaalde mening geen ondersteunend bewijs heeft dan volgt hij die niet. Echter, zolang hij niet weet en hem niet duidelijk is dat het in strijd is met het bewijs, is er niets mis mee dat hij handelt naar het voorbeeld van de betrouwbare geleerden en hun meningen opvolgt.

    Onder de vierde categorie valt iemand die niet in staat is om het bovenstaande te doen; dus niet Idjtihaad te verrichten in absolute zin, noch een afweging te maken tussen wat het meest correct is, noch het volgen van een specifieke Madhhab, zoals de gewone moslim. Deze persoon dient de mensen van kennis te vragen, zoals Allah zegt (interpretatie van de betekenis):“…vraag het dan aan de bezitters van kennis, indien jullie het niet weten.”(Soerat an-Nahl: 43)

    Hij dient dus degene te vragen waarvan hij gelooft dat hij de meest betrouwbare is en de geleerde waar hij het grootste vertrouwen in heeft. En van degenen wiens kennis en daden hij vertrouwt, dient hij de Fatwa te volgen.

    Dit zijn de categorieën mensen wat betreft deze kwestie.

    Wat een persoon moet doen, is zich bewust zijn van het niveau waar hij zich op bevindt en zichzelf niet op een hogere positie te plaatsen dan hij werkelijk verdient. De kwestie is namelijk ernstiger dan dat. Hij dient Allah te vrezen omdat het een kwestie van Halaal en Haraam is, en van het Paradijs en de Hel. En dus moet hij zich niet mengen in kwesties waarover hij geen kennis heeft en niet de nodige vaardigheden voor beschikt om ermee om te gaan.

    Sheikh Saalih ibn Fawzaan al-Fawzaan

    (Icaanat ul-Moestafied bi Sharhi Kitaab it-Tawhied)