×
Als Tawhied zo belangrijk is, dan dient elke moslim zich te bekommeren om deze kennis te verwerven door het te bestuderen, te begrijpen en er vervolgens in te geloven. Dit is de manier waarop moslims hun religie bouwden op een stevige basis, terwijl zij zekerheid en nederigheid voelden in het geloof. Dit leidt uiteindelijk naar vreugde, nadat de doelen van de Islam zijn bereikt.

 Uitleg van de pilaren van Imaan

In de naam van Allah de Barmhartige de Genadevolle

 Introductie

Alle dank behoort aan Allah, Degene die we prijzen, aan wie we berouw tonen en wie we om hulp en vergiffenis vragen. We zoeken ons toevlucht bij Allah tegen het slechte in onszelf en onze slechte daden. Eenieder die Allah leidt, zal nooit misleid worden, en een ieder die Allah (Geprezen en Verheven is Hij) misleid zal nooit de leiding vinden. Ik getuig dat er geen God is die aanbeden mag worden behalve Allah, Die geen deelgenoten heeft, en ik getuig dat Mohammed,vrede zij met hem, zijn dienaar en boodschapper is. Moge alle vrede en zegeningen van Allah dalen op Zijn Boodschapper, zijn familie, zijn metgezellen en een ieder die hun leiding op de beste manier volgt. De kennis van Tawh’eed (eenheid van Allah (Geprezen en Verheven is Hij)) is het meest eervolle en waardige van alle kennis. Deze kennis is het meest vereiste dat door de gelovigen verworven dient te worden. Dit is kennis van Allah, Zijn namen en eigenschappen en Zijn rechten op Zijn dienaren. Dit vormt de sleutel om de tevredenheid van Allah (Geprezen en Verheven is Hij) te bereiken en zijn geboden te kennen.Dit is waarom alle boodschappers opriepen tot Tawh’eed. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

En Wij zonden geen boodschapper vóór u zonder hem te openbaren: "Voorzeker er is geen God buiten Mij, aanbidt derhalve Mij alleen." (21:25)

Allah, de Almachtige, getuigt dat Hij een is, samengaand met de getuigenis van Zijn engelen en mensen met kennis van Zijn Eenheid:

Allah getuigt, dat er geen God is dan Hij en de engelen en degenen, die kennis bezitten, getuigen dit eveneens, handhavende de rechtvaardigheid: er is geen God dan Hij, de Almachtige, de Alwijze. (3:18)

Als Tawh’eed zo belangrijk is, dan dient elke moslim zich te bekommeren om deze kennis te verwerven door het te bestuderen, te begrijpen en er vervolgens in te geloven. Dit is de manier waarop moslims hun religie bouwden op een stevige basis, terwijl zij zekerheid en nederigheid voelden in het geloof. Dit leidt uiteindelijk naar vreugde, nadat de doelen van de Islam zijn bereikt.


 Hoofdstuk 1

 De religie van de Islam

Islam is de religie die Allah (Geprezen en Verheven is Hij) naar Mohammed heeft gezonden, en Hij heeft deze als slot- en meest complete religie voor Zijn dienaren gemaakt. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft in deze religie de gunsten die Hij aan zijn dienaren schenkt voltooid, en Hij zal alleen de Islam van ze accepteren. Hij heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

Mohammed is niet de vader van één uwer mannen, maar de boodschapper van Allah en het zegel der profeten; Allah heeft kennis van alle dingen. (33:40)

Nu heb Ik uw godsdienst voor u vervolmaakt, Mijn gunst aan u voltooid en de Islam voor u als godsdienst gekozen. (5:3)

Gewis, de ware godsdienst voor Allah is de Islam. (3:19)

En wie een andere godsdienst zoekt dan de Islam, het zal van hem niet worden aanvaard en hij zal in het Hiernamaals onder de verliezers zijn. (3:85)

Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft alle mensen bevolen om de Islam te volgen.

Zeg: "O mensdom, ik ben u allen tot een boodschapper van Allah, aan Wie het koninkrijk der hemelen en der aarde behoort. Er is geen God naast Hem. Hij geeft het leven en doet sterven. Gelooft daarom in Allah en Zijn boodschapper, de reine Profeet, die in Allah en Zijn woorden gelooft en volgt hem opdat gij recht geleid moogt worden." (7:158)

Aboe Hourayrah (moge Allah tevreden met hem zijn)heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allah vrede zij met hem heeft gezegd: "Bij Hem in wiens Hand de ziel van Mohammed ligt! Geen enkel lid van deze gemeenschap, geen jood of christen, hoort van mij en gelooft niet in hetgeen waarmee ik gezonden ben, of hij zal behoren tot de mensen van het Hellevuur." (Moesliem)

Geloven in de Boodschapper, vrede zij met hem, betekent geloven in hetgeen aan hem is geopenbaard, gepaard gaande met acceptatie en onderdanigheid; zonder dit is het geloof niet voldaan. Dit is de reden waarom Aboe Taalib, de oom van de Profeet, vrede zij met hem, geen gelovige was in de Boodschapper, alhoewel hij geloofde in hetgeen waarmee hij gezonden was en bevestigde dat de Islam de beste religie was, (maar zonder acceptatie of zich over te geven aan de Islam). Islam bevat alles wat voordeel brengt, hetgeen ook in de voorgaande religies bestond. Islam is echter op elk moment, overal en door elk volk geschikt voor uitvoering. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft tegen Zijn Boodschapper gezegd:

En Wij hebben u het Boek (de Koran) met de waarheid geopenbaard vervullende hetgeen daarvóór in het Boek (de Bijbel) was (verkondigd) en als bewaker daarover. (5:48)

De betekenis van ‘geschikt voor uitvoering op elk moment, overal en door elk volk,’ is dat de Islam alleen voordeel brengt voor de mensheid, wanneer en waar het dan ook in uitvoering wordt gebracht. Islam is niet onder toezicht van een bepaald volk, en kan daarom ook niet veranderbaar zijn, zoals sommige mensen graag zouden wensen. Islam is de religie van waarheid. Het is de religie waarbij Allah (Geprezen en Verheven is Hij) hulp en dominantie heeft gegarandeerd voor een ieder die hier standvastig aan vasthoudt. Hij (Geprezen en Verheven is Hij) heeft gezegd:

Hij is het, Die Zijn boodschapper met leiding en de ware godsdienst heeft gezonden om deze te doen zegevieren boven alle godsdiensten, ofschoon de afgodendienaren er afkerig van zijn. ( 9:33)

Allah heeft aan degenen onder u die geloven en goede werken verrichten beloofd, dat Hij hen voorzeker tot stedehouders op aarde zal stellen, zoals Hij degenen die vóór hen waren tot stedehouders maakte en dat Hij de godsdienst, die Hij voor hen heeft gekozen, zeker zal bevestigen, en dat Hij hun na hun vrees, vrede en veiligheid zal geven; Mij zullen zij aanbidden en niets met Mij vereenzelvigen. Maar wie daarna het geloof verwerpen, zullen overtreders zijn. (24:55)

Islam houdt geloof en wet in. Het is een complete religie, zowel in zijn geloof als in zijn wet. Het vereist het volgende van zijn volgelingen:

1. geloven in Tawh’eed (eenheid) van Allah (Geprezen en Verheven is Hij) en het ontkennen van Shirk (polytheïsme).

2. waarachtig zijn en niet liegen.

3. rechtvaardig zijn; dit houdt in dat men vergelijkbare zaken met gelijkheid behandeld, en onrechtvaardigheid achterwege laat.

4. eerlijk zijn en zich onthouden van bedrog.

5. beloften en contracten met mensen nakomen, en deze niet verbreken.

6. plichtsgetrouw goed t.o.v je ouders zijn, en niet de knoop doorhakken met verwantschappen.

7. relaties met familieleden behouden en niet afbreken.

8. goed zijn tegenover je buren en ze niet schaden.

In het algemeen beveelt de Islam de moslims om zo goed mogelijk gedrag te vertonen en het verbied alle slechte gedragingen.

Het verplicht moslims elke goede daad te verrichten en elke slechte daad te vermijden. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft gezegd:

Voorwaar, Allah gelast u goed met goed (te vergelden) en wel te doen aan anderen en te geven als aan verwanten; en verbiedt onbetamelijkheid, kwaad en opstand. Hij raadt u aan dat gij er lering uit trekt. 16:90.


 Hoofdstuk 2

 De pilaren van de Islam.

De pilaren van de Islam zijn de fundamenten waarop de Islam gebouwd is.De Islam bevat 5 pilaren. Zij worden in de hadith genoemd die door ibn ‘Omar (moge Allah tevreden met hem zijn) is overgeleverd, dat de Profeet vrede zij met hem, heeft gezegd:

"De Islam is op 5 (pilaren) gebouwd: De getuigenis dat er geen God is behalve Allah en dat Mohammed zijn dienaar en boodschapper is, het verrichten van het gebed, het geven van zakaat (verplichte aalmoes), het vasten in de maand Ramadan en het verrichten van de Hadjj (bedevaart)." (Boekharie en Moesliem)

q De Shahaadah (getuigenis) dat er geen God is die aanbeden mag worden behalve Allah en dat Mohammed zijn dienaar en boodschapper is, vereist een vast geloof in het hart. Dit geloof dient ook te worden bevestigd door de tong. Het wordt Shahaadah genoemd om te tonen dat wanneer een gelovige erin gelooft, zijn geloof stevig is, alsof hij een ooggetuige is. Deze Shahaadah is een fundament, ofschoon het veel aspecten bevat dat als geloof opgenomen dient te worden. Deze getuigenis (bestaande uit 2 getuigenissen zoals duidelijk blijkt) wordt als 1fundament beschouwd, hetzij omdat het de getuigenis bevat dat Mohammed slechts een verkondiger is van de Boodschap van Allah (Geprezen en Verheven is Hij) en Zijn dienaar en boodschapper, op deze manier wordt de getuigenis dat Allah (Geprezen en Verheven is Hij) een is voltooid. Of omdat deze 2 getuigenissen samen de reden zijn achter de acceptatie van daden door Allah (Geprezen en Verheven is Hij). Daden zijn noch geldig noch geaccepteerd tenzij dezen met oprechtheid worden verricht voor de zaak van Allah (Geprezen en Verheven is Hij), en dit wordt ‘Ikhlaas’ genoemd, en door de weg van de boodschapper van Allah (Geprezen en Verheven is Hij) te volgen. Het besef van het belang van deze getuigenis, dat er geen God is behalve Allah, is een resultaat van Ikhlaas (oprechtheid) naar Allah toe.Deze prachtige getuigenis leidt tot vele goede resultaten. Het bevrijdt de harten en zielen van de verslaving aan de schepping en van het volgen van anderen dan de Boodschapper.

q Het verrichten van de gebeden betekent dat je Allah aanbid door voor Hem te bidden. Men dient de gebeden te onderhouden door ze op tijd en op de beste manier te verrichten, zoals de Profeet, vrede zij met hem heeft onderwezen. Beloningen voor het verrichten van het gebed houden rust en vreugde in, die in het hart worden gevoeld. Gebeden leiden ook tot het vermijden van slechte daden en slecht gedrag.

q Het betalen van Zakaat betekent dat je Allah aanbid door de hoeveelheid aan aalmoezen te betalen, hetgeen verplicht is voor degenen die genoeg geld of bezittingen hebben die het betalen van Zakaat vereisen. Het betalen van de verplichte Zakaat zorgt ervoor dat het hart wordt gezuiverd van de slechtheid van ellende. Ook vervult het de behoeften van de Islam en de moslims.

q Het vasten van de maand Ramadan houdt in dat men Allah aanbidt door gedurende deze dagen van deze maand te vasten, door niet te eten of te drinken van zonsopgang tot zonsondergang. Het vasten traint de ziel om hetgeen gewild en begeerd wordt te vermijden,en de tevredenheid van Allah (Geprezen en Verheven is Hij) te willen verkrijgen.

q Het verrichten van de Hadjj (bedevaart naar Mekka) houdt in dat men Allah (Geprezen en Verheven is Hij) aanbid door het Heilige Huis te bezoeken om de rituelen van de Hadjj te verrichten. Hadjj traint de ziel om tijd en geestelijke inspanning te besteden aan het bereiken van gehoorzaamheid aan Allah. Dit is waarom de Hadjj beschouwd wordt als een soort van Jihad (strijd). Deze vruchten van het verrichten van de 5 pijlers van de Islam, samen met vele andere daden die we niet genoemd hebben, maakt de moslimgemeenschap zuiver en rein. Zij leiden de gemeenschap om de religie van Waarheid te onderhouden en de schepping op de beste manier van rechtvaardigheid en waarheidlievendheid te behandelen. Alle andere daden van de religie hangen af van hoe goed deze pijlers onderhouden worden. De Oemmah (moslimgemeenschap) zal succes bereiken zolang de leden de religie onderhouden. Deze Oemmah zal nooit de gewenste succes bereiken wanneer de religie niet volledig gerespecteerd en onderhouden wordt. Eenieder die zekerheid wil hebben van de bovengenoemde feiten, laat hem dan de volgende Ayat (verzen) lezen:

En indien de mensen van die steden hadden geloofd en rechtvaardig waren geweest, zouden Wij zeker zegeningen van de hemel en van de aarde voor hen hebben gezonden, maar zij verloochenden (onze profeet); daarom grepen Wij hen vanwege hun daden.

Zijn de bewoners der steden veilig voor de komst van Onze straf over hen, 's nachts, terwijl zij slapen?

Of zijn de bewoners dezer steden veilig voor Onze straf die over hen zou kunnen komen, des daags terwijl zij zich vermaken?

Zijn zij dan veilig voor Allah's voornemen? En niemand waant zich veilig voor Allah's voornemen, dan het volk dat te gronde gaat. (7:96-99)

Laat hem ook de geschiedenis van de voorgaande gemeenschappen lezen, die waardevolle lessen bevatten voor eenieder die in het bezit is van een verstand dat begrijpt en recht geleid is.Deze geschiedenis is een licht voor degenen wiens harten niet geblokkeerd zijn van de Waarheid. Onze volledige afhankelijkheid behoort toe aan Allah.


 Hoofdstuk 3

 De pilaren van Islamitisch Geloof (Imaan)

Islam is, zoals we voorheen uitgelegd hebben Geloof en Wet. We hebben enkele pijlers van de Wet genoemd. Deze pilaren vormen de grondslag van de Islamitische wetgeving, Wat de Islamitische ‘Aqeedah (geloof) betreft, haar pijlers zijn de volgende: Geloof in Allah, Zijn engelen, Zijn Boeken, Zijn Boodschappers, de Laatste Dag en het goede of slechte dat de Qadar (het lot) brengt. Deze pijlers worden in het Boek van Allah (Geprezen en Verheven is Hij) en de Soennah van Zijn Boodschapper, vrede zij met hem, genoemd. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

Het is geen deugd, dat gij uw gezicht naar het Oosten of naar het Westen wendt, maar waarlijke deugd is in hem, die in Allah, de Laatste Dag, de engelen, het Boek en de profeten gelooft ... (2:177)

en betreffende de Qadar: Voorwaar, Wij hebben alles naar maat geschapen. (54:49)

In de Soennah heeft de boodschapper van Allah, vrede zij met hem, gezegd, als antwoord op de vraag van (Djiebriel) toen deze hem over Iman (geloof) vroeg:

"Iman is geloven in Allah, Zijn engelen, Zijn Boeken, Zijn Boodschappers, de Laatste Dag en geloven in de Qadar en wat het met zich mee brengt, goed of slecht." (Moesliem)


 Hoofdstuk 4

 Geloof in Allah

1. Geloof in Allah’s bestaan.

Het bestaan van Allah (Geprezen en Verheven is Hij) wordt bevestigd door de Fitrah (de aangeboren zuiverheid die Allah (Geprezen en Verheven is Hij) in elke mens creëert), het verstand, de Shari’ah (Islamitische wetgeving) en de zintuigen.

a.    Wat de Fitrah betreft, hierover zeggen we het volgende: Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft het geloof in Hem in elke mens teweeggebracht. Het is niet nodig om de mensheid dit geloof te onderwijzen, of erover na te denken hoe men dit geloof kan verkrijgen. Degenen die deze Fitrah echter vervalst hebben, zullen hier geen voordeel van hebben. De Profeet vrede zij met hem, heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

"Iedereen wordt geboren met Fitrah. Het zijn echter de ouders die hem bekeren tot het Jodendom, het Christendom of Majoesisme (vuuraanbidding)." (al-Boekharie).

b.    Het menselijk verstand dient gebruikt te worden om het bestaan van Allah (Geprezen en Verheven is Hij) te bewijzen. De gehele schepping, zowel het nieuwe als oude, moet een Schepper hebben die dit alles uitgevonden heeft en begonnen is. Deze schepping kon niet uit zichzelf of per toeval ontstaan zijn. Het heeft zichzelf niet kunnen scheppen omdat het voorheen niet bestond. Dus hoe zou het dan hebben kunnen scheppen? Ook zou de schepping niet per ongeluk of per toeval ontstaan kunnen zijn. Alles wat bestaat moet een Schepper hebben die het tot bestaan heeft gebracht. De schepping is prachtig in zijn organisatie, samenhangend en in onderling verband gebracht in zijn bestaan. Er is achter elke handeling een reden en een schepper. Dit alles verklaart de uitspraak, dat de gehele universum per toeval is ontstaan, ongeldig. Iets wat per toeval is ontstaan kan niet in zijn vorm georganiseerd zijn, omdat het voordat het gevormd was geen organisatie heeft gekend. Wat maakt iets wat per toeval ontstaan is zo georganiseerd? Indien deze gehele schepping noch zichzelf heeft kunnen scheppen noch door toeval zou kunnen zijn ontstaan, dan moet het dus een Schepper hebben, Allah, de Heer der Werelden. Allah heeft deze redenering in de Koran genoemd:

      Zijn zij door niets geschapen of zijn zij (hun eigen) schepper? (52:35)

     Deze Aya betekent dat men noch geschapen zou zijn zonder Schepper, noch zichzelf zou kunnen scheppen. Dus is het Allah (Geprezen en Verheven is Hij) die ze geschapen heeft.Dit is waarom Djoebayr ibn Mot’im de Boodschapper, vrede zij met hem deze Soerat hoorde reciteren totdat hij aankwam bij het volgende vers :

      Zijn zij door niets geschapen of zijn zij (hun eigen) schepper?

      Schiepen zij de hemelen en de aarde? Neen, zij willen geen zekerheid hebben.

      Bezitten zij de schatten van uw Heer of zijn zij de bewaarders hiervan? (52:35-37)

     Djoebayr, een ongelovige, zei toen: "Mijn hart sprong er bijna uit (door de kracht van deze redenering die in deze Soerat genoemd wordt). Dit was de eerste keer dat Iman (geloof) mijn hart binnen drong."

     Het gebruik van parabelen is heilzaam in deze beschouwing. Laten wij ons voorstellen dat iemand je zou vertellen over een prachtige paradijs, omringd met tuinen waardoorheen rivieren stromen.Deze paradijs zit boordevol meubilering en bedden, en is schitterend verfraaid. Als deze man jou zou vertellen dat deze paradijs zichzelf heeft geschapen en alles wat het bevat, of dat dit alles per toeval is ontstaan, dan zou je meteen tot de veronderstelling komen dat deze stelling fout is en onzin. Hoe kan dan deze reusachtige universum, die de aarde, de hemelen en de sterren hieraan bevat, en de prachtig georganiseerde bestaan die wij zien, op zichzelf of per toeval ontstaan zijn?

c.    Wat betreft de Shari’ah, alle goddelijke religies getuigen van het feit dat Allah (Geprezen en Verheven is Hij) de wereld heeft geschapen. Alle wetten die met deze goddelijke en geopenbaarde religies werden gezonden bevatten datgene waar de mensheid baat bij heeft. Dit vormt het bewijs van het bestaan van een Wijs en Alwetende Heer die weet wat voordeel brengt voor Zijn schepping.Alle goddelijke/geopenbaarde religies beschrijven een universum dat zelf een bewijs vormt voor het bestaan en bekwaamheid van Allah (Geprezen en Verheven is Hij), Die schept wat Hij wil.

d.   Ook de zintuigen dienen gebruikt te worden om het bestaan van Allah (Geprezen en Verheven is Hij) te bewijzen. Wij weten dat Allah (Geprezen en Verheven is Hij) de smeekbede accepteert van een ieder die zijn hulp zoekt, en dat Hij (Geprezen en Verheven is Hij) hen de gunsten schenkt die zij wensen. Dit vormt een duidelijk bewijs van het bestaan van Allah (Geprezen en Verheven is Hij), Die heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

      En toen Noach voordien riep, verhoorden Wij zijn gebed en redden hem en zijn gezin uit de grote ramp. (21:76)

      Toen gij de hulp van uw Heer afsmeekte en Hij u antwoordde.... (8:9)

     Anas ibn Maalik (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft gezegd:

     "Een Arabier (bedouine) betrad de moskee op vrijdag terwijl de Profeet vrede zij met hem de toespraak (khoetbah) hield.Hij zei: "O boodschapper van Allah! (Onze) bezittingen zijn vernietigd en (onze) kinderen zijn hongerig. Smeek Allah voor ons. "Hij (de Profeet, vrede zij met hem) hief zijn handen op, in smeekbede voor Allah (Geprezen en Verheven is Hij). Opeens werden er wolken gevormd die op bergen leken. Hij, vrede zij met hem, daalde niet af van zijn minbar (preekstoel) totdat ik regen op zijn baard zag vallen. Op de tweede vrijdag, stond deze Arabier of iemand anders op en zei: "O boodschapper van Allah! Gebouwen zijn ineengestort en bezittingen zijn overstroomd. Smeek Allah voor ons." Hij (de Profeet, vrede zij met hem) hief zijn handen op en zei: "O mijn Heer! Rondom ons en niet in de buurt bij ons."Waar hij, vrede zij met hem, zich ook naar toe wendde (naar de hemel), begonnen zij (de wolken) uiteen te drijven. (al-Boekharie)

     Allah’s acceptatie van smeekbeden was, en is nog steeds een gekende kwestie, tot op de dag van vandaag. Het is hen gegeven, die waarachtig zijn bij het zoeken van toevlucht bij Allah (Geprezen en Verheven is Hij) en smeekbedes op de juiste manier verrichten om van zijn acceptatie verzekerd te zijn. Ook zijn er tekenen die Allah (Geprezen en Verheven is Hij) aan zijn Profeten heeft gegeven, die wonderen genoemd worden. Mensen hebben van deze wonderen getuigd of gehoord. Zij vormen een duidelijk bewijs voor het feit dat Degene die deze boodschappers gezonden heeft bestaat, en dat is Allah, de Almachtige. Deze wonderen zijn handelingen die boven de bekwaamheden van de mensen staan. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft deze aan zijn boodschappers geschonken als een vorm van hulp en ze de overwinning te schenken. Een voorbeeld van deze wonderen is het teken dat aan Mozes, vrede zij met hem, is gegeven. Allah gebood hem de zee met zijn stok te slaan, en de zee werd verdeeld in twaalf gescheiden delen tussen bergen van water aan elke zijde van deze delen.

      Toen openbaarden Wij aan Mozes: "Tref de zee met uw staf." Waarop zij vaneen week en elk gedeelte was als een grote berg. (26:63)

     Een ander voorbeeld is het wonder van Jezus, vrede zij met hem.Hem was de macht door Allah gegeven om de doden te doen herrijzen uit hen graf, terug in het leven.

     Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft over hem gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

      En ik doe de doden herleven ... (3:49)

      en toen gij door Mijn gebod de doden hebt opgewekt... (5:110)

     Een derde voorbeeld is het wonder dat Mohammed, vrede zij met hem, heeft volbracht. Zijn stam, de Quraysh, vroegen hem een wonder te verrichten. Hij wees naar de maan, waarna deze in twee delen spleet terwijl zijn volk getuigden van dit incident.Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft over dit wonder gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

      Het Uur is nabij, en de Maan is opengespleten.

      Maar als zij (de ongelovigen) een teken zien wenden zij zich er van af en zeggen: "Een voortdurende toverkunst." (54:1-2)

Al deze wonderen die Allah (Geprezen en Verheven is Hij) aan zijn boodschappers heeft geschonken als een vorm van hulp en overwinning, en die door hen volkeren werden getuigd, vormen een bewijs van Allah’s bestaan.


2. Geloof in Allah’s Heerschappij.

Dit betekent geloven dat Allah de Heer is, alleen, en dat Hij geen deelgenoten heeft of helpers. De Rabb (Heer) is Degene die Schept en Beveelt. Er is geen Schepper behalve Allah (Geprezen en Verheven is Hij) en er is geen andere eigenaar van het universum behalve Hij. Het Bevel en het Beheer behoort aan Hem. Hij heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

..Voorwaar, van Hem is de schepping en het gebod... (7:54)

Alzo is Allah, uw Heer, van Hem is het Koninkrijk en zij, die gij buiten Hem aanroept, bezitten niets. (35:13)

Slechts enkele mensen verwierpen Allah’s Heerschappij. Zij zijn degenen die arrogant zijn, degenen die ontkennen wat zij diep in hun hart geloven. Dit was ook het geval bij Farao, toen hij tegen zijn volk zei, zoals in de Koran genoemd wordt:

 (Zeggende), "Ik ben uw Heer de Allerhoogste." (79:24)

En Farao zeide: "O leiders, ik erken geen God voor u naast mij..." (28:38)

Wat hij zei, was echter niet zijn ware geloof. Allah heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

En zij verwierpen deze onrechtvaardig en aanmatigend terwijl hun zielen er van overtuigd waren. (27:14)


Ook Mozes zei tegen de Farao, zoals in de Koran genoemd wordt:

Hij zeide: "Voorzeker gij weet dat niemand anders dan de Heer der Hemelen en der aarde deze tekenen heeft gezonden; en ik ben zeker dat gij, o Farao, te gronde gaat." (17:102)

De Arabische ongelovigen van vroeger waren gewend Allah’s Heerschappij te bevestigen, alhoewel zij Hem deelgenoten toekenden bij Zijn aanbidding. Allah heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

Zeg: "Wie behoort de aarde toe en al hetgeen daarop is, als gij het weet?" Zij zullen zeggen: "Aan Allah." Zeg: "Wilt gij er dan geen lering uit trekken?" Zeg: "Wie is de Heer der zeven hemelen en de Heer van de Grote Troon?" Zij zullen zeggen: "Allah." Zeg: "Wilt gij Hem dan niet tot uw Beschermer nemen?" Zeg: "Wie is het in Wiens hand de heerschappij over alle dingen is - en Die beschermt doch tegen Wie er geen bescherming is, - als gij het weet?" Zij zullen antwoorden: "Dit behoort aan Allah." Zeg: "Waarom wordt gij dan misleid?" (23:84-89)

En indien gij hun vraagt: "Wie schiep de hemelen en de aarde?" zullen zij zeker zeggen: "De Machtige, de Alwetende." (43:9)

En indien gij hun vraagt: "Wie schiep hen?", zullen zij zeker zeggen: "Allah". Waarheen worden zij dan afgewend? (43:87)

Allah’s bevel bestaat uit zowel Zijn Bestuur van het universum en het Gebod. Hij is degene die de Schepping bestuurt, en Degene die doet wat Hij wil, in overeenstemming met zijn Wijsheid. Hij is ook Degene die het bevel geeft om aspecten van aanbidding of van handelingen te organiseren, in overeenstemming met Zijn Wijsheid. Een ieder die iemand anders naast Allah (Geprezen en Verheven is Hij) neemt als degene die handelingen van aanbidding of manieren van handeling beveelt, heeft Shirk begaan (ongeloof, associatie in aanbidding) met Allah (Geprezen en Verheven is Hij). Deze daad verklaart de Imaan (het geloof) ongeldig.

3. Het Geloof dat Hij de Ilaah is.

Allah is de Ilah, dit betekent dat Hij Degene is die aanbeden dient te worden, en geen deelgenoten heeft. Deze Ilah wordt met liefde en eerbied aanbeden. Hij heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

En uw God is één God, er is geen God buiten Hem, de Barmhartige, de Genadevolle (2:163)

Allah getuigt, dat er geen God is dan Hij en de engelen en degenen, die kennis bezitten, getuigen dit eveneens, handhavende de rechtvaardigheid: er is geen God dan Hij, de Almachtige, de Alwijze. (3:18)

Alles wat als God naast Allah wordt genomen, zijn valse goden:

Dat is omdat Allah de Waarheid is en hetgeen zij aanroepen nevens Hem vals is. (22:62)

Door deze dingen ‘god’ te noemen zal het hen niet tot goden maken. Allah heeft over sommige afgoden gezegd, al-Laat, al-’Oezza en Manat:

Dit zijn slechts namen die gij uitgedacht hebt - gij en uw vaderen - waarvoor Allah geen gezag heeft nedergezonden. (53:23)


Jozef, vrede zij met hem, zei tegen zijn metgezellen in de gevangenis, zoals in de Koran genoemd wordt:

"O, mijn twee medegevangenen, zijn verscheidene Heren beter of is Allah, de Ene, de Opperste beter?"

"Gij aanbidt naast Allah niets, dan ijdele namen die gij hebt uitgedacht, gij en uw vaderen; Allah heeft daar geen gezag voor nedergezonden. (12:39-40)

Alle boodschappers zeiden gewoonlijk tegen hun volkeren:

"O mijn volk, dien Allah. Gij hebt geen andere God buiten Hem." (23:23)

De ongelovigen weigerden echter deze roep te accepteren. Zij namen anderen tot goden naast Allah (Geprezen en Verheven is Hij). Zij aanbaden hen naast Allah (Geprezen en Verheven is Hij) en riepen hen aan wanneer zij hulp nodig hadden. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) weerlegde de ongelovigen in het nemen van deze afgoden als god naast Hem, door twee logische argumenten te gebruiken: het eerste argument:Deze afgoden die door de ongelovigen als god worden genomen, bezitten geen eigenschappen die hen bevoegd maakt om goden te zijn. Deze valse goden zijn geschapen en scheppen niet. Zij kunnen noch degenen die hen aanbidden baten, noch kunnen zij het kwaad afweren. Zij kunnen niet leven geven of nemen. Ook bezitten zij niet, noch zijn zij deelgenoten in het koninkrijk van de hemelen en aarde.Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

Toch hebben zij (de mensen) naast Hem goden genomen die niets kunnen scheppen, doch zelf geschapen zijn, en die geen macht hebben om zichzelf goed of kwaad te doen, noch macht hebben over dood, leven of opstanding. (25:3)

Zeg: "Roept degenen aan, waarvan gij beweert dat zij Goden zijn buiten Allah. Zij hebben zelfs geen macht over het gewicht van een atoom in de hemelen of op aarde noch hebben zij enig aandeel aan beiden, noch heeft Hij een enkele helper onder hen. (34:22-23)

Vereenzelvigen zij met Allah degenen die niets scheppen terwijl deze zelf geschapen zijn?

En zij kunnen anderen geen hulp verlenen noch kunnen zij zichzelf helpen. (7:191-192)

Als dit het geval is met valse goden, dan is het nemen van dezen als goden een ware misleiding en het ergst van alle daden.

Het tweede argument:De moeshrikien (polytheïsten) behoren tot degenen die bevestigen dat Allah (Geprezen en Verheven is Hij) alleen is,de Heer,de Schepper, Degene die alles bezit en Degene die bescherming geeft, en niemand is in staat iemand anders te beschermen tegen Zijn Macht. Deze bevestiging eist van de ongelovigen alleen Allah (Geprezen en Verheven is Hij) te aanbidden.Hij heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

O gij mensen, aanbidt uw Heer, die u en degenen, die vóór u waren, schiep - opdat gij behouden zult worden. Die u de aarde tot een legerstede maakte en de hemel tot een gewelf en Die water van de wolken deed nederkomen en daardoor vruchten voortbracht, als voedsel voor u. Plaatst derhalve geen gelijken nevens Allah, tegen beter weten in. (2:21-22)

En indien gij hun vraagt: "Wie schiep hen?", zullen zij zeker zeggen: "Allah". Waarheen worden zij dan afgewend? (43:87)


Zeg: "Wie voorziet u van voedsel van de hemel en de aarde? Of wie is het, die macht heeft over de oren en de ogen? En wie brengt de levenden uit de doden en de doden uit de levenden voort? En wie bestuurt het al?" Zij zullen zeggen: "Allah." Zeg: "Wilt gij dan niet Zijn bescherming zoeken?" Zo is Allah, uw ware Heer. Wat is er buiten de waarheid anders, dan dwaling? Waarheen wordt gij dan afgewend? (10:31-32)

4. Geloof in Allah’s Namen en Eigenschappen.

Dit geloof vereist het accepteren van alles wat Allah (Geprezen en Verheven is Hij) over Zichzelf beschrijft, in Zijn Boek of in de Soennah van de boodschapper, vrede zij met hem. De Namen en Eigenschappen dienen zonder wijziging,verwerping, precieze beschrijving van hun ware aanleg of zonder dezen gelijk te stellen met eigenschappen van de schepping. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

Aan Allah behoren alle goede eigenschappen. Roept Hem daarbij aan. En laat degenen, die ten opzichte van Zijn eigenschappen van de rechte weg afwijken, met rust. Hun zal worden vergolden naar hetgeen zij hebben bedreven. (7:180)

En voor Hem zijn de verhevenste attributen in de hemelen en op aarde, en Hij is de Almachtige, de Alwijze. (30:27)

 Er is niets aan Hem gelijk en Hij is de Alhorende, de Alziende. (42:11)

Twee sektes zijn in dwaling verkeerd wat betreft deze zaak. Een van deze is de Moe’attillah (de verwerpers). Deze sekte heeft de namen en eigenschappen, of een aantal hiervan verworpen. Zij beweren dat het accepteren van deze namen en eigenschappen leidt tot het associëren van Allah met Zijn schepping. Deze bewering is onjuist vanwege vele redenen, hier volgen er twee:

1.         Deze bewering leidt tot de valse conclusie dat de Woorden van Allah (Geprezen en Verheven is Hij) in tegenstelling zijn met elkaar. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) is Degene die deze namen en eigenschappen heeft bevestigd, en ontkent dat er iets is wat gelijk aan Hem is. Als het bevestigen van deze namen en eigenschappen leidt tot het gelijkstellen van Allah aan zijn schepping, dan zal dit leiden tot de conclusie dat Allah’s Woorden in tegenstrijd met elkaar zijn en elkaar weerleggen.

2.        Doordat twee dingen eenzelfde eigenschap van iets hebben, wil dit nog niet zeggen dat zij gelijk zijn of er hetzelfde uitzien. Iemand kan getuige zijn van twee personen die beiden benoemd worden als ‘een mens die hoort, ziet en spreekt." Deze beschrijving betekent echter niet dat zij van gelijke bevoegdheid zijn in hun gehoor,zicht of spraak. Men kan ook zien dat dieren handen, poten en ogen bezitten.Dit betekent echter niet dat dieren hetzelfde zijn in alle opzichten wat betreft hun handen, poten en ogen. Als verschil al zo groot is tussen hetgeen de schepping bezit aan namen en eigenschappen, dan is het verschil tussen de Schepper en de schepping nog veel groter en veel klaarblijkelijker.

De tweede afgedwaalde sekte wordt ‘al-Moeshabbiehah’ genoemd. Zij bevestigen de namen en eigenschappen wel,maar zij hebben deze gelijk gesteld aan de namen en eigenschappen van de schepping.Zij beweren dat dit hetgeen is wat de Teksten (van de Koran)bedoelen. Zij beweren dat Allah (Geprezen en Verheven is Hij) aan Zijn dienaren heeft geopenbaard wat zij kunnen begrijpen.Deze bewering is onjuist vanwege verschillende redenen, een aantal van deze redenen zijn:

1.         Allah’s gelijkenis aan Zijn schepping is onjuist en is in tegenspraak met het verstand en de wetten van de Shari’ah. De Teksten van de Koran en Soennah kunnen niet tot valsheid leiden in hun betekenissen.

2.        Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft geopenbaard wat Zijn dienaren van de algemene betekenis kunnen begrijpen. De ware aard van hoe deze betekenissen eruit zien is kennis die alleen Allah kan bezitten, vooral met betrekking tot de ware aard van Zijn namen en eigenschappen.Allah (Geprezen en Verheven is Hij) bevestigd dat Hij de Alhorende is. Horen betekent het begrijpen van geluiden. De ware aard van Allah’s Gehoor is echter onbekend. De schepping verschilt in bekwaamheid van het gehoor. Het verschil tussen Allah’s Gehoor en die van Zijn schepping is zelfs veel groter en veel klaarblijkelijker. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft ook bevestigd dat Hij Istiewaa-e (bestijgt/ Zich vestigt)op Zijn Troon. Het bestijgen of vestigen op een troon wordt gekend in de algemene betekenis van het woord ‘bestijgen’ of ‘vestigen’. De ware aard van Allah’s bestijging op Zijn Troon is onbekend. Het bestijgen van iets verschilt al in schepping. Het bestijgen van een stoel is niet hetzelfde als het bestijgen van een kameel. Als al-Istiwaa-e in de schepping onderling verschilt, hoe kan de Istiwaa-e van Allah (Geprezen en Verheven is Hij) dan vergeleken worden met de Istiwaa-e van de schepping? Het verschil tussen hen is veel groter en klaarblijkelijker.

Belang van het Geloof in Allah:

Geloven in Allah, op bovengenoemde wijze, leidt tot vele effecten voor de gelovigen:

1.         Om zich bewust te worden van de Tawh’eed van Allah (Geprezen en Verheven is Hij), door alleen van Hem afhankelijk te zijn en je hoop op Hem te vestigen, en alleen Hem te vrezen en te aanbidden.

2.        Om de liefde en verering van Allah (Geprezen en Verheven is Hij) te perfectioneren , en m.b.t Zijn Macht zoals beschreven door Zijn Meest prachtige namen en Meest hoge eigenschappen.

3.        Door waarachtig te zijn in de aanbidding van Allah (Geprezen en Verheven is Hij) door zich te houden aan Zijn geboden en Zijn verboden na te laten.


 Hoofdstuk 5

 Geloof in de engelen.

De engelen vormen een aspect van het onzichtbare. Zij zijn door Allah geschapen en zij aanbidden Hem. Zij bezitten geen eigenschappen die van hen goden of heren maakt. Allah heeft hen van licht geschapen, en Hij heeft hun de gunst geschonken om Hem op elk moment te gehoorzamen. Hij heeft ze de macht gegeven om Zijn bevelen te dragen en na te komen.

Hem behoort wat in de hemelen en op aarde is, en degenen die zich in Zijn tegenwoordigheid bevinden, zijn niet te trots om Hem te aanbidden, noch worden zij dit moede; Zij verheerlijken Hem dag en nacht, en zij verslappen hierin nimmer. (21:19-20)

Zij zijn zo talrijk dat alleen Allah hun aantallen kent. Al-Boekharie en Moesliem hebben overgeleverd dat Anas (moge Allah tevreden met hem zijn)heeft gezegd, terwijl hij het verhaal van de Hemelvaart van de Profeet vrede zij met hem vertelde, dat Al-Bait al-Ma’moor (Het Huis in de hemel dat altijd bewoond is, bedoeld voor de bewoners van de hemel, net zoals de Ka’bah voor de bewoners van de aarde) werd verheven voor de Profeet, vrede zij met hem, in de hemel zodat hij deze kon aanschouwen. Elke dag bidden er 70.000 engelen in dit Huis, en als ze daar klaar mee zijn komen zij er nooit in terug (dit toont ons hoe talrijk de engelen zijn).

Geloof in de Engelen bestaat uit vier onderdelen:

1.         Geloven in hun bestaan.

2.        Geloven in hetgeen ons verteld is over hun namen, zoals (Djiebriel), en ook geloven in andere engelen over wie we niet geïnformeerd zijn betreffende hun namen.

3.        Geloven in hetgeen ons verteld is over hun eigenschappen. Een voorbeeld hiervan is de beschrijving van (Djiebriel). De Profeet vrede zij met hem heeft ons verteld dat hij (Djiebriel) heeft gezien in de gedaante waarin Allah (Geprezen en Verheven is Hij) hem heeft geschapen. Hij had zeshonderd vleugels en groter dan de horizon. De engelen kunnen van gedaante veranderen op het bevel van Allah (Geprezen en Verheven is Hij). Zij kunnen de gedaante van een man aannemen. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) zond (Djiebriel) naar Mariam en hij kwam naar haar toe in de gedaante van een man. Hij werd ook naar de Profeet Mohammed vrede zij met hem gezonden, terwijl hij met zijn metgezellen zat, in de gedaante van een man die hele witte kleding droeg en pek zwart haar had. Hij was een vreemdeling voor de metgezellen, alhoewel er geen enkel spoor aan hem te zien was dat hij gereisd had. Hij zat naast de Profeet en plaatste zijn knieën tegen die van de Profeet vrede zij met hem, en plaatste zijn handen op de dijen van de Profeet. Hij ondervroeg de Profeet over Islam, Imaan, Ih’saan (uitmuntendheid in het geloof) en het Laatste Uur en zijn tekenen. De Profeet vrede zij met hem antwoordde hem. Daarna verliet (Djiebriel) hem.De Profeet zei tegen zijn metgezellen:"Dit was (Djiebriel), hij is gekomen om jullie in jullie religie te onderwijzen." (Moesliem). Ook heeft Allah (Geprezen en Verheven is Hij) engelen naar Ibrahiem en Lut vrede zij met hen, in de gedaante van een man gezonden.

4.       Geloven in de taken die zij uitvoeren op Allah’s bevel. Zij prijzen Allah (Geprezen en Verheven is Hij) en aanbidden Hem op elk moment zonder enige verveling of vermoeidheid. Sommige engelen hebben speciale taken die ze moeten volbrengen: (Djiebriel) is de eervolle engel die Allah (Geprezen en Verheven is Hij) neer zendt met openbaring aan de Profeten en Boodschappers. Miekaa-eel is de engel die toezicht houdt op regen en vegetatie, op Allah’s bevel. Israafiel is de engel die op de Hoorn moet blazen wanneer het Uur (de Laatste Dag) is aangebroken, en de doden verrezen moeten worden. Maalik is de bewaker en toezichthouder van de Hel. De engel des doods neemt de zielen in tijdens de dood. Er zijn engelen die toezicht houden op foetussen in de baarmoeder. Wanneer een foetus vier maanden oud is, zendt Allah (Geprezen en Verheven is Hij) een engel neer en beveelt hem de voeding, maximale leeftijd, daden van de foetus te noteren en of het ellendig (naar de Hel voorbestemd) of gelukkig (naar het Paradijs voorbestemd) zal zijn. Er zijn engelen die de daden van de mensen registreren. Zij hebben een registratie van de daden van iedereen. Er zijn twee engelen voor elk persoon, de een aan de rechterkant en de ander aan de linkerkant. Er zijn weer andere engelen die de doden ondervragen wanneer zij zich in hun graven bevinden. Twee engelen komen naar alle dode personen en vragen elk van hen over de Heer die zij aanbaden, de religie die zij volgden en de Boodschapper die zij gehoorzaamden.

Belang van het geloof in de Engelen:

1.         Allah’s Macht, Sterkte en Kracht leren kennen. De gehele kracht van de schepping is een teken van de Kracht van de Schepper.

2.        Allah dank betuigen omdat Hij (Geprezen en Verheven is Hij) zorgt voor de mensheid. Hij heeft engelen aangesteld om ze te beschermen, hun daden te noteren en andere belangrijke taken te vervullen.

3.        Houden van de engelen omdat zij waarachtige aanbidders zijn van Allah (Geprezen en Verheven is Hij). Sommige afgedwaalde mensen verwerpen het bestaan van de engelen in een lichamelijke gedaante. Zij beweren dat de engelen de potentie vormen voor het goede dat de schepping bezit. Dit is een directe afwijzing van het Boek van Allah, de Soennah van Zijn Boodschapper en de Idjmaa’ (consensus, eenheid van

4.       opvattingen) van de moslims. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

Alle lof komt God toe, de Schepper der hemelen en der aarde, Die de engelen tot boodschappers maakt met twee, drie en vier vleugelen. (35:1)

O, had je het slechts kunnen zien, wanneer de engelen de ziel der ongelovigen wegnemen, hun gezicht en hun rug treffende: "Ondergaat de straf van het branden. (8:50)

O, kon je het waarnemen, wanneer de onrechtvaardigen in doodsstrijd zijn en de engelen hun handen uitstrekken, (zeggende): "Geeft uw zielen op. (6:93)

Geen voorspraak geldt bij Hem, behalve voor degenen aan wie Hij het toestaat, tot zij, wanneer de vrees van hun hart wordt weggenomen, zeggen: "Wat zeide uw Heer?" Zij zullen antwoorden: "De Waarheid." En Hij is de Hoogverhevene, de Grote. (34:23)

En engelen zullen van iedere poort tot hen komen, (zeggende): "Vrede zij over u, omdat je geduldig waart; ziet, hoe uitstekend is het uiteindelijke tehuis." (13:23-24)

De Boodschapper van Allah heeft gezegd, wat vertaald betekent: "Wanneer Allah (Geprezen en Verheven is Hij) van een dienaar houdt, roept Hij (Djiebriel) en zegt: "Allah houdt van die en die (persoon), houdt daarom van hem. Dan zal (Djiebriel) van hem houden. Daarna roept (Djiebriel) de bewoners van de hemel en zegt: "Allah houdt van die en die, houdt daarom van hem." Dan zullen de bewoners van de hemel van hem houden. Daarna zal hem acceptatie (onder de gemeenschap van de gelovigen) verleent worden op aarde." (Al-Boekharie).

"Wanneer de dag van Vrijdag aanbreekt, staan er engelen bij elke poort van de Masdjid (moskee). Zij noteren de eerste dan de volgende (persoon die naar de Masdjid komt). Wanneer de Imam zit (wachtende totdat het gebedsoproep is geëindigd zodat hij de toespraak kan beginnen), sluiten zij de boeken en komen dan luisteren naar de Dhikr (de gedachtenis aan Allah (Geprezen en Verheven is Hij) die het vrijdagstoespraak bevat)."

De bovenstaande teksten zijn duidelijk in hun betekenis dat de engelen lichamelijke gedaantes bezitten en niet een toestand van de geest zijn, zoals de afgedwaalden beweren.De ware betekenis van deze teksten, die verklaren dat de engelen in een lichamelijke gedaante bestaan, wordt door de gehele Oemmah geaccepteerd.


Hoofdstuk 6 Geloof in de Boeken

Koetoeb (boeken) is het meervoud van Kitab (boek). Het zijn Koetoeb omdat zij geschreven zijn (maktoob). Met Boeken wordt hier bedoeld, de Boeken die Allah (Geprezen en Verheven is Hij) naar Zijn Boodschappers heeft gezonden, als een genade en leiding voor de mensheid. Deze Boeken zijn bestemd om de mensheid te leiden naar datgene wat vreugde brengt in dit leven en het Hiernamaals.

Er zijn vier aspecten van het geloof in de Boeken:

1.    Geloven dat zij waarlijk door Allah (Geprezen en Verheven is Hij) zijn neergezonden.

2.    Geloven in de Boeken waarover de mensheid is geïnformeerd, zoals de Koran, die naar Mohammed neergezonden is, de Thora die naar Mozes is neergezonden, de Indjiel (evangeliën) die is neergezonden naar Jezus en de Zabor (Psalmen) die is neergezonden naar David, vrede zij met hen allen. We geloven ook in de andere boeken die door Allah (Geprezen en Verheven is Hij) zijn neergezonden, ook al kennen wij hun namen niet.

3.    Geloven in alles wat de Boeken bevatten, zoals alles wat de Koran bevat en gedeeltes van voorgaande Boeken die niet vervalst zijn.

4.    De geboden naleven die in de Boeken staan, tenzij Allah (Geprezen en Verheven is Hij) het tegengestelde door Naskh (abrogatie) heeft bevolen. We dienen alles te accepteren wat deze Boeken aan Geboden bevatten, ook al weten wij niet wat voor wijsheid erachter ligt. Alle voorgaande boeken zijn overstemd door de Koran. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

En Wij hebben u het Boek (de Koran) met de waarheid geopenbaard vervullende hetgeen daarvóór in het Boek (de Bijbel) was (verkondigd) en als bewaker daarover. (5:48)

Dit betekent dat de Koran heerst over alle andere Boeken. Daarom mag geen enkel Gebod die in andere Boeken dan de Koran staan nageleefd worden, tenzij het in overeenstemming is met de Koran.

Belang van het geloof in de Boeken:

1.Weten dat Allah (Geprezen en Verheven is Hij) zorgt voor Zijn dienaren door hun Boeken neer te zenden om hen te leiden.

2. Allah’s Wijsheid kennen in alles wat Hij Beveelt. Hij heeft elk volk bevolen wat bij hen past: Voor iedereen bepaalden Wij een wet en een weg. (5:48)

3.Allah danken voor Zijn gunsten, omdat Hij (Geprezen en Verheven is Hij) deze Boeken heeft neergezonden om de mensheid te leiden.


 Hoofdstuk 7

 Geloof in de Boodschappers

De Boodschappers zijn gezonden om een Boodschap over te dragen. Zij zijn degenen aan wie Allah (Geprezen en Verheven is Hij) de openbaring heeft gezonden en die Zijn Wet mededelen. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft hen bevolen deze Boodschappen over te dragen. De eerste Boodschapper die gezonden was is Noach en de laatste is Mohammed, vrede zij met hen allen. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

Waarlijk, Wij hebben u de openbaring gezonden, zoals Wij Noach en de profeten na hem openbaring zonden... (4:163)

Anas ibn Malik (moge Allah tevreden met hem zijn)heeft overgeleverd dat de Profeet heeft gezegd, tijdens zijn Hadith over Shafa’ah (het recht van voorspraak ten behoeve van de mensheid, die Allah (Geprezen en Verheven is Hij) aan Zijn Boodschappers heeft geschonken op de Laatste Dag), "Mensen zullen bij Adam komen om namens hun voorspraak te doen maar hij wijst deze af door te zeggen: "Ga naar Noach, de eerste Boodschapper die Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft gezonden..." (Al-Boekharie)

Ook heeft Allah (Geprezen en Verheven is Hij) gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

Mohammed is niet de vader van één uwer mannen, maar de boodschapper van God en het zegel der profeten; (33:40)

Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft Boodschappers naar elk volk gestuurd, en heeft hen voorzien van Wetten die hun volkeren dienden te volgen. Sommige Boodschappers werden gezonden om een Boodschap van een voorgaande Boodschapper te doen herleven. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

En voorzeker Wij wekten onder elk volk een boodschapper op, "Aanbidt God en vermijdt de boze." (16:36)

…en er is geen volk waaronder zich geen boodschapper heeft bevonden. (35:24)

Waarlijk, Wij zonden de Torah neer, waarin leiding en licht was, waarmee de profeten die gehoorzaam waren recht spraken voor de Joden... (5:44)

De Boodschappers zijn slechts mensen en zij bezitten geen eigenschappen die hen tot god maken. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) beschreef zijn Boodschapper, Mohammed, de meester van alle Boodschappers en de beste van alle mensen, door het volgende te zeggen:

Zeg: "Ik heb buiten hetgeen God wil, geen macht over goed of kwaad voor mijzelf. En als ik het onzienlijke kende zou ik een overvloed van goed hebben bemachtigd en het kwade zou mij niet hebben gedeerd. Ik ben slechts een waarschuwer en een drager van goede tijding voor een volk dat gelooft." (7:188)

Zeg: "Ik heb (uit mijzelf) geen macht u goed of kwaad te doen." Zeg: "Voorzeker, niemand kan mij tegen God beschermen, noch kan ik een andere schuilplaats vinden buiten Hem – (72:21-22)

De Boodschappers zijn slechts mensen. Zij worden ziek en sterven, zij hebben eten en drinken nodig en zij hebben andere menselijke behoeften. Abraham beschreef zijn Heer door te zeggen, zoals in de Koran wordt genoemd:

En Die mij voedsel en drank geeft.  En Die mij geneest wanneer ik ziek ben; En Die mij zal doen sterven en daarna weer tot het leven terugroepen. (26:79-81)

Ook heeft de Profeet, vrede zij met hem, gezegd, wat vertaald betekent: "Ik ben slechts een mens, net zoals jullie, ik vergeet net zoals jullie vergeten, wanneer ik vergeet, herinner mij dan." (Al-Boekharie en Moesliem)

Allah (Geprezen en Verheven is Hij) beschreef de Boodschappers, terwijl Hij ze prees, dat zij de hoogste rang die bereikt kan worden hebben bereikt in Zijn aanbidding. Hij heeft over Noach gezegd:

.. Hij was inderdaad een dankbare dienaar." (17:3)

en over Mohammed:

Gezegend is Hij, die de Forqaan (het onderscheid) aan Zijn dienaar heeft neder gezonden, opdat hij een waarschuwer moge zijn voor alle volkeren. (25:1)

en over Abraham, Ish’aak en Ja’cob:

En gedenk Onze dienaren Abraham, Izaak en Jacob, de bezitters van macht en inzicht. Wij verkozen hen in het bijzonder - ter vermaning betreffende het laatste tehuis. En waarlijk, zij zijn in Onze ogen de uitverkorenen en de goeden (38:45-47)

en over Jezus:

Hij (Jezus) is niets dan een dienaar wie Wij Onze gunst schonken en Wij stelden hem tot voorbeeld voor de kinderen van Israël. (43:59)


Geloof in de Boodschappers bestaat uit vier onderdelen:

1. Geloven dat hun Boodschap waarlijk van Allah komt. Een ieder die niet gelooft in een Boodschapper, heeft ongeloof in alle Boodschappers verklaard. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

Het volk van Noach verloochende de boodschappers (26:105)

Allah (Geprezen en Verheven is Hij) beschouwde het volk van Noach als ongelovigen in alle Boodschappers, ook al geloofden zij alleen niet in een Boodschapper.Daarom zijn de Christenen, die niet in Mohammed vrede zij met hem geloven en hem ook niet volgen, ongelovigen in Jezus, de zoon van Maria. Jezus gaf de blijde tijding van de komst van Mohammed naar de Christenen. Deze blijde tijdingen zullen de Christenen niet baten als zij Mohammed vrede zij met hem niet volgen naar de leiding en de Rechte Weg.

2.Geloven in de Boodschappers over wie wij zijn ingelicht, zoals Mohammed, Abraham, Mozes, Jezus en Noach. Dit zijn de vijf sterkste Boodschappers. Allah heeft hen in twee verzen van de Koran genoemd: En toen Wij met de profeten een verbond sloten: met u, met Noach, Abraham, Mozes, en Jezus de zoon van Maria, sloten wij een hecht verbond. (33:7)

Hij schreef u dezelfde godsdienst voor, die Hij aan Noach oplegden en die Wij bovendien aan u openbaren en die Wij Abraham, Mozes en Jezus oplegden: "Bevestigt deze godsdienst en weest er niet in verdeeld." (42:13)


We dienen ook in alle andere Boodschappers en Profeten te geloven, wiens namen ons niet genoemd zijn: En Wij zonden boodschappers vóór u, sommigen van hen hebben Wij vermeld en anderen hebben Wij niet genoemd ... (40:78)

3.Geloven in al hetgeen de Boodschappers ons hebben gebracht.

4. De Wetten naleven van de Boodschapper die naar ons was gezonden; Mohammed, de laatste Boodschapper. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft Mohammed naar de gehele mensheid gezonden:

Maar neen, bij uw Heer, zij zullen geen gelovigen zijn, voordat zij u (profeet) tot rechter maken over al hun geschillen en in hun hart geen aarzeling vinden aangaande hetgeen gij oordeelt en zij zich geheel en al onderwerpen (4:65)

Belang van het geloof in de Boodschappers:

1. Weten hoe Allah (Geprezen en Verheven is Hij) voor Zijn dienaren zorgt door Boodschappers naar ze te sturen die hen leiden naar Zijn Weg. De Boodschappers onderwezen hun volkeren hoe Allah (Geprezen en Verheven is Hij) te aanbidden, omdat het menselijke verstand niet kan weten hoe Allah (Geprezen en Verheven is Hij) aanbeden dient te worden zonder leiding van Hem.

2. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) dank betuigen voor dit prachtig geschenk.

3. Plichtsgetrouw houden van, respecteren en prijzen van de Boodschappers van Allah (Geprezen en Verheven is Hij). Zij zijn Allah’s Boodschappers, zij hebben Hem aanbeden, Zijn Boodschap medegedeeld en gaven de beste adviezen aan Zijn dienaren. Veel opstandige mensen verwierpen hun Boodschappers, en beweerden dat Allah’s Boodschappers geen mens konden zijn. Allemaal noemden zij deze bewering en weerlegden het:

En niets heeft de mensen belet te geloven toen de leiding tot hen kwam dan het feit dat zij zeiden: "Heeft God een mens als boodschapper gezonden?" Zeg: "Hadden er op aarde engelen in vrede en rust rondgelopen dan zouden Wij ongetwijfeld uit de hemel een engel als boodschapper tot hen hebben gezonden." (17:94-95)

Allah heeft deze bewering weerlegd, zeggende dat de Boodschappers wel vanuit de mensen gezonden moesten worden, omdat zij naar de mensen van de aarde zijn gezonden, die ook mensen zijn. Indien de bewoners van de aarde engelen waren, dan zou Allah (Geprezen en Verheven is Hij) Boodschappers onder de engelen gezonden hebben. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) noemt wat de ongelovigen in de Boodschappers zeiden:

... "ﷻ‬ bent slechts mensen als wij; je wenst ons afkerig te maken van hetgeen onze vaderen aanbaden. Brengt ons daarom een duidelijk bewijs." Hun boodschappers zeiden tot hen: "Wij zijn inderdaad stervelingen zoals gij, maar God bewijst gunsten aan wie van Zijn dienaren Hij wil. Het is niet aan ons u een bewijs te brengen, dan door het gebod van God. (14:10-11)


 Hoofdstuk 8

 Geloof in de Laatste Dag

De Laatste Dag is de Dag dat de mensen vergolden zullen worden en gevraagd zullen worden omtrent hun daden en hiervoor beloning of straf zullen ontvangen. Het wordt ‘de Laatste Dag’ genoemd, omdat het de laatste dag zal zijn, er zal geen dag hierna volgen. Daarna zullen de mensen van het Paradijs er voorgoed verblijven en er hun plaats in nemen. En de mensen van de Hel zullen hier voorgoed verblijven en er hun plaats in nemen.

Geloven in de Laatste Dag bestaat uit drie onderdelen:

1.Geloven in de Verrijzenis. De Verrijzenis zal plaatsvinden wanneer er voor de tweede keer op de Hoorn geblazen wordt. Daarna zullen de mensen herleven en de ondervraging door de Heer der Werelden onder ogen zien. Zij zullen noch schoenen dragen noch zullen zij besneden zijn, en zij zullen naakt zijn en zichtbaar voor anderen zijn in deze toestand (iedereen zal echter beziggehouden worden door datgene waar zij tegenover zullen verschijnen en de ontbering van de Dag des Oordeels. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

De Dag, waarop Wij de hemelen zullen oprollen zoals een schrijver zijn geschriften oprolt. Gelijk Wij de schepping eerst begonnen, aldus zullen Wij haar terugbrengen - een Belofte van Ons; voorwaar Wij zullen deze nakomen. (21:104)

De Verrijzenis is een ware gebeurtenis die de Koran, de Soennah en de consensus (eenheid van opvattingen) van moslims bevestigd hebben. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

Voorzeker daarna sterf je.

En op de Dag der Verrijzenis zul je worden opgewekt. (23:15-16)

De Profeet vrede zij met hem heeft gezegd, wat vertaald betekent: "Op de Dag des Oordeels zullen de mensen vergolden worden terwijl zij op blote voeten en in naaktheid verkeren." (Al-Boekharie en Moesliem)

De moslims zijn eenstemmig in het bevestigen van de Dag des Oordeels. Dit is de wijsheid van Allah, want Hij heeft bepaalt dat de schepping een dag van vergelding voor hun daden zullen hebben, nadat Hij ze Boodschappers gezonden heeft om ze in te lichten over Zijn Geboden. Hij heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

Dacht je, dat Wij u tevergeefs schiepen en dat je niet tot Ons zult worden teruggebracht? (23:115)

Voorwaar, Hij, Die de verkondiging van de Koran u oplegde, zal u tot de plaats van terugkeer brengen. (28:85)

2.Geloven in de Vergelding. Op de Laatste Dag zal de dienaar beloond of gestraft worden voor zijn daden. Dit feit werd ook door de Koran, Soennah en de consensus van de moslims bevestigd. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

Voorwaar, hun terugkeer is tot Ons. Dan zullen Wij rekenschap van hen vragen (88:25-26)

Wie een goede daad verricht zal tienmaal zoveel ontvangen, maar wie een slechte daad verricht zal alleen een daaraan gelijke vergelding ontvangen; hun zal geen onrecht worden aangedaan. (6:160)


En Wij zullen weegschalen der gerechtigheid instellen op de Dag der Opstanding, zodat geen enkele ziel in enig opzicht onrecht zal worden aangedaan. En al was het slechts het gewicht van een mosterdzaadje, Wij zullen het naar voren brengen en Wij zijn voldoende als Rekenaar. (21:47)

De Profeet, vrede zij met hem,heeft gezegd: "Allah (Geprezen en Verheven is Hij) zal de gelovige dichter bij Hem brengen, en zal hem beschermen tegen blootstelling (van zijn slechte daden in het zicht van iedereen). Hij (Geprezen en Verheven is Hij) zal zeggen: "Herinner jij je die en die (slechte) daad? Herinner jij je die en die (slechte) daad?" Hij zal zeggen: "Ja, o mijn Heer!" Wanneer Hij zijn bekentenis krijgt voor zijn slechte daden, en hij (de dienaar) denkt dat hij de ondergang is genaderd, zal Hij (Geprezen en Verheven is Hij) zeggen: "Ik heb je beschermd (tegen blootstelling van deze slechte daden tegenover anderen) gedurende jou leven. Vandaag zal ik ze voor je vergeven." Dan zal hem zijn opgetekende daden gegeven worden. Wat de ongelovigen en de hypocrieten betreft, zij zullen in het openbaar geroepen worden: "Dit zijn degenen die over hun Heer hebben gelogen (die Zijn Leiding niet volgden die Hij met Zijn Profeten had gezonden). Daarom zal Allah’s vloek over de onrechtvaardigen heersen." (Al-Boekharie en Moesliem)

"Eenieder die zich voorneemt een goede daad te verrichten, en deze ook verricht, Allah zal het voor hem als tien tot zevenhonderd of meer goede daden noteren. Eenieder die zich voorneemt een slechte daad te verrichten, en deze ook verricht, Allah zal deze als een slechte daad noteren." (Al-Boekharie en Moesliem)

Moslims zijn het er met elkaar over eens dat de Dag des Oordeels zal plaatsvinden. Dit is de Wijsheid van Allah (Geprezen en Verheven is Hij). Hij heeft de boeken geopenbaard, de Boodschappers gezonden en gebood dat zij geaccepteerd, gevolgd en gehoorzaamd dienen te worden.Hij heeft bevolen dat eenieder die zich tegen ze verzet (tegen de Boeken en de Boodschappers) bevochten dienen te worden. Hij heeft het toegestaan om hun bloed te vergieten, hun kinderen, vrouwen en bezittingen in beslag te nemen. Indien er geen Dag van Vergelding zou zijn, dan zou dit Gebod tijdverspilling zijn. Allah is immuun voor zulk spelvermaak:

En Wij zullen degenen, tot wie de boodschappers waren gezonden zeker ter verantwoording roepen; en Wij zullen de boodschappers ook ondervragen. Dan zullen Wij hen zeker met kennis doen weten; want Wij zijn nooit afwezig (7:6-7)

3. Geloven in het Paradijs en de Hel. Zij vormen de uiteindelijke bestemming voor eenieder die een van deze verdient, en voor eeuwig. Het Paradijs is de bestemming van de uiterste vreugde en geluk die Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft bereid voor de gelovigen die Hem vreesden, geloofden in wat Hij van ze eiste; om in Hem en Zijn Boodschapper te geloven en Ze te gehoorzamen. Zij zijn degenen die oprecht waren naar Allah, en zij waren de volgelingen van Zijn Boodschappers. Het Paradijs bevat aan Allah’s gunsten ‘wat geen oog ooit heeft gezien, wat geen oor ooit heeft gehoord en wat geen verstand ooit heeft verbeeld (van de vreugde die Allah (Geprezen en Verheven is Hij) voor de gelovigen verborgen heeft gehouden)." (Al-Boekharie en Moesliem)

Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

Doch zij die geloven en goede werken doen, zij zijn de beste der schepselen. Hun beloning is bij hun Heer; tuinen der eeuwigheid waardoor rivieren stromen en waarin zij voor altijd zullen vertoeven. God zal welbehagen in hen hebben en zij zullen welbehagen in Hem hebben. Dit is voor hem, die zijn Heer vreest. (98:7-8)

Maar niemand weet welke verkwikking der ogen voor hen verborgen is gehouden als beloning voor wat zij hebben gedaan (32:17)

Wat de Hel betreft, dit vormt de bestemming van de Kwelling en Straf die Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft bereid voor de onrechtvaardige ongelovigen.Zij zijn degenen die ongelovig waren in Hem, en Zijn Boodschappers ongehoorzaam waren. De Hel bevat soorten van straf en kwelling die niemand zich ooit heeft kunnen verbeelden.Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

En vreest het Vuur dat voor de ongelovigen is bereid. (3:131)

Voorwaar, wij hebben de boosdoeners een Vuur bereid, welks omheining hen zal insluiten. Indien zij om hulp roepen, zullen zij worden begoten met water als gesmolten lood, dat hun gezicht zal verbranden. Hoe verschrikkelijk is de drank en hoe vreselijk de rustbank. (18:29)

God heeft de ongelovigen zeker vervloekt en heeft een laaiend Vuur voor hen bereid. Daarin zullen zij voor lange tijd vertoeven en zullen vriend noch helper vinden. De Dag waarop hun gezicht zich in het Vuur zal wentelen zullen zij zeggen: "O, hadden wij slechts God en Zijn boodschapper gehoorzaamd!" (33:64-66)

Geloof in het leven na de dood

Geloven in de Laatste Dag vereist van de moslims om ook in het leven na de dood te geloven en in het volgende:

q  De ondervraging in het graf. De doden zullen ondervraagd worden in hun graven, over de Heer, de religie en de Profeet die zij tijdens hun leven hebben gevolgd. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) zal de gelovige leiden om hetgeen te zeggen wat noodzakelijk is: "Allah is mijn Heer, mijn religie is de Islam, en mijn Profeet is Mohammed, vrede zij met hem." Wat de onrechtvaardige betreft, Allah zal hem leiden naar dwaling door te zeggen, als antwoord op bovenstaande vragen: "Wat! Wat! Ik weet het niet." Ook de hypocrieten en degenen die altijd twijfels hadden over Allah, de religie en de Profeet, zullen zeggen: "Ik weet het niet." Ik hoorde de mensen iets zeggen en ik volgde hen hierin."

q  De kwelling of vreugde in het graf. De onrechtvaardigen, de ongelovigen en de hypocrieten zullen gekweld worden in hun graven. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

O, kon je het waarnemen, wanneer de onrechtvaardigen in doodsstrijd zijn en de engelen hun handen uitstrekken, (zeggende): "Geeft uw zielen op. Deze dag zal u de straf der schande worden toegekend, voor hetgeen gij ten onrechte tegen God zeide en omdat gij u hoogmoedig van Zijn tekenen afwenddet. (6:93)

En over het volk van Farao:

Aan het Vuur zullen zij morgen en avond worden blootgesteld. En de Dag waarop het Uur zal komen, zal er worden gezegd: "Doet Farao’s volk de strengste straf ondergaan." (40:46)

Zaid ibn Thaabit (moge Allah tevreden met hem zijn)heeft overgeleverd dat de Profeet vrede zij met hem tegen zijn metgezellen heeft gezegd: "Ik zou Allah (Geprezen en Verheven is Hij) gevraagd kunnen hebben om jullie te laten horen wat ik hoor van de bestraffing in het graf, maar uit vrees dat jullie elkaar hierna nooit meer zullen begraven (heb ik dit niet gedaan)." Daarna keerde de Profeet vrede zij met hem, zich naar hen toe, en zei: "Zoek toevlucht bij Allah tegen de ellende van het Hellevuur." Zij zeiden: "Wij zoeken onze toevlucht bij Allah tegen de ellende van het Hellevuur." Hij zei: Zoek toevlucht bij Allah tegen de kwelling van het graf." Zij zeiden wij zoeken onze toevlucht bij Allah tegen de kwelling van het graf." Hij zei: "Zoek toevlucht bij Allah tegen alle kwellingen, zichtbaar of verborgen." Zij zeiden: "Wij zoeken onze toevlucht bij Allah tegen alle kwellingen, zichtbaar of verborgen." Hij zei: "Zoek toevlucht bij Allah tegen de kwelling van Al-A’war Ad-Dadjjaal. (de valse Messias)" (Moesliem) ...Zij zeiden: " Wij zoeken onze toevlucht wat betreft de vreugde van het graf, die de gelovigen is geschonken."

Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent: Voorzeker zij, die zeggen: "Onze Heer is God," en daarin standvastig blijven, op hen zullen de engelen nederdalen: "Vreest niet, noch treurt; maar verheugt u over het paradijs dat u wordt beloofd. (41:30)

Waarom dan, wanneer de ziel van (de stervende) zijn keel bereikt En gij ziet toe - op dat ogenblik Zijn Wij dichter bij hem dan gij, maar gij ziet dit niet, Waarom dan, als gij niet onderdanig zijt, Brengt gij haar niet terug indien gij waarachtig zijt? Als hij nu behoort tot degenen, die dicht bij God zijn, Dan is voor hem geluk en geur en een tuin van verrukking (56:83-89)

Al-Baraa-e ibn ‘Aazib heeft overgeleverd dat de Profeet, vrede zij met hem, over de gelovige heeft gezegd, die nadat hij ondervraagd is door de engelen (over de Heer, de religie en de Boodschapper die hij volgde) en nadat hij geantwoord heeft (zeggende dat zijn Heer Allah is, zijn religie de Islam en zijn Boodschapper Mohammed), "Een roeper vanuit de hemel zal dan zeggen: "Mijn dienaar heeft de waarheid gesproken. Daarom voorzie hem (zijn graf) van het Paradijs, kleed hem van het Paradijs en open voor hem een deur naar het Paradijs." Vervolgens zei hij (vrede zij met hem): "Hij zal er rust en parfum van ontvangen.Zijn graf zal voor hem vergroot worden zover zijn blik reikt." (Ahmed en Aboe Dawood)

Belang van het geloof in de Laatste Dag:

1.    Het verlangen om oprechte, goede daden te verrichten, om de goede resultaten van de Dag des Oordeels te verkrijgen.

2.    De angst voor het begaan en het goedkeuren van slechte daden, de kwelling van de Dag des Oordeels vrezend.

3.    De gelovige voelt dat zijn geloof ervoor zorgt dat hij de hardheid die hij in deze wereld moet ondergaan vergeet. Hij is geheel in beslag genomen door het werken in rechtschapenheid om zo de vreugde en goede beloningen van de Laatste Dag te verkrijgen. Sommige ongelovigen verwerpen het idee van leven na de dood, door te zeggen dat dit niet mogelijk is. Deze bewering is vals. Religie, de zintuigen en het verstand worden gebruikt om deze bewering te weerleggen. Wat de religie betreft, Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

De ongelovigen denken dat zij niet zullen worden opgewekt. Zeg: "Ja, bij mijn Heer, gij zult zeker herrijzen; dan zult gij worden onderricht omtrent hetgeen gij deedt. En dat is gemakkelijk voor God." (64:7)

Alle Geschriften zijn het eens met deze zaak. Wat de zintuigen betreft, Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft zijn dienaren getoond hoe Hij de doden doet verwekken in dit leven. In Soerat Al-Baqarah (hoofdstuk 2 van de Koran) heeft Allah vijf voorbeelden genoemd:

1. Het volk van Mozes zei tegen hem: "Wij zullen niet in jou geloven totdat wij Allah (Geprezen en Verheven is Hij) zien zonder een barrière." Zij werden door de dood gegrepen en toen heeft Allah ze weer tot leven gewekt. Om de kinderen van Israël te doen herinneren aan dit verhaal, zegt Allah (Geprezen en Verheven is Hij),wat vertaald het volgende betekent:

En toen jullie zegden: "O Mozes, wij zullen u geenszins geloven, totdat wij God van aangezicht tot aangezicht zien", toen trof jullie een donderslag, terwijl je toekeek. Toen deden Wij jullie verrijzen na uw dood, opdat je dankbaar zou zijn. (2:55-56)

2. Het verhaal van de vermoorde man, over wie de Kinderen van Israël van mening verschilden betreffende de moordenaar. Allah gebood hen een koe op te offeren en hem met een aantal delen (van de koe) te slaan, zodat hij hen kon vertellen wie hem had vermoord.

En toen jullie probeerden een mens te doden en daar onder elkaar over twisten, was God de onthuller van wat je verborgen hield. Toen zegden Wij: "Treft hem (de moordenaar) voor een gedeelte van het vergrijp tegen hem (de gedode)". Aldus geeft God leven aan de doden en toont je Zijn tekenen, opdat je zult begrijpen. (2:72-73)

3. Het verhaal van het volk dat hun land ontvluchtten uit angst om gedood te worden door hun vijanden, hoewel hun aantallen uit duizenden bestond. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) deed de dood hen achterhalen en wekte ze daarna weer tot leven.

Weet je niet van degenen, die uit angst voor de dood hun huizen verlieten - het waren er duizenden. God zei tot hen: "Sterft" en dan schonk Hij hen leven. Voorzeker, God is genadig jegens de mensen, maar de meeste mensen zijn ondankbaar. (2:243)


4. Het verhaal van een man die voorbij een dorp liep waarin alle inwoners gestorven waren.Hij kon zich niet voorstellen dat Allah (Geprezen en Verheven is Hij) hen tot leven kon wekken. Allah deed hem sterven voor honderd jaar en wekte hem toen uit de dood:

Of, gelijk degene, die langs een stad komende, welke was ingestort, uitriep: "Hoe zal God haar doen herleven na haar vernietiging?" Toen deed God hem sterven voor honderd jaren; daarna wekte Hij hem op en zei: "Hoelang ben jij hier reeds?" Hij antwoordde: "Ik ben een dag, of een gedeelte van een dag gebleven." Hij zei: "Neen, je bent honderd jaren gebleven. Kijk nu naar uw voedsel en uw drank; zij zijn niet bedorven. En kijk naar uw ezel; (dit is) opdat Wij u tot een teken voor de mensen maken. En kijk naar de beenderen, hoe Wij ze in elkaar zetten en ze daarna met vlees bekleden." En toen hem dit duidelijk werd zei hij: "Ik weet, dat God macht heeft over alle dingen." (2:259)

5. Het verhaal van Abraham die Allah (Geprezen en Verheven is Hij) vroeg hem te tonen hoe Hij de doden doet herleven. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) gebood hem vijf vogels te doden, ze in stukken te snijden en vervolgens te verdelen over de omgeven bergen.Hij zei hem dat hij de dode vogels bij zich moest roepen, en dat deed hij. Deze stukken werden verzameld (door Allah’s Macht) en de vogels kwamen weer levend bij Abraham. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

En toen Abraham zei: "Mijn Heer, toon mij, hoe Gij de doden tot leven opwekt." Hij zei: "Gelooft jij dan niet?" Hij zei: "Ja, maar opdat mijn hart rustig zij." Hij antwoordde: "Neem vier vogels en maak ze aan u gehecht. Zet dan ieder hunner op een heuvel; roep hen dan; ze zullen haastig tot u komen. En weet, dat God Almachtig, Alwijs is. (2:260)

Dit zijn vijf voorbeelden van incidenten die plaats hebben gevonden. Zij bewijzen dat het opwekken van de doden door Allah’s wil kan geschieden. Wat het verstand betreft, er zijn twee manieren waarop deze op de juiste wijze gebruikt kunnen worden om zo de verrijzenis van de doden te bevestigen.:

1. Allah is Degene die de schepping van de hemelen en de aarde begonnen is. Degene die in staat is om de schepping te starten is tevens in staat om het te herstarten. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

En Hij is het, Die de schepping voortbrengt en haar daarna herhaalt, dit is gemakkelijk voor Hem. (30:27)

Gelijk Wij de schepping eerst begonnen, aldus zullen Wij haar terugbrengen - een Belofte van Ons; voorwaar Wij zullen deze nakomen. (21:104)

En de persoon die ontkende dat Allah leven zal geven aan de beenderen wanneer deze zijn weggerot:

Zeg: "Hij, Die hen voor de eerste keer schiep zal hen doen herleven; Hij heeft kennis van de gehele schepping (36:79)

2. Het is opgemerkt dat de bodem uit kan drogen en dat de bomen en planten sterven. Wanneer Allah de regen neder zendt, herleeft de aarde (bodem) weer en planten van alle soorten groeien en worden groen. Degene die de dode aarde doet herleven is ook in staat om de doden te doen herleven. Allah heeft gezegd wat vertaald het volgende betekent:

Dit behoort tot Zijn tekenen, dat gij de aarde droog en verschroeid ziet, maar wanneer Wij er water op nederzenden, beweegt zij zich en zet uit. Zeker Hij, Die haar leven geeft, zal ook de doden opwekken. Voorwaar, Hij heeft macht over alle dingen. (41:39)

En Wij zenden water vol zegeningen uit de hemel neder en Wij brengen daarmee tuinen en graan voort waarvan kan worden geoogst En hoge palmbomen met bloeikolven over elkander gegroeid Als voorziening voor Onze dienaren en Wij verkwikken daarmee een dood land. - Zo zal ook de Opstanding zijn (50:9-11)

Sommige afgedwaalde mensen verwerpen straf of vreugde in het graf, en beweren dat dit niet kan gebeuren. Zij beweren dat als iemand de doden opgraaft, hij de graf in de toestand zal vinden zoals het achtergelaten was en dat deze niet in omvang verandert. Deze bevestiging wordt door de Shari’ah, de zintuigen en het verstand verworpen: Wat de Shari’ah betreft, wij hebben voorheen al een aantal teksten hiervan genoemd. Deze teksten bevestigen de bestraffing of vreugde in het graf. Ibn ‘Abbaas heeft gezegd: "De Profeet, vrede zij met hem, passeerde een aantal ommuringen in Medina.Hij hoorde geschreeuw van twee personen die in hun graf bestraft werden." De Profeet noemde de redenen achter deze bestraffing, "Een van hen beschermde zichzelf (zijn kleren) niet tegen urine. De andere verspreidde tweedracht tussen mensen." (Al-Boekharie). Wat de zintuigen betreft, weten wij, terwijl wij dromen, dat degene die slaapt ziet dat hij zich vermaakt in een reusachtige ruimte of dat hij pijn voelt, omdat hij in een kleine ruimte wordt samengeperst.

Soms wordt iemands slaap onderbroken vanwege zulke nachtmerries, hij bevindt zich echter nog steeds in zijn bed. Slapen is te vergelijken met sterven. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

God neemt de zielen van de mensen op wanneer zij sterven en ook van hen die niet sterven tijdens hun slaap. Dan houdt Hij die, die Hij ten dode heeft opgeschreven en zendt de overigen tot een bepaalde tijd (in het lichaam) terug. Hierin zijn stellig tekenen voor een volk dat nadenkt. (39:42)

Wat het verstand betreft, soms ziet iemand dromen die later misschien in het echte leven kunnen gebeuren. Sommige moslims kunnen de Profeet, vrede zij met hem, in hun droom zien. Eenieder die de Profeet, vrede zij met hem, ziet in de gedaante zoals hij in de boeken van ahadieth wordt beschreven, heeft de waarheid gesproken wat betreft het feit dat hij hem gezien heeft. Dit gebeurt terwijl men zich nog steeds in zijn bed bevindt. Als dit het geval is in dit materiele leven, hoe zit het dan met zaken van het andere leven? Wat betreft hun bewering dat wanneer iemand een dode op zou graven, hij geen sporen van een abnormale verandering, noch in het lichaam of in de graf zelf waarneemt, zeggen wij hierover het volgende:

1. De Shari’ah kan niet worden verworpen door afhankelijk te zijn van deze twijfels. Deze twijfels kunnen makkelijk weerlegd worden, op voorwaarde dat men zijn verstand gebruikt. Er bestaat een bekende gezegde: "Er zijn velen die de waarheid verwerpen, terwijl het probleem bij hun beperkte omvattendheid ligt."

2. Het leven in het graf is een aspect van het ongeziene. De zintuigen kunnen het ongeziene niet onthullen. Indien aspecten van het ongeziene door de zintuigen onthuld zouden worden, dan zou geloof in het ongeziene geen enkel nuttig doel hebben, in wiens geval geloven of niet geloven irrelevant is, omdat er dan geen aspecten zouden zijn in het ongeziene om in te geloven.

3. Slechts de doden voelen de bestraffing of vreugde in het graf. Net zoals een persoon die droomt de enige is die de pijn van het samengeperst worden in een smalle ruimte of de vreugde van het zich bevinden van een open ruimte ervaart. Anderen voelen niet hetzelfde als degene die deze dromen ervaart, en zich echter nog steeds in zijn bed bevindt.De Profeet, vrede zij met hem, was gewoon om openbaringen te ontvangen terwijl hij zich onder zijn metgezellen bevond, terwijl zij de openbaring niet konden horen. Soms kwam de engel in de gedaante van een onzichtbare man. De metgezellen zagen de engel niet, terwijl deze de openbaring aan de Boodschapper overbracht.

4. Mensen hebben maar een beperkte begrip en verstandhouding van het universum. Zij begrijpen alleen datgene wat Allah (Geprezen en Verheven is Hij) hun aan begripsvermogen heeft gegeven. Zij begrijpen niet alles van het bestaan. De zeven hemelen, de aarde en al hetgeen zich hierin bevindt prijzen Allah (Geprezen en Verheven is Hij). Soms geeft Allah (Geprezen en Verheven is Hij) sommige van Zijn schepsels het vermogen om zulke lof aan te horen. Allah heeft gezegd, wat vertaald betekent:

De zeven hemelen en de aarde en degenen die daarin vertoeven prijzen Zijn heerlijkheid. En daar is niets dat Hem niet met de lof die Hem toekomt verheerlijkt; doch je begrijpt hun verheerlijking niet. Voorwaar, Hij is Verdraagzaam, Vergevensgezind (17:44)

Ook duivelen en Jinn lopen op aarde rond. De Jinn kwamen bij de Boodschapper, vrede zij met hem, en luisterden naar zijn recitatie van de Koran. Toen hij klaar was keerden zij terug naar hun volk om de Boodschap aan hen mede te delen. Deze schepping bevindt echter buiten het bereik van het menselijk verstand:

O kinderen van Adam, laat Satan u niet verleiden, zoals hij uw ouders uit het paradijs verdreef en hen van hun kleding beroofde, opdat hij hun hun naaktheid mocht tonen. Waarlijk, hij ziet u, hij en zijn stam, vanwaar gij hen niet ziet. Voorzeker, Wij hebben de duivelen vrienden gemaakt voor hen, die niet geloven (7:27)

De schepping kan noch hetgeen bereiken wat hun begrip te boven gaat, noch het gehele bestaan begrijpen. Daarom behoort men niet te redetwisten in zaken van het ongeziene die hij niet begrijpt.


 Hoofdstuk 9

 Geloof in al-Qadar

Al-Qadar is Allah’s predestinatie van metingen en onderhoud van alles en iedereen, volgens Zijn Kennis en Wijsdom.

Aspecten van Geloof in al-Qadar:

1. Het geloof dat Allah’s Kennis alles omvat, elke zaak, groot of klein, en tijdsplannen van alles wat in dit universum gebeurt. Allah’s Kennis omvat al zijn Handelingen en de handelingen die door Zijn slaven verricht worden.

2. Geloven dat Allah (Geprezen en Verheven is Hij) al

les in een boek heeft genoteerd die Hij bij Zich houdt, genaamd "Al-Lawh’ Al-Mah’foodh" (het bewaarde/beschermde Boek)

Hij heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

Weet je niet dat God al hetgeen in de hemelen en op aarde is, kent? Voorwaar dat is vastgesteld in een Boek, dat is gemakkelijk voor God. (22:70)

Abdoellah ibn ‘Amr ibn al-’Aas heeft gezegd dat hij de Boodschapper van Allah, vrede zij met hem, heeft horen zeggen:"Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft de berekeningen van alle zaken die de schepping toebehoort vijftigduizend jaar voordat Hij de hemelen en de aarde schiep genoteerd." (Moesliem)

3. Geloven dat niets, of dit nou in relatie is tot Allah’s Handelingen of handelingen die door zijn dienaren verricht worden, kan gebeuren zonder Zijn Toestemming. Hij heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

Uw Heer schept en kiest wat Hij wil, zij (de afgoden) hebben geen keuze. (28:68)

..En God doet, wat Hij wil. (14:27)

Hij is het, Die u in de baarmoeder vormt zoals Hij wil... (3:6)

Wat betreft handelingen die door Zijn schepsels verricht worden, zegt Allah: En indien God wilde, zou Hij hun macht tegen u hebben gegeven; dan zouden zij zeker tegen u hebben gevochten. (4:90)

En als God het wilde, zouden zij dit niet hebben gedaan, laat hen daarom met rust met hetgeen zij verzinnen. (6:137)

4.Geloven dat Allah (Geprezen en Verheven is Hij) de gehele schepping, al hetgeen zij aan eigenschappen bezitten en al hun handelingen heeft gecreëerd:

God is de Schepper van alles en de Voogd over alle dingen (39:62)

Hij heeft alles geschapen, en het de juiste maat gegeven. (25:2)

Ook Abraham zei tegen zijn volk, zoals in de Koran wordt genoemd: Terwijl God u en uw handwerk heeft geschapen?" (37:96)

Geloven in al-Qadar zoals boven is beschreven, betekent niet dat mensen geen macht hebben over de handelingen die zij kiezen. De Islamitische Shari’ah en de realiteit bevestigen dat een persoon een eigen wil heeft: Wat de Shari’ah betreft, Allah heeft over iemands eigen wil gezegd, wat vertaald betekent: Daarom, laat hij die het wil een toevlucht bij zijn Heer zoeken. (78:39)

... komt daarom tot uw akker, zoals het je behaagt ... (2:223)

Wat betreft iemands macht over zijn handelingen: Weest godvruchtig naar vermogen, luistert, gehoorzaamt en geeft weg, dat is beter voor u. En degenen die voor eigen vrekkigheid zijn behoed zullen slagen. (64:16)

God belast geen ziel boven haar vermogen. Voor haar is wat zij verdient en tegen haar is ook wat zij verdient. (2:286)

Wat de realiteit van zaken betreft, elk mens weet dat hij een eigen macht en wil heeft. Hij gebruikt zijn macht en wil om zich over te geven aan handelingen of deze naar keuze te vermijden.

Mensen maken onderscheid tussen dat wat zij door hun eigen wil doen en datgene waar zij geen macht over bezitten, zoals rillen als gevolg van ziekte of extreme kou. De macht en wil van de mens is echter wel onder toezicht van Allah’s Wil en Macht: Voor hem onder u die oprecht wil wandelen. En gij zult niets willen behalve wat God wil, de Heer der Werelden (81:28-29)

Het universum is Allah’s eigendom en niets gebeurt in Zijn Koninkrijk zonder Zijn Kennis en Zijn Toestemming. Geloof in al-Qadar, zoals boven is toegelicht, kan geen excuus zijn voor mensen om te zondigen of na te laten wat zij verplicht waren te doen. Dit excuus kan worden afgewezen door de volgende argumenten:

1. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

Zij die afgoderij bedrijven, zullen zeggen: "Als God het had gewild hadden wij noch onze vaderen afgoderij bedreven, noch hadden wij iets onwettig verklaard." Op dezelfde wijze loochenden ook zij die vóór hen waren, totdat zij Onze straf ondergingen. Zeg: "Heb je enige kennis? Toont het ons dan. Gij volgt niets dan vermoedens en gij doet niets dan liegen." (6:148)

De ongelovigen hadden geen geldig excuus toen zij zeiden dat hetgeen zij deden was volgens al-Qadar. Indien dit excuus geldig zou zijn, waarom zou Allah (Geprezen en Verheven is Hij) ze dan straffen voor hun zonden?

2. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent: Boodschappers, brengende blijde tijding en waarschuwende, dat de mensen geen tegenwerping tegen God zullen maken nadat de boodschappers (waren gekomen). En God is Almachtig, Alwijs. (4:165)

Het neerzenden van Boodschappers vond ook plaats volgens al-Qadar.Dit is de reden waarom de ongelovigen al-Qadar niet kunnen gebruiken als een excuus voor het niet geloven, omdat al-Qadar hen heeft voorzien van de bedoeling om van Allah’s straf te ontkomen door Zijn Boodschappers te volgen.

3. Ali ibn Abi Talib heeft gezegd dat de Profeet zei: "Iemands uiteindelijke bestemming, in de Hel of in het Paradijs, is al bepaald voor een ieder van jullie." Een man zei: "Moeten we hierop vertrouwen (maw het opgeven van het werken aan goede daden), o Boodschapper van Allah?" Hij zei: "Nee, verricht daden, omdat iedereen geholpen zal worden (om op zijn pad te gaan waarvoor hij gekozen heeft en zo zijn bestemming zal bereiken)."

"Daarna reciteerde hij, vrede zij met hem, de Aya:Wat hem betreft die geeft en God vreest… (92:5)

(Al-Boekharie en Moesliem) de bewoordingen zijn van Al-Boekharie)

De overlevering van Moesliem van deze Hadith is: "Allen zullen geholpen worden om hetgeen te volbrengen waarvoor zij geschapen zijn." De Profeet gebood zijn metgezellen om oprechte, goede daden te verrichten en niet op al-Qadar te vertrouwen.

4.Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft Zijn Geboden aan Zijn dienaren medegedeeld en vereist niet van ze om iets te doen wat hun capaciteiten te boven gaat:

Weest godvruchtig naar vermogen…. (64:16)

God belast geen ziel boven haar vermogen. (2:286)

Als de dienaar gedwongen zou worden om welke daad dan ook te verrichten, dan zou Allah van hem vereisen wat boven zijn capaciteiten gaat, en dit is een valse gedachtenis. Om deze reden, vergeeft Allah zonden die vanwege onwetendheid of vergetendheid begaan zijn.

5. Al-Qadar is een kwestie van Allah’s Kennis. Niemand is in staat zijn eigen Qadar te onthullen, tenzij het al is gebeurd. Iemands intentie om een daad te verrichten gaat vooraf aan de handeling. Hij weet niet wat al-Qadar voor hem achterhoudt.Daarom vormt al-Qadar geen geldig excuus voor het zondigen of het nalaten van de Geboden.

6.Men probeert altijd datgene te verkrijgen wat gemakkelijk voor hem is.Niemand met een gezond verstand zou datgene nalaten wat hem materieel voordeel zou brengen, en zeggen dat al-Qadar hem gedwongen heeft om deze weg van handeling te doorlopen.Waarom zou iemand dan al-Qadar als een excuus gebruiken voor het nalaten van datgene wat hem voordeel brengt wat betreft religie en niet hetzelfde doen wat betreft het leven? Als een man een keuze zou moeten maken tussen twee landen waar hij naartoe zou moeten verhuizen, waarbij een van deze landen chaotisch is en vol van incidenten van moord, plundering, verkrachting, onveiligheid en honger. Zou hij dan voor dit land gekozen hebben of zou hij dan naar een ander land zijn gegaan dat veilig en betrouwbaar is, met een overvloed aan materieel genot, waar iemands eer, bezittingen en menselijke rechten beschermd worden? Er bestaat geen twijfel aan dat deze man voor het tweede land zou hebben gekozen, waar hij veilig en wel zal zijn. Niemand met een gezond verstand zou ervoor gekozen hebben om naar het eerste land te gaan, en beweren dat dit zijn Qadar (lot) is. Waarom zou iemand daarom iets kiezen wat hem eerder in de Hel dan in het Paradijs zal doen eindigen, in het Laatste Leven, en beweren dat dit zijn Qadar is? Wanneer iemand ziek is en een medicijn wordt gegeven om in te nemen, zal hij het medicijn innemen, ook al zou hij de smaak ervan niet lekker vinden.Wanneer iemand wordt gezegd om op dieet te gaan, dan zal hij niet datgene eten wat hij lekker vindt,om zo aan dit dieet te voldoen en om fit te blijven. Niemand met een gezond verstand zou geweigerd hebben om medicijnen in te nemen of op medisch dieet te gaan, en beweren dat dit zijn Qadar is. Waarom zou iemand dan het nakomen van de Geboden van Allah en Zijn Boodschapper opgeven, en dus Allah’s Toorn over zich heen laten komen, en beweren dat dit zijn Qadar is?

7. Als de eer en bezittingen van degene, die de Geboden nalaat en zich toegeeft aan zonden, aangevallen zou worden, zou hij dan het excuus van de aanvaller accepteren, als deze zou zeggen dat hij hem aangevallen heeft omdat dit zijn Qadar is, en daarvoor daarom niet beschuldigd kan worden ? Nee, inderdaad. Waarom weigert deze persoon dan al-Qadar als een excuus voor wie hem aangevallen heeft, terwijl hij vertrouwd op al-Qadar als een excuus voor het opgeven van Allah’s rechten op hem? Er is overgeleverd dat een man bij ‘Omar ibn al-Khattaab werd gebracht die betrapt werd op diefstal.’Omar gebood dat de hand van deze man eraf gehakt moest worden. De man zei: "Wacht, o leider der gelovigen. Ik heb slechts gestolen omdat dit de Qadar van Allah was." ‘Omar zei: "En wij zullen jou hand er slechts af hakken omdat dit de Qadar van Allah is."

Belang van het geloof in al-Qadar:

1.Alleen op Allah (Geprezen en Verheven is Hij) te vertrouwen wanneer men zich toegeeft aan een bepaalde handeling.Het nemen van noodzakelijke voorzorgsmaatregelen is niet de oorzaak van iemands succes in de voorgenomen daden. Alle zaken bevinden zich volledig onder toezicht van de Qadar van Allah.

2.Wanneer iemand succes heeft bij het verrichten van een handeling, dient hij niet trots te zijn op zichzelf. Alle goede daden worden met succes verricht vanwege Allah’s gunst, omdat Hij geboden heeft dat deze zaak succesvol moet verlopen. Trotsheid zorgt ervoor dat men vergeet Allah (Geprezen en Verheven is Hij) te danken, omdat Hij hem toestemming heeft verleent om deze daad met succes te verrichten.

3.Geloven in al-Qadar zorgt ervoor dat men zich tevreden, veilig en wel voelt. Alle incidenten die een persoon overkomen zijn het resultaat van de Qadar van Allah (Geprezen en Verheven is Hij). Men dient zich niet akelig te voelen vanwege het verlies van iets of omdat hij niet heeft gekregen wat hij wil. Dit alles gebeurd volgens de Qadar van Allah (Geprezen en Verheven is Hij).

Allah (Geprezen en Verheven is Hij) is de Koning en Heer van de hemelen en aarde en Zijn Qadar zal precies volgens Zijn wil verlopen:

Er gebeurt geen ongeluk op aarde of aan uzelf zonder dat het is opgetekend in het Boek voordat Wij het openbaren. Voorzeker - dat is gemakkelijk voor God -

Opdat gij niet moogt treuren over hetgeen gij verloren hebt noch juichen over hetgeen Hij u heeft gegeven, want God heeft geen pocher of opschepper lief (57:22-23)

De Profeet, vrede zij met hem, heeft gezegd: Tevredenheid is de zaak van de gelovige. Voor hem is er in al zijn zaken goeds en dit is slechts voor de gelovige. Als hem iets plezierigs overkomt dan is hij dankbaar en dat is goed voor hem; en als hem iets onplezierigs overkomt dan is hij geduldig en dat is goed voor hem.

(Moesliem)

Twee groepen zijn in dwaling verkeerd met betrekking tot al-Qadar:

1. Al-djabrieyyah: Deze sekte beweerde dat een persoon gedwongen wordt om datgene te doen wat hij doet, en geen eigen macht of wil heeft.

2.Al-Qadarieyyah: Zij beweerden dat een persoon een wil en macht heeft dat onafhankelijk is van Allah’s Wil en Macht. De Shari’ah en de realiteit weerleggen de eerste groep, Al-djabrieyyah: Wat de Shari’ah betreft, Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft bevestigd dat mensen een eigen wil en macht hebben:

Onder u waren er die deze tegenwoordige wereld begeerden en er waren onder u die het Hiernamaals begeerden. (3:152)

Zeg: "Het is de waarheid van uw Heer: laat daarom geloven die geloven wil en niet geloven, die niet wil." Voorwaar, wij hebben de boosdoeners een Vuur bereid, welks omheining hen zal insluiten. (18:29)

Wie goed doet, doet dit voor zijn eigen ziel; en wie kwaad bedrijft, het is er tegen. En uw Heer is in het geheel niet onrechtvaardig jegens Zijn dienaren. (41:46)

Wat de realiteit betreft, iedereen weet het verschil tussen handelingen zoals eten, drinken, verkopen en kopen, en tussen hetgeen hun macht te boven gaat, zoals bijvoorbeeld rillen en per ongeluk van het dak af vallen. De eerste type handelingen komen van hem zelf.Hij heeft ze met zijn eigen wil gekozen door zijn macht te gebruiken. De tweede type handelingen gaan zijn macht te boven. De Shari’ah en het verstand weerleggen ook de tweede groep, Al-Qadarieyyah. Allah heeft alles geschapen en niets gebeurt zonder Zijn toestemming. Hij heeft gezegd dat alle handelingen die door Zijn dienaar verricht worden, door Zijn Wil gebeurt:

En indien God wilde, zouden zij, die na hem kwamen, elkander niet hebben bestreden, nadat de duidelijke tekenen tot hen waren gekomen, maar zij twistten, daar sommigen hunner geloofden en anderen verwierpen. En indien God wilde, zouden zij elkander niet hebben bestreden, maar God doet, wat Hij wil. (2:253)

Indien Wij het wilden, zouden Wij aan elke ziel haar leiding kunnen geven, maar Mijn woord werd bewaarheid: "Ik zal de hel met djinn en mensen allen tezamen vullen." (32:13)

Wat het verstand betreft, het universum is Allah’s Koninkrijk en de mensheid vormt een gedeelte van het Koninkrijk.Dus zijn alle mensen bezit van Allah.De dienaar zal niet in staat zijn iets te doen zonder dat zijn Heer, Allah hem daarvoor toestemming verleent.


 Hoofdstuk 10

 De doelen van het Islamitisch Geloof.

De doelen van een persoon vormen de bestemming die hij wenst te bereiken door zekere handelingen te verrichten. Het Islamitische ‘Aqeedah (geloof) heeft doelen en waarden die de bestemming vormen voor een ieder die dit verdient:

1. De tevredenheid van Allah (Geprezen en Verheven is Hij) proberen te verkrijgen en Hem alleen te aanbidden. Allah is de Schepper die geen deelgenoten heeft. Daarom behoort Hij alleen aanbeden te worden en de intentie om Zijn Tevredenheid te bereiken moet bij elke daad dat men verricht plaatsvinden.

2. Het verstand zuiveren van verwarring dat veroorzaakt wordt door het niet volgen van deze ‘Aqeedah. Eenieder die niet gelooft in deze ‘Aqeedah is of een atheïst die materiele zaken aanbidt, of een volgeling van dwaling en duisternis veroorzaakt door valse gedachtenissen.

3.Het verwerven van psychologische en intellectuele voldoening. Degenen die in deze ‘Aqeedah geloven zullen nooit het slachtoffer worden van psychologische complexen of verwarring. Deze ‘Aqeedah bouwt een directe en sterke verhouding tussen de Heer en Zijn dienaar. De gelovige accepteert Allah als zijn Heer, Wetgever en Koning. Hij is overtuigd van dit geloof. Zijn hart is tevreden met het volgen van de Islam en hij zal deze gunst nooit inruilen voor iets anders.

4. Het zuiveren van je intenties en daden. Deze ‘Aqeedah beschermt een persoon tegen dwaling in daden van aanbidding of in het behandelen van anderen. Het vereist van zijn volgelingen om de weg te volgen die de Boodschappers hebben genomen. Deze weg leidt tot veiligheid en zuiverheid in de harten en in de daden.

5. Serieus zijn met betrekking tot alle zaken. Een persoon behoort niet de mogelijkheid voorbij te laten gaan om oprechte, goede daden te verrichten, maar hij neemt elke gelegenheid om Allah’s beloning te ontvangen. Een persoon dient zich altijd te behoeden voor elke weg dat leidt tot zonde, door Allah’s straf te vrezen. Deze ‘Aqeedah vereist van zijn volgelingen om in de Verrijzenis en de Dag des Oordeels te geloven:

En er zijn voor allen graden overeenkomstig hetgeen zij doen en uw Heer is niet onopmerkzaam jegens hetgeen zij doen. (6:132)

De Profeet, vrede zij met hem, heeft deze houding eveneens aangemoedigd: "De sterke gelovige is beter en geliefder bij Allah dan de zwakke gelovige. Beiden bezitten echter (een zekere mate van ) goedheid. Probeer datgene te verkrijgen wat jou voordeel brengt en vertrouw op Allah. Weest niet zwak. Indien jou een rampspoed overkomt zeg dan niet: "Had ik dat maar gedaan, dan zou dit niet gebeurd zijn." Zeg slechts: "Allah heeft dit (deze zaak) besloten en Hij doet wat Hij wil." "Had ik maar", opent wijd de deur voor de duivel om zo zijn werk te doen." (Moesliem)

6. Richt een sterke gemeenschap op die zich inspant om zijn religie te beschermen en zijn doelen standvastig maakt. Deze gemeenschap veronachtzaamt schade dat hierbij samenvalt, terwijl deze zich inspant om de religie te beschermen. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft

gezegd, wat vertaald het volgende betekent:

De ware gelovigen zijn slechts degenen, die in God en Zijn boodschapper geloven en daarna niet twijfelen, doch met hun bezittingen en persoon voor de zaak van God strijden. Zij zijn de waarachtigen. (49:15)

7. Het bereiken van vreugde zowel in dit als het volgende leven, door personen en groepen te helpen naar de Leiding en de gunsten en beloning van hun Heer te verkrijgen:

Die juist handelt, hetzij man of vrouw en een gelovige is, hun zullen Wij voorzeker een goed leven schenken; en gewis zullen Wij hen belonen naar hun beste werken. (16:97)

Dit zijn een aantal doelen die de Islam voor zijn volgelingen tracht te bereiken. We smeken Allah (Geprezen en Verheven is Hij) om ons en de rest van de Moesliems te helpen om deze doelen inderdaad te bereiken.