×
Reiniging speelt een belangrijke rol binnen de Islam en ook bij het gebed. Het gebed kan alleen worden verricht in een toestand van reinheid, die reinheid is te bereiken door een eenvoudige rituele wassing. Deze wassing wordt ’woedoe’ genoemd Deze wassing is in principe voldoende om over te gaan tot het gebed. In enkele gevallen echter is er een grote rituele wassing nodig, de ’ghoesl’. Deze wassing is nodig na het hebben van geslachtsgemeenschap, na een zaadlozing, na afloop van de menstruatie en na afloop van de bloedingen na een geboorte. Verder kan er in enkele gevallen eventueel gebruik gemaakt worden van een reiniging door zuivere aarde, de ’tayammoem’.

 Thema ‘De reiniging’ uit het boek Soeboel Assallaam

 Wetsleer: terminologie en de basis van de leer

 Beschrijving:

Al-fiqh (wetsleer) betekent in het Arabisch letterlijk ‘het begrip’. Technisch (Islamitisch) betekent het: begrip voor/kennis van de leer van de Islamitische wetten/oordelen die uit de gedetailleerde bewijzen/bronnen zijn afgeleid. In deze leer bevinden zich de manieren van aanbiddingen die de moslimdienaar hoort te verrichten en de wetten die te maken hebben met zijn algemene handelingen.

Definitie: aanbiddingen en algemene handelingen.

Aanbiddingen zijn verboden totdat er een geldig bewijs komt dat de aanbidding voorschrijft.

Ook is elke manier van aanbidding verboden totdat er een bewijs komt dat deze manier voorschrijft.

Algemene handelingen zijn toegestaan totdat er een bewijs komt dat het verboden is. Ook zijn de manieren waarop de algemene handelingen worden verricht toegestaan, totdat er een bewijs komt dat deze manieren verbiedt.

De Islamitische wetsleer omvat vijf verschillende oordelen.

 De oordelen

Waadjib (verplicht)

Waadjib is hetgeen dat Allah en Zijn Boodschapper ﷺ‬ heeft bevelen en bevestigd, en wat leidt tot een verplichting.

Door het uitvoeren van waadjib-handelingen verricht men een goede daad; dit leidt tot het verkrijgen van een beloning (adjr). Maar indien men het verlaat, leidt dit tot het begaan van een zonde, en daarmee verdient men een bestraffing.

Alles wat Allah beveelt is een verplichting, tenzij er een bewijs komt dat de verplichting tot een aanbevolen handeling maakt.

 Mandoeb (aanbevolen)

Mandoeb is hetgeen dat Allah en Zijn Boodschapper ﷺ‬  hebben bevolen zonder harde bevestiging in de Koran en de Sunnah.

Door het verrichten van al-Mandoeb verricht men een goede daad die leidt tot beloning (adjr). Maar indien men het verlaat, leidt dit niet tot het begaan van een zonde en loopt men ook niet het risico te worden bestraft.

 Halaal (toegestaan)

Halaal is hetgeen waarover Allah en Zijn Boodschapper geen uitspraak hebben gedaan en/of duidelijk hebben toegelaten.

Wanneer men het verricht en/of verlaat, begaat men geen zonde en wordt niet beloond, tenzij men bij het verrichten ervan zijn intentie naar Allah richt.

Definitie: wanneer Allah en Zijn Boodschapper ﷺ‬  een zaak verbieden en vervolgens het verplichten, leidt het ook tot dit oordeel (Halaal).

Makroeh (afgekeurd)

Makroeh is hetgeen Allah en Zijn Boodschapper ﷺ‬ hebben afgekeurd. Door het verrichten van al-Makroeh begaat men geen zonde. En door het verlaten ervan, wordt men beloond.

 Haraam (verboden)

Haraam is hetgeen Allah en Zijn Boodschapper ﷺ‬  bevolen hebben te verlaten en/of verboden hebben. Door het verrichten van al-Haraam begaat men een zonde en loopt men het risico te worden bestraft. En door het verlaten ervan omwille van Allah wordt men ervoor beloond.

De voorwaarde: is een essentiele aspect dat zich vóór een zaak bevindt; als het aanwezig is, is de zaak aanwezig, en als het niet aanwezig is, is de zaak ook niet aanwezig.

De pilaar: is een essentiele aspect dat zich in een zaak bevindt; als het aanwezig is, is de zaak aanwezig, en als het niet aanwezig is, is de zaak ook niet aanwezig.


 De bewijsvoering

De wetsleer-oordelen worden gevormd door middel van de volgende bewijsvoeringen:

-          Men hoort de hoofdbronnen van de wetsleer aan te houden en hoort zich daar niet van af te wenden;

-          Men hoort alle bewijzen van een onderwerp te verzamelen om bij dat onderwerp tot een oordeel te komen;

-          Men hoort de bewijsvoering en uitleg van de voorafgaande metgezellen van de Profeet ﷺ‬ en de geleerden aan te houden.

 De bronnen/bewijzen

-          De Koran

De Koran is het woord van Allah dat Hij aan Djibriel heeft geopenbaard, die het op zijn beurt aan de Profeet Muhammed ﷺ‬ geopenbaard heeft. Dit is de hoofdbron van alle kennis binnen de Islam. De Koran is de basis van al hetgeen Allah Zijn dienaren voorgeschreven heeft.

-          De Sunnah

De Sunnah is de manier en de uitleg van de wetgeving van de Boodschapper van Allah ﷺ‬ over de wetgeving van Allah ﷺ‬ die Hij in Zijn Koran heeft voorgeschreven. In de Sunnah bevindt zich een gedetailleerde uitleg van wat in de Koran staat. De Sunnah van de Profeet ﷺ‬ heeft een gelijkwaardige autoriteit als de woorden van Allah (in de Koran) met betrekking tot de wetgeving. De Sunnah van de Profeet ﷺ‬ bestaat uit drie soorten, te weten:

-          De uitspraken van de Profeet ﷺ‬.

-          De handelingen van de Profeet ﷺ‬

-          De acceptatie van de Profeetr.

Definitie: ‘Beduiding in geval van nood is een verplichting’. Of wel: ‘Het is niet toegestaan de beduiding uit te stellen wanneer er noodzaak voor is.’

 De consensus (overeenstemming)

Wanneer de geleerden in overeenstemming zijn over een oordeel, wordt dit ook als bewijs gehanteerd. De Profeet ﷺ‬ heeft gezegd: “Voorwaar, mijn gemeenschap wordt niet eenstemmig over dwaling.”

Vele geleerden -zoals imam Ahmad, imam ibn Taymiyyah en imam al-Albaanie- zijn het erover eens dat dit bewijs slechts in de algemeen bekende zaken van de Islam voor kan komen, zoals de verplichting van het gebed, het vasten, en het verbieden van ontucht, alcohol etc. In andere zaken is het namelijk praktisch onmogelijk om tot overeenstemming te komen. Zo zegt imam Ahmad: “Voorwaar, wie beweert dat er over een zaak overeenstemming is, voorwaar, hij liegt.”

 De Sunnah van de metgezellen

De metgezellen van de Profeet ﷺ‬ hebben de correcte en zuivere manier van praktiseren van de Sunnah van de Profeet ﷺ‬ overgenomen. Daarom is het verplicht om hetgeen waarover zij oordelen te volgen en daar niet van af te wijken. Tevens zijn hun uitspraken en handelingen ook een Sunnah. De Profeetr zegt: “Voorwaar, volgt mijn Sunnah en de Sunnah van mijn khulafaa’.”

 Analogie/ vergelijking van motieven

Wanneer zich een nieuwe zaak voordoet waarover de Islam in de vier voorafgaande bronnen geen oordeel heeft uitgesproken, kan door de hooggeleerden een beroep worden gedaan op het motief van een bestaand oordeel om in geval van een nieuwe zaak waarmee het motief overeenkomt, een nieuw oordeel te kunnen uitspreken.

 Terminologie

            Hadieth

Hadieth is hetgeen wat overgeleverd is van de Profeetr en waarin zijn uitspraken, handelingen en acceptaties verhaald worden.

            Athar

Athar is hetgeen wat overgeleverd is van de metgezel van de Profeetr en waarin zijn uitspraken, handelingen en acceptaties verhaald worden.

Een hadieth en of een athar bestaat uit twee onderdelen, te weten:

Keten (a-Ssanad)

Een keten is een reeks van geleerden die een hadieth van elkaar overgeleverd hebben en die eindigd met een metgezel en daarna de profeetr.

Inhoud (al-Matn)

De inhoud van een hadieth is hetgeen dat door de metgezel van de Profeetr  verhaald is.

Een hadieth heeft verschillende oordelen ten aanzien van de authenticiteit ervan, de drie belangrijkste zijn:

Sahieh

Wanneer een hadieth sahieh wordt verklaard door een geleerde, betekent het dat de keten en de inhoud van deze hadieth authentiek zijn verklaard. De geleerden geven het oordeel 'sahieh' aan wanneer degenen die de hadieth overgeleverd hebben, een stabiel geheugen hebben, betrouwbaar zijn en de keten qua verbondenheid intact is. De inhoud van de ahaadith van dit niveau wordt geaccepteerd en dient als bewijs gebruikt te worden.


Hasan

Dit niveau is een niveau lager dan 'sahieh' en wordt toegekend wanneer de overleveraarsketen niet meer intact is doordat bijvoorbeeld één van de overleveraars geen sterk of stabiel geheugen had. De inhoud van de ahaadith van dit niveau wordt ook geaccepteerd en dient ook als bewijs gebruikt te worden.

Da3ief

Wanneer een hadieth da3ief wordt verklaard door een geleerde, betekent het dat de ketting van deze hadieth niet authentiek is verklaard aangezien de overleveraars niet meer intact is, doordat bijvoorbeeld één van de overleveraars een slecht geheugen bezit of de betrouwbaarheid beschadigd is of de ketting qua verbondenheid niet intact is. De inhoud van deze hadieth mag niet als bewijs worden gehanteerd.

 De boeken en geleerden

Vele geleerden hebben hetgeen dat zij van de Profeetr  overgeleverd hebben gekregen, in boeken verzameld.


Enkele van deze geleerden zijn:

Imam al-Bukhaarie

Deze geleerde heeft slechts de authentiek overgeleverde ahadieth in een boek verzameld, en heeft daarin hoge voorwaarden aan de ketting gesteld. Dit boek is het meest betrouwbare boek na de Koran, en is door alle Islamitische geleerden geaccepteerd.

Imam Muslim

Deze geleerde heeft ook slechts de authentiek overgeleverde ahadieth in een boek verzameld, maar de voorwaarden die hij aan de ketting stelde zijn minder hoog dan die van imam al-Bukhaarie heeft gesteld.

Zo zijn er ook andere geleerden die de ahadieth die zij van de Profeetr  overgeleverd hebben gekregen, in een boek verzameld hebben, maar die niet dezelfde hoge voorwaarden aan de ketting stelden zoals de twee imams die hiervoor genoemd zijn. Enkele van deze geleerden zijn: imam aboe Dawoed, imam a-Ttirmidhie, imam ibn Maadjah, imam Annasaa'ie, imam Ahmed, imam Malik, imam al-Bayhaqie, imam ibn Hibbaan en imam Attabaraanie.

Vele geleerden die hen in deze leer gevolgd hebben, hebben zich bezig gehouden met het beoordelen van hetgeen de voorafgaande geleerden overgeleverd hebben. Enkele van deze geleerden zijn: imam ibn Daqieq al-3ied, imam a-Dhahabie, imam ibn al-Qayyiem, imam ibn Radjab, imam ibn Hadjar al-3asqalaanie, imam Assuyoetie en de grote en nobele imam van deze eeuw, imam al-Albanie.

Omdat de manier van de Profeetr de enige is die gevolgd moet worden, zijn vele wetsleerboeken geschreven die gebaseerd zijn op de ahadieth die van de Profeetr verhaald zijn. Eén van deze boeken die door een hooggeleerde (imam ibn Hadjar al-3asqalaanie) samengesteld is, is ‘Buloegh al-Maraam’. Dit betekent: ‘Het bereiken van de (hoogste) behoefte’. In dit boek zijn de ahadiethvolgens de wetsleeronderwerpen opgesteld. Dit boek is overigens door vele geleerden uitgelegd; één van de beste is de uitleg van imam a-Ssan3aanie. Hij noemde zijn boek: ‘Subul a-ssalaam’, dit betekent: ‘De wegen van vrede’.

In wetsleerboeken zijn termen gebruikt om de structuur van de indeling met betrekking tot de onderwerpen te handhaven. Hierbij zijn een aantal termen gebruikt, zoals:

Boek

Onder een boek wordt verstaan; een hoofdonderwerp in de wetsleer, bijvoorbeeld:         de reiniging, het gebed, het vasten, etc. Een boek kan worden opgevat als een hoofdstuk.


            Thema:

Onder een thema wordt verstaan; een onderdeel van het hoofdonderwerp, en kan worden opgevat als een paragraaf van een boek.


 Boek ‘De reiniging’

Men is begonnen met de reiniging omdat het de voorwaarde is voor het verrichten van het gebed.

 1-Thema: de wateren

Men is begonnen met het water omdat men zich moet reinigen voor het gebed, en reiniging kan door middel van het verrichten van de wassing voltooid worden, en de wassing verricht men door middel van water.

 1.1. De zee

 Hadieth 1

Aboe Hurayrah heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allah ﷺ‬ heeft gezegd betreffende de zee: “Zijn water is een bron van reinheid (tahoer) en zijn dode is toegestaan.”[1]

De voltooiing van de hadieth:

 “Een man uit de stam ‘Madlidj’ -3abdu-llaah- kwam naar de Boodschapper van Allah ﷺ‬ en zei: “O Boodschapper van Allah, wij varen in de zee en nemen  weinig water mee, als wij daarmee de wassing verrichten zullen we dorst lijden. Mogen wij met zeewater de wassing verrichten?” De Profeet ﷺ‬ zei: “Zijn water is een bron van reinheid en zijn dode is toegestaan.”

Uitleg:

-          De eigenschap 'bron van reinheid' bevat twee aspecten: van zichzelf rein en reinigend.

-          Dode: de dieren die zonder slachting dood gaan, bijvoorbeeld ten gevolge van een ziekte, gevecht of een natuurlijke dood. Synoniem: kadaver.

-          De dode zeedieren zijn de zeedieren die vóór de vangst gestorven zijn.

Oordelen:

-          De Profeetr  heeft niet alleen het antwoord op hun vraag gegeven maar heeft ze ook de definitie gegeven van zeewater. Zo zien we dat één van de belangrijkste kenmerken van de woorden van de Profeetr  is dat ze alomvattend zijn in woorden, betekenissen en wetten.

-          Zeewater is een bron van reinheid, dat betekent dat men d.m.v. zeewater uit de grote en/of de kleine onreine situatie kan treden (de grote of de kleine wassing ermee kan verrichten), alsook kan men ermee de onreinheden doen verwijderen.

-          De zeedieren die zonder slachting vóór de vangst dood gaan, zijn toegestaan om te eten, ongeacht of ze zich in de zee of aan land bevinden. De Profeetr heeft in zijn uitspraak betreffende dit geen specificering genoemd.

-          Deze hadieth bewijst ook dat het toegestaan is om alle zeedieren te eten, ongeacht of het zeeleeuwen of zeehonden zijn, ook al zijn ze dood gevonden. De algemeenheid in de uitspraak van de Profeet ﷺ‬ is het bewijs hiervoor. En Allah weet het het beste.

 1.2. Het water

 Hadieth 2

Aboe Sa3ied al-Khudrie heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allah ﷺ‬ heeft gezegd: “Voorzeker, het water is een bron van reinheid (tahoer) en niets maakt het onrein.”[2]

De voltooiing van de hadieth:

 “Er werd gezegd: “O Boodschapper van Allah, mogen wij de wassing verrichten uit de put van Bida3ah? Het is namelijk een put waarin menstruatiebloed gegooid wordt, en waarin hondenvlees en viezigheid gegooid wordt.” De Boodschapper van Allahr zei : “Voorwaar, water is een bron van reinheid en niets maakt het onrein.”

Oordelen:

-          Water is een bron van reinheid en zolang water water blijft, en niet verandert(nl. zijn geur kleur en smaak), blijft het de eigenschap bron van reinheid behouden. Dit is een definitie. De volgende hadieth is de voltooiing van dit onderwerp.

 Hadieth 3

Aboe Umaamah al-Baahilie heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allahr heeft gezegd: “Voorzeker, niets maakt het water onrein, behalve hetgeen dat zijn geur, smaak of kleur domineert.”[3]

Oordelen:

-          Hoewel deze hadieth da3ief is verklaard door de geleerden, zijn alle geleerden het erover eens dat de definitie die in deze hadieth voorkomt, juist is.

-          Water blijft water, en verandert niet, zolang één van zijn volgende eigenschappen niet verandert, namelijk: zijn kleur, zijn geur en zijn smaak. En zolang deze drie eigenschappen niet veranderen in water, blijft water een bron van reinheid.

-          Als één van de drie eigenschappen van water door middel van een rein middel veranderd wordt, blijft water van zichzelf rein, maar verliest het de eigenschap ´reinigend´. En als dat het geval is, mag men de wassing daaruit niet verrichten.

 Hadieth 4

3abdu-llah ibn 3umar heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allahr heeft gezegd: “Als het water de hoeveelheid van twee kruiken bereikt, kan het geen onreinheid bevatten”. En in een andere overlevering: “..., wordt het niet onrein”.[4]

Oordelen:

-          Deze hadieth wordt door sommige geleerden als definitie gezien:

- als water de hoeveelheid van twee kruiken bevat, zal het geen onreinheid meer kunnen bevatten, maar als het niet deze hoeveelheid bereikt, kan het wel onreinheid bevatten.

-          Andere geleerden zoals imam ibn Taymiyyah, imam ibn al-Qayyim en imam al-Albaanie zien dit niet als een definiëring, maar zeggen het volgende:

- als het water niet van geur, kleur of smaak verandert, blijft het zijn eigenschap als ‘bron van reinheid’ behouden. De geleerden zijn tot deze oordelen gekomen nadat ze alle ahaadith die met dit aspect te maken hebben bijeen hebben gebracht.

 Hadieth 5

Aboe Hurayrah heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allah ﷺ‬ heeft gezegd: “Niemand onder jullie mag de grote wassing verrichten in stilstaand water terwijl hij djunub is”.[5] “Niemand onder jullie mag urineren in stilstaand water dat niet stroomt, en vervolgens daarin de wassing verrichten”[6], “daaruit”[7], “en mag de grote wassing voor de djanaabah daarin niet verrichten.”[8]

Uitleg:

-          Stilstaand water is: water dat niet stroomt, zoals een sloot en een vijver die niet door grondwater is ontstaan.

-          ‘Djunub’: dat is de situatie waarin men komt als men geslachtsgemeenschap of een natte droom heeft gehad. Bij deze situatie moet de moslim de grote wassing verrichten zodat zijn gebed geaccepteerd wordt.

Oordelen:

-          Het is verboden om uit stilstaand water de grote wassing te verrichten, nadat men erin geurineerd heeft.

-          Het is verboden om in stilstaand water te urineren.

-          Het is verboden om in stilstaand water de grote wassing te verrichten, omdat het water vervuild.

-          Dit water kan namelijk voor landbouw of andere algemene zaken gebruikt worden.

 1.3. De grote wassing verrichten door middel van het overblijfsel van de water dat de vrouw heeft gebruikt en andersom

 Hadieth 6

Een man die de Profeetr vergezeld heeft, heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allahr  heeft verboden dat de vrouw de grote wassing verricht uit het overblijfsel van de man, of dat de man uit het overblijfsel van de vrouw (de grote wassing) verricht. Echter mogen zij tegelijkertijd scheppen.”[9]

Uitleg:

-          Het overblijfsel: het water dat in de emmer overblijft nadat men de grote wassing heeft verricht.

-          Tegelijkertijd scheppen: het tegelijkertijd uit een emmer water scheppen om daarmee de grote wassing te verrichten.

Oordelen:

-          De Profeetr  heeft in deze hadieth verboden dat men uit het overblijfsel van de ander de grote wassing verricht, overigens is dit niet het oordeel van deze handeling. Om tot een oordeel van deze handeling te komen, horen wij de ahadieth die hierna komen, erbij te betrekken.

-          De Profeetr zegt in deze hadieth dat de man en zijn vrouw tegelijkertijd uit één gerei mogen scheppen om de grote wassing te verrichten (zie hiervoor ook hadieth 113).

  Hadieth 7

3abdu-llaah ibn 3abbaas heeft verhaald dat: “de Profeetr de grote wassing verrichtte met het overblijfsel van Maymoenah ”.[10] Degenen van a-Ssunan[11] hebben overgeleverd: “Eén van de vrouwen van de Profeetr verrichtte de grote wassing uit een schaal. Vervolgens wilde de Profeetr  de grote wassing daaruit verrichten. Zij zei toen: “Ik was djunub”. Hij zei: “Voorzeker, het water wordt niet onrein.”[12]

Oordelen:

De geleerden hebben deze hadieth en de hadieth daarvóór en andere ahadieth met elkaar verzoend, en zijn tot de volgende oordelen gekomen:

-          De grote wassing verrichten uit het overblijfsel van een ander die de grote wassing heeft verricht is afgewezen.

-          Het water dat in de emmer overblijft nadat de grote wassing eruit verricht is, blijft rein en reinigend.

 1.4. Het gelik van de hond

 Hadieth 8

Aboe Hurayrah heeft gezegd dat de Profeetr  heeft gezegd: “De reiniging van iemands gerei onder jullie, waar een hond uit gedronken/gelikt heeft, geschiedt wanneer hij deze zeven keer wast. De eerste keer met zand.”[13] En in een andere uitspraak bij imam Muslim: “Laat hem het leeggieten, (en vervolgens...). En in een uitspraak bij imam attirmidhie: “De laatste keer of de eerste keer met zand.”[14]

Bewijsstukken:

-          3abdu-llaah ibn Mughaffal heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allahr beval de honden te doden. Vervolgens zei hij: “Wat hebben jullie met de honden?” Vervolgens liet hij het (bezitten) van de jachthond en de herdershond toe, en hij zei: “Wanneer de hond in een gerei likt, wast het dan zeven keer, en wrijft het de achtse keer met zand.”[15]

Oordelen:

-          Deze overlevering bewijst dat als de hond uit een beker drinkt, of uit een beker likt, deze eerst leeggegoten moet worden, en vervolgens één keer met zand gewassen moet worden, en tenslotte zeven keer met water moet worden gewassen. Ook mag het eerst zeven keer met water gewassen worden, en daarna één keer met zand gewreven worden. De hadieth van 3abdu-llaah ibn Mughaffal geeft een groter aantal keren aan dan de hadieth van aboe Hurayrah. Wanneer in een hadieth een toevoeging is, bevindt zich in die hadieth meer informatie en dient die aangehouden te worden. Tot dit oordeel is o.a. shaykh al-Albaanie gekomen.  

-          Deze overlevering bewijst dat het speeksel van de hond zeer onrein is, en dat men dit zoveel mogelijk moet vermijden.

-          De manier van het wassen die in de overlevering voorkomt, is namelijk de enige manier om deze onreinheid te verwijderen. Men kan en mag deze manier niet veranderen, tevens is het aanhouden van deze manier een gehoorzaming aan de Profeetr en een vorm van aanbidding.

-          Deze hadieth bewijst ook dat zand een bron van reinheid is.

 1.5. De reinheid van de kat

 Hadieth 9

Aboe Qataadah heeft verhaald dat de Profeetr heeft gezegd betreffende de kat: “Voorzeker, het is geen onrein (dier), het is slechts één van jullie omringenden.”[16]

De voltooiing van de hadieth:

“Kabshah de dochter van Ka3b de zoon van Malik, toen zij de vrouw was van aboe Qatadah- heeft verhaald: “Toen aboe Qatadah bij haar binnentrad, heeft zij voor hem een schaal water gegoten, zodat hij daar de wassing uit kon verrichten. Vervolgens kwam er een kat om daaruit te drinken, hij schoof de schaal naar de kat, zodat zij daaruit kon drinken. Vervolgens zei Kabshah: “hij zag mij naar hem kijken en zei: “Ben jij verbaasd o dochter van mijn broeder?” Ik zei: “ja.” Hij zei: “de Profeetr zei: “voorwaar, het is geen onrein dier, het is namelijk één van jullie omringenden.”

Uitleg:

-          Omringenden: de Profeetr heeft de kat vergeleken met de slaven en slavinnen die hun heren omringen: die door hen gevoed en opgevoed worden.

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat de kat en zijn speeksel niet onrein zijn. Zodoende kan een kat meedrinken en mee-eten zonder dat het onreinheden veroorzaakt.

 1.6. De urine van de mens

 Hadieth 10

Anas ibn Maalik heeft gezegd: “Een bedoeïen trad de moskee binnen en urineerde in een hoek van de moskee. Vervolgens berispten de mensen hem, de Profeetr hield hen tegen. Toen hij zijn urinering afmaakte, vroeg de Profeetr  om een emmer water. De Profeetr  goot dat water op de urine.”[17]


De voltooiing van de hadieth:

Het vervolg van de hadieth: “de Profeetr zei tegen hen: “Laat hem en stop zijn urine niet, en giet over zijn urine een emmer water. Voorwaar, jullie zijn namelijk als vergemakkelijkenden verstuurd, en niet als vermoeilijkenden”[18]. “Toen de bedoeïen zijn urinering voltooide, riep de Profeetr  hem naar zich toe en zei tegen hem: “voorwaar, deze moskeeën zijn niet gemaakt om erin te urineren of om te vervuilen, echter zijn deze (moskeeën) voor het gedenken van Allah, en om de Koran te reciteren”. De bedoeïen ging bidden en vervolgens zei hij: “O Allah, heb erbarmen met mij en met Mohammad, en heb met niemand anders naast ons erbarmen.”[19]

Opvoedingsaspecten

Uit deze hadieth kunnen wij de volgende opvoedings- en handelingsaspecten halen, namelijk:

-          de oproeper tot de Islam hoort met wijsheid en kennis van de Islam te handelen en hoort het slechte niet met het slechtere te stoppen, maar hoort het slechte met het minder slechte te stoppen.

-          Als de Profeetr de bedoeïen slecht had behandeld en hem uit de moskee zou hebben gegooid dan zou het nog slechter aflopen dan dat er alleen in de moskee geürineerd zou zijn, namelijk: deze bedoeïen zou terug zijn gegaan naar zijn volk, en vertellen dat de Profeetr de mensen slecht behandelt. En dat zou alleen leiden tot het feit dat mensen afstand zouden nemen van de Islam. Ook heeft hij zijn urinering niet gestopt. Als hij dat wel gedaan zou hebben, zou dat kunnen leiden tot ziektes in bijvoorbeeld de blaas of de urineleider. Echter heeft hij hem zijn urinering laten afmaken en deze urine verwijderd met water.

-          Men mag de ander niet berechten voordat hij hem kennis heeft gegeven over hetgeen hij gedaan heeft.

-          Adviseren en niet voor schut zetten

-          Alle soorten van geweld veroorzaken kwaad.

Zo zien we dat de Islam op de kleinste aspecten let die een grote invloed kunnen hebben. En zo zien we dat de Profeetr werkelijk als barmhartigheid voor de werelden is gestuurd.

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat de urine van de mens onrein is. Deze onreinheid kan met water verwijderd worden.

-          Het is verboden om de urinering van iemand te stoppen of te laten stoppen, opdat men diegene geen kwaad berokkent. De Profeetr zei tegen zijn metgezellen toen zij de bedoeïen probeerden te stoppen: “Onderdruk hem niet”.

-          Degene met kennis hoort met degene zonder kennis geduld te hebben en te adviseren.

-          Men hoort het zo makkelijk mogelijk –binnen de grenzen van de Islam- voor de ander te maken, door op een rustige en wijze manier de ander te adviseren.

 1.7. De vissen, de sprinkhanen, de lever en de milt

  Hadieth 11

3abdu-llaah ibn 3umar heeft gezegd dat de Boodschapper van Allahr gezegd heeft: “ons zijn twee doden en twee bloedrijke organen toegestaan gemaakt, de doden zijn namelijk: de sprinkhanen en de vissen, en de bloedrijke organen zijn: de milt en de lever.”[20]


Bewijsstukken:

Allah zegt:

“Verboden voor jullie zijn het dode[21], het bloed en het vlees van het varken en hetgeen waarover anders (dan de naam) van Allah is uitgesproken, het gewurgde, het geslagene, het gevallene, het gestokene en dat waar de wilde dieren van gevreten hebben, behalve wat jullie geslacht hebben.” (Vers: 5/3).

Oordelen:

Nadat de geleerden het vers en de hadieth met elkaar verzoend hebben zijn zij tot de volgende oordelen gekomen:

-          Elk dier dat zonder slachting gestorven is, is verboden te eten, behalve de sprinkhaan en de vissen.

-          De milt en de lever zijn toegestaan om te eten.

 1.8. Het vallen van de vlieg in de drank

 Hadieth 12

Aboe Hurayrah heeft gezegd dat de Boodschapper van Allahr  heeft gezegd: “als de vlieg in de drank van iemand onder jullie valt, voorwaar, laat hem het dan in de drank dompelen, en het er vervolgens uithalen, voorwaar, in één van haar vleugels bevindt zich ziekte, en in de andere medicijn.”[22] (De vlieg) behoedt zich (van het kwaad) met de vleugel waarin ziekte bevindt.”[23]

Uitleg:

-          “En vervolgens”: dit wijst erop dat men de vlieg een tijdje in het water gedompeld hoort te laten.

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat het toegestaan is dat men een vlieg doodt omdat hij schadelijk is.

-          Deze hadieth bewijst dat de Profeetr ons leert om te gaan met zelfs de kleinste aspecten die voor ons schadelijk zijn en dat hij niets van de boodschap heeft achtergehouden. Zodoende mogen wij niet over de zaak die in deze hadieth vermeld is twisten, en horen wij het aan te nemen.

-          Als een vlieg in een glas water terecht komt, hoort men het in het water te dompelen en het er vervolgens uit te halen, wat ook betekent dat het water niet verontreinigd is.

 Hadieth 13

Aboe Waqid Allaythie heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allahr heeft gezegd: “Al wat van een dier afgesneden is terwijl het leeft, voorwaar, het is een kadaver.”[24]

De voltooiing van de hadieth:

“de Boodschapper van Allahr kwam naar medienah waar mensen waren die het vet van de lammen en de bulten van de kamelen afsneden. Hij zei daarop: “Hetgeen wat van een dier afgesneden is terwijl het leeft, voorwaar, het is een kadaver.”

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat hetgeen men van een levend dier afsnijdt aan vlees, vet, of een orgaan, hetzelfde oordeel heeft als het dode (kadaver). Dit betekent dat het onrein is, niet gegeten en niet verkocht mag worden.


 2-Thema: Het gerei

 2.1. Gouden en zilveren gerei

 Hadieth 14

Hudhayfah ibn al-yamaan heeft verhaald, hij zei: “De Profeetr heeft gezegd: “Drinkt niet uit gouden of zilveren gerei en eet niet in gouden of zilveren schotels. Voorwaar, deze zijn voor hen in het wereldse, en voor jullie in het hiernamaals.”[25] 

Uitleg:

-          “Gerei”: al wat men tot het verrichten van een bezigheid nodig heeft: pannen, schalen, schotels en bekers.

-          “Voor hen”: hiermee bedoelt de Profeetr: voor de ongelovigen.

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat het eten of drinken in gouden of zilveren gerei voor een moslim verboden is. Echter bewijst deze hadieth ook dat het gehele voorwerp van goud of zilver moet zijn, wil het verboden zijn om erin te eten.

-          Deze hadieth bewijst ook dat het eten met zilveren of gouden bestek verboden is. De reden van het verbieden is namelijk dat het goud en of zilver is.

 Hadieth 15

Umm Salamah heeft verhaald, zij zei: “De Boodschapper van Allahr  heeft gezegd: “degene die uit een zilveren beker drinkt, voorzeker, hij gorgelt slechts in zijn maag het hellevuur.”[26]

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst ook dat het drinken uit een zilveren beker verboden is, echter is het niet alleen verboden, maar ook een grote zonde omdat de Profeetr daar een dreiging aan toegevoegd heeft, en dat bewijst het feit dat het een grote zonde is.

 2.2. De reiniging van de huiden van het kadaver

 Hadieth 16

3abdu-llaah ibn 3abbaas heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapperr  heeft gezegd: “Als de huid gelooid wordt, wordt het rein.”[27] En bij de vier (imams[28]): “Elke huid die gelooid wordt, wordt rein”.  

De voltooiing van de hadieth:

“De Profeetr liep langs een dode lam van Maymoenah en zei: “Zou het niet goed zijn als jullie van de huid ervan genieten? Voorzeker, het looien van de huid is, zijn reiniging.”[29]

Uitleg:

-          “Looien” is: leer bereiden uit geprepareerd dierenhuid. Aangezien onbewerkte huiden gaan rotten als ze vochtig blijven, wordt door het looien van de huid, de huid geconserveerd en blijven de natuurlijke eigenschappen permanent aanwezig.

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat de dode en de huid ervan onrein zijn.

-          De huid van de dode wordt rein aan de hand van een looiproces. De huid wordt namelijk in zijn geheel van binnen en buiten rein.

-          3abdoellaah ibn 3abbaas heeft verhaald dat de Profeetr langs het kadaver van een lam liep en zei: “Waarom profiteren jullie niet van haar huid?” Zij zeiden: “Voorwaar, het is een kadaver.” Hij zei: “Voorwaar, het is slechts verboden om te eten.”[30] Imam a-Zzuhrie[31] heeft gezegd dat deze hadieth een bewijs is dat het gebruik maken van de huiden van kadavers voordat ze gelooid worden toegestaan is. De andere geleerden hebben hierop geantwoord: “Deze hadieth is een algemene hadieth die gespecificeerd wordt door de voorafgaande ahaadieth. Dat betekent dat men absoluut geen gebruik mag maken van huiden van kadavers voordat ze gelooid worden.”


-          Allah zegt:

“Zeg: “Ik vind in wat aan mij is geopenbaard geen verbod dat een eter iets eet, behalve wanneer het een kadaver is, of stromend bloed, of varkensvlees. Want voorwaar, het is onrein.” (Vers 6/145).

Dit vers bewijst dat varkensvlees en daarmee ook varkenshuid per definitie onrein zijn. Dat betekent dat ondanks het looien van de varkenshuid, deze huid onrein blijft en verboden is voor gebruik.

 Hadieth 17

Salamah ibn al-Muhabbiq heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allahr heeft gezegd: “Het looien van de huiden van de kadavers is hun reiniging.”[32] 

Bewijsstukken:

-          “Het looien van de huid is zijn slachting.”[33]

-          En in een andere uitspraak: “Het looien ervan is het slachten ervan.”[34]:

-          En in een andere uitspraak: “Het looien ervan is de reiniging ervan.”[35]

-          En in een andere uitspraak: “De slachting ervan is het looien ervan.”

-          En in een andere uitspraak: “De slachting van de huid is het looien ervan.”

Oordelen:

-          Deze ahaadith steunen de oordelen die wij bij de vorige hadieth hebben behandeld. Echter bewijzen deze ahaadith ook dat de Profeetr  het looiproces vergelijkt met de slachting. De slachting is namelijk de manier om een lam te reinigen en toegestaan te maken om te eten.

 Hadieth 18

Maymoenah heeft verhaald, zij zei: “De Profeetr liep langs een lam die werd gesleept. Hij zei: “Waarom nemen jullie haar huid niet?” Zij zeiden: “Voorwaar, het is een kadaver.” Hij zei: “Het water en alqardh reinigen het.”[36] En in een uitspraak die ibn 3abbaas heeft verhaald: “Is er in water en alqardh niet wat het reinigt?”[37]

Uitleg:

-           “Alqardh”: zaadjes van een boom die “a-Ssullam” heet. De Arabieren waren bekend om het looien daarmee.

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat alle reine middelen die de huid schoonmaken en drogen, en de bedorvenheid afremmen, toegestaan zijn om te gebruiken tijdens het looiproces, zoals ook de schil van de granaatappel en andere middelen.

 2.3. Het gerei van de ongelovigen

 Hadieth 19

Aboe Tha3labah al-Khushanie heeft verhaald, hij zei: “Ik zei tegen de Profeetr: “O Boodschapper van Allah, wij wonen in het land van de Lieden van de Schrift. Mogen wij met hun gerei eten?” Hijr zei: “Eet niet erin, behalve als jullie geen andere vinden. Wast het dan, en eet erin.”[38]

Bewijsstukken:

-          Allah zegt:

 “Voorwaar, de veelgodenaanbidders zijn onrein.” (Vers 9/28).

-          Allah zegt ook:

“Op deze dag zijn alle goede zaken voor jullie toegestaan gemaakt, en het voedsel van de Lieden van de Schrift is jullie toegestaan, en jullie voedsel is hun toegestaan.”

(Vers 5/5).

-          Djaabir ibn 3abdu-llaah heeft verhaald, hij zei: “Toen wij in strijd gingen met de Boodschapper van Allahr aten wij met het gerei en de bekers van de veelgodenaanbidders, zonder dat het ons werd verweten.”[39]

-          En in een andere uitspraak (die aboe Tha3labah al-Khushanie heeft overgeleverd): “Wij wonen naast Lieden van de Schrift, en zij koken in hun pannen varkensvlees en drinken in hun bekers wijn.” De Boodschapper van Allahr zei: “Als jullie geen andere vinden, wast het dan met water en kookt en drinkt ermee.”[40] 

Oordelen:

-          De ongelovigen zijn onrein en de gelovigen rein, zowel letterlijk als figuurlijk.

-          Het voedsel van de Lieden van de Schrift is toegestaan voor de moslims.

Het is toegestaan voor degenen die geen ander gerei dan die van de ongelovigen kunnen vinden, deze te gebruiken nadat men het met water heeft gewassen.

 Hadieth 20

3umraan ibn Husayn heeft verhaald: “Dat de Profeetr en zijn metgezellen de wassing hebben verricht uit de waterbuidel van een veelgodenaanbidster.”[41]

De voltooiing van de hadieth:

De uitspraak bij imam al-Bukharie: “De Boodschapper van Allahr stuurde 3alier en iemand anders met hem  op één van zijn reizen omdat er waternood was. Hijr zei tegen hen: “Gaat water zoeken.” Toen zij gingen zoeken, kwamen zij een vrouw tegen die op haar kameel tussen twee waterbuidels zat. Zij zeiden tegen haar: “Waar is het water?” Zij zei: “Ik heb sinds gisteren geen water gezien.” Zij zeiden tegen haar: “Gaat naar de Boodschapper van Allahr[42]totdat hij zei: de Profeet vroeg vervolgens om een beker en goot in die beker uit de waterbuidel. Vervolgens werd er naar de mensen geroepen: “Drinkt en vraagt om drinken.” Hijr  gaf iedereen te drinken.”

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat het toegestaan is om waterbuidels van gelooid leder te gebruiken.

-          Deze hadieth bewijst dat het toegestaan is om gebruik te maken van het gerei van de ongelovigen als het rein is.

 2.4. Het lijmen van het gerei door middel van zilver

 Hadieth 21

Anas ibn Maalik heeft verhaald: “Dat de beker van de Profeetr brak. De Profeetr verving de scherven door zilver.”[43]  

Bewijsstukken:

-          En een andere uitspraak bij imam al-Bukhaarie: “Ik zag de beker van de Profeetr  bij Anas ibn Maalik. Hij was namelijk gebroken. De scherven waren vervangen door zilver.”

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat het toegestaan is om een gedeelte of onderdelen die van zilver zijn te gebruiken in het gerei, zoals handvaten.


 3-Thema: het verwijderen van onreinheden

 3.1. De onreinheid

Onreinheid is letterlijk: vuilheid, smerigheid, en op religieuze gronden verwerpelijk, ongeoorloofd. De Islamitische betekenis van onreinheid is een specifieke viezigheid zoals urine. Zijn soort verbiedt de Salaah, en heeft twee soorten:

1.      Al-Hadath, betekent letterlijk in het Arabisch: een nieuwe situatie. Technisch (Islamitisch) betekent het de onreine situatie waarin men zich kan bevinden, en heeft twee niveaus, te weten:

-          Al-Hadath al-akbar (de situatie van grote onreinheid) dat is wanneer men zich in een djanaabah situatie bevind, en de ghusl (de grote wassing) dient te verrichten om de Salaah binnen te mogen treden.

-          Al-Hadath al-asghar (de situatie van lichte onreinheid) dat is wanneer men uitgescheiden heeft, en slechts de wudoe' (de kleine wassing) dient te verrichten om de Salaah binnen te mogen treden.


2.   A-Nnadjaasah (onreinheid) en heeft twee soorten, te weten:

-          Onreinheid die op zichzelf onrein is. Oftewel, het verontreinigende middel. Deze onreinheid kan slechts verwijderd worden door het zelf door middel van water te verwijderen (vb.: menstruatiebloed, de urine van de mens, de speeksel van de hond).

-          Onreinheid in oordeel: een rein voorwerp of een reine plek die door een onrein middel verontreinigd is. Deze is te reinigen door middel van water.

De drie eigenschappen van onreinheid zijn: geur, kleur en smaak. Als de geur en smaak na het wassen nog blijven, betekent het dat de onreinheid nog niet verwijderd is. Maar als de kleur na het wassen blijft, dan zal dat niet schadelijk zijn, omdat dat toegestaan is.

 3.2. Het maken van azijn uit wijn

 Hadieth 22

Anas ibn Maalik heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allahr werd over wijn gevraagd: mag daar azijn van worden gemaakt?” Hij zei: “nee”[44].

Bewijsstukken:

-          Aboe Talhah heeft verhaald: “Toen wijn verboden werd, vroeg aboe Talhah de Profeet ﷺ‬ of hij van een wijn die hij bezat, en dat voor weeskinderen bestemd was, azijn mocht maken. Hem werd bevolen om het uit te gieten.”[45]

Oordelen:

De geleerden hebben betreffende van wijn azijn maken, drie uitspraken gedaan:

  1. Als het van zichzelf azijn wordt, is de azijn toegestaan. En als het azijn wordt gemaakt, is het verboden.
  2. Al het azijn dat ontstaan is uit wijn, is verboden.
  3. Al het azijn dat ontstaan is uit wijn -of het daarvan gemaakt is of als het zelf ontstaan is- is toegestaan, maar degene die het daaruit maakt, heeft een zonde begaan omdat het weggegoten had moeten worden.

De juiste oordelen zijn:

-          Deze hadieth bewijst dat het verboden is om van wijn azijn te maken. Wijn hoort namelijk weggegoten te worden.

-          Deze hadieth is geen bewijs dat azijn dat uit wijn is ontstaan verboden is. Wijnazijn is namelijk toegestaan voor gebruik.

 3.3. Het vlees van tamme ezels

 Hadieth 23

Anas ibn Maalik heeft ook verhaald, hij zei: “Op de dag van Khaybar heeft de Boodschapper van Allah ﷺ‬ aboe Talhah verplicht om naar de mensen te roepen: “Voorwaar, Allah en Zijn Boodschapper verbieden jullie het vlees van [tamme] ezels. Voorwaar, het is smerig.”[46]

Bewijsstukken:

-          Imam al-Bukhaarie heeft van Anas overgeleverd: “een persoon kwam naar de Boodschapper van Allahr  en zei: “ik heb ezelvlees gegeten”. Vervolgens kwam er nog een persoon naar hem en zei: “Ik heb ezelvlees gegeten”. Nog een andere persoon kwam naar de Profeet en zei: “Ik at ezelvlees”. De Profeet droeg iemand op om naar de mensen te roepen: “Voorwaar, Allah en Zijn Boodschapper verbieden jullie om het vlees van tamme ezels te eten. Voorwaar, het is smerig.” Vervolgens werden de ketels waar ezelvlees in gekookt werd leeggegoten.”

Uitleg:

-          “Tamme ezels”: hiermee wordt bedoeld alle soorten ezels behalve de wilde ezels.

-          “Khaybar” is een Joodse stam. De Profeetr  heeft deze stam bestreden nadat ze een verdrag met hem hebben geschonden.

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat tamme ezels van zichzelf[47] onrein zijn (hun vlees, bloed, urine en uitscheiding).

-          Deze hadieth bewijst dat het verboden is om het vlees van tamme ezels te eten, en van de melk ervan te drinken omdat het smerig is.

-          Deze hadieth bewijst dat wilde ezels rein zijn. De Profeetr  heeft namelijk in zijn uitspraak tamme ezels gespecificeerd.

-          De Profeet en zijn metgezellen bereden tamme ezels. Dit bewijst dat de vacht van de ezel niet onrein is, en dat het toegestaan is om een ezel te berijden.

-          Het motief dat zich ten opzichte van de kat bevindt, bevindt zich ook bij de ezel. Hij behoort namelijk ook tot de omringenden.

 3.4. Het speeksel van een eetbaar dier

 Hadieth 24

3amr ibn Khaaridjah  heeft verhaald, hij zei: “De Profeetr heeft voor ons gepredikt in Minaa terwijl hij op zijn kameel zat. Het speeksel van de kameel gleed over mijn schouders.”[48]

Oordelen:

-          De hadieth bewijst dat het speeksel van een dier waarvan zijn vlees toegestaan is om te eten, rein is. Alle geleerden zijn het daarover eens. Het bewijs zit hem in het feit dat de Profeetr  dat accepteerde en er niks over gezegd heeft. Indien het onrein zou zijn, dan zou de Profeetr daar iets van gezegd hebben. De definitie luidt namelijk: ‘Het is niet toegestaan de beduiding uit te stellen wanneer er noodzaak voor is.’


 3.5. Het sperma

 Hadieth 25

3aa'ishah heeft verhaald zij zei: “De Boodschapper van Allahr waste zijn sperma uit, en ging vervolgens in die kleding naar buiten voor het gebed, terwijl ik naar het spoor van het wassen keek.”[49]

En in een uitspraak bij imam Muslim: “Ik wreef het (het sperma) met kracht van de kleding van de Boodschapper van Allah, en hij bad ermee.”

En bij hem ook de uitspraak: “Ik schraapte het (het sperma) met mijn nagel van zijn kleding terwijl het droog was.”

Bewijsstukken:

-          Een uitspraak bij imam al-Bayhaqie: “Soms wreef ik het uit de kleding van de Boodschapper van Allah terwijl hij bad.”

-          En in een uitspraak bij a-ddaaraqutnie en ibn Khuzaymah: “Zij schraapte het sperma van de kleding van de Boodschapper van Allahr terwijl hij bad.”

-          En in een uitspraak bij ibn Hibbaan: “ik wreef het sperma van de kleding van de Boodschapper van Allahr  terwijl hij bad.” Al deze ahadieth zijn sahieh verklaard.

-          En in een uitspraak bij imam al-Bayhaqie: “De Boodschapper van Allahr  werd gevraagd over het sperma dat een kledingstuk treft, en hij zei: “het heeft dezelfde positie als snot en spuug.” En hijr zei: “Als je het met een lap wegveegt of met een stok verwijdert, is het voldoende.”[50]

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat sperma niet onrein is, omdat het de basis is van de schepping van de mens. De mens is namelijk rein en door Allah geëerd. 

-          Het bewijs dat sperma rein is, zit hem in het feit dat de Profeetr  het niet meteen uitwaste, maar liet drogen en vervolgens het door Aishah weg liet wrijven. De Profeet verwijderde namelijk de onreinheid zo snel mogelijk. De hadieth van de bedoeïen die in de moskee urineerde is daar een bewijs van. Tot dit oordeel zijn vele geleerden gekomen, namelijk imam a-Shaafi3ie en imam ibn Taymiyyah en anderen.

-          Al deze ahadiethbewijzen dat het toegestaan is met de door sperma getroffen kleding te bidden, en dat sperma rein is.

 3.6. De urine van de babyjongen en het babymeisje

 Hadieth 26

Aboe a-ssamh heeft gezegd dat de Boodschapper van Allahr  zei: “Er moet gewassen worden wegens de urine van een babymeisje en er moet besproeid worden wegens de urine van een babyjongen.”[51]

Biografie:

Aboe a-Ssamh heette Iyaad en was één van de slaven van de Boodschapper van Allahr  en heeft slechts één hadieth overgeleverd.

Bewijsstukken:

-          In een uitspraak bij ibn Maadjah en ibn Khoezayma, die aboe Assamh heeft overgeleverd, waarin hij zei: “toen ik de Boodschapper van Allahr  diende, is men met al-Hassan en/of al-Hussayn naar de Profeet gekomen. Hij urineerde op zijn borst. Ik wilde het wassen, hij ﷺ‬  zei: “Er moet gewassen worden bij (aanraking met) de urine van een babymeisje en er moet besproeid worden bij (aanraking met) de urine van een babyjongen.”[52]

-          Lubaanah bint al-Haarith heeft verhaald dat de Profeetr heeft gezegd: “Er moet gewassen worden bij (aanraking met) de urine van een meisje en er moet besproeid worden bij (aanraking met) de urine van een jongen.”[53]

Uitleg:

-          “Baby“ hiermee wordt het zoogkind bedoeld, dat nog niet onafhankelijk is van de moedermelk.

  Oordelen:

-          De geleerden hebben betreffende de baby gezegd: een baby is namelijk een kind dat nog niet de leeftijd heeft bereikt om brood te eten, en nog afhankelijk is van moedermelk.

-          Deze hadieth bewijst dat er verschil is tussen de urine van een babymeisje en een babyjongen.

-          Deze hadieth bewijst dat men de plaats waar een babymeisje geürineerd heeft moet wassen en de plaats waar een babyjongen geürineerd heeft slechts dient te besproeien.

 3.7. Menstruatiebloed dat kleding treft

 Hadieth 27

Asmaa’ bint aboe Bakr heeft gezegd: “Voorwaar, de Profeetr heeft gezegd betreffende het menstruatiebloed dat de kleding treft: “Ze moet het uitkrabben, vervolgens moet ze het door middel van water wrijven en daarna wassen. Vervolgens kan ze daarmee bidden.”[54]

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat menstruatiebloed op zich onrein is omdat de Profeetr het verplicht heeft om de kleding die daarmee getroffen is te wassen.

-          Het verwijderen van menstruatiebloed is één van de voorwaarden voor het gebed, hetzij van het lichaam of van de kleding.

-          Het bewijst ook de verplichting van de manier van het wassen die in de hadieth is genoemd, namelijk:

1. het uitkrabben wanneer het gedroogd is, totdat het verwijderd is;

2. het wrijven door middel van water;

3. het wassen door middel van water zodat de rest van de onreinheid verwijderd wordt.

-          Het is toegestaan om te bidden met de kleding die met menstruatiebloed is getroffen nadat de onreinheid op zich verwijderd is.

-          De hadieth is ook een bewijs dat de kleding die tijdens de menstruatieperiode is gedragen en die niet door menstruatiebloed is getroffen niet door de menstruatieperiode verontreinigd is.

-          Wanneer een onreinheid droog is, kan het alleen door middel van de manier die in de hadieth is genoemd, verwijderd worden.

-          Gebruik maken van water is een verplichting bij het verwijderen van de onreinheid.

 Hadieth 28

Aboe Hurayrah heeft verhaald, hij zei: “Khawlah heeft gezegd: “O Boodschapper van Allah, maar als het bloed niet verdwenen is?” Hijr  zei: “Het water volstaat jou, en zijn spoor zal je niet schaden.”[55]


De voltooiing van de hadieth:

De volledige hadieth is in een uitspraak bij imam aboe Daawoed: “Khawlah bint Yasaar kwam naar de Profeet ﷺ‬ en zei: “O Boodschapper van Allah, ik bezit slechts één kledingstuk, en daarmee menstrueer ik, voorwaar, wat moet ik doen?” Hijr zei: “wanneer je rein wordt, was het dan en bidt ermee.” Zij zei: “En als het bloed niet verdwijnt?” Hijr zei: “Het volstaat jou het bloed weg te wassen, en zijn spoor zal je niet schaden.”[56]

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat het spoor oftewel de kleur die achter blijft na het wassen van menstruatiebloed door middel van water, niet schadelijk is als de onreinheid op zich verwijderd is.


 4-Thema: de wudoe'[57]

 4.1. De positie van de wudoe’

De wassing is de meest geweldige voorwaarde voor het gebed. Er is namelijk authentiek vastgesteld dat de Profeetr  zei: “de sleutel van het gebed is de reiniging, en de tahriem[58] ervan is de takbier[59] en de tahliel[60] ervan is de tasliem[61].”[62]

Ook is authentiek vastgesteld bij de twee imams[63] in een hadieth die aboe Hurayrah van de Profeetr heeft verhaald: “voorwaar, Allah accepteert geen gebed van iemand onder jullie wanneer hij uitscheidt, totdat hij de wassing verricht.” Allah heeft deze verplichting uit de hemel neergezonden en heeft gezegd:

 “O jullie die geloven! Wanneer jullie je voorbereiden op de Salaah, wast dan jullie gezichten en jullie handen tot de ellebogen en wrijft over jullie hoofden en wast jullie voeten tot de enkels.” (vers: 5/6).

iMam Malik heeft overgeleverd o.a. in al-Muwatta’[64] dat 3abdu-llaah a-Ssanaabihie verhaald heeft dat de Boodschapper van Allahr zei: “voorwaar, wanneer de gelovige dienaar de wassing verricht en zijn mond spoelt, treden zijn zonden uit zijn mond, en wanneer hij uitsnuift treden zijn zonden uit zijn neus, en wanneer hij zijn handen wast treden de zonden uit zijn handen, zij treden van onder zijn nagels, en wanneer hij over zijn hoofd wrijft treden de zonden uit zijn hoofd totdat ze uit zijn oren treden, en wanneer hij zijn voeten wast treden de zonden uit zijn voeten totdat ze uit de nagels van zijn voeten treden. Vervolgens worden zijn lopen naar de moskee en zijn gebed als een naafila[65] voor hem geschreven.”[66] Deze hadieth bewijst dat de wudoe’ niet slechts een reiniging voor het lichaam is, maar ook een reiniging voor de ziel is. Wanneer de moslim de wudoe’ zo volledig mogelijk verricht, wordt hij voor zijn kleine zonden vergeven.

 4.2. De voorwaarden van de wudoe’

Eén van de voorwaarden van de wudoe’ is dat het door middel van water verricht wordt. Dit onderwerp is reeds in een aparte thema uitgebreid behandeld.

Een ander voorwaarde is de intentie. De moslim hoort namelijk alvorens hij de wudoe’ verricht, de intentie in zichzelf op te wekken dat hij deze aanbidding wil gaan verrichten. Het bewijs daarvoor is de uitspraak van de Profeetr:

3umar ibn al-Khattaab heeft verhaald dat hij de Boodschapper van Allahr heeft horen zeggen: “Voorzeker, alle daden zijn slechts naar gelang de intenties. En voorzeker, elke persoon bekomt[67] slechts hetgeen wat hij intendeert[68]. Voorwaar, al wie waarvan zijn migratie naar Allah en Zijn Boodschapper is, voorwaar, zijn migratie is naar Allah en Zijn boodschapper. En voorwaar, al wie waarvan zijn migratie is om het wereldse te bereiken, of een vrouw te huwen, dan is zijn migratie voor hetgeen waarvoor hij gemigreerd is.”[69]

De moslim hoort die acpecten in zijn intentie in acht te nemen, te weten:

-          verschil maken tussen een algemene handeling en een aanbidding;

-          verschil maken tussen de soort van de aanbidding;

-          De intentie van deze aanbidding slechts naar Allah richten (zuivere intentie).

Tevens is de tasmiyah -het zeggen van: “Bismi-llaah”, in de naam van Allah- een voorwaarde van de wudoe’. Dit onderwerp wordt in deze thema behandeld.[70]


 4.3. De Siwaak

 Hadieth 29

Aboe Hurayrah  heeft verhaald dat de Boodschapper van Allahr heeft gezegd: “Waarlijk, als ik mijn volk (daarmee) geen last liet dragen, had ik ze (het gebruik van) de Siwaak bij elke wassing verplicht.”[71]

Bewijsstukken:

-          Al-Miqdaam ibn Sharieh ibn Haani’ heeft van zijn vader verhaald dat hij zei: “Ik vroeg Aishah : “Waarmee begon de Profeetr wanneer hij zijn huis binnentrad?” Zij antwoordde: “Met de Siwaak.”[72]

-          Hudhayfah ibn al-Yamaan heeft verhaald, hij zei: “Wanneer de Boodschapper van Allah in de nacht het (vrijwillige) gebed verrichtte, reinigde hij (borstelend) zijn mond door middel van de Siwaak.”[73]

Uitleg:

-          “Siwaak” is een tak die als tandenborstel gebruikt wordt. Deze tak komt o.a. van een boom genaamd: “al-Araak”.

Oordelen:

-          De ahadieth bewijzen dat het borstelen van de tanden middels de Siwaak, in het algemeen, een aanbevolen zaak is. Ook zeggen de geleerden dat het één van de zaken van al-fitrah (de natuurlijke aanleg) is.

-          Deze hadieth bewijst dat het aanbevolen is de Siwaak te gebruiken bij het verrichten van de wassing. De Siwaak is namelijk voorgeschreven omdat het de mond reinigt.

 4.4. De wudoe' van de Profeetr

 Hadieth 30

Humraan heeft verhaald “Dat 3uthmaan om water vroeg, vervolgens waste hij zijn beide handen (tot de polsen) drie keer, daarna spoelde hij zijn mond, snoof in en snoof uit, vervolgens waste hij zijn gezicht drie keer, vervolgens waste hij zijn rechterhand tot aan zijn elleboog drie keer, vervolgens waste hij zijn linkerhand op dezelfde manier, vervolgens wreef hij over zijn hoofd, vervolgens waste hij zijn rechtervoet tot aan zijn enkel drie keer, vervolgens waste hij zijn linkervoet op dezelfde manier, vervolgens zei hij: “ik zag de Boodschapper van Allahr op de manier waarop ik de wassing verricht heb, de wassing verrichten.”[74]

De voltooiing van de hadieth:

Het vervolg van de hadieth: “de Profeetr zei toen: “voorwaar, wie op de manier waarop ik de wassing nu verricht heb, de wassing verricht en vervolgens twee raka3aat bidt, waarin hij niet tegen zichzelf praat, voorwaar, Allah zal al zijn (kleine) zonden vergeven die hij daarvóór verricht heeft.”

Bewijsstukken:

-          En in een hadieth die door Humraan  is verhaald: “hij spoelde zijn mond en snoof in en verstrooide vervolgens het (water uit zijn neus) met zijn linkerhand. Hij deed dat drie keer.”

-          En in een hadieth die Djaabir ibn 3abdu-llaah heeft verhaald: “Hij draaide (met zijn hand) het water over zijn elleboog.”[75]

-          En in een hadieth die door Waa’il ibn Hidjr verhaald is: “en hijr  waste zijn armen totdat hij voorbij zijn elleboog ging.”[76]

-          En in een hadieth van Tha3labah ibn 3ubaad die zijn vader aan hem overgeleverd heeft: “vervolgens waster zijn armen totdat het water over zijn ellebogen stroomde.”[77] 

Oordelen:

-          Deze hadieth geeft de juiste manier aan van het verrichten van de wassing, namelijk de manier waarop de Profeetr de wassing verricht. Men is verplicht zich daaraan te houden.[78]

-          De hadieth wijst op een bepaalde volgorde waar men zich aan hoort te houden, het is namelijk aanbevolen om in de volgorde die in de hadieth is opgenoemd de wassing te verrichten. Dit oordeel zal nader in detail en met de juiste bewijsvoering bij komende ahadieth behandeld worden.

-          Deze hadieth bewijst dat de handelingen die in de hadieth opgenoemd worden, de verplichtingen van de wassing zijn. Tevens is het insnuiven ook één van deze verplichtingen. Aboe Dawoed heeft namelijk met een authentieke keten overgeleverd dat de Profeetr  heeft gezegd: “en overdrijf bij het insnuiven, behalve wanneer je vast.”[79]

-          Tevens bewijzen de hiervoor opgesomde ahadieth dat bij het wassen van de armen men tot voorbij zijn ellebogen hoort te wassen.

-          Deze hadieth bewijst ook dat men elke handeling van de wassing drie keer hoort te verrichten, behalve het wrijven over het hoofd en de oren. De ahadieth die zullen volgen bewijzen dat het driemaal verrichten van een handeling in een wudoe’ slechts aanbevolen is. Dit zal in de komende ahadiethin in detail en met de juiste bewijsvoeringen worden behandeld.

 Hadieth 31

3alie ibn abie Taalib heeft –met betrekking tot de manier van de wassing van de Profeetr – verhaald, hij zei: “en hij veegde één keer over zijn hoofd.”[80]


Bewijsstukken:

-          3alie ibn abie Taalib heeft verhaald, hij zei: “en hijr veegde over zijn hoofd en het druppelde niet, en waste vervolgens zijn voeten drie keer.”[81]

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat men slechts één keer over zijn hoofd hoeft te wrijven.

-          De hadieth wijst er ook op dat men over zijn hele hoofd moet wrijven. De beschrijving hiervan zal inchAllah in de komende ahadieth behandeld worden.

-          De tweede hadieth van 3alie bewijst dat men zijn hoofd niet moet wassen maar slechts erover moet wrijven.

 4.5. Beschrijving van de wrijving over het hoofd

 Hadieth 32

3abdu-llaah ibn Zayd ibn 3aasim heeft –betreffende de beschrijving van de wassing- verhaald, hij zei: “en de Boodschapper van Allahr wreef over zijn hoofd; hijr ging met zijn handen naar voren en weer terug.”[82] En in een andere uitspraak bij de twee imams: “hij begon met de voorkant van zijn hoofd en ging met zijn handen tot aan zijn achterhoofd, vervolgens keerde hij met zijn beide (handen) terug naar de plaats waar hij begon.”

Oordelen:

-          De geleerden hebben over het wrijven over het hoofd drie uitspraken gedaan:

1. dat men met beide handen voor op het hoofd bij de grens van de haargroei begint tot aan het achterhoofd, en vervolgens beide handen terug laat keren naar de plaats waar men begon. Dit is de letterlijke manier die uit de hadieth begrepen wordt.

2. het tegenovergestelde, namelijk: dat men in plaats van bij het voorhoofd, bij het achterhoofd begint;

3. dat men bij het voorhoofd begint en naar de zijkant van het gezicht, en vervolgens naar het achterhoofd, en tenslotte terugkeert naar de beginplaats, het voorhoofd.

-          De juiste uitspraak is dat alledrie manieren correct zijn. De bedoeling van het wrijven van het hoofd is namelijk dat men over het gehele hoofd wrijft, en niet dat men zich aan een bepaalde manier van wrijven moet houden.

 Hadieth 33

3abdu-llaah ibn 3umar heeft –met betrekking tot de manier van de wassing- verhaald, hij zei: “vervolgens wreef hij over zijn hoofd en hij liet zijn beide wijsvingers in zijn oren gaan en wreef met zijn beide duimen over de achterkant van zijn oren.”[83]

Bewijsstukken:

-          3abdu-llaah ibn Zayd heeft –met betrekking tot de beschrijving van de wassing- verhaald, hij zei: “hijr veegde over zijn oren met ander water dan het water waarmee hij over zijn hoofd heeft gewreven.”[84]

Oordelen:

-          De eerste hadieth bewijst dat men over zijn oren mag vegen met hetzelfde water waarmee het hoofd is geveegd.

-          De tweede hadieth bewijst dat men opnieuw water mag nemen voor de oren nadat men het hoofd heeft geveegd. Beide manieren zijn toegestaan.

 4.6. Na het ontwaken

 Hadieth 34

Aboe Hurayrah heeft verhaald dat de Boodschapper van Allahr heeft gezegd: “als iemand onder jullie uit zijn slaap ontwaakt, dan moet hij drie keer (het water uit zijn neus) verstrooien. Voorwaar, de shaytaan overnacht in de (binnenkant van) zijn neus.”[85]

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat wanneer men uit zijn slaap ontwaakt, hij verplicht is om drie keer zijn neus te snuiten. Er is namelijk geen bewijs dat de verplichting van de Profeetr tot een aanbevolen handeling maakt.


 Hadieth 35

Hij heeft ook verhaald (dat de Profeetr heeft gezegd): “Als iemand onder jullie uit zijn slaap ontwaakt, voorwaar, hij mag zijn handen niet in gerei (voor water) dompelen, totdat hij ze drie keer wast, voorwaar, hij weet namelijk niet waar ze overnacht hebben.”[86]

Uitleg:

-          “Hij weet niet”: dat is het motief waarmee het oordeel gemaakt is.

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat wanneer men uit een slaap ontwaakt, en daarna zijn handen in een gerei met water wil dompelen, hij eerst drie keer zijn handen moet wassen. De Profeetr maakt hierin wel onderscheid tussen de slaap van de nacht en de dag. Hijr zegt namelijk: “hij weet namelijk niet waar ze overnacht hebben.” Hierin specificeert hij de soort slaap.

-          Het motief van de verplichting is dat men niet weet waar zijn handen gelegen hebben. Dat betekent dat wanneer men tijdens het slapen wel beseft wat om hem heen gebeurt, weet waar hij zijn handen heeft gelegd, en zijn handen niet onrein zijn geworden, hij niet verplicht is deze daad te verrichten.

 4.7. De vervolmaking van de wudoe’   

 Hadieth 36

Laqiet ibn Sabirah heeft gezegd dat de Boodschapper van Allahr gezegd heeft: “verricht  de wassing (goed) en was tussen je vingers en overdrijf bij het insnuiven (van water) behalve als je vastende bent.”[87] En in een uitspraak bij imam aboe Dawoed: “als je de wassing verricht, spoel dan je mond.”

Bewijsstukken:

-          Imam a-Ttirmidhie heeft overgeleverd van al-Mustawrid ibn Shaddaad: “ik zag de Boodschapper van Allahr terwijl hij de wassing verrichtte; hij wreef met zijn pink tussen zijn tenen.”[88]

-          3abdu-llaah ibn 3amr ibn al-3aas heeft gezegd dat de Boodschapper van Allahr gezegd heeft: “voorwaar, wie dat meer (dan drie keer) doet, voorwaar, hij is onredelijk en overschrijdt (de grenzen) en is onrechtvaardig.[89]

-          Ibn 3abbaas heeft verhaald, hij zei: “De Profeet ﷺ‬ heeft gezegd: “als je de wassing verricht, wast dan tussen de (vingers van je) handen en de (tenen van je) voeten.”[90]

-          3umar ibn Shu3ayb heeft van zijn vader die van zijn opa verhaald heeft, verhaald: “er kwam een bedoeïen naar de Boodschapper van Allahr  om hem te vragen over het verrichten van de wassing. De Profeet deed het voor, waarbij hij elke handeling drie keer verrichtte, en hij zei: “voorwaar, dit is de wassing, wie dat meer (dan drie keer) doet, voorwaar, hij is onredelijk en overschrijdt (de grenzen) en is onrechtvaardig.”[91]


Uitleg:

-          “De wassing goed verrichten”: hiermee wordt bedoeld dat men elk deel dat gewassen moet worden goed moet wassen en geheel in aanraking moet laten komen met water.

-          “En wast tussen je vingers”: hiermee wordt bedoeld dat men tussen de vingers van zijn handen en de tenen van zijn voeten moet wassen.

-          “Overdrijf bij het insnuiven”: hiermee wordt bedoeld dat men ervoor moet zorgen dat het water het einde van de neus bereikt.

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat wanneer men de wassing verricht, alle delen van het lichaam die gewassen moeten worden, goed moeten worden gewassen, en dat men tijdens het wassen van de handen en voeten verplicht is tussen zijn vingers en tenen te wassen.

-          Deze hadieth bewijst dat men moet overdrijven bij het insnuiven van water tijdens de wassing, behalve wanneer men vast.

-          De hadieth bewijst ook dat de wijze waarop met de pink tussen de tenen wordt gewassen, aanbevolen is.

-          De tweede hadieth van imam aboe Dawoed bewijst dat het spoelen van de mond tot de verplichte zaken van de wassing behoort.

-          De hadieth van 3umar ibn Shu3ayb bewijst dat men zijn ledematen tijdens de wudoe’ niet meer dan drie keer mag wassen. Wanneer men dat wel doet, begaat men een zonde.

 4.8. Het strijken door de baard

 Hadieth 37

3uthmaan heeft verhaald, hij zei: “voorwaar, de Profeetr  streek (met zijn vingers) door zijn baard terwijl hij de wassing verrichtte.”[92]

Bewijsstukken:

-          Rifaa3ah ibn Raafi3 verhaald, hij zei: “Toen ik bij de Profeetr zat zei hij: “niemands gebed zal plaatsvinden totdat hij de wudoe’ goed verricht zoals Allah het hem bevolen heeft; hij wast zijn hoofd, en zijn handen tot aan de ellebogen en veegt over zijn hoofd en wast zijn beide voeten tot de enkels.”[93]

-          Anas ibn Malik heeft verhaald, hij zei: “Wanneer de Boodschapper van Allah de wudoe’ verrichtte, nam hij een handpalm vol water, stak het onder zijn onderkaak en streek daarmee zijn baard, en hij zei: “Zo heeft mijn Heer mij bevolen (te doen).”[94]

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat men verplicht is om tijdens het verrichten van de wassing met de vingers door de baard te strijken. De baard hoort namelijk bij het gezicht, dat ook verplicht is. Tevens bewijst de hadieth van Anas dat het strijken met de vingers door de baard tijdens de wassing verplicht is. Overigens hebben sommige geleerden -zoals imam Malik, imam a-Shaafi3ie, imam Sufyaan a-Thawrie en imam al-'Awzaa3ie- gezegd dat het slechts een aanbevolen zaak is. De hadieth van Anas bewijst het tegenovergestelde. En Allah weet het beste.


 4.9. De hoeveelheid water

 Hadieth 38

3abdu-llaah ibn Zayd heeft verhaald: “voorwaar, de Profeetr  werd (de hoeveelheid van) tweederde van al-mudd gegeven, hij wreef daarmee over zijn armen.”[95]

Bewijsstukken:

-          Umm 3ammaarah heeft verhaald, zij zei: “de Profeetr wilde de wudoe’ verrichten. Men bracht hem een gerei waarin de hoeveelheid van tweederde mudd zat”[96]

-          Ook is authentiek overgeleverd van Aishah en Djaabir: “de Profeetr  verrichtte de grote wassing met de hoeveelheid van a-ssaa3 en de kleine wassing met de hoeveelheid van al-mudd.”[97]

Uitleg:

-          ‘Al-mudd’ betekent: twee handen vol water. Dat werd bij de Arabieren als maat gehanteerd.

-          ‘A-ssaa3’ is viermaal de hoeveelheid van al-mudd. Ook dat werd als maat gebruikt.

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat het toegestaan is de wassing te verrichten met de hoeveelheid water gelijk aan tweederde mudd. Overigens bewijst deze hadieth ook dat men geen water moet verspillen bij het verrichten van de wassing. Dat was namelijk ook de manier van de Profeetr.

-          De hadieth van Aishah en Djaabir bewijst dat het toegestaan is de kleine wassing met één mudd te verrichten, en de grote wassing met één saa3 te verrichten.[98]

 4.10. Het wassen van de oren

 Hadieth 39

3abdu-llaah ibn Zayd heeft ook verhaald: “dat hij heeft gezien dat de Profeet   voor zijn oren ander water nam dan hetgeen hij voor zijn hoofd nam.”[99] En in een uitspraak bij imam Muslim: “en hijr veegde over zijn hoofd met ander water dan het overblijfsel aan zijn handen.”

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat het toegestaan is om nieuw water te nemen om de oren te wassen. De hadieth die eerder is geweest, bewijst dat het ook toegestaan is om met het overblijfsel van water waarmee over het hoofd is gewreven, de oren te vegen. De metgezellen van de Profeetr hebben beide handelingen verricht.[100]

 4.11. De vervolmaking van het wassen van de handen en de voeten

 Hadieth 40

Aboe Hurayrah heeft gezegd: “ik heb de Boodschapper van Allahr horen zeggen: “voorzeker, mijn volk zal in het hiernamaals wit gestippeld zijn op hun hoofden, en wit gevlekt zijn op hun handen en voeten (ghurran muhadjalien) door de sporen van de wassing, voorwaar, (wie zijn stippeling groter kan maken, voorwaar, laat hem het doen.[101])”[102]

Bewijsstukken:

-          Allah zegt:

 “hun kenmerken zijn zichtbaar in hun gezichten door de sporen van neerknieling.”

(vers: 48/29).

-          Aboe Hurayrah verrichte de wudoe’: “Hij waste zijn hand totdat hij aan zijn bovenarm begon, en waste zijn voet totdat hij aan zijn kuit begon. Vervolgens zei hij: “Zo heb ik de Boodschapper van Allahr de wudoe’ zien verrichten.”[103]

-          En in de uitspraak van aboe Hurayrah bij imam Muslim: “Voorwaar, (wie zijn stippeling en vlekken groter kan maken, voorwaar, laat hem het doen.”

Uitleg:

-          ‘Ghurran’ komt in het Arabisch van 'Ghurrah' en betekent: de witte stippen op het hoofd van een paard. In deze hadieth bedoelt de Profeetr  dat de gelovigen in het hiernamaals stippen van licht op hun voorhoofd als teken krijgen.

-          'Muhadjalien' komt in het Arabisch van ‘Tahdjiel’ en betekent: de witten vlekken aan de poten van een paard.

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat de tekenen waarmee het volk van Muhammedr in het hiernamaals zal komen, speciaal voor hen is, wat ook betekent dat de wassing ook alleen voor de moslims voorgeschreven is. Ook is bij Muslim authentiek vastgelegd wat door de Profeetr is gezegd: “kenmerken die niet voor anderen dan jullie bestemd zijn.”

-          Deze hadieth bewijst dat het aanbevolen is bij het verrichten van de wassing de voeten tot hoger dan de enkels tot de kuit, en armen verder dan de ellebogen te wassen. Dat hebben enkele metgezellen gedaan, waaronder 3abdu-llaah ibn 3umar en aboe Hurayrah. Tot dit oordeel zijn ook imam a-Shawkaanie en imam a-Ssan3aanie en andere geleerden gekomen. En Allah weet het het beste.

 4.12. Het beginnen met rechts

 Hadieth 41

3aa'ishah heeft verhaald: “de Profeetr hield van het rechtse bij het aantrekken van zijn schoenen, bij het kammen, bij zijn reiniging en bij al zijn zaken.”[104]

Uitleg:

-          Deze hadieth is een algemeen gespecificeerde hadieth.

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat het aanbevolen is om bij alle nobele zaken met het rechtse te beginnen, zoals bijvoorbeeld bij de wassing; het beginnen met de rechter lichaamsdelen, en bij het kammen beginnen met de rechterkant van het hoofd. Imam a-Nnawawie zei: “de definitie luidt: het beginnen met rechts in alle zaken waarin nobelheid, goedheid en versiering zich bevinden. En het beginnen met links in alle hieraan tegengestelde zaken.”

 Hadieth 42

Aboe Hurayrah heeft verhaald: “dat de Boodschapper van Allahr  heeft gezegd: “wanneer jullie de wassing beginnen te verrichten, begint dan met rechts.”[105] En in een andere uitspraak: “en wanneer jullie je kleden.”[106]

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat men bij het verrichten van de wassing verplicht is met rechts te beginnen. Ook is men verplicht om bij het kleden te beginnen met rechts, aangezien er geen bewijs is waaruit blijkt dat het bevel van de Profeetr aanbevolen is, blijft het een verplichting.

 4.13. Het vegen over het hoofddeksel en de sokken

 Hadieth 43

Al-Mughierah ibn Shu3bah heeft verhaald: “dat terwijl de Profeetr de wudoe’ verrichtte, hij over zijn voorhoofd en tulband en zijn sokken veegde.”[107]

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat het toegestaan is dat men over het voorhoofd en vervolgens de tulband veegt in plaats van de tulband af te doen. Tevens geldt dit ook voor alles wat men op het hoofd draagt, bijvoorbeeld een muts of hoofddoek.

-          Deze hadieth bewijst dat het niet toegestaan is om slechts over het voorhoofd te vegen.

-          Overigens is er geen enkel bewijs dat er een voorwaarde is voor het vegen over het hoofddeksel, zoals het vegen over de sokken.

-          Deze hadieth bewijst dat het toegestaan is om over de sokken te vegen.

En in een hadieth die imam Ahmad overgeleverd heeft van 3amr ibn Umayyah, waarin hij zegt: “ik zag de Profeetr over zijn tulband en zijn sokken vegen.” Dit onderwerp zal nader in een aparte deur gedetailleerd behandeld worden.[108]

 4.14. De volgorde van het wassen

 Hadieth 44

Djaabir ibn 3abdu-llaah heeft verhaald met betrekking tot de beschrijving van de bedevaart van de Profeet : “voorwaar, begint met hetgeen waarmee Allah begonnen is.”[109]

Biografie:

Djaabir ibn 3abdu-llaah is de laatste onder de metgezellen van de Profeetr die in Medienah gestorven is.

Bewijsstukken:

-          Al-Miqdaam ibn Ma3d-Yakrib heeft verhaald, hij zei: “Er werd water gebracht naar de Boodschapper van Allah, waarna hij de wudoe’ verrichtte; hij waste zijn beide handen (tot de polsen) driemaal en waste zijn gezicht driemaal, vervolgens waste hij zijn beide armen driemaal, vervolgens spoelde hij (zijn mond) en snoof in (met zijn neus) driemaal, vervolgens wreef hij over zijn hoofd, en de binnenkant en de buitenkant van zijn oren.”[110] Imam Ahmad voegde toe: “en hij waste zijn beide voeten driemaal.”


Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat het verplicht is om de volgorde van de wassing aan te houden, die Allah in het volgende vers genoemd heeft:

 “O jullie die geloven! Wanneer jullie je voorbereiden op de Salaah, wast dan jullie gezichten en jullie handen tot de ellebogen en wrijft over jullie hoofden en wast jullie voeten tot de enkels.” (vers: 5/6).

-          De hadieth van Djaabir en die van al-Miqdaam bewijzen dat de volgorde van het spoelen van de mond en het insnuiven, slechts aanbevolen is. Hierin is overeenstemming bij de geleerden.

-          Deze hadieth is overgeleverd in de context van de bedevaart. Allah heeft namelijk in het vers a-Ssafaa voor al-Marwah genoemd. Allah heeft gezegd:

 “Voorwaar, Safaa en Marwah behoren tot de aan Allah gewijde tekenen.”

(vers: 2/158).

Allah heeft namelijk ook in het vorige vers het wassen van het gezicht als eerste opgenoemd, vandaar dat men die volgorde aan moet houden.


 4.15. De volmaking van het wassen van de handen

 Hadieth 45

Djaabir ibn 3abdu-llaah heeft ook verhaald, hij zei: “wanneer de Profeetr  de wassing verrichtte, liet hij (met zijn hand) het water om zijn ellebogen gaan.”[111]

Bewijsstukken:

-          Tha3labah ibn 3ubaad heeft van zijn vader overgeleverd dat hij verhaald heeft, hij zei: “Ik weet niet hoe vaak de Profeetr het mij verteld heeft; éénmaal of tweemaal, hijr zei: “Elke dienaar die de wudoe' perfect verricht; hij wast zijn gezicht totdat het water over zijn kin afdruppelt, vervolgens wast hij zijn armen totdat het water over zijn ellebogen afdruppelt, vervolgens wast hij zijn voeten totdat het water van zijn enkels afdruppelt, vervolgens staat hij op en verricht de Salaah, voorzeker, al zijn voorafgaande (kleine) zonden worden voor hem vergeven.”[112]

-          De hadieth van aboe Hurayrah: “Hij waste zijn hand totdat hij aan zijn bovenarm begon”[113]

Oordelen:

-          Hoewel de ketting van de hadieth van Djaabir zeer zwak is, wordt de inhoud ervan versterkt door de ahadieth die als bewijsstukken vermeld zijn. Vandaar dat sheikh al-Albaanie deze hadieth als sahieh beschouwd.

-          Deze hadieth bewijst dat men tot na de ellebogen hoort te wassen, en dat men het water goed over zijn ledematen hoort te verpreiden.


 4.16. De tasmiyah (het zeggen van “Bismi-llaah”)

 Hadieth 46

Aboe Hurayrah heeft gezegd dat de Boodschapper van Allahr gezegd heeft: “geen wudoe’ voor degene die de naam van Allah ervóór niet gedenkt.”[114]

De voltooiing van de hadieth:

-          Aboe Hurayrah heeft gezegd dat de Boodschapper van Allahr  gezegd heeft: “Geen Salaah voor degene die geen (geldige) wudoe’ heeft, en geen wudoe’ voor degene die de naam van Allah ervóór niet gedenkt.”

Uitleg:

-           “De naam van Allah ervoor gedenkt”, hiermee bedoelt de profeetr: het zeggen van “Bismi-llaah”, of wel de tasmiyah verrichten. 

Oordelen:

-          Alle ahadieth die wijzen op het gedenken van Allah bij de wassing, zijn door de geleerden da3ief verklaard. Deze is echter door imam al-Albaanie hasan verklaard.

-          Het juiste oordeel is namelijk dat het gedenken van Allah voordat men begint met de wassing, een voorwaarde is omdat deze hadieth hasan is verklaard. De Profeetr heeft namelijk de wassing nietig verklaard indien men Allah ervoor niet gedenkt, of wel geen “Bismi-llaah” zegt.

 4.17. Het spoelen van de mond en het in/uitsnuiven met de neus

 Hadieth 47

Talhah ibn Musarrif heeft overgeleverd van zijn vader die van zijn opa verhaald heeft: “Ik zag de Boodschapper van Allahr het spoelen (van de mond) en het insnuiven van elkaar scheiden.”[115]

Bewijsstukken:

-           Imam al-Bukhaarie heeft overgeleverd van Alie ibn Abie Taalib: (dat de Profeetr) (zijn mond) spoelde en (zijn neus) snoof. Dat deed hij drie keer uit één handpalm.”

-          En in een andere uitspraak bij imam ibn Hibban: (Hij deed het) drie keer (terwijl hij) drie keer water schepte.”

-          En in een uitspraak bij al-Bukhaarie: “Hij deed het drie keer, terwijl hij één keer water schepte.”

-          En in een andere uitspraak die van 3abdu-llaah ibn Zayd is overgeleverd, waarin staat: “Hij dompelde zijn hand in het gerei, vervolgens spoelde hij zijn mond, snoof in en snoot uit. Dat deed hij drie keer, met drie (hand)scheppen water.” Overgeleverd door imam al-Bukharie.

Oordelen:

-          De keten van de hadieth van Talhah ibn Musarrif is da3ief, maar er zijn andere ahadieth die het geen wat in de inhoud ervan staat, bevestigen, namelijk de hadieth van 3uthmaan en de hadieth van Alie ibn Abie Taalib die de wassing van de Profeetr  beschrijven.

-          De ahadieth die in de uitleg genoemd zijn, bewijzen dat de volgende manieren van mond spoelen en insnuiven mogelijk zijn:

1. dat men tegelijkertijd met één schep water door middel van één handpalm zijn mond spoelt, en (met de neus) insnuift;

2. dat men drie keer met drie (hand)scheppen water tegelijkertijd zijn mond spoelt, en (met de neus) insnuift;

3. dat men uit één (hand)schep water drie keer tegelijkertijd zijn mond spoelt en (met de neus) insnuift.

 Hadieth 48

Alie ibn abie Taalib heeft met betrekking tot de beschrijving van de wudoe’ overgeleverd: “Vervolgens spoelde hij (zijn mond), en snoot uit. Dat deed hij drie keer. Hij spoelde en snoot uit met de handpalm waarmee hij het water schepte.”[116]

Oordelen:

-          Deze hadieth is een bewijs dat het toegestaan is om het spoelen en het uitsnuiten tegelijkertijd te verrichten.

 Hadieth 49

3abdu-llaah ibn Zayd heeft met betrekking tot de beschrijving van de wudoe’ van de Profeetr verhaald: “Vervolgens dompelde hij zijn hand (in het gerei), en spoelde (zijn mond), en snoof in met één handpalm. Hij deed dat drie keer.”[117]


Oordelen:

-          De volgende handelingen zijn toegestaan:

1. de hadieth van Talhah bewijst dat het aanbevolen is om het spoelen en het insnuiven te scheiden;

2. de hadieth van Alie ibn abie Taalib bewijst dat het toegestaan is om met één handpalm en één schep water tegelijkertijd de mond te spoelen en (met de neus) in te snuiven.

3. de hadieth van 3abdu-llaah ibn Zayd bewijst dat het toegestaan is om met één handpalm en drie (hand)scheppen water tegelijkertijd de mond te spoelen en (met de neus) in te snuiven.

 4.18. Het nalaten van het wassen van een gedeelte van een ledemaat

 Hadieth 50

Anas ibn Malik heeft verhaald, hij zei: “De Profeetr  zag een man, die op zijn voeten een plek was ter grootte van een nagel die niet bereikt werd met water. De Profeetr zei: “Ga terug, en verricht de wassing goed.”[118]

Bewijsstukken:

-          Khalid ibn Ma3daan heeft verhaald, hij zei: “De Profeetr zag op de voet een man die aan het bidden was, een plaats ter grootte van een dirham, die niet bereikt werd met water. De Profeetr beval hem om zijn wassing en zijn gebed opnieuw te verrichten.”[119]

-          3abdu-llaah ibn 3amr heeft verhaald dat de Profeetr zei: (Wayl) Wee voor de hakken van het hellevuur.”[120]

Uitleg:

-          ‘Wayl’ is een dal in het hellevuur. Ook wordt het in het Arabisch als een dreigende uitdrukking gebruikt.

Oordelen:

Deze ahadieth's bewijzen:

-          dat het verplicht is om de wassing volledig te verrichten zoals de Profeetr  het verricht heeft;

-          dat wie een plek vergeten is te wassen tijdens de wassing, zijn wassing opnieuw moet verrichten;

-          dat de wassing ongeldig wordt verklaard als men een onderdeel of een plek van een onderdeel vergeet te wassen;

-          dat men verplicht is om de wassing en het gebed opnieuw te verrichten wanneer men tijdens zijn gebed erachter komt dat hij een onderdeel vergeten is te wassen;

-          dat men bij het verrichten van de wassing, extra moet letten op het wassen van de hakken. Dezen worden vaak vergeten of overgeslagen.

 Hadieth 51

Anas ibn Malik heeft ook verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allahr verrichtte de wassing met (de hoeveelheid van één) mudd, en verrichtte de grote wassing met (de hoeveelheid van één) saa3 tot (de hoeveelheid van) vijf mudds.”[121]   

 Oordelen:

-          De Boodschapper van Allahr wijst ons in deze hadieth op het feit dat wij geen water moeten verspillen bij het verrichten van de wassing of de grote wassing. Allah zegt:

 “Voorwaar, de verkwisters[122] zijn de broeders van de satans.” (Vers: 17/27)

-          Het is namelijk afgekeurd om water tijdens het verrichten van de wassing te verspillen.

 4.19. De smeekbede van na het eindigen van de wudoe’

 Hadieth 52

3umar heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allahr heeft gezegd: “Wie van jullie de wudoe’ volledig verricht, en daarna het volgende zegt: “Ik getuig dat er geen god is behalve Allah, de Enige Die geen Deelgenoot heeft, en ik getuig dat Muhammed Zijn dienaar en Boodschapper is”, voor hem zullen de acht deuren van het paradijs geopend worden, en hij mag via één van deze deuren binnentreden.”[123] En in een uitspraak bij imam Muslim: “O Allah, maak mij één van de berouwvollen en degenen die zich reinigen.”[124]


Transcriptie:

“Ash-hadu allaa-ilaaha illa-llaah wahdahoe laa sharieka lah, wa ash-hadu anna muhammadan 3abduhoe wa-rasoeluh, Allahumma-dj3alnie mina-ttawaabiena wa-dj3alnie mina-l-mutatahhirien”

Bewijsstukken:

-          Aboe Sa3eed al-Khudrie heeft verhaald, hij zei: “Wie de wassing verricht en vervolgens zegt: O Allah, heilig bent ﷻ‬, en alle lof zij ﷻ‬. Ik getuig dat er geen God is behalve ﷻ‬. En ik vraag om vergiffenis bij ﷻ‬, en keer me terug tot ﷻ‬.”, voor hem wordt het in een boek geschreven, en vervolgens wordt daar een stempel mee gemaakt, die tot de Dag der Opstanding niet gebroken zal worden.”[125]

Oordelen:

-          Het is aanbevolen om na het voltooien van de wassing, de smeekbede te verrichten die in de hadieth is opgenoemd.

-          Deze hadieth bewijst ook dat voor degene die deze smeekbede verricht nadat hij zijn wassing volledig voltooid heeft, na zijn ontwaking uit de dood, de acht deuren van het paradijs geopend worden.

-          Het laatste gedeelte van de smeekbede wijst op de behoefte van de moslimdienaar naar de innerlijke reiniging (de reiniging van de zonden) naast de uiterlijke reiniging (de reiniging van de gewassen lichaamsonderdelen). Wanneer men dit niveau bereikt, heeft men de volmaakte reiniging bereikt.

Allah zegt:

“Voorzeker, Allah heeft de berouwvollen lief, en Hij heeft hen lief die zich reinigen.”

 (2/222)

.

-          Buiten deze bovengenoemde smeekbedes, mag men geen andere smeekbedes verrichten. Ook mag men niet tijdens het verrichten van de wassing een smeekbede doen, dat is namelijk niet overgeleverd van de Profeetr  .


 5-Thema: het vegen over "al-Khuffayn[126]"

 5.1. De voorwaarden van het vegen over de sokken

 Hadieth 53

Al-Mughierah ibn Shu'bah heeft verhaald, hij zei: “Ik was met de Profeetr. Hij verrichtte de wudoe’, vervolgens bukte ik om zijn sokken uit te trekken. Hij zei: “Laat ze. Ik heb ze aangetrokken terwijl (mijn voeten) rein zijn.” Vervolgens veegde hij erover.”[127]

Bewijsstukken:

-          En in een uitspraak bij imam aboe Dawoed en imam al-Bukharie: “Voorwaar, ik deed mijn voeten in de sokken terwijl zij rein waren.”

-          Er is authentiek overgeleverd van al-Hasan al-Basrie, hij zei: “Zeventig metgezellen van de Boodschapper van Allahr  vertelden mij dat de Profeet over zijn sokken veegde.”[128]

-          Ook is authentiek overgeleverd van al-Mughierah ibn Shu'bah: “Dat de Boodschapper van Allahr de wassing verrichtte en vervolgens over zijn sokken en schoenen veegde.”[129]

-          Ook is er authentiek overgeleverd door al-Mughierah ibn Shu'bah, hij zei: “Ik was met de Profeetr  op reis. Hij verrichtte zijn behoefte, vervolgens verrichtte hij de wassing en veegde hij over zijn sokken. Ik zei: “O Boodschapper van Allah, bent u niet iets vergeten?” Hij zei: “Integendeel, jij bent het vergeten. Dit is wat mijn Heer mij aanbevolen heeft.”[130]

Uitleg:

-          “Ik was met de Profeet”, dit duidt op het feit dat de Profeetr in die situatie reizende was.

Oordelen:

-          Deze ahadieth bewijzen dat het aanbevolen is om over de sokken te vegen, zowel  tijdens het reizen als tijdens het verblijf.

-          De hadieth van al-Mughierah ibn Shu3bah bewijst dat het ook aanbevolen is om over de schoenen te vegen.

-          De ahadieth's bewijzen ook dat de voorwaarde voor het vegen over de sokken is: dat alvorens men de sokken aantrekt, men rein moet zijn (de wudoe’ nog geldig is). De Profeetr zei namelijk: “Voorwaar, ik deed mijn voeten in de sokken terwijl zij rein waren.”

-          Deze ahadieth's bewijzen ook dat Allah het voor ons gemakkelijk heeft gemaakt door de sokken niet uit trekken bij het verrichten van de wassing als men ze aan gedaan heeft terwijl zijn wassing nog geldig was. Hierover volgen meer bewijzen.

-          Alle andere voorwaarden die aan het vegen over de sokken gesteld worden, zoals de dichtheid van de sok en de soort stof, zijn zwak en hebben geen geldig bewijs.

-          Deze ahadieth's bewijzen ook dat het beter is om over de sokken te vegen, dan ze uit te trekken en de voeten te wassen, als men aan de voorwaarden voor het vegen voldaan heeft.


 5.2. De manier van het vegen over de sokken

 Hadieth 54

Alie ibn abie Taalib  heeft gezegd: “Als de godsdienst gebaseerd was op de mening (van de mensen), dan was het noodzakelijker om onder de sok te vegen dan erop. Voorwaar, ik heb de Boodschapper van Allahr gezien terwijl hij op de bovenkant van zijn sokken veegde.”[131]

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat de Islam niet gebaseerd is op de mening van de mens en of de logica van het denken van het brein. Dat betekent dat men het brein of de logica niet vóór de authentiek overgeleverde sunnah van de Profeet en de metgezellen van de Profeet mag laten gaan, of als bron van kennis mag hanteren.

-          Deze hadieth bewijst dat het vegen over de sok, slechts inhoudt: het vegen over de bovenkant van de sok. Men mag de onderkant van de sok niet meenemen bij het vegen ervan.


 5.3. De duur van het vegen over de sokken

 Hadieth 55

Safwaan ibn 3assaal heeft verhaald, hij zei: “De Profeetr beval ons wanneer wij reizende waren, om onze sokken drie dagen met hun nachten niet uit te trekken, behalve vanwege een djanaabah. Maar in geval van urinering, uitscheiding en slaap (moeten ze wel aanblijven).”[132]

Oordelen:

-          In de hadieth is sprake van een bevel. Echter leidt dit bevel niet tot een verplichting. Er zijn namelijk andere ahadieth die bewijzen dat het slechts aanbevolen is. Deze worden nader behandeld.

-          De eerste hadieth bewijst dat het aanbevolen is om tijdens het reizen over de sokken te vegen (als er aan de voorwaarden is voldaan).

-          Deze hadieth bewijst ook dat de duur van het vegen over de sokken tijdens het reizen drie dagen en nachten is.

-          Deze hadieth bewijst dat men wel zijn sokken uit moet trekken in geval van djanaabah, om zijn voeten te wassen.

 Hadieth 56

Alie ibn abie Taalib heeft verhaald, hij zei: “De Profeetr  stelde drie dagen met hun nachten vast voor de reiziger, en één dag en één nacht voor de verblijvende.” (Dit betreft het vegen over de sokken.)[133]

Oordelen:

-          In deze hadieth stelt de Profeetr de dagen vast waarop de reiziger en de verblijvende over hun sokken mogen vegen. De reiziger mag drie dagen en nachten over zijn sokken vegen, en de verblijvende één nacht en één dag (de dag begint volgens de Arabische telling bij de nacht).

 5.4. Meer over de  voorwaarden van het vegen over de sokken

Al-Mughierah ibn Shu'bah heeft overgeleverd: “Wij vroegen de Boodschapper van Allah: mag iemand onder ons over zijn sokken vegen?” Hij zei: “Ja, als hij ze terwijl ze rein zijn, erin stopt.”[134]

“Als” wijst op een voorwaarde. Dat betekent dat wanneer men zijn sokken aantrekt zonder daarvóór een geldige wassing te hebben, hij niet over zijn sokken mag vegen.

 Hadieth 57

Thawbaan heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allahr stuurde een brigade en beval hen om over hun tulbanden en sokken te vegen.”[135]

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat het aanbevolen is om over de tulband en sokken te vegen als men zich aan de voorwaarden heeft gehouden die eerder genoemd zijn: dat men deze aandoet wanneer men een geldig wudoe’ heeft. Overigens geldt deze voorwaarde niet voor het vegen over de tulband.

-          De manier van het vegen over de tulband is beschreven in hadieth 43.

 Hadieth 58

3umar ibn al-Khattaab heeft gezegd, en Anas ibn Maalik heeft verhaald (dat de Profeetr heeft gezegd): “Als iemand onder jullie de wassing verricht en vervolgens zijn sokken aantrekt, voorwaar, laat hem over zijn sokken vegen en ermee bidden, en laat hem ze niet uittrekken als hij wil, behalve voor een djanaabah.”[136]

Oordelen:

Deze hadieth bewijst de volgende zaken:

-          dat het vegen over de sokken en het niet uittrekken van de sokken aanbevolen is, vanwege de uitspraak van de Profeetr “als hij wil”.

-          dat het verplicht is de sokken uit te trekken om de voeten te wassen wanneer men de grote wassing wil verrichten.

-          dat de voorwaarde van het vegen over de sokken is: dat men bij het aantrekken ervan een geldige wassing heeft, dat bewijst de uitspraak van de Profeetr: “Als iemand onder jullie de wassing verricht...”.

 Hadieth 59

Aboe Bakrah heeft verhaald dat de Profeetr : “het voor de reiziger drie dagen en hun nachten gemakkelijker gemaakt en voor de verblijvende een dag en zijn nacht, als hij zich reinigt en vervolgens zijn sokken aantrekt, mag hij over deze (sokken) vegen.”[137]

Oordelen:

-          Deze hadieth wijst op de voorwaarden en de duur van het vegen over de sokken.

 Hadieth 60

Ubay ibn Ammaarah  heeft verhaald dat hij tegen de Profeetr heeft gezegd: “O Boodschapper van Allah, mag ik over de sokken vegen?” Hijr zei: “Ja.” Hij vroeg: “Een dag?” Hijr  antwoordde: “Ja.” Hij vroeg: “En twee dagen?” Hijr zei: “Ja.” Hij vroeg: “En drie dagen?” Hijr  zei: “Ja, en hoeveel jij wilt.”[138]

Bewijsstukken:

-          3uqbah zei: “Ik vertrok vrijdag vanuit a-Shaam naar al-Medinah en arriveerde (de volgende) vrijdag in al-Madienah. (Daar aangekomen) trad ik bij 3umar ibn al-Khattaab binnen -en in een ander uitspraak voegt hij toe: “Ik had toen twee dikke sokken aan.”- (3umar) vroeg me: “Wanneer heb je ze aangetrokken?” Ik antwoordde: (Vorige) vrijdag.” Hij zei: “Heb je ze (daarna) uitgetrokken?” Ik zei: “Nee.” Hij zei: “Voorwaar, je hebt de Sunnah getroffen.”[139]

Oordelen:

-          De hadieth van Ubay ibn 3ammaarah is door de geleerden da3ief verklaard en kan niet als bewijs worden gehanteerd.

-          De hadieth van 3uqbah is door vele geleerden sahieh verklaard en bewijst dat wanneer het voor de reiziger te zwaar is om zijn sokken uit te doen, hem aanbevolen wordt de sokken aanhoudend -meer dan drie dagen- aan te laten. Tot dit oordeel zijn shaykhu-l-Islam ibn Taymiyyah en shaykh al-Albaanie gekomen.

Definitie: ‘Wanneer een metgezel zegt: “Dit is de Sunnah.” Of: “Je hebt de Sunnah getroffen.” Dan betekent het dat het de manier is die de de Profeet ﷺ‬ van de metgezellen accepteerde.’


 6-Thema: De bedervingen van al-wudoe’ (de wassing)

De bederving is hetgeen dat nietig maakt, oftewel de zaken die ertoe doen leiden dat de wudoe’ niet meer geldig is, en daarmee men geen wudoe’ heeft.

 6.1. De slaap

 Hadieth 61

Anas ibn Maalik heeft verhaald, hij zei: “De metgezellen van de Boodschapper van Allahr wachtten in zijn tijdperk (op het gebed van) 3ishaa totdat hun hoofden (door slaap) naar voren bogen. Vervolgens verrichtten zij het gebed zonder dat zij de wassing verrichtten.”[140]

Bewijsstukken:

-          En in een uitspraak: “Ik zag hoe de metgezellen van de Profeetr voor de Salaah werden opgewekt. Ik hoorde zelfs het gesnurk van één onder hen. Zij stonden op en verrichtten het gebed, maar verrichtten geen wudoe’.”[141]

-          Alie heeft verhaald dat de Profeetr  zei: “Het oog is de binder van de anus. Voorwaar, degene die slaapt, hij moet de wassing verrichten.”[142] 

Oordelen:

De geleerden hebben daarover verschillende oordelen uitgesproken:

1.      dat de slaap in zijn algemeenheid en in al zijn niveaus één van de bedervers is van de wudoe’. Het bewijs daarvan is de algemeenheid die zich in de hadieth van Safwaan bevindt.[143] De Profeetr zei: “Maar in geval van urinering, uitscheiding, en slaap (moeten ze wel aanblijven).”

2.      dat de slaap in zijn algemeenheid en in al zijn niveaus de wudoe’ niet bederft, met als bewijs: de hadieth van Anas ibn Maalik

3.      dat de slaap op zich geen bederver van de wudoe’ is. Als iemand stabiel zittend slaapt, wordt zijn wudoe’ niet bedorven. Als hij anders slaapt, wordt zijn wudoe’ wel bedorven, met als bewijs: de hadieth van Alie ibn abie Taalib.

4.      dat de korte slaap de wudoe’ niet bederft, maar de lange slaap wel.

Oordelen:

De verzoening van de bewijzen en de uitleg van de oordelen:

-          ‘Het is niet toegestaan de beduiding uit te stellen wanneer er noodzaak voor is.’ Deze definitie kan in de hadieth van Anas worden toegepast. De Profeetr  heeft zijn metgezellen niet opgedragen de wudoe’ opnieuw te verrichten. Daarom wordt in zo’n situatie de wudoe’ niet bedorven.

-          In de hadieth van Safwaan ibn 3assaal wordt de slaap in zijn algemeenheid als bederver van de wudoe’ genoemd. In andere ahadieth wordt een niveau van de slaap gespecificeerd, namelijk: de hadieth van Anas waarin hij zegt: “totdat hun hoofden (door slaap) naar voren bogen. Vervolgens verrichtten zij het gebed zonder dat zij de wassing verrichtten.” Ook de hadieth van Ali waarin de Profeetr  zegt: “Het oog is de binder van de anus. Voorwaar, degene die slaapt, hij moet de wassing verrichten.”[144]

De verzoening van deze ahadieth leidt tot de volgende oordelen:

-          De slaap is één van de bedervers van de wudoe’.

-          De lichte slaap waardoor het hoofd naar voren wordt gebogen bederft de wudoe’ niet, met als bewijs de hadieth van Anas.

-          Als men zittend slaapt, wordt zijn wudoe’ niet bedorven.

-          Als men tijdens zijn slaap bewust blijft van hetgeen wat rondom hem gebeurt, blijft zijn wudoe’ geldig. Zo vallen het buiten bewustzijn, de krankzinnigheid en het dronkenschap door middel van anologie onder dit oordeel, wegens het motief dat zich in al deze situaties bevindt, en dat is dat het verstand buiten werking treedt.

 6.2. Al- istihaadah (nabloeding)

 Hadieth 62

3aa'ishah heeft verhaald, zij zei: “Faatimah dochter van abie Hubaysh kwam naar de Profeetr  en zei: “O Boodschapper van Allah, ik ben een vrouw die istihaadah (nabloeding) krijgt waardoor ik niet rein word. Moet ik de Salaah verlaten?” Hijr zei: “Nee, voorzeker, dat is slechts een ader. Het is geen menstruatie. Voorwaar, wanneer jouw menstruatie begint, verlaat dan de Salaah, en wanneer het eindigt, was dan het bloed van je af en verricht vervolgens de Salaah.”[145] En in een uitspraak bij imam al-Bukhaarie: “Verricht vervolgens de wudoe’ voor elke Salaah.”

Uitleg:

-          (al-istihaadah) nabloeding”: dit wijst op de nabloeding die buiten de periode van de menstruatie kan optreden, en uit het geslachtsorgaan van de vrouw komt.

-          “ader”: dit is de ader waar het bloed van vrijkomt na de menstruatie, en wordt in het Arabisch 'al-3aazil' genoemd.

Oordelen:

-          Het stoppen van het bloed van de menstruatie is een bewijs voor reinheid. Deze vrouw weet dat wanneer een vrouw menstrueert, zij niet mag bidden. Zij dacht dat het niet stoppen van het bloed ook betekende dat de menstruatie voortduurde.

-          Deze hadieth bewijst dat de menstruerende vrouwen niet mogen bidden, dat bewijst de uitspraak van Faatimah: “...waardoor ik niet rein word. Moet ik de Salaah verlaten?” 

-          Deze hadieth is een bewijs dat al-istihaadah (nabloeding) plaats kan vinden, en een ander oordeel heeft dan menstruatie; en dat is dat de vrouw in die situatie bij elk gebed de wassing moet verrichten, en dat het aanbevolen is om om de twee gebeden de ghusl te verrichten.[146]

-          Deze hadieth bewijst dat alles wat de afscheidingsorganen verlaat, een bederver is van de wudoe’.

-          Wanneer een vrouw een nabloeding heeft, verkeert ze niet in een onreine toestand. Dat bewijst de uitspraak van de Profeetr: “...wanneer het eindigt, was dan het bloed van je af en verricht vervolgens het gebed.” Over dit oordeel wordt ook nader in komende ahadieth uitleg gegeven.

-          Het bloed van de nabloeding wordt van menstruatiebloed onderscheiden door middel van de kleur en geur. De Profeetr zegt namelijk in dezelfde hadieth: “Voorzeker, het menstruatiebloed is zwart en wordt herkend, als dat het is moet je je van de Salaah onthouden, en als het  het andere (soort bloed) is, verricht dan de wassing en bidt.”[147] Dit oordeel wordt ook nader uitgelegd.[148]   

-          Meer over de oordelen van de menstruatie en nabloeding worden inchAllah in thema 10: de menstruatie behandeld.

 6.3. Al-madhiey (voorvocht)

 Hadieth 63

Aie ibn abie Taalib heeft verhaald, hij zei: “Ik was een man die veel en vaak madhieyy (voorvocht) had. Ik beval al-Miqdaad de Profeetr (daarover) te vragen. Hij vroeg hem (daarover) en hijr antwoordde: “Daarvoor is de wudoe’ (nodig).”[149] 

De voltooiing van de hadieth:

-          En in een andere uitspraak bij imam al-Bukhaarie: “Ik schaamde me om de Boodschapper van Allah daarover te vragen.”

-          En in een andere uitspraak: “wegens de hoge waarde van zijn dochter bij mij.”

-          En in een andere uitspraak bij imam Muslim: “Ik was een man die veel voorvocht (madhieyy) had, en verrichtte daardoor de grote wassing in de winter, totdat mijn rug daardoor verscheurde.”

-          En in een andere uitspraak bij imam Muslim: “Verricht de wassing en was je geslachtsorgaan.”

-          En in een andere uitspraak bij imam al-Bukhaarie: “Was je geslachtsorgaan en verricht de wassing.”

 Bewijsstukken:

-          En in een uitspraak: “Voor voorvocht (moet men) de wudoe’ (verrichten), en voor sperma (moet men) de grote wassing (verrichten).[150]

-          Umm Saliem zei: “O Boodschapper van Allah, voorzeker, Allah schaamt zich niet voor de waarheid. Moet een vrouw de grote wassing verrichten als ze een natte droom krijgt?” Hijr zei: “Ja, als zij het vocht ziet.” Vervolgens zei umm Salamah: “Kan ook de vrouw een natte droom krijgen?” Hijr zei: (Taribat yadaaki) hoe kan haar kind dan op haar lijken?”[151]

Uitleg:

-          Al-madhieyy (voorvocht): is een doorzichtig vocht dat vóór de zaadlozing uit het geslachtsorgaan van de man vrijkomt, wanneer hij aan geslachtsgemeenschap denkt of ernaar verlangt.

-          “Taribat yadaaki” betekent letterlijk: moge jouw hand zich met het zand vermengen, wat betekent; moge jij arm worden. Deze uitdrukking wordt gebruikt voor iemand die oprecht een overbodige vraag stelt.

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat voorvocht de wudoe’ bederft, wegens de uitspraak van de Profeetr “Daarvoor is de wudoe’ (nodig).”  

-          Deze hadieth bewijst ook dat wanneer de man voorvocht heeft, hij slechts de wudoe’ erdoor moet verrichten.

-           De hadieth van Umm Saliem bewijst dat de vrouw werkelijk een natte droom kan krijgen, en dat ze daardoor de grote wassing moet verrichten wanneer ze het vocht ervan ziet.

-          Deze hadieth bewijst dat al-madhieyy (voorvocht) niet onrein is omdat sperma ook niet onrein is, zoals reeds bij andere ahadieth is vastgesteld.[152]

-          Het geslachtsorgaan moet gewassen worden om het gebed te mogen verrichten.

 6.4. Het aanraken van de vrouw

 Hadieth 64

Aisha heeft verhaald: “Voorwaar, de Profeetr kuste sommige onder zijn vrouwen. Vervolgens vertrok hij om het gebed te verrichten. En hij verrichtte (daarna) geen wassing.”[153]

Bewijsstukken:

-          En in een andere hadieth die door Aisha overgeleverd is, waarin ze zegt: “Voorwaar, de Profeetr bad terwijl ik vóór hem lag, op de manier waarop al-djanaazah (het dode lichaam) ligt voor degene die bidt. En wanneer hij de witr wilde bidden, raakte hij mij met zijn voet.”[154]

-          En in een andere hadieth die ook door Aisha is overgeleverd: “Ik vond hem staand biddend en ging met mijn hand in zijn haar.”[155]

-          Allah zegt:

 “O jullie die geloven, nadert niet de Salaah terwijl jullie dronken zijn, totdat jullie weten wat jullie zeggen; en (ook) niet (wanneer jullie) djunub zijn, behalve wanneer jullie reizigers zijn, totdat jullie de ghusl verrichten. En in het geval dat jullie ziek zijn, of op reis, of als één van jullie uitscheidt, of jullie de vrouwen aanraken en jullie geen water vinden, verricht dan de tayammum.” (Vers: 4/43)

-          Aboe Hurayrah heeft verhaald dat de Profeetr  zei: “Als (de man) tussen haar vier shi3aab zit, en heftig bezig is met haar, is de ghusl (grote wassing) voor hem verplicht, ook al heeft hij niets vrij laten komen.”[156]

Uitleg:

-          'Shi3aab' betekent letterlijk in het Arabisch: vertakkingen. In deze hadieth betekent het: de handen en voeten van de vrouw. Sommige geleerden zeggen ook: de benen en de dijen van de vrouw.

-          “...ook al heeft hij niets vrij laten komen.” Hiermee bedoelt de Profeetr : “ook al heeft hij geen zaadlozing gehad.”

Oordelen:

De geleerden hebben de vorige ahadieth met elkaar verzoend en zijn tot de volgende oordelen gekomen:

-          Het aanraken van de vrouw bederft de wudoe’ niet.

-          Het kussen van de vrouw bederft de wudoe’ niet.

-          De aanraking die in het vers bedoeld is, wordt door de hadieth uitgelegd als geslachtsgemeenschap, zoals in de hadieth van aboe Hurayrah. “als (de man) tussen haar vier shi3aab zit, en heftig bezig is met haar, is de ghusl (grote wassing) voor hem verplicht, ook al heeft hij niets vrij laten komen.” De metgezellen zijn het niet eens over het oordeel betreffende het aanraken van de vrouw. De metgezellen die het aanraken in het vers als geslachtsgemeenschap hebben geïnterpreteerd, zijn Alie ibn abie Taalib en 3abdu-llaah ibn 3abbaas. Ook hebben vele geleerden dit oordeel van hun overgenomen, zoals: imam ibn Taymiyyah, imam ibn al-Qayyim en imam al-Albaanie.

-          Aisha is degene die hierover de meeste kennis heeft, omdat zij één van de vrouwen was van de Profeetr. Zij weet het beste wat het oordeel daarvan is.

Hier geldt de definitie: ‘De overleveraar van de hadieth is degene die de meeste kennis bezit betreffende de uitleg en de praktisering van zijn hadieth’.

 HIER6.5. Het laten van een wind

 Hadieth 65

Aboe Hurayrah heeft verhaald dat de Boodschapper van Allahr  gezegd heeft: “Voorwaar, als iemand onder jullie iets in zijn buik ondervindt wat hem laat twijfelen, of er iets uit hem getreden is of niet, voorwaar, laat hem niet uit de moskee treden totdat hij een geluid hoort of een geur ruikt.”[157]

Bewijsstukken:

-          Aboe Hurayrah heeft verhaald, hij zei: “De Profeetr heeft gezegd: “Voorwaar, Allah accepteert geen gebed van iemand onder jullie als hij uitscheidt, totdat hij de wudoe’ verricht.” Vervolgens vroeg een man van de bewoners van Hadra-mawt[158]: “Wat is een uitscheiding, o aboe Hurayrah?” Hij zei: “Een scheet met of zonder geluid.”[159]

Oordelen:

-                                 Deze hadieth is één van de bewijzen van de geweldige regel: “Zekerheid vergaat

niet door twijfeling.”Dat betekent dat waneer de moslim door twijfel wordt getroffen, hij deze twijfel moet negeren en zijn daden op de zekerheid die hij heeft moet bouwen.

-          Wanneer iemand zich verbeeldt dat uit hem iets treedt wat de wudoe’ bederft, of twijfelt, behoudt hij zijn wudoe’, totdat hij iets hoort of ruikt. Wat betekent dat hij niet uit de moskee of de Salaah moet treden, totdat hij zeker weet dat hij een wind heeft gelaten.

-          Deze hadieth is een bewijs dat wind dat uit de achterste komt, een bederver is van de wudoe’, of er nu wel of geen sprake is van geluid. Dit bewijst ook de hadieth van aboe Hurayrah.


 6.6. Het aanraken van het geslachtsorgaan

 Hadieth 66

Talq ibn 3alie heeft verhaald, hij zei: “Een man zei: “Ik heb mijn geslachtsorgaan aangeraakt.”, of hij zei: “Als een man zijn geslachtsorgaan tijdens de Salaah aanraakt, is hij dan verplicht (opnieuw) wudoe’ te verrichten?” De Profeetr zei: “Nee, voorzeker, het is slechts een deel van jou.”[160]

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat: het aanraken van het geslachtsorgaan zonder daarbij lustintenties te hebben, de wudoe’ en de Salaah niet bederft, wegens de uitspraak van de Profeetr : “…het is slechts een deel van jou.” Deze uitspraak bewijst dat wanneer men zijn geslachtsorgaan aanraakt, op dezelfde wijze als dat hij andere lichaamsdelen van zichzelf zou aanraken, deze aanraking zijn wudoe’ niet bederft. Het geslachtsorgaan bevat namelijk een eigenschap die andere ledematen niet hebben, namelijk de lust. Vandaar dat de uitspraak van de Profeet dit oordeel bevat.

 Hadieth 67

Busrah bint Safwaan heeft verhaald dat de Boodschapper van Allahr gezegd heeft: “Voorwaar, wie zijn geslachtsorgaan aanraakt, laat hem de wudoe’ verrichten.”[161]

Bewijsstukken:

-          En in een andere hadieth die door aboe Hurayrah is verhaald: “Als iemand onder jullie met zijn hand naar zijn geslachtsorgaan gaat, zonder dat er een bedekking daartussen is, voorwaar, voor hem is de wudoe’ verplicht.”[162]

Oordelen:

Nadat de geleerden alle ahadieth die met dit onderwerp te maken hebben met elkaar verzoend hebben, zijn ze tot de volgende oordelen gekomen:

-          Het basisoordeel van het aanraken van het geslachtsorgaan, is dat het de wudoe’ niet bederft.

-          Wanneer men met lustintenties zijn geslachtsorgaan aanraakt, wordt daarmee de wudoe’ wel bedorven.

-          De twee ahadieth van Busra bint Safwaan en aboe Hurayrah zijn algemene ahadieth's die gespecificeerd worden door de hadieth van Talq ibn 3alie, waarin de Profeetr zegt: “…voorzeker, het is slechts een deel van jou.” Tot dit oordeel zijn imam ibn Taymiyyah, imam ibn al-Qayyim en imam al-Albaanie gekomen.


 6.7. De bederving van de wudoe’ tijdens de Salaah

 Hadieth 68

Aishah heeft verhaald dat de Profeetr  gezegd heeft: “Degene die (tijdens de Salaah) getroffen wordt door braak, neusbloeden, braakneigingen of voorvocht, laat hem dan de wudoe’ verrichten en vervolgens zijn gebed af maken, en niet spreken terwijl hij in deze situatie is.”[163]

Bewijsstukken:

-          Aboe Hurayrah heeft verhaald, hij zei: “De Profeetr kwam naar buiten om de Salaah te verrichten en verrichtte de Takbier. Vervolgens wees hij (met zijn hand) naar hen. Zij bleven (in hun houding) staan. Hijr ging weg en verrichtte de ghusl. Zijn hoofd druppelde water. Vervolgens leidde hij hen in de Salaah. Toen hij uit (de Salaah) trad zei hij: “Ik kwam naar buiten (om de Salaah te verrichten) terwijl ik djunub was, en vergat dat, totdat ik de Salaah binnentrad.”[164]


Oordelen:

-          Deze hadieth zou bewijzen dat braak, braakneigingen en neusbloeden bedervers zijn van de wudoe’. Omdat deze hadieth da3ief is verklaard, en geen andere hadieth hetgeen bewijst wat deze hadieth inhoudt, zijn deze zaken geen bedervers van wudoe’.

-          De hadieth in de uitleg bewijst dat wanneer men de Salaah binnentreedt en zich tijdens zijn Salaah herinnert dat hij geen geldige wudoe’ heeft, hij de Salaah moet stoppen, de wudoe’ moet gaan verrichten en daarna zijn Salaah moet hervatten waar hij het gestopt heeft. Tot dit oordeel is imam al-Albaanie gekomen.

-          Betreffende het voorvocht zijn de geleerden het erover eens dat het de wudoe’ bederft, wegens de hadieth van Alie die hieraan voorafgegaan is.[165]


 6.8. Het eten van kamelenvlees en lamsvlees

 Hadieth 69

Djaabir ibn Samurah heeft verhaald: “Een man vroeg de Profeetr: “Moet ik de wassing verrichten wegens (het eten van) lamsvlees?” Hijr zei: “Als je wilt.” Hij zei: “Moet ik de wassing verrichten wegens (het eten van) kamelenvlees?” Hijr zei: “Ja.”[166]

Bewijsstukken:

-          Aishah heeft verhaald dat de Profeetr heeft gezegd: “Voorwaar, verricht de wassing wegens (het eten van) hetgeen dat door vuur wordt getroffen.”[167]

-          Er is overgeleverd door Dhil Ghuraa, hij zei: “Een bedoeïen naderde tot de Boodschapper van Allahr terwijl hij liep: “O Boodschapper van Allah, het gebed bereikt ons terwijl wij in de staanplaatsen van de kamelen zijn. Mogen wij erin bidden?” Hijr zei: “Nee.” Hij vroeg: “Moeten wij wegens (het eten van) haar vlees de wassing verrichten?” Hijr zei: “Ja.” Hij vroeg: “Mogen wij in de staanplaatsen van de lammen bidden?” Hijr zei: “Ja.” Hij vroeg: “Moeten wij wegens (het eten van) haar vlees wudoe’ verrichten?” Hijr zei: “Nee.”[168]

-          Djaabir ibn 3abdu-llaahheeft gezegd: “Het laatste wat van de Boodschapper van Allah daarover werd vernomen, is het verlaten van de wudoe’ wegens alles wat door het vuur getroffen wordt.”[169]

-          Al-Baraa’ ibn 3aazib heeft verhaald: “De Boodschapper van Allahr werd gevraagd over de wudoe’ wegens (het eten van) kamelenvlees. Hij zei: “Voorwaar, verricht de wassing wegens (het eten ervan).” Ook werd hij gevraagd over het eten van lamsvlees. Hij zei: “Verricht geen wudoe’ wegens het eten van haar (vlees).” Vervolgens werd hij gevraagd over het bidden in de zitplaatsen van de kamelen. Hij zei: “Voorwaar, verricht niet het gebed erin, voorwaar, het is van de shaytaan. Ook werd hij gevraagd over het verrichten van het gebed in de staanplaatsen van de lammen. Hij zei: “Voorwaar, verricht het gebed erin, het is een zegening.[170]

-          Aboe Hurayrah en andere metgezellen hebben overgeleverd: “De Profeetr at van een lamsschouder. Vervolgens stond hij op voor het gebed zonder de wassing te verrichten.”[171]

Oordelen:

Na de verzoening van de ahadieth zijn de geleerden tot de volgende oordelen gekomen:

-          De hadieth van Aishah is opgeheven door andere ahaadieth, zoals de ahadieth van Djaabir ibn Samurah en Dhil Ghuraa.

-          De twee ahadieths van Djaabir ibn Samrah en Dhil Ghuraa specificeren kamelenvlees betreffende de wudoe’. Zo komen we tot de volgende oordelen:

-          Het is verplicht voor degene die kamelenvlees eet, de wassing opnieuw te verrichten, wil men de Salaah binnen treden. Het eten van kamelenvlees is namelijk één van de bedervers van de wudoe’.

-          Degene die ander vlees eet dan kamelenvlees, is slechts aanbevolen om opnieuw de wassing te verrichten, wegens de uitspraak van de Profeetr : “Als je wilt.”

-          Het bidden in de staanplaatsen van de kamelen is verboden.

-          Het bidden in de staanplaatsen van de lammen is aanbevolen, wegens de uitspraak van de Profeetr : “Voorwaar, bid erin, het is een zegening.”

-          De hadieth van Djaabir waarin hij zegt: “Het laatste wat van de Boodschapper van Allah daarover werd vernomen, is het verlaten van de wudoe’ wegens alles wat door het vuur getroffen wordt.”, is namelijk een algemene hadieth die gespecificeerd wordt door de ahadieth die het verplichten om wegens het eten van kamelenvlees de wudoe’ te verrichten. Dit is ook een mening van imam a-Nnawawie.

 6.9. Het wassen en het tillen van de dode

 Hadieth 70

Aboe Hurayrah heeft verhaald, hij zei: “De Profeetr heeft gezegd: “Voorwaar, al wie een dode wast, laat hem de grote wassing verrichten. En al wie hem draagt, laat hem de kleine wassing verrichten.”[172]

HIERBewijsstukken:

-          3abdu-llaah ibn 3abbaas heeft verhaald dat de Profeetr gezegd heeft: “Voorwaar, het is niet verplicht voor jullie om de grote wassing te verrichten wanneer jullie, jullie dode hebben gewassen. Voorwaar, jullie dode is niet onrein. Het is namelijk voldoende om jullie handen te wassen.”[173]

-          3umar ibn al-Khattaab heeft gezegd: “Wanneer wij de dode wasten, verrichtten sommigen onder ons de grote wassing, en verrichtten de anderen het niet.”[174]

Oordelen:

De voorafgaande ahadieth's bewijzen na de verzoening de volgende oordelen:

-          Het bevel van de Profeetr dat zich in de hadieth van aboe Hurayrah bevindt, leidt tot een aanbeveling, en niet tot een verplichting, wegens de interpretaties en handelingen die authentiek overgeleverd zijn van de metgezellen van de Profeetr, waaronder die van 3umar.

-          Het is aanbevolen voor degene die de dode draagt, om de kleine wassing te verrichten.

-          Het is voldoende om na het wassen van de dode, de handen te wassen.

 6.10. Het aanraken van de Qur’aan (het Boek)

 Hadieth 71

3abdu-llaah ibn abie Bakr heeft verhaald: “In het schrijven dat de Boodschapper van Allah naar 3amr ibn Hazm schreef, (stond): “Voorwaar, de Qur’aan mag niet aangeraakt worden, behalve door een reine.”[175]

Bewijsstukken:

-          Allah zegt:

 “77. En voorwaar, dit is zeker de nobele Qur’aan. 78. In een welbewaard/verborgen boek. 79. Dat niemand aanraakt dan de gereinigden (al-Mutahharoen).”

(Vers: 56/77-79).

-          Allah zegt ook:

 “Voorwaar, Allah heeft de berouwvollen lief, en Hij heeft hen lief die zich reinigen (al-Mutatahhirien).” (Vers: 2/222).

Oordelen:

De geleerden hebben betreffende het aanraken van de Qur’aan drie verschillende oordelen uitgesproken, te weten:

1.      Het is verboden de Qur’aan aan te raken indien men onrein is, ongeacht de situatie van onreinheid waarin men zich bevindt (ongeacht of men verplicht is de kleine of de grote wassing te verrichten).

2.      Het is verboden om het Boek aan te raken en/of de Qur’aan te reciteren zonder het boek aan te raken, als men zich in een djanaabah-situatie bevindt. Wel is het toegestaan om de Qur’aan te reciteren als men slechts de kleine wassing moet verrichten.

3.      Het is slechts aanbevolen om de wassing te verrichten, wil men de Qur’aan reciteren en/of  de Qur'aan (het Boek) aanraken.

De juiste oordelen zijn:

-          Allah heeft het in vers 56/79 over de verborgen Qur’aan die in het welbewaarde paneel bewaakt wordt. En degenen die het bewaken zijn de engelen. En dat bedoelt Allah met de gereinigden (al-Mutahharoen); dit zijn namelijk degenen die gereinigd zijn en blijven. Dat kunnen de mensen niet zijn. De mensen zijn in werkelijkheid vervuild en degenen onder hen die rechtleiden zijn, zijn degenen die zich reinigen. Ook is dit vers slechts een bericht van Allah aan de mensheid dat de Qur’aan welbewaard wordt. Dit leidt ons tot het feit dat er geen bewijs is voor de verplichting dat de moslim zich reinigt alvorens de Qur’aan te reciteren en/of vast te pakken. Allah heeft het namelijk in vers 2/222 wel gehad over degenen die zich reinigen (al-Mutatahhirien). Hier heeft Allah het wel over de mensen. 

-          De hadieth van 3abdu-llaah ibn abie Bakr is een algemene hadieth omdat de Profeetr de soort reiniging niet gespecificeerd heeft. Er is namelijk een reiniging die te maken heeft met de Islam, omdat Allah  zegt:

 “O jullie die geloven, voorzeker, de veelgodenaabidders zijn onrein.” (Vers: 9/28)

De Profeetr  zegt ook in een hadieth die door Hudhayfah ibn al-Yamaan is verhaald: “Voorzeker, de moslim wordt nooit onrein.”[176] Ook is er een reiniging die te maken heeft met uitscheiding en/of djanaabah. Vele geleerden hebben de reiniging waarover de Profeetr praat in deze hadieth, geïnterpreteerd als de reiniging van de Islam. Tot dit oordeel zijn de volgende geleerden gekomen: ibn 3abbaas, imam Maalik, imam ibn al-Qayyim, imam al-Albaanie, imam ibn 3uthaymien, en vele andere geleerden.

 Hadieth 72

Aishah heeft gezegd: “De Boodschapper van Allahr gedacht Allah in al zijn situaties.”[177]

Bewijsstukken:

-          Aboe al-Djuhaym al-Ansaarie heeft verhaald, hij zei: “De Profeetr kwam uit de richting van de put Djamal. Onderweg kwam een man hem tegen, en groette hem. De Profeetr groette niet terug, totdat hij een muur naderde, en over zijn gezicht en handen veegde. Vervolgens groette hij hem terug.”[178]


Oordelen:

-          Na het verzoenen van deze twee ahaadieth, komen we tot het oordeel dat het aanbevolen is voor de moslim om zich te reinigen alvorens Allah te gedenken. Deze reiniging hoeft niet de volmaakte reiniging te zijn, waarmee je de Salaah binnen kan treden. Het mag ook een minimale reiniging zijn zoals de Tayammum; hetgeen wat de Profeetr in de hadieth van aboe al-Djuhaym al-Ansaarie heeft gedaan.

-          De hadieth van aboe al-Djuhaym al-Ansaarie bewijst ook dat het verboden is om tijdens urinering of uitscheiding te spreken. Hadieth 86 steunt dit oordeel ook.

 6.11. De slaap

 Hadieth 73

Mu3aawiyah heeft verhaald, hij zei: de Boodschapper van Allahr heeft gezegd: “Voorwaar, het oog is de binder van de anus. Voorwaar, als de ogen slapen, ontspant de binder.”[179] En in een andere uitspraak: “En al wie slaapt, laat hem de wudoe’ verrichten.”[180] Deze toevoeging is overgeleverd door 3alie zonder de uitspaak: “ontspant de binder.”

Oordelen:

-          De oordelen van deze hadieth zijn eerder behandeld bij de uitleg van hadieth 61.

-          Deze hadieth is ook een duidelijk bewijs dat wanneer men slaapt en niet meer bewust is van hetgeen hij doet en om hem heen gebeurt, zijn slaap zijn wudoe’ bederft: “Voorwaar, als de ogen slapen, ontspant de binder.”[181] De Profeetr vergelijkt het oog met het bewustzijn van de mens. Wanneer het bewustzijn van de mens te zwak is, heeft hij geen controle over zijn ledematen en kan hij zijn wind niet tegenhouden.

 Hadieth 74

3abdu-llaah ibn 3abbaas heeft gezegd (dat de Profeet ﷺ‬ gezegd heeft): “Voorzeker, de wudoe’ is slechts verplicht voor degene die liggend slaapt.”[182]  


Oordelen:

-     Deze hadieth mag niet als bewijs worden gehanteerd omdat deze da3ief is verklaard. Ook is het in strijd met de oordelen die uit authentieke ahadieth voortvloeien. Deze hadieth maakt namelijk onderscheid tussen het liggend slapen en niet-liggend slapen, terwijl we eerder hebben geconstateerd, dat slechts diepe slaap de wudoe’ bederft.

 6.12. De Hidjamah

 Hadieth 75

Anas ibn Maalik heeft verhaald, hij zei: “De Profeetr verrrichtte de Hidjamah en ging vervolgens bidden zonder de wassing te verrichten.”[183]

Uitleg:

-          'Hidjamah' is een benaming van een geneesmethode waarbij het slechte bloed van het lichaam door middel van kopjes eruit gezogen wordt.


Oordelen:

-     Deze hadieth is geen bewijs. Echter is de Hidjaamah geen bederver van wudoe’, omdat bloeding ook geen bederver van de wudoe’ is; er is namelijk geen authentiek overgeleverd bewijs dat dat kan verklaren. Overigens zijn er bewijzen die juist het tegenovergestelde verklaren. Deze zullen in-shaa’-Allah nader aan de orde worden gesteld.

 6.13. De influistering tijdens de Salaah

 Hadieth 76

3abdu-llaah ibn 3abbaas heeft verhaald dat de Boodschapper van Allahr gezegd heeft: “De shaytaan komt tot iemand onder jullie tijdens zijn Salaah en blaast in zijn achterste, waardoor hij zich verbeeldt dat hij uitgescheiden heeft, terwijl hij niet uitgescheiden heeft. Als men dit ondervindt, laat hem niet (uit zijn Salaah) treden, totdat hij een geluid hoort of een geur ruikt.”[184]


Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat de shaytaan zelfs tijdens de meest geweldige aanbidding in staat is de mens af te leiden.

-          Deze hadieth bewijst dat men elke soort van influistering moet negeren, omdat het geen bederver is van de wudoe’, ook al voelt men iets.

-          Deze hadieth is ook een bewijs dat de wudoe’ pas bederft, als men iets hoort of ruikt.[185]

 Hadieth 77

Aboe Sa3ied al-Khudrie heeft verhaald (dat de Profeetr gezegd heeft): “Als de shaytaan naar iemand onder jullie komt (tijdens zijn gebed), en zegt: “Voorzeker, jij hebt uitgescheiden”, laat hem dan zeggen: “Voorwaar, jij liegt.”[186] En in een andere uitspraak bij imam ibn Hibbaan: “Laat hem in zichzelf zeggen.”

Oordelen:

-          Deze hadieth is een bewijs dat wanneer de shaytaan bij iemand tijdens zijn gebed komt, en bij hem influistert dat hij heeft uitgescheiden, en hij geen geluid hoort en geen geur ruikt, hij tegen de shaytaan hoort te zeggen: “Voorwaar, jij liegt.” Vervolgens hoort hij zijn Salaah af te maken.


 7-Deur: De ethieken van het doen van de behoefte

Het doen van een behoefte is een synoniem van uitscheiding van urine en/of ontlasting. Deze terminologie is uit een hadieth gehaald waarin de Profeetr gezegd heeft: “Als iemand onder jullie voor zijn behoefte gaat zitten.”

 7.1. De ethieken van het binnentreden van het toilet

 Hadieth 78

Anas ibn Maalik heeft verhaald, hij zei: “Wanneer de Boodschapper van Allahr  het toilet intrad, legde hij zijn ring neer.”[187]

Bewijsstukken:

-          Anas ibn Maalik heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allahr droeg een ring waarin gegraveerd stond: Mohammad is de Boodschapper van Allah. En als hij het toilet intrad, legde hij hem neer.”[188]

Uitleg:

-          “Al-Khalaa’”; dit woord staat in de Arabische versie van deze hadieth, en betekent: een lege/afgelegen plek.

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat het doen van de behoefte slechts toegestaan is op een lege plek waar niemand anders zich bevindt. Zo zijn er ook andere ahadieth's die dit bewijzen en in deze deur aan de orde zullen komen, waaronder de hadieth van al-Mughierah ibn Shu3bah waarin hij verhaalde: “Hij vertrok totdat hij (iedereen) had vermeden.” En in een andere hadieth die door aboe Dawoed is overgeleverd: “Als hij wilde urineren, vertrok hij totdat niemand meer hem zag.”

-          Deze hadieth bewijst dat het afgeraden is om heilige teksten die Allah’s woorden en/of namen bevatten, mee te nemen tijdens een toiletbezoek; dat ter verering van Allah.

 7.2. De smeekbede van het binnentreden van het toilet

 Hadieth 79

Anas ibn Maalik heeft gezegd: “Wanneer de Profeet ﷺ‬ het toilet inging, zei hij: “Allahumma innie a3oedhu bika mina-lkhubthi wa-lkhabaa’ith”, “O Allah, bij ﷻ‬ zoek ik mijn toevlucht tegen de mannelijke en de vrouwelijke satans.”[189]

Oordelen:

-          Ook is authentiek overgeleverd bij imam Sa3ied ibn Mansoer dat de Profeetr zei: “Bismillaah (In de naam van Allah).…”[190] Omdat deze toevoeging sahieh is, is het een vervolmaking van de hele smeekbede, en hoort deze ook gezegd te worden.

-          Deze hadieth bewijst dat het aanbevolen is om vóór, tijdens of na het binnentreden van het toilet, deze smeekbede op te zeggen. Er is ook authentiek overgeleverd bij ibn abie Shaybah wat door Anas ibn Maalik is verhaald: “Wanneer de Boodschapper van Allahr het toilet wilde binnentreden….”[191] 


 7.3. Al-istindjaa’

 Hadieth 80

Anas ibn Maalik heeft gezegd: “Wanneer de Boodschapper van Allahr het toilet intrad, tilde ik samen met een ander kind van mijn leeftijd een (lederen) teil waarin water zat, en een korte speer. Voorwaar, hij verrichtte al-istindjaa’ door middel van dat water.”[192]

Bewijsstukken:

-          Zo is er authentiek verhaald door aboe Hurayrah dat hij gezegd heeft: “Wanneer de Profeetr  het toilet intrad, gaf ik hem water dat in een stenen of lederen teil zat. Daarmee verrichtte hij al-istindjaa’, en vervolgens veegde hij zijn hand over de aarde.”[193]

-          Ook heeft Djarier verhaald, hij zei: “Ik was met de Profeetr, hij ging naar het toilet en deed zijn behoefte. Vervolgens zei hij: “O Djarier, geef mij een tahoer (bron van reinheid).” Ik gaf hem water waarmee hij al-istindjaa’ verrichtte. Vervolgens ging hij met zijn hand door de aarde.”[194]

Uitleg:

-          “Istindjaa’” is het reinigen van de uitscheidingsorganen door middel van water.

-          “Kind”, hiermee wordt de persoon bedoeld die de puberteit nog niet heeft bereikt.

-          “Teil” is een kom of een diepe schotel.

-          “Tahoer” betekent letterlijk in het Arabisch: een bron van reinheid. De Arabieren gebruiken het soms als een synoniem van water.

Oordelen:

-          De Profeetr verstopte zich voor de rest van de mensen tijdens zijn toiletbezoek, door middel van een speer waarop hij kleren hing. Dit bewijst het belang en de verplichting van het bedekken van de 3awrah[195] tijdens het toiletbezoek.

-          Deze hadieth bewijst dat het toegestaan is om een kind te laten helpen bij het tillen van water tijdens het toiletbezoek.

-          Deze hadieth bewijst dat het beter is om door middel van water in plaats van stenen of andere voorwerpen, de uitscheidingsorganen te reinigen.

 Hadieth 81

Al-Mughierah ibn Shu3bah heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allahr zei tegen mij: “Neem al-idaawah (lederen watergerei).” Vervolgens vertrok hij   totdat hij zich voor mij had verstopt. Vervolgens deed hij zijn behoefte.”[196]

Bewijsstukken:

-          Aboe Hurayrah heeft verhaald dat de Profeet ﷺ‬ gezegd heeft: “Voorwaar, wie ontlasting wil uitscheiden, laat hem zichzelf bedekken. Voorwaar, als hij niets vindt (waarmee hij zich kan bedekken) behalve dat hij zand bij elkaar brengt en (daarvan) een hoop maakt, laat hem dan (met zijn rug) ernaar keren. Voorzeker, de shaytaan bespeelt de achtersten van de zonen van Aadam. Wie dat doet heeft perfect gehandeld, en wie dat niet doet, hem treft geen blaam.”[197]

-          Ali heeft verhaald dat de Profeetr  gezegd heeft: “De bedekking tussen de djinn en de 3awra’s van de zoon van Aadam als hij het toilet binnentreedt, is dat hij zegt: “Bismillaah, In de naam van Allah”. ”[198]

Uitleg:

-          "Blaam" betekent: berisping en/of verwijt.

-          "3awra" betekent: geslachtsdelen

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat men zich hoort te verbergen voor de anderen wanneer men de behoefte gaat doen.

-          Het is verplicht om de 3awrah ook tijdens het doen van de behoefte te bedekken.

-          Omdat de hadieth van aboe Hurayrah da3ief is, blijft de verplichting voor degene die het toilet bezoekt, dat hij zijn 3awrah bedekt.

-          De hadieth van Ali is een duidelijk bewijs dat de djinn de 3awrah van de mens niet kunnen zien als de mens 'Bismillaah' zegt.


 7.4. De plekken waar het voor men verboden is uit te scheiden

 Hadieth 82

Aboe Hurayrah heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allahr   zei: “Weert jullie zelf van de twee vervloekten. Men zei: “En wat zijn de twee vervloekten o Boodschapper van Allah?” Hijr  zei: “Degene die uitscheidt op de weg van de mensen of (degene die uitscheidt) in hun schaduwen.”[199]

Bewijsstukken:

-          Er is namelijk authentiek overgeleverd dat Hudhayfah ibn Usayd heeft verhaald dat de Profeetr  gezegd heeft: “Al wie de moslims in hun wegen kwaad berokkent, voorwaar, zij verdienen de vervloeking.”[200]

Uitleg:

-          “De twee vervloekten”, dat zijn de twee soorten mensen die door anderen worden vervloekt wegens hun daden.

Oordelen

De hadieth bewijst dat het verboden is om op de wegen van de mensen en/of in hun schaduwen uit te scheiden. Deze plekken zijn namelijk voor algemeen gebruik.

Deze hadieth bewijst ook dat degenen die deze daden verrichtten, de vervloeking van de anderen verdienen. Dat bewijst ook de hadieth van Hudhayfah ibn Usayd.

 Hadieth 83

Aboe Daawoed heeft eraan toegevoegd wat hij van Mu3aadh ibn Djabal heeft overgeleverd dat hij verhaald heeft van de profeetr: “En op de paden (al-mawaarid).” En zijn uitspraak is: “Weert jullie zelf van de drie vervloekingen: het uitscheiden van ontlasting op de paden, het uitscheiden van ontlasting (op de wegen) en in de schaduwen.”[201]

Uitleg:

-           “En op de paden (al-mawaarid): hiermee worden de paden bedoeld die naar een bron van water of een put leiden.

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat het verboden is om ontlasting uit te scheiden op de paden, wegen en in de schaduwen.

 Hadieth 84

3abdu-llaah ibn 3abbaas heeft verhaald (dat de Profeetr  gezegd heeft): “Of een watervijver.”[202]

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat het verboden is om in een vijver ontlasting uit te scheiden.

 Hadieth 85

Ibn 3umar heeft verhaald dat de Profeetr: “Het doen van de behoefte onder de vruchtbare bomen en aan de oever van een stromende rivier verboden heeft.”[203]

Oordelen:

-          Hoewel deze hadieth da3ief is verklaard, klopt de inhoud ervan. Het motief van het verbod op uitscheiding op bepaalde plekken, is dat ze door andere mensen benut worden. Vandaar dat het verboden is om op elke plek die door de mensen in het algemeen benut wordt, uit te scheiden.

 7.5. Ethieken tijdens het doen van de behoefte

 Hadieth 86

Djaabir ibn 3abdu-llaah heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allahr  zei: “Voorwaar, wanneer twee mannen uitscheiden, laat ieder van hen zich voor zijn vriend verstoppen, en laat hen beiden niet spreken. Voorwaar, dit toornt Allah.”[204]

Oordelen:

-    Deze hadieth is ook een bewijs dat men zich moet verstoppen voor de ander tijdens het doen van de behoefte.

-    Deze hadieth bewijst dat het verboden is te spreken tijdens het doen van de behoefte. Overigens toornt deze daad Allah Geprezen en Verheven zij Hij. Zie het bewijsstuk in hadieth 72.


 Hadieth 87

Aboe Qataadah heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allahr  zei: “Laat niemand onder jullie zijn mannelijke geslachtsorgaan met zijn rechterhand aanraken terwijl hij urineert. En laat hem de ontlasting niet vegen met zijn rechterhand, en laat hem niet in de beker blazen.”[205]

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat het verboden is om het mannelijke geslachtsorgaan met de rechterhand aan te raken tijdens het urineren.

-          Deze hadieth bewijst ook dat het verboden is om de ontlasting met de rechterhand te vegen.

-          Deze hadieth bewijst ook dat het verboden is om in een beker of gerei te blazen.

-          Deze verboden zaken zijn niet slechts afgekeurd maar mogen niet begaan worden, omdat er geen bewijs is dat deze slechts afgekeurd zijn. Tot dit oordeel is o.a. imam ibn Taymiyyah gekomen.

 Hadieth 88

Salmaan heeft verhaald, hij zei: “Voorzeker, de Boodschapper van Allahr  verbood ons om richting de Qiblah ontlasting en/of urine uit te scheiden, met onze rechterhand al-istindjaa’ te verrichten,  met minder dan drie stenen al-istindjaa’ te verrichten, en met poten of botten al-istindjaa’ te verrichten.”[206]

Bewijsstukken:

-          Djaabir ibn 3abdu-llaah heeft verhaald dat de Profeetr gezegd heeft: “Voorwaar, als iemand onder jullie al-istidjmaar verricht, laat hem het drie keer doen.”[207]

-          3abdu-llaah ibn Mas3oed heeft verhaald, hij zei: “Er kwam een delegatie van al-djinn naar de Boodschapper van Allahr en zei: “O Muhammad, verbied jouw gemeenschap dat zij al-istindjaa’ verrichten door middel van botten, een dierenpoot, of een humamah. Voorzeker, Allah heeft ons daarmee een gunst gegeven.” Hij zei: “De Profeetr  heeft het vervolgens verboden.”[208]

-          Aboe Ayyoeb al-Ansaarie heeft verhaald dat de Profeetr heeft gezegd: “Voorwaar, wanneer iemand onder jullie voor zijn behoefte gaat zitten, laat hem zichzelf niet tot al-Qiblah richten, of de rug toekeren, maar richt jullie naar het oosten of naar het westen.”[209]

-          Ook heeft aboe Ayyoeb al-Ansaarie verhaald dat de Profeetr  gezegd heeft: “Voorwaar, wanneer jullie ontlasting willen uitscheiden, richt julliezelf niet tot al-Qiblah door middel van het uitscheiden van ontlasting en urine, maar richt jullie tot het oosten of het westen. Toen wij in a-Shaam kwamen, vonden wij toiletten die gebouwd waren in de richting van al-Qiblah. Wij weken ervan af, en verrichtten al-istighfaar.”[210]

-          Ook heeft Djaabir ibn 3abdu-llaah verhaald, hij zei: “De Profeetr   heeft ons verboden om richting al-Qiblah urine uit te scheiden.” Vervolgens zag ik hem een jaar voordat hij stierf zich ernaar richten.”[211]

-          3abdu-llaah ibn 3umar heeft verhaald, hij zei: “Op een dag klom ik op het huis van Hafsah. Ik zag toen de Profeetr  zijn behoefte doen, terwijl hij zich naar a-Shaam richtte en van de Ka3bah afwendde.”[212]

-          Marwaan al-Asfar heeft verhaald, hij zei: “Ik zag hoe 3abdu-llaah ibn 3umar  zijn rijdier liet liggen en (vervolgens) richting de Qiblah urineerde. Ik zei tegen hem: “O aboe 3abdu-Rrahmaan, is dit niet verboden?” Hij zei: “Jawel, voorzeker, het is slechts verboden dit in al-fadaa’ te doen, maar als er tussen jou en de Qiblah een afscheiding is, is het niet erg.”[213]

Uitleg:

-          “Humamah” betekent in het Arabisch o.a.: houtskool

-          “Al-istighfaar” is het vragen van vergiffenis aan Allah Geprezen en Verheven zij Hij.

-          “Al-fadaa’” betekent in het Arabisch: een verlaten open plek, zoals de woestijn.

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat het verboden is met de rechterhand al-istindjaa’ te verrichten.

-          Deze hadieth is een bewijs dat het verboden is om met minder dan drie stenen al-istidjmaar[214] te verrichten. De hadieth van Djaabir steunt dit oordeel ook.

-          Ook bewijst deze hadieth dat het verboden is om door middel van dierenpoten de uitscheidingsorganen te reinigen.

-          Deze hadieth bewijst ook dat het verboden is om al-istidjmaar te verrichten door middel van botten. Het motief van het verbod bevindt zich o.a. in de hadieth van 3abdullaah ibn Mas3oed. Dit oordeel zal in deze deur nader gedetailleerd behandeld worden.

-          De twee ahadieth's van Salmaan en van aboe Ayyoeb al-Ansaarie hebben in het algemeen verboden dat men uitscheidt in de richting van de Qiblah of met de rug ernaartoe. Maar de hadieth en de athar van ibn 3umar hebben de open plek gespecificeerd. Wanneer de geleerden deze ahadiethmet elkaar verzoenen, komen zij tot het volgende oordeel:

o      Het is verboden dat men in de richting van al-Qiblah of met de rug ernaartoe gekeerd, urine of ontlasting uitscheidt, wanneer men zich in een open ruimte bevindt en geen afscheiding heeft. Men hoort zich in zo’n situatie tijdens het uitscheiden ten oosten of ten westen ten opzichte van de Qiblah te richten. Dit is namelijk niet slechts afgekeurd. De situatie waarin dit afgekeurd is, is wanneer men zich in een behuizing bevindt. Het bewijs hiervoor is de hadieth en athar van 3abdullaah ibn 3umar en de hadieth van Djaabir . Tot dit oordeel is ibn 3umar, imam Maalik, en imam ibn Baaz gekomen.

Andere geleerden, zoals aboe Ayyoeb al-Ansaarie, imam ibn al-Qayyim en imam al-Albaanie hebben betreffende dit onderwerp geen verschil gemaakt tussen een open plek en een behuizing. Hun bewijs hiervoor is de hadieth van aboe Ayyoeb al-Ansaarie waarin hij zegt: “Wij weken ervan af, en verrichtten al-istighfaar.” Het verrichten van al-istighfaar betekent namelijk dat sommige metgezellen van de Profeet  hebben begrepen dat het niet slechts afgekeurd is, maar verboden is. En Allah weet het het beste.


 Hadieth 89

Aboe Ayyoeb al-Ansaarie heeft verhaald (dat de Profeetr gezegd heeft): “En richt julliezelf niet tot al-Qiblah, en keert jullie ruggen er niet toe door middel van (het uitscheiden van) ontlasting of urine, maar richt jullie tot het oosten of tot het westen.”[215]

Oordelen:

-          De oordelen van deze hadieth zijn in de vorige hadieth reeds behandeld.

 Hadieth 90

Aishah heeft verhaald, zij zei: “De Profeetr heeft gezegd: “Al wie ontlasting wil uitscheiden, laat hem zichzelf bedekken.”[216]


Bewijsstukken:

-          Anas ibn Maalik heeft verhaald, hij zei: “Wanneer de Profeet ﷺ‬ zijn behoefte wilde doen trok hij zijn kleding niet omhoog, totdat hij de grond naderde.”[217]

Oordelen:

-          Deze hadieth steunt vorige ahaadieth's, waaruit afgeleid is dat de moslim verplicht is zichzelf voor anderen te verbergen tijdens het uitscheiden. De oordelen van deze hadieth zijn reeds in een vorige stadium behandeld, zie hiervoor ahadieth81 en 86.

-          De hadieth van Anas bewijst dat het aanbevolen is om de kleding pas omhoog te doen wanneer men de grond of de wc pot nadert.

 7.6. De smeekbede van het uittreden van het toilet

 Hadieth 91

3aa’ishah  heeft verhaald: “Wanneer de Profeetr uit het toilet trad, zei hij: “Ghufraanak”, (ik vraag) Uw vergeving.”[218]

Oordelen:

-    Deze hadieth bewijst dat het aanbevolen is om de smeekbede die in deze hadieth genoemd is, bij het verlaten van het toilet te verrichten.

-    Sommige geleerden zeggen dat de Profeetr om vergiffenis vraagt omdat hij gedurende het toiletbezoek Allah Geprezen en Verheven zij Hij niet kon gedenken, en hij dat als tekortkoming beschouwt.

-    Alle andere smeekbedes die overgeleverd zijn betreffende het uittreden van het toilet zijn da3ief verklaard.

 7.7. Al-istidjmaar

 Hadieth 92

3abdu-llaah ibn Mas3oed heeft verhaald, hij zei: “De Profeetr scheidde ontlasting uit, vervolgens beval hij mij om hem drie stenen te geven. Ik vond slechts twee stenen en vond geen derde. Ik gaf hem (in plaats daarvan) een bot. Hij nam de stenen aan en gooide het bot weg, en zei: “Dit is onrein.”[219] En in een toevoeging bij imam Ahmad: “Geef mij iets anders.”[220]

Biografie:

3abdu-llaah ibn Mas3oed is één van de meest geleerde metgezellen van de Profeet ﷺ‬. Ook was hij zijn slaaf, en één van degenen die in Badr gevochten hebben.

De voltooiing van de hadieth:

-    Imam ibn Khuzaymah heeft toegevoegd: “Het was een bot van een ezel.”

Oordelen:

-    Deze hadieth bewijst dat het verboden is om door middel van botten de uitscheidingsorganen te reinigen.

-    Ook bewijst deze hadieth dat men bij het verrichten van al-istidjmaar minstens drie stenen moet gebruiken.

-    Deze hadieth bewijst ook de onreinheid van de botten van de dieren die niet gegeten mogen worden, zoals de ezel.


 Hadieth 93

Aboe Hurayrah heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allahr verbood het verrichten van al-istindjaa’ door middel van botten of dierenpoten, en hij zei: “Voorwaar, ze reinigen niet.”[221]

Oordelen:

-    Deze hadieth bewijst ook het verbod van het verrichten van al-istidjmaar door middel van botten. De Profeetr geeft in deze hadieth een extra motief aan, namelijk dat de botten niet reinigen. Dit is reeds aan de orde gesteld, zie hiervoor ahadieth88 en 92.

 7.8. De grondige reiniging van het geslacht

 Hadieth 94

Aboe Hurayrah heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allahr zei: “Voorwaar, reinigt jullie van urine, voorzeker, de meest voorkomende bestraffing in het graf is daardoor.”[222]

Bewijsstukken:

-    3abdu-llaah ibn 3abbaas heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allah liep langs twee graven en zei: “Voorzeker, zij worden bestraft, en zij worden niet bestraft voor iets groots. Voorwaar, het is wel voor iets groots. Voorwaar, deze verwijderde de urine niet van zichzelf, en deze liep tussen de mensen met roddels (a-nnamiemah). Vervolgens vroeg hij om een vochtige steel die hij in tweeën brak. Vervolgens plantte hij één deel op het ene (graf) en op het andere (graf) het andere (deel), en zei: “Hun bestraffing zal voor hen verminderd worden zolang deze niet uitdrogen.”[223]

Oordelen:

-    Deze hadieth bewijst dat het verplicht is om de urine zo goed mogelijk te verwijderen en het uitscheidingsorgaan te reinigen, en dat het verlaten daarvan een grote zonde is wegens de dreiging die de Profeetr aangeeft.[224]

-    Deze hadieth bewijst dat de moslim de kleine voorgeschreven zaken niet mag minachten. Het zijn namelijk bij Allah grote zaken. Dit betekent ook dat er binnen de Islam geen basis en een schil bestaan.Aan alles wat Allah heeft voorgeschreven, dient de moslim zich te onderwerpen.

 Hadieth 95

Aboe Hurayrah heeft verhaald dat de Profeet ﷺ‬ gezegd heeft: “Voorzeker, de meest voorkomende bestraffing in het graf komt door urinering.”[225]

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst zoals de vorige hadieth, dat het verlaten van het verwijderen van urine een grote zonde is, en dat degene die het begaat bestraffing in het graf verdient.

-          Deze hadieth bewijst dat de mens de zonden minacht, hoewel het bij Allah grote zaken zijn.

 7.9. De houding tijdens het uitscheiden

 Hadieth 96

Suraaqah ibn Maalik heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allahr leerde ons om in het toilet: op ons linker(been) te zitten en de rechter(knie) omhoog te houden.”[226]

Bewijsstukken:

-          Aishah heeft verhaald, zij zei: “Al wie jullie vertelt dat de Profeetr staand urineerde, voorwaar, gelooft hem niet. Hijr urineerde slechts zittend.”[227]

-          Hudhayfah ibn al-Yamaan heeft verhaald, hij zei: “De Profeetr kwam bij een vuilnisbelt van een stam uit. Ik draaide me om. [Hij wees naar me] en liet me naar hem komen, totdat ik bij zijn voeten stond. Hij urineerde staand, en vroeg vervolgens om water. Vervolgens verrichtte hij de wudoe’ en veegde hij over zijn sokken.”[228] En in een uitspraak bij imam a-Ttabaraanie: “O Hudhayfah, bedek mij.”[229]

Oordelen:

De geleerden hebben de hadieth van Aishah en die van Hudhayfah met elkaar verzoend en zijn tot de volgende oordelen gekomen:

-          Het is voor de man aanbevolen om zittend te urineren.

-          Het is voor de man afgekeurd om staand te urineren.

-          Het is toegestaan om iemand als bedekking te laten staan, wanneer men anders door de langslopende mensen gezien wordt. Zo heeft de Profeetr dit ook gedaan.

Dit ondersteunt de definitie dat men in elke situatie het slechte met het minder slechte moet weren, en het betere boven het goede moet kiezen.


 7.10. Het reinigen van het geslachtsorgaan

 Hadieth 97

3iesaa ibn Yazdaad heeft van zijn vader verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allahr zei: “Voorwaar, wanneer iemand onder jullie urineert, laat hem dan zijn mannelijke geslachtsorgaan drie keer lichtelijk leegschudden.”[230]

Oordelen:

-    Hoewel de keten van deze hadieth da3ief is, zijn er andere ahadieth's die de inhoud van deze hadieth bevestigen, waaronder de hadieth waarin de Profeetr het heeft over één van de twee die in hun graf bestraft worden: “Voorwaar, deze verwijderde de urine niet van zichzelf.”

 Hadieth 98

3abdu-llaah ibn 3abbaas heeft verhaald: “De Profeetr vroeg de inwoners van Qibaa’: “Voorzeker, Allah prijst jullie.” Zij zeiden: “Voorwaar, wij volgden de stenen met water.”[231]

 8-Deur: De grote wassing en het oordeel van de djunub[232]

 8.1. De verplichting van de ghusl bij zaadlozing en geslachtsgemeenschap

 Hadieth 99

Aboe Sa3ied al-Khudrie heeft verhaald, hij zei: "De Boodschapper van Allahr heeft gezegd: "Het water is wegens het water."[233]

Uitleg:

-    Het eerste water is het water waarmee men de grote wassing verricht.

-    Het tweede water is het sperma.

Oordelen:

-    Deze hadieth bewijst dat wanneer de moslim een zaadlozing heeft gehad -of het door gemeenschap komt of niet-, hij de ghusl moet verrichten.

-    Deze hadieth bewijst ook dat de beste reiniging door middel van water is.

-    Deze hadieth bewijst dat men niet al zijn ledematen moet wassen die door water getroffen moeten worden tijdens de grote wassing. Zo zullen we bij komende ahadieth zien dat men ook slechts door middel van het gieten van water over het gehele lichaam de grote wassing kan verrichten.

-    Sommige geleerden zeggen dat deze hadieth bewijst dat de grote wassing slechts verplicht is wanneer men sperma vrij laat, al heeft men geslachtsgemeenschap gehad. Deze mening hebben de metgezellen: Ali, 3uthmaan en Ubay ibn Ka3b . Overigens is dit oordeel nietig verklaard door de komende hadieth.

  Hadieth 100

Aboe Hurayrah heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allahr heeft gezegd: “Als (de man) tussen haar vier shi3aab zit, en heftig bezig met haar is, is de ghusl (grote wassing) verplicht.” [234] Imam Muslim heeft toegevoegd: “Ook al heeft hij niets vrij laten komen.”

Bewijsstukken:

-          Aboe Hurayrah heeft verhaald dat de Profeetr gezegd heeft: “Als (de man) tussen haar vier shi3aab zit en al-khitaan[235] met de (andere) khitaan heeft geplakt, wordt de ghusl (grote wassing) verplicht.”[236]

-          Aishah en 3abdu-llaah ibn 3amr ibn al-3aas hebben verhaald dat de Profeetr gezegd heeft: “Voorwaar, als de twee khitaans elkaar ontmoeten, wordt de ghusl (grote wassing) verplicht.[237]

-          3amr ibn Shu3ayb heeft van zijn vader verhaald, die op zijn beurt van zijn opa verhaald heeft dat de Boodschapper van Allahr gezegd heeft: “Voorwaar, als de twee khitaans elkaar ontmoeten en de eikel verdwijnt, wordt de ghusl (grote wassing) verplicht.”[238]

-          Ubay ibn Ka3b heeft gezegd: “Voorzeker, de Futyaa waarin ze zeiden: “Voorzeker, het water is slechts wegens het water,” is slechts een rukhsah (permissie) die de Boodschapper van Allahr in de beginperiode van de Islam heeft gegeven. Vervolgens heeft de Profeetr de ghusl (grote wassing) verplicht gemaakt.”[239]

-          Imam a-Shaafi3ie heeft gezegd: “De ontmoeting van de twee khitaans betekent niet dat ze elkaar slechts aanraken. Het betekent dat de eikel van de man in de vagina moet verdwijnen.” Overigens bewijst de hadieth van 3amr ibn Shu3ayb deze uitspraak.

Uitleg:

-          “Shi3aab” betekent letterlijk in het Arabisch: vertakkingen. In deze hadieth betekent het: de handen en voeten van de vrouw. Sommige geleerden zeggen ook: de benen en de dijen van de vrouw.

-          “Futyaa” of “Fatwaa” betekent: een wettelijk Islamitisch oordeel.

-          “Rukhsah” betekent: permissie en betekent letterlijk: verlof. Technisch (Islamitisch) betekent het: een verlof of een vergemakkelijking in een aanbidding die door Allah of Zijn Boodschapper voorgeschreven is.

-          “Al-khitaan” betekent: de besnijdenisplek. Zowel bij de man als bij de vrouw.

Oordelen:

Na de verzoening van de ahadieth die met dit onderwerp te maken hebben zijn de geleerden tot de volgende oordelen gekomen:

-          De ghusl was niet verplicht in de beginperiode van de Islam als men geslachtsgemeenschap had en geen sperma vrijliet. Dit oordeel is daarna door de Profeetr nietig verklaard. Dit verklaart de athar van Ubay ibn Ka3b.

-          De ghusl (grote wassing) is al verplicht als de eikel in de vagina penitreert (geslachtsgemeenschap plaatsvindt). Zowel voor de man als voor de vrouw. De Profeet maakt in de ahadieth's geen onderscheid.

-          De ghusl is niet verplicht voor degene die geen zaadlozing, en of geen gemeenschap heeft gehad.

-          De ahadieth's die als bewijsstukken toegevoegd zijn bewijzen ook dat de Islam wel degelijk vrouwenbesnijdenis kent. Tot dit oordeel zijn imam Ahmad, imam al-Albaanie en andere geleerden gekomen. De juiste manier van de besnijdenis wordt in een aparte deur nader in het boek in-shaa’-Allah uitgelegd.


 8.2. De natte droom

 Hadieth 101

Anas ibn Maalik heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allahr heeft –betreffende de vrouw die hetzelfde in haar droom ziet als wat de man ziet- gezegd: “Voorwaar, zij moet de ghusl (grote wassing) verrichten.”[240] Imam Muslim voegde toe: “Umm Sulaymah zei: “Bestaat dat dan?” Hijr  zei: “Ja, waar komt de gelijkenis anders vandaan?”

Bewijsstukken:

-          Aisha heeft verhaald: “Voorzeker, de vrouwen zijn slechts de zusters van de mannen.”[241]

Uitleg:

-    ‘De vrouw die in haar droom hetzelfde ziet als wat de man ziet’: de vrouw die een natte droom heeft.


Oordelen:

-          Deze hadieth en die van Aishah bewijzen dat de vrouw ook een natte droom kan hebben.[242]

-          Deze hadieth bewijst ook dat het kind soms op de vader en soms op de moeder kan lijken.

-          Deze hadieth bewijst ook dat zowel de man als de vrouw verplicht zijn de ghusl te verrichten als ze een natte droom hebben gehad.

 Hadieth 102

Aisha heeft verhaald, zij zei: “De Boodschapper van Allahr verrichtte de ghusl (grote wassing) wegens vier (zaken): de djanaabah, de vrijdag, de hidjaamah en wegens het wassen van de dode.”[243]

Oordelen:

-    De keten van deze hadieth is da3ief, maar de inhoud bewijst dat de ghusl voor de vier genoemde zaken voorgeschreven is. Al deze zaken zulen in-shaa’-Allah apart behandeld worden.


 8.3. Het binnentreden van de Islam

 Hadieth 103

Aboe Hurayrah heeft–in het verhaal van de bekering van Thumaamah ibn Uthaal tot de Islam- verhaald: “Vervolgens beval de Profeetr  hem de ghusl (grote wassing) te verrichten.”[244]

Bewijsstukken:

-          Qays ibn 3aasim heeft verhaald, hij zei: “Ik kwam naar de Boodschapper van Allahr  om de Islam binnen te treden. Hij beval mij met water en sidr de ghusl te verrichten.”[245]

Uitleg:

-          ‘Sidr’ is een soort doorn.

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat wanneer een ongelovige de Islam binnentreedt, hij verplicht is de ghusl de verrichten. Dat bewijst ook de hadieth van Qays ibn 3aasim.

-          De manier van deze ghusl is dezelfde als die van de andere soort ghusl. Er is namelijk geen specificatie betreffende deze soort ghusl.

 8.4. De ghusl voor het vrijdaggebed

 Hadieth 104

Aboe Sa3ied al-Khudrie heeft verhaald dat de Boodschapper van Allahr gezegd heeft: “Het verrichten van de ghusl van de vrijdag is verplicht voor elke moslim (vanaf) zijn pubertijd.”[246]

Bewijsstukken:

-          Aisha heeft verhaald, zij zei: “De mensen vertrokken naar het vrijdaggebed vanuit hun huizen en de heuvels. Zij werden door stuifzand getroffen en zweetten, waardoor er een (slechte) geur bij hen vandaan kwam. De Profeetr  trof één van hen terwijl hij hevig stonk. De Boodschapper van Allahr  zei toen: “Het zou goed zijn als jullie jezelf voor deze dag reinigen.”[247]

Uitleg:

-          ‘De ghusl van de vrijdag’: deze ghusl is voorgeschreven om verricht te worden vóór het vrijdaggebed.

Oordelen:

-          Sommige geleerden zijn door deze hadieth tot het oordeel gekomen dat de ghusl van de vrijdag verplicht is. Eén van deze geleerden is imam ibn al-Qayyim.

-          Andere geleerden waaronder imam ibn Taymiyyah zijn tot het oordeel gekomen dat het over het algemeen slechts aanbevolen is. Het is wel verplicht bij de aanwezigheid van een slechte geur op het lichaam, wegens de hadieth van Aishah.

-          Nog andere geleerden zijn tot het oordeel gekomen dat het altijd aanbevolen is. Meer uitleg volgt in-shaa’-Allah in de komende hadieth.


 Hadieth 105

Samurah ibn Djundub heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allahr  heeft gezegd: “Al wie op de vrijdag de wudoe’ verricht, voorwaar, dat is voldoende. En al wie de ghusl verricht, voorwaar, de ghusl is beter.”[248]

Bewijsstukken:

-          Abu Hurayrah heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allahr heeft gezegd: “Al wie de wudoe’ juist verricht en vervolgens naar het vrijdaggebed komt en luistert en zwijgt, voorzeker, Allah zal (zijn zonden) tot de volgende vrijdag vergeven, en nog drie dagen extra. En voorwaar, al wie een steen aanraakt, heeft een onzinnigheid begaan.”[249]


Oordelen:

Nadat de ahadieth met elkaar verzoend zijn, is imam ibn Taymiyyah tot het volgende oordeel gekomen:

-          de Profeetr verplichtte de mensen in de beginperiode van de Islam de ghusl te verrichten voor het vrijdaggebed, met als motief dat zij stinkend naar het gebed kwamen, en daarmee andere mensen kwaad konden berokkenen. Vervolgens is hijr daarin milder geworden omdat de mensen schoon naar het gebed kwamen. Het juiste oordeel is dus:

o            het is slechts verplicht om de ghusl te verrichten voor het vrijdaggebed wanneer men niet schoon is. Als men schoon is, is het slechts aanbevolen. Dat is het meest juiste oordeel betreffende dit onderwerp. En Allah weet het het beste.


 8.5. Het aanraken van de Qur'aan (het Boek) tijdens de djanaabah

 Hadieth 106

Ali ibn abie Taalib heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allahr reciteerde de Koran met ons zolang hij niet djunub was.”[250]

Bewijsstukken:

-          Aboe Hurayrah heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allahr trof me in één van de straten van Medienah aan terwijl ik djunub was. Vervolgens ontweek ik hem, ging de ghusl verrichten en kwam weer terug. (De Profeetr vroeg mij: “O aboe Hurayrah, waar was je?” Ik zei: “Ik was djunub en wilde niet met je zitten terwijl ik me niet in een reine situatie bevind.” (De Profeetr zei toen: “Subhaana-llaah”, heilig is Allah, voorwaar, de moslim wordt niet onrein.”[251]

-          Aisha heeft verhaald, zij zei: “De Boodschapper van Allah gedacht Allah in al zijn situaties.”[252]

Oordelen:

-          Alle ahadieth's waarin het verbod op het aanraken van de Koran en of het reciteren van de Koran in een djanaabah situatie zich bevindt, zijn door imam al-Albaanie da3ief verklaard. Dat betekent dat dit oordeel ook onjuist is. De geleerden die deze ahadieth's sahieh verklaren, zijn wel tot dit oordeel gekomen, zoals imam ibn Baaz.

-           De hadieth van aboe Hurayrah en Aisha bewijzen dat de moslim in al zijn situaties Allah mag gedenken, de Koran mag reciteren en de Koran mag aanraken. Echter is het wel aanbevolen om de wassing of tayammum te verrichten alvorens men Allah gedenkt. Tot dit oordeel is ook imam al-Albaanie gekomen. Zie ook ahadieth71 en 72.

 8.6. Degene die opnieuw gemeenschap wil hebben

 Hadieth 107

Abu Sa3ied al-Khudrie heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allahr  heeft gezegd: “Wanneer iemand onder jullie (gemeenschap) heeft gehad met zijn vrouw en vervolgens het nogmaals wil doen, voorwaar, laat hem tussen beide gevallen de wudoe’ verrichten.”[253]Ook heeft imam al-Haakim toegevoegd: “Dat is levendiger voor de herhaling.”[254]

Bewijsstukken:

-          3abdu-llaah ibn 3abbaas heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allahr  heeft gezegd: “Zou iemand onder jullie, wanneer hij gemeenschap met zijn vrouw wil hebben, (het volgende) zeggen: ‘Bismillaah, Allahumma djannibna-shaytaana wa djannibi-shaytaana maa razaqtanaa’, (In de naam van Allah. O Allah, behoed ons van de shaytaan en behoed (ook) hetgeen ﷻ‬ ons gunt van de shaytaan), en vervolgens Allah voorschikt dat zij daardoor een kind krijgen, dan zal de shaytaan dat kind nooit kwaad doen.”[255]

-          Anas ibn Maalik heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allah ging in één nacht langs al zijn vrouwen, en (verrichtte slechts) één ghusl.”[256]

-          Aboe Raafi3 heeft verhaald: “Dat de Profeetr op een dag langs al zijn vrouwen ging en de ghusl bij elke vrouw verrichtte. Ik vroeg hem: “Is het niet mogelijk dat je er slechts één ghusl van maakt? De Boodschapper van Allahr antwoordde: “Dit is schoner, beter en reiner.”[257]

Oordelen:

-          Deze ahadieth's bewijzen dat het aanbevolen is voor degene die zijn gemeenschap wil herhalen om de wudoe’ te verrichten.

-          Ook bewijst de hadieth dat men levendiger wordt en meer energie krijgt wanneer men de wudoe’ verricht, als men de gemeenschap wil herhalen.

-          De twee ahadieth's van Anas ibn Maalik en aboe Raafi3 bewijzen dat het nog beter is de ghusl te verrichten in plaats van de wudoe’, wanneer men zijn gemeenschap wil herhalen.

-          De twee ahadieth's van Anas ibn Maalik en aboe Raafi3 bewijzen ook dat het toegestaan is om op één nacht langs alle vrouwen te gaan.

-          De hadieth van 3abdu-llaah ibn 3abbaas bewijst dat het aanbevolen is om die smeekbede te doen wanneer men geslachtsgemeenschap wil hebben. Ook bewijst het dat het mogelijk is dat de shaytaan het embryo kwaad kan berokkenen als deze smeekbede niet gedaan wordt.

 8.7. Het slapen in geval van djanaabah

 Hadieth 108

Aisha heeft verhaald, zij zei: “De Boodschapper van Allah sliep terwijl hij djunub was, zonder dat hij het water aanraakte.”[258]

Bewijsstukken:

-          Aisha heeft verhaald, zij zei: “Als de Profeetr wilde slapen terwijl hij djunub was, verrichtte hij zijn wudoe’ die hij voor de Salaah verrichtte. ”[259]

-          3abdu-llaah ibn 3abbaas heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allahr trad uit het toilet. Vervolgens werd hem eten aangeboden. (De metgezellen) vroegen: “Moeten we u geen water brengen?” Hijr zei: “Voorzeker, ik ben slechts verplicht de wudoe’ te verrichten, wanneer ik mezelf voor de Salaah voorbereid.”[260]

-          3umar ibn al-Khattaab heeft verhaald, hij zei: “Ik vroeg de Boodschapper van Allahr: “Mag iemand onder ons slapen terwijl hij djunub is?” Hijr zei: “Ja, en als hij wil (mag hij ook) de wudoe’ verrichten.”[261]

-          Aisha heeft verhaald, zij zei: “Als de Profeetr wilde slapen terwijl hij djunub was, verrichtte hij zijn wudoe’ die hij voor de Salaah verrichtte, en als hij wilde eten of drinken terwijl hij djunub was, waste hij zijn handen en at en of dronk daarna.”[262]

-          Aisha heeft verhaald, zij zei: “Wanneer de Profeet ﷺ‬ met enkelen van zijn vrouwen (geslachtsgemeenschap) had, en hij lui werd om op te staan, sloeg hij met zijn hand tegen de muur en verrichtte de Tayammum.”[263]

Oordelen:

Als de ahadieth's met elkaar verzoend worden, komen de geleerden tot de volgende oordelen:

-          Het is voor de djunub aanbevolen om alvorens te gaan slapen zich te reinigen, al is het door middel van de tayammum, zoals de Profeetr gedaan heeft.

-          Het is toegestaan voor de djunub te slapen zonder de wudoe’ of de ghusl te verrichten.

-          Het is aanbevolen voor de djunub de wudoe’ te verrichten, maar het is nog beter de ghusl te verrichten.

-          Het is aanbevolen voor de djunub de handen te wassen alvorens te eten of drinken.

 8.8. De manier van de ghusl (de grote wassing)

 Hadieth 109

Aishar heeft verhaald, zij zei: “Wanneer de Boodschapper van Allahr de ghusl wegens de djanaabah verrichtte, begon hij met het wassen van zijn hand. Vervolgens goot hij (het water) door middel van zijn rechter (hand) op zijn linker (hand) en waste hij zijn geslachtsorgaan. Vervolgens verrichtte hij de wudoe’. Vervolgens nam hij water en liet hij zijn vingers tot de wortels van zijn haren gaan. Vervolgens schepte hij drie (hand)scheppen water op zijn hoofd. Vervolgens goot hij een grote hoeveelheid water over de rest van zijn lichaam. Vervolgens waste hij zijn voeten.”[264]

Bewijsstukken:

-          Maymoenah heeft verhaald, zij zei: “De Boodschapper van Allah verrichtte zijn wudoe’ voor de Salaah, maar (waste) zijn voeten niet. Vervolgens waste hij zijn geslachtsorgaan van de vuiligheid die het trof. Vervolgens goot hij een grote hoeveelheid water over zich heen. Vervolgens waste hij zijn voeten. Dat was zijn ghusl voor de djanaabah.”[265]

-          Djubayr ibn Mut3im heeft verhaald, hij zei: “We bespraken de ghusl van de djanaabah bij de Boodschapper van Allahr . Vervolgens zei hij:(De manier waarop) ik het verricht: ik neem mijn handvol (water) en giet het vervolgens op mijn hoofd. Vervolgens giet ik een grote hoeveelheid (water) over de rest van mijn lichaam.”[266]

-          Umm Salamah heeft verhaald dat zij de Profeet ﷺ‬ vroeg: “O Boodschapper van Allah, ik ben een vrouw die haar haarvlechten wikkelt. Moet ik het uitstrekken om de ghusl van de djanaabah te verrichten?” Hij zei: “Nee, het is slechts voldoende om drie keer over je hoofd te wrijven en vervolgens een grote hoeveelheid water over je heen te gieten. Dan ben je rein.”[267]

-          Aisha heeft verhaald, zij zei: “Het was zo dat als degene onder ons door de djanaabah getroffen werd, zij met haar hand drie keer over haar hoofd ging. Vervolgens (goot) ze (water) over haar hand aan de rechterhelft (van haar lichaam), en daarna over haar hand aan de linkerhelft.”[268]

Oordelen:

-          De hadieth van Aishah bewijst de meest volmaakte manier van de ghusl van de Profeetr . Deze manier is aanbevolen.

-          De hadieth van Aishah bewijst ook dat de Profeetr  zijn voeten twee keer waste. De eerste keer in de wudoe’ en de tweede keer aan het einde van de ghusl. Overigens hebben de geleerden daar een geschil over.

-          De hadieth van Maymoenah bewijst dat de Profeetr  soms ook zijn voeten niet tijdens de ghusl waste, maar wel aan het einde ervan.

-          De hadieth van umm Salamah bewijst dat de vrouw haar haarvlechten niet hoeft los te maken om de ghusl wegens al-djanaabah te kunnen verrichten. Het is slechts voldoende dat ze drie keer met haar handen in haar haren gaat.

-          Ook bewijst de hadieth van umm Salamah dat men na de ghusl de Salaah kan verrichten omdat men zich dan in een reine situatie bevindt.

-          De laatste hadieth van Aisha bewijst dat het aanbevolen is om tijdens de ghusl van rechts te beginnen en bij links te eindigen.

-          Alle ahadieth's van de ghusl bewijzen dat men slechts water over zijn gehele lichaam moet gieten en het niet hoeft te wassen, behalve het hoofd.

 Hadieth 110

Maymoenah heeft verhaald, zij zei: “Ik legde voor de Profeetr  water voor de ghusl klaar en bedekte het door middel van een kleed. Vervolgens goot hij (water) over zijn handen en waste hij ze. Vervolgens goot hij met zijn rechter(hand) (water) op zijn linker(hand) en waste zijn geslachtsorgaan. Vervolgens tikte hij zijn hand tegen de grond en veegde het, waarna hij het waste. Vervolgens spoelde hij (zijn mond) en snoof hij (water zijn neus) in, hierwaarna hij zijn gezicht en zijn armen waste. Vervolgens goot hij (water) over zijn hoofd, en liet het over zijn gehele lichaam gaan. Vervolgens hief hij zijn voeten en waste hij ze. Vervolgens gaf ik hem een kleed die hij weigerde aan te nemen. Vervolgens trad hij naar buiten terwijl hij (het water) met zijn hand afschudde.”[269]

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst naast de manier van het verrichten van de ghusl ook dat het aanbevolen is het water van het lichaam niet door middel van een handdoek of een kleed te verwijderen, maar door het water met de hand af te schudden.

-          De Profeetr heeft in deze hadieth zijn voeten slechts één keer gewassen terwijl hij ze bij de vorige hadieth twee keer heeft gewassen. Dit bewijst dat beide manieren toegestaan zijn.

 8.9. Het wikkelen van het haar tijdens de ghusl

 Hadieth 111

Umm Salamah heeft verhaald dat zij de Profeetr  vroeg: “O Boodschapper van Allah, ik ben een vrouw die haar haarvlechten wikkelt. Moet ik ze losmaken om de ghusl van de djanaabah –en in een ander uitspraak: de ghusl van menstruatie- te verrichten?” Hijr  zei: “Nee, het volstaat jou om slechts driemaal over je hoofd te wrijven.”[270]

Bewijsstukken:

-          Aisha heeft verhaald, zij zei: “De Profeetr  zei tegen haar terwijl ze menstrueerde: “Maak je haren los en verricht de ghusl.”[271]

Oordelen:

Na de verzoening van de ahaadieth's, zijn de geleerden tot de volgende oordelen gekomen:

-          Het is toegestaan voor de vrouw die de ghusl voor de djanaabah verricht haar haren tijdens de ghusl niet los te maken, wegens de hadieth van umm Salamah.

-          Het is verplicht voor de vrouw die de ghusl verricht wegens de menstruatie om haar haren tijdens de ghusl los te maken, wegens de hadieth van Aisha. Tot dit oordeel is o.a. shaykh al-Albaanie gekomen.

 8.10. Het binnentreden van de menstruerende vrouw of een djunub in de moskee

 Hadieth 112

Aisha heeft verhaald, zij zei: “De Boodschapper van Allahr heeft gezegd: “Ik sta (het binnentreden van) de moskee niet toe aan een menstruerende of een djunub.”[272]

Bewijsstukken:

-          Aisha heeft verhaald, zij zei: “De Profeetr  zei (een keer) tegen mij: “Geef me al-Khumrah (het kleed) aan van de moskee.” Ik zei: “Ik ben menstruerende.” Hijr zei: “Voorzeker, jouw menstruatie ligt niet in  jouw hand.”[273]

Oordelen:

-          De hadieth van Aishah die bij de bewijsstukken staat, bewijst dat het voor een menstruerende vrouw toegestaan is de moskee binnen te treden, de Koran vast te pakken en te reciteren. De Profeet ﷺ‬  zegt duidelijk in de hadieth dat de menstruatie niets te maken heeft met hetgeen de vrouw vastpakt en of waar ze loopt. Dit oordeel geldt ook voor de djunub. Tot dit oordeel zijn shaykh al-Albaanie en andere geleerden gekomen.

 8.11. De ghusl gezamenlijk verrichten

 Hadieth 113

Aisha heeft verhaald, zij zei: “De Boodschapper van Allahr en ik verrichtten (samen) de ghusl uit één gerei. Onze handen kruisten elkaar terwijl wij djunub waren.”[274] Ook heeft imam ibn Hibbaan toegevoegd: “Onze handen raakten elkaar aan.”[275]

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat de man en zijn vrouw tegelijkertijd uit hetzelfde gerei de wassing mogen verrichten. Dit is beter dan dat men de ghusl verricht met het overblijfsel van de ander (zie hiervoor hadieth 6).

-          Deze hadieth bewijst ook dat de man en zijn vrouw elkaar mogen aanraken terwijl ze djunub zijn, en dat dit de wassing niet ongeldig maakt.

 Hadieth 114

Aboe Hurayrah  heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allahr zei: “Onder elke haar bevindt zich een djanaabah, voorwaar, wast het haar en verschoont de huid.”[276]

Bewijsstukken:

-          Ali ibn abie Taalib heeft van de Profeetr verhaald: “Al wie nalaat een plek op zijn haar te wassen wegens de djanaabah, Allah zal zus en zo met hem doen in het hellevuur.” Ali zei: “Vanaf dat moment werd mijn haar mijn vijand.”[277]

Oordelen:

-          Deze twee ahadieth's zijn da3ief verklaard door de geleerden. Wel is het zo dat tijdens de wassing het water het gehele lichaam moet bereiken. Ook is in vorige ahadieth duidelijk gemaakt dat het verplicht is tijdens de wassing met de hand tot aan de wortels van het haar te gaan (zie hiervoor hadieth 109).


 9-Deur: de Tayammum

‘A-ttayammum’ betekent letterlijk in het Arabisch een plaats doelen. Technisch (Islamitisch) betekent het: doelen van de Sa3ied[278] om het gezicht en de handen daarmee te vegen met de intentie dat men zichzelf klaar maakt voor het gebed. 

 9.1. De gehele aarde is een bron van reinheid en een gebedsplaats

 Hadieth 115

Djaabir ibn 3abdu-llaah heeft verhaald dat de Profeetr gezegd heeft: “Mij zijn vijf zaken gegeven die niemand vóór mij zijn gegeven: in geval van angst word ik gered door middel van een maand loopafstand (tussen mij en mijn vijanden), en voor mij is de aarde als gebedsplaats en bron van reinheid gemaakt, voorwaar, elke man die de gebedstijd treft, laat hem bidden.”[279]


Bewijsstukken:

-          Allah Geprezen en Verheven zij Hij zegt:

 “O jullie die geloven! Wanneer jullie zich voorbereiden op de Salaah, wast dan jullie gezichten en jullie handen tot de ellebogen en wrijft over jullie hoofden en wast jullie voeten tot de enkels. Indien jullie djunub zijn, reinigt jullie dan. En indien jullie ziek zijn, of op reis, of als één van jullie uitscheidt, of jullie hebben jullie vrouwen aangeraakt en jullie vinden dan geen water: verricht dan Tayammum met schone aarde. En wrijft ermee over jullie gezichten en jullie handen. Allah wil het jullie niet moeilijk maken, maar Hij wil jullie reinigen, zodat Hij Zijn genieting voor jullie vervolmaakt. Opdat jullie dankbaar zullen zijn.” (vers: 5/6).

-          3abdu-llaah ibn 3umar  heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allah zei in de hadieth waarin hij vertelt over de vijf zaken: “Aan mij is de aarde als gebedsplaats en reiniging gegeven. Op de plek waar de Salaah mij treft, wrijf ik en bid ik. Degenen vóór mij vonden dat erg. Zij baden slechts in hun kerken en synagogen.”[280]

-          Aboe Umaamah heeft verhaald dat de Profeetr  zei: “...en mij en mijn gemeenschap is de gehele aarde als gebedsplaats en reiniging gegeven.”[281]

-          Djundub heeft verhaald, hij zei: “Ik heb de Boodschapper van Allah vijf (dagen) voordat hij stierf horen zeggen: “Ik neem bij Allah afstand van het feit dat ik iemand onder jullie als boezemvriend neem. Voorzeker, Allah de Verhevene heeft mij als boezemvriend genomen, zoals Hij Ibrahiem als boezemvriend heeft genomen. En als ik iemand tot boezemvriend zou nemen, dan zou ik Aboe Bakr als boezemvriend nemen. Voorwaar, degenen die jullie voorgegaan zijn beschouwden de graven van hun profeten en vromen als gebedsplaats. Voorwaar, beschouwt de graven niet als gebedsplaatsen, ik verbied jullie dat.”[282]

Oordelen:

-          De ahadieth's bewijzen dat de Profeetr met vijf en in sommige uitspraken met zes zaken gespecificeerd is. Deze zaken hebben de profeten die hem voor zijn gegaan niet gekregen, waaronder het reinigen door middel van aarde. Aarde is zoals water een bron van reinheid.

-          Nadat de geleerden de ahadieth's met elkaar hebben verzoend, zijn ze tot het oordeel gekomen dat Allah en Zijn Boodschapper geen specifieke soort aarde of zand bedoelen. Dit wijst erop dat alle soorten aarde een bron van reinheid zijn, zoals stenen en rotsen. Dit oordeel wordt nader bij hadieth 117 uitgelegd.

-          Ook bewijst de hadieth dat de gehele aarde voor de moslims als gebedsplaats dient. Hierdoor heeft de moslim geen excuus om de Salaah niet te verrichten. Slechts  de plaatsen waarop een verbod is mag men niet bidden, zoals de staanplaatsen van de kamelen, plaatsen waar polytheïsme wordt uitgeoefend en de graven. De hadieth van Djundub is een duidelijk bewijs voor het verbod op het bidden bij of vóór een graf.

 Hadieth 116

En in de hadieth die Hudhayfah ibn al-Yamaan heeft verhaald, (waarin de Profeetr  zegt): “En ons is haar zand als reiniging gegeven, als we geen water kunnen vinden.”[283]


Oordelen:

-          Deze hadieth is één van de bewijzen van de voorwaarde van de reiniging door middel van zand; de reiniging door middel van zand wordt pas geaccepteerd als men geen water vindt. Over dit onderwerp volgt later meer uitleg in-shaa’-Allah.

 Hadieth 117

Ali ibn abie Taalib heeft ook verhaald (dat de Profeetr  gezegd heeft): “En mij is zand als reiniging gegeven.”[284] 

Oordelen:

-          Deze hadieth wordt ook door veel geleerden als bewijs genomen om zand als bron van reinheid te specificeren, en stenen en andere voorwerpen die bij de aarde horen daar buiten te laten. Overigens hebben andere geleerden dit verworpen omdat zij vinden dat een soort naar het geheel kan refereren. Zo refereert de Profeetr  in deze uitspraak door middel van zand naar de aarde. Vele geleerden waaronder shaykh al-Albaanie zijn tot het oordeel gekomen dat men ook door middel van stenen de Tayammum kan verrichten. Dit bewijst ook de hadieth van aboe Umaamah die verhaald heeft dat de Profeetr   zei: “...en mij en mijn gemeenschap is de gehele aarde als gebedsplaats en reiniging gegeven.”[285] De Profeetr   heeft zelfs door middel van een muur de Tayammum verricht.[286]

 9.2. De manier van de Tayammum

 Hadieth 118

3ammaar ibn Yaasir heeft verhaald, hij zei: “De Profeetr   stuurde mij op pad. Ik werd djunub, en vond (toen) geen water. Ik rolde mezelf in het zand zoals een dier dat doet. Vervolgens ging ik naar de Profeetr   en vertelde hem dat. Hijr  zei: “Voorzeker, het volstond jou als je zo met je handen deed.” Hij sloeg zijn beide handen één keer tegen de grond aan. Vervolgens wreef hij zijn rechter (handpalm) over zijn linker (handpalm), en (daarna) over de rug van zijn handen en zijn gezicht.[287] En in de uitspraak bij imam al-Bukhaarie: “Hij sloeg zijn handpalm tegen de grond aan, en blies erop. Vervolgens wreef hij daarmee zijn gezicht en zijn handen.[288]

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat wanneer men geen geldige wudoe’ heeft, al is de oorzaak de djanaabah, en geen water kan vinden, men de Tayammum hoort te verrichten om de Salaah te kunnen binnentreden.

-          Deze hadieth bewijst de manier waarop men de Tayammum hoort te verrichten, en wel op de volgende wijze:

o   De handpalmen tegen de aarde aan slaan;

o   Op de handpalmen blazen;

o   De handpalmen vegen;

o   De rug van beide handen vegen;

o   Het gezicht vegen.

 Hadieth 119

3abdu-llaah ibn 3umar heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allahr heeft gezegd: “De Tayammum is twee slagen: een slag voor het gezicht en een slag voor de handen tot aan de ellebogen.”[289]

Oordelen:

-          Deze hadieth is da3ief verklaard door vele geleerden, en wordt daarom niet als bewijs genomen. Bij de Tayammum is het namelijk niet toegestaan om door middel van zand ook over de armen te wrijven. De handen zijn voldoende, zoals de Profeetr in de vorige authentieke hadieth duidelijk maakt.

 9.3. De voorwaarde van de Tayammum

 Hadieth 120

Aboe Hurayrah heeft verhaald, hij zei: “De Sa3ied is de wudoe’ (reiniging) van de moslim als hij geen water vindt, al duurt het tien jaar. Voorwaar, als hij water vindt, laat hem Allah vrezen door het (water) zijn huid te laten aanraken.”[290]

Oordelen:

-          Deze hadieth is een bewijs dat de Tayammum als reiniging kan dienen zolang men geen water kan vinden. Dit betekent dat de voorwaarde van de Tayammum is, dat men geen water vindt.

-          Deze hadieth bewijst ook dat wanneer men het water vindt, de Tayammum niet meer geldig is. Men dient de wudoe’ te verrichten wanneer het water aanwezig is. Imam al-Albaanie en andere geleerden zijn wegens deze hadieth ook tot het oordeel gekomen dat als men door middel van de Tayammum de Salaah binnentreedt, en tijdens het gebed water beschikbaar is, hij zijn gebed moet stoppen, de wudoe’ moet verrichten en vervolgens zijn gebed af moet maken waar hij het gestopt heeft.

 9.4. Als men het water vindt binnen de tijd van de Salaah

 Hadieth 121

Aboe Sa3ied al-Khudrie heeft verhaald, hij zei: “Er vertrokken twee mannen op reis. Vervolgens trof het gebed hen, terwijl zij geen water bij zich hadden. Zij verrichtten de Tayammum door middel van Sa3ied, waarna zij baden. Vervolgens vonden zij het water binnen de tijd. Eén van hen verrichtte opnieuw het gebed met de wudoe’, terwijl de ander het niet opnieuw verrichtte. Vervolgens kwamen zij naar de Boodschapper van Allahr en vertelden dat aan hem. Hijr zei tegen degene die het niet opnieuw verrichtte: “Je hebt de Sunnah getroffen, en jouw gebed volstaat jou.” En zei tegen de ander: “Voor jou tweemaal de beloning.”[291]

Uitleg:

-           “Je hebt de Sunnah getroffen”, betekent: jij hebt volgens de Sunnah gehandeld.

-          ‘Volstaat’, betekent: niet meer behoeven te doen dan dat.

Oordelen:

-          Deze hadieth is een duidelijk bewijs dat wanneer de moslim de Tayammum verricht en vervolgens de Salaah verricht en daarna binnen de tijd water vindt, zijn Salaah geldig en voldoende is en hij niet opnieuw zijn Salaah hoeft te verrichten. Dat is zelfs beter dan dat men de Salaah opnieuw met een wudoe’ verricht, wegens de uitspraak van de Profeet : “Je hebt de Sunnah getroffen…”.

-          Deze hadieth bewijst ook dat wanneer de moslim in zo'n situatie zijn Salaah opnieuw verricht, hij tweemaal de beloning krijgt.


 9.5. De Tayammum in geval van ziekte of angst van de dood

 Hadieth 122

3abdu-llaah ibn 3abbaas verhaalt zijn uitleg van het vers: "En indien jullie ziek zijn, of op reis...”, hij zei: “Als een man sneeën heeft (wegens zijn strijd) op de weg van Allah en (daardoor) ontstekingen (krijgt) en daardoor bang is te sterven als hij zich wast: voorwaar, hij hoort de Tayammum te verrichten.”[292]

Bewijsstukken:

-          3amr ibn al-3aas heeft verhaald, hij zei: “Ik kreeg op een koude nacht tijdens de strijd van ’Dhaatu-ssalaasil’ een zaadlozing. Ik werd bang dat als ik de ghusl zou verrichten, ik zou sterven. Ik verrichtte de Tayammum en leidde vervolgens mijn vrienden in het gebed van ‘a-Ssubh’[293]. Vervolgens vertelden zij dat aan de Profeet ﷺ‬ . Hij ﷺ‬  zei: “O 3amr, heb jij je vrienden in de Salaah geleid terwijl jij djunub was?” Ik vertelde hem toen wat mij heeft doen onthouden de ghusl te verrichten, en zei: “Ik hoorde dat Allah zegt:

 “En doodt jullie zelf niet. Voorwaar, Allah is jullie genadig.” (vers: 4/29).

Vervolgens lachte de Profeetr en zei niets.”[294]

Uitleg:

-          Het gebed van ‘a-Ssubh’ is het verplichte ochtendgebed.

Oordelen:

-    Deze ahadieth bewijzen dat wanneer een moslim bang is ziek te worden of te sterven als hij de wudoe’ of de ghusl verricht, hij de Tayammum mag verrichten. Zo zegt Allah Geprezen en Verheven zij Hij ook in het vers: “En indien jullie ziek zijn...”.

 9.6. Het vegen over al-djabaa’ir

 Hadieth 123

Ali ibn abie Taalib  heeft verhaald, hij zei: “Een bot van mijn voorarm brak. Ik vroeg de Boodschapper van Allahr  daarover. Hijr beval mij over ‘al-Djabaa’ir’ te vegen.”[295]

Bewijsstukken:

-    Allah Geprezen en Verheven zij Hij zegt:

"Allah belast een ziel niet meer dan zij aan kan." (Vers: 2/286).

-    De Profeetr zegt: “Al hetgeen wat ik jullie bevolen heb, voorwaar, verricht daarvan al hetgeen waar jullie toe in staat zijn.”[296]

Uitleg:

-          ‘Al-Djabaa’ir’ is in het Arabisch het mv. van ‘Djabierah’, en is hetgeen waarmee de wond afgedekt wordt of het gips waarmee de botbreuk afgedekt wordt.

Oordelen:

-          Omdat de hadieth van Ali da3ief is, mag het niet als bewijs genomen worden om over de afdekking van de wond of de botbreuk te vegen. Tot dit oordeel zijn imam ibn Hazm en imam al-Albaanie gekomen. Zo zijn alle ahadieth's aathaar[297] die hierover verhaald zijn, door de geleerden da3ief verklaard, behalve de athar van ibn 3umar waarin staat dat hij dat deed. Dat hebben imam a-Ddaaraqutnie en imam al-Albaanie verklaard. Echter staat ibn 3umar  bekend om het feit dat hij in vele zaken overdreef terwijl hij ook inzag dat het niet voorgeschreven was. Zo waste hij de binnenkant van zijn ogen terwijl hij de wudoe’ verrichtte. Dat hebben imam a-Ddaaraqutnie en imam al-Albaanie verklaard. Om deze reden en wegens het feit dat Allah ons slechts belast met hetgeen wij aankunnen, zijn de geleerden tot dit oordeel gekomen. Men hoort wel de rest van de ledematen bij de wudoe’ te wassen. Andere geleerden, zoals shaykh ibn Baaz, imam ibn Taymiyyah en imam ibn al-Qayyim zeggen dat men over de afdekking hoort te vegen. Echter zijn hiervoor duidelijke authentieke bewijzen nodig uit de Qur’aan of de Sunnah. En Allah weet het het beste.


 9.7. De Tayammum in geval van een verwonding

 Hadieth 124

Djaabir ibn 3abdu-llaah heeft verhaald -betreffende de man die zijn hoofd verwondde en de ghusl verrichtte, waarop hij stierf-, hij zei: “Voorzeker, het volstond hem om de Tayammum te verrichten,[298] (en op zijn wond een lap te wikkelen, waarna hij vervolgens erop veegt. Vervolgens wast hij de rest van zijn lichaam.)[299]

De voltooiing van de hadieth:

Djaabir ibn 3abdu-llaah heeft verhaald, hij zei: “Wij gingen op reis. Een man onder ons werd getroffen door een steen waardoor hij op zijn hoofd een diepe wond opliep. Later kreeg hij een zaadlozing en vroeg zijn vrienden: “Denken jullie dat ik Tayammum mag verrichten?” Zij antwoordden: “Wij zien geen reden hiervoor zolang jij in staat bent water te gebruiken.” Hij waste zich daarna en overleed. Toen wij naar de Profeet ﷺ‬ terug gingen en hem het verhaal werd verteld, zei hij: “Zij hebben hem vermoord! Moge Allah hen vermoorden. Waarom vroegen zij niet als zij niet wisten. De genezing voor de onwetende is het stellen van vragen. Voorzeker, het volstond hem om de Tayammum te verrichten,[300] (en op zijn wond een lap te wikkelen, waarna hij vervolgens erop veegt. Vervolgens wast hij de rest van zijn lichaam.)

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat wanneer de moslim meerdere ledematen niet kan wassen en of het water voor zijn gezondheid schadelijk kan zijn, hij het water niet mag gebruiken, maar slechts de Tayammum moet verrichten.

-          Deze hadieth is ook een duidelijk bewijs dat de moslim geen uitspaak mag doen over een zaak waar hij geen kennis over heeft. De moslim dient allereerst degenen die meer kennis hebben naar de juistheid ervan te vragen.

 9.8. De geldigheid van de Tayammum

 Hadieth 125

3abdu-llaah ibn 3abbaas heeft verhaald, hij zei: “Het behoort tot de Sunnah dat de man slechts één gebed met de Tayammum verricht, en vervolgens voor het andere gebed (weer) de Tayammum verricht.”[301]

Oordelen:

-          Omdat deze hadieth da3ief is verklaard, behoudt de Tayammum hetzelfde oordeel als de wudoe’. De wudoe’ wordt namelijk pas ongeldig als er uitscheiding plaats vindt. Tot dit oordeel zijn de meeste geleerden gekomen. Het bewijs is de analogie.


 10-Thema: de menstruatie

Menstruatie is in het Arabisch ‘al-hayd’ en is een periodieke maandelijkse bloeding van het baarmoederslijmvlies bij geslachtsrijpe niet-bevruchte vrouwen.

De oordelen van deze periode zijn zoals alle andere oordelen te halen uit de Koran, de Sunnah en de overeenstemming van de geleerden. Allah Geprezen en Verheven zij Hij zegt:

 “En zij vragen jou over de hayd (menstruatie). Zeg: “Dat is een onreinheid, vermijdt daarom de vrouwen gedurende de ongesteldheid. En nadert hen niet totdat zij rein zijn. Wanneer zij zich dan gereinigd hebben, dan mogen jullie tot hen komen, vanwaar Allah jullie bevolen heeft. Voorzeker, Allah heeft de berouwvollen lief en Hij heeft hen lief die zich reinigen.” (Vers: 2/222).


 10.1. Al-istihaadah

 Hadieth 126

Aisha heeft verhaald dat Faatimah bint Hubaysh de istihaadah[302] (nabloeding) kreeg. De Boodschapper van Allahr  zei daarop tegen haar: “Voorzeker, het menstruatiebloed is een zwarte bloed dat herkend wordt. Voorwaar als dat het is, onthoud je dan van de Salaah, maar als het het andere is, voorwaar, verricht de wudoe’ en bidt.”[303]

Bewijsstukken:

-          En in een uitspraak bij de twee imams: “Voorzeker, dat is slechts een ader en geen hayd (menstruatiebloed). Voorwaar, wanneer je menstruatie aanbreekt, verlaat dan je Salaah, en wanneer het eindigt, was dan het bloed van je af en verricht vervolgens de Salaah.”[304]


Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat menstruatiebloed zwart en herkenbaar bloed is. Ook verschilt het van het bloed van al-istihaadah. Zo bewijst de hadieth dat menstruatiebloed en istihaadah bloed twee verschillende soorten bloed zijn, en dat al-istihaadah bloed normaal bloed is. De Profeetr  zegt namelijk: “Voorzeker, dat is slechts een ader...”

-          Deze hadieth is een duidelijk bewijs dat de vrouw zich in haar menstruatieperiode moet onthouden van de Salaah.

-          Deze hadieth bewijst dat de vrouw die al-istihaadah heeft, de Salaah kan verrichten. In de komende ahadieth zal daar in detail meer uitleg over gegeven worden in-shaa’-Allah.  

 Hadieth 127

Asmaa’ bint 3umays heeft verhaald, zij zei: “Ik vroeg de Profeet ﷺ‬: “O Boodschapper van Allah, voorzeker, Faatimah bint abie Hubaysh krijgt sinds dan en dan istihaadah, waardoor ze niet gebeden heeft.” De Boodschapper van Allahr zei: “Geprezen zij Allah, dit komt door de shaytaan. Laat haar op een wasketel zitten, voorwaar, als zij geelheid in het water ziet, laat haar dan voor a-Dhuhr en al-3asr één ghusl verrichten, en voor al-Maghrib en al-3ishaa’ één ghusl verrichten, en voor al-Fadjr één ghusl verrichten, en laat haar daartussen de wudoe’ verrichten.”[305]

Bewijsstukken:

-          Mudjaahid heeft van 3abdu-llaah ibn 3abbaas verhaald: “Toen vervolgens de ghusl te zwaar voor haar werd, beval hijr  haar om de twee gebeden samen te voegen.”[306]

Uitleg:

-          ‘Geelheid’, hiermee wordt de rose kleur bedoeld.

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat de kleur van het istihaadah bloed rose of donkergeel is, en dat het verschilt van de kleur van menstruatiebloed, dat in de vorige hadieth is beschreven. Hierdoor kan de vrouw weten of ze menstrueert of niet.

-          Deze hadieth en andere ahadieth bewijzen dat wanneer een vrouw istihaadah krijgt, zij zich niet in een onreine situatie bevindt. Ook is het istihaadah bloed rein. Dit zal in-shaa’-Allah ook nader uitgelegd worden.[307]

-          Deze hadieth bewijst dat de istihaadah geen normale situatie is, maar een ziekte die een vrouw kan treffen, en die door de shaytaan wordt veroorzaakt.

-          Deze hadieth bewijst dat het aanbevolen is om elke twee gebeden de ghusl te verrichten. In deze hadieth beveelt de Profeetr Faatimah bint abie Hubaysh om elke twee gebeden de ghusl te verrichten. Dit bevel leidt niet tot een verplichting, wegens de uitspraak bij imam al-Bukhaarie, waarin de Profeetr Faatimah slechts beveelt om vóór elke Salaah de wudoe’ te verrichten: “Verricht vervolgens de wudoe’ voor elke Salaah.”[308]

-          Deze hadieth bewijst, dat het voor de vrouw die istihaadah heeft, verplicht is om voor elke Salaah de wudoe’ te verrichten.

 Hadieth 128

Hanamah bint Djahsh heeft verhaald, zij zei: “Ik kreeg een heftige en lange istihaadah. Ik ging naar de Profeetr om hem (daarvoor) een Fatwah te vragen. Hij zei (tegen mij): “[Ik ga je twee zaken bevelen. Welke jij verricht zal jou volstaan om de andere te verrichten. En als je beide zaken kan verdragen dan mag je het zelf weten][309]. Voorzeker, het is slechts een trap van de shaytaan. Je menstrueert zes of zeven dagen [volgens de kennis van Allah]. Vervolgens verricht je de ghusl, [totdat je ziet dat je volledig rein bent]. Als je jezelf volledig gereinigd hebt, verricht je de Salaah vierentwintig of drieëntwintig [nachten met hun] dagen. Vast en bidt (hoeveel je wilt), voorzeker, dat volstaat jou. Dit doe je elke maand, zoals de vrouwen (ook elke maand) menstrueren [en weer rein worden]. Voorwaar, als je kan verdragen dat je a-Dhuhr uitstelt en al-3asr vervroegt, en vervolgens de ghusl verricht nadat je rein bent geworden, en a-Dhuhr en al-3asr samen bidt, en vervolgens al-Maghrib uitstelt en al-3ishaa’ vervroegt, vervolgens de ghusl verricht en daarna de twee gebeden samenvoegt, voorwaar, doe het dan. Je verricht ook de ghusl in de vroege ochtend en verricht daarna de Salaah [en vast als je daartoe in staat bent.]” En dat vond ik het vreemdste van beide zaken.”[310]


Oordelen:

-          Deze hadieth is ook een duidelijk bewijs dat al-istihaadah een ziekte is die veroorzaakt wordt door de shaytaan.

-          Deze hadieth is ook een duidelijk bewijs dat de vrouw die al-istihaadah krijgt alle soorten aanbiddingen mag verrichten, zoals het bidden, het vasten en al-Hadj.

-          Deze hadieth is een bewijs dat wanneer een vrouw het soort bloed (menstruatiebloed van istihaadah bloed) niet kan onderscheiden, zij zes of zeven dagen aan moet houden als menstruatieperiode. Na zes of zeven dagen gaan de dagen van al-istihaadah in.

-          Deze hadieth is ook een bewijs dat het aanbevolen is voor de vrouw die al-istihaadah heeft, om elke twee gebeden de ghusl te verrichten, en twee gebeden samen te voegen. De Profeetr  zei namelijk: “Ik ga je twee zaken bevelen. Welke jij verricht zal jou volstaan om de andere te verrichten. En als je beide zaken kan verdragen dan mag je het zelf weten”.


 Hadieth 129

Aisha heeft verhaald, zij zei: “Umm Habiebah bint Djahsh klaagde bij de Boodschapper van Allahr over het (menstruatie) bloed. Hijr  zei: “Onthoud je (van alles wat verboden is voor een menstruerende vrouw) voor een periode die gelijk is aan je gewoonlijke menstruatie. Verricht vervolgens de ghusl.” Voorwaar, zij verrichte de wudoe’ voor elke Salaah.”[311] En in een uitspraak bij imam al-Bukhaarie: “En verricht de wudoe’ voor elke Salaah.”[312]

Bewijsstukken:

-    Aisha heeft verhaald, zij zei: “Eén van de vrouwen van de Profeetr verrichtte de i3tikaaf met hem, en zag de geelheid (a-ssufrah) en de roodheid (al-humrah). Soms legden wij zelfs de emmer onder haar terwijl ze bad.”[313]


Uitleg:

-          “I3tikaaf” betekent letterlijk in het Arabisch: ergens in een ruimte verblijven. Technisch (Islamitisch) is het: een aanbidding waarbij men voor minimaal een dag in de moskee verblijft omwille van Allah, om te bidden en Koran te reciteren.

Oordelen:

-          Deze hadieth bewijst dat wanneer een vrouw twijfelt tussen al-hayd en al-istihaadah, zij de hoeveelheid dagen waarin ze normaal menstrueerde als standaard moet nemen als menstruatieperiode, en de dagen die erna komen als istihaadah.

-          Deze hadieth bewijst ook dat het verplicht is voor de vrouw die al-istihaadah heeft, elke Salaah de wudoe’ te verrichten.

-          Deze hadieth bewijst ook dat het aanbevolen is voor de vrouw die al-istihaadah heeft, voor elke Salaah de ghusl te verrichten.

-          Deze ahadieth's bewijzen dat de vrouw die tijdens de Salaah istihaadah bloed druppelt, de Salaah voort kan zetten.

-          Deze ahadieth's zijn ook een duidelijk bewijs dat istihaadah bloed rein is.


 10.2. Al-kudrah en a-ssufrah

 Hadieth 130

Umm 3atiyyah heeft verhaald, zij zei: “Wij beschouwden al-Kudrah en a-ssufrah na a-ttuhr niet als iets.”[314]

Uitleg:

-          ‘Al-Kudrah’ betekent letterlijk in het Arabisch: donker rood, en is een slijm dat gemengd is met bloed, en dat de kleur van vies water heeft, en dat uit de schede wordt uitgescheiden.

-          ‘A-Ssufrah’ is een vocht dat de schede afscheidt en dat een gele roestkleur heeft.

-          ‘A-Ttuhr’ betekent letterlijk in het Arabisch: de reinheid, en is een witte slijm dat de schede afscheidt na het beëindigen van de menstruatie.

-          ‘...als iets’: hiermee wordt bedoeld dat het niet als menstruatie wordt gezien.


Oordelen:

-          Deze hadieth wijst op een acceptatie van de Profeetr .

-          Deze hadieth bewijst dat a-ttuhr één van de kenmerken is van het einde van de menstruatieperiode.

-          Deze hadieth bewijst ook dat zolang de vrouw a-ttuhr niet ziet, haar menstruatie periode nog niet voorbij is, en nog niet mag bidden.

-          Deze hadieth bewijst ook dat vaginale afscheiding, zoals a-ssufrah en al-kudrah, nadat a-ttuhr is afgescheiden, niet als menstruatie wordt beschouwd.

 10.3. De omgang met de menstruerende vrouw

 Hadieth 131

Anas ibn Maalik heeft verhaald, hij zei: “Wanneer onder de joden een vrouw menstrueerde, aten zij niet met haar. De Profeetr zei: “Doe alles, behalve ‘a-nnikaah’ (de gemeenschap).”[315]


De voltooiing van de hadieth:

De volledige hadieth is: Anas ibn Maalik heeft verhaald, hij zei: “Wanneer onder de joden een vrouw menstrueerde, aten zij niet met haar en verbleven ze niet met haar in dezelfde kamer. De metgezellen vroegen de Profeetr daarover. Vervolgens zond Allah Geprezen en Verheven zij Hij het volgende vers:

"En zij vragen jou over de hayd (menstruatie). Zeg: “Dat is een onreinheid, vermijdt daarom de vrouwen gedurende de ongesteldheid. En nadert hen niet totdat zij rein zijn. Wanneer zij zich dan gereinigd hebben, dan mogen jullie tot hen komen, vanwaar Allah jullie bevolen heeft. Voorzeker, Allah heeft de berouwvollen lief en Hij heeft hen lief die zich reinigen." (Vers: 2/222).

Vervolgens zei de Profeetr: “Doe alles, behalve ‘a-nnikaah’ (de gemeenschap).” Toen de joden dit hoorden, zeiden zei: “Deze man wil met ons in al onze zaken verschillen.” Vervolgens kwamen Usayd ibn Hudayr en 3abbaad ibn Bishr naar de Profeetr en zeiden: “O Boodschapper van Allah, de joden zeggen zus en zo. Zouden wij met hen (onze vrouwen) gemeenschap mogen hebben?” Vervolgens veranderde het gezicht van de Boodschapper van Allahr (van kleur), totdat wij dachten dat hij boos op hen geworden was. Toen zij naar buiten gingen, werd de Boodschapper van Allahr melk als cadeau gegeven. Vervolgens liet de Profeetr hen bij zich roepen en gaf hij hen (daarvan) te drinken, waarop zij wisten dat hij niet boos op hen was.”[316]

Bewijsstukken:

-          En in een uitspraak bij o.a. imam ibn Maadjah: “Doe alles behalve al-djimaa3 (de gemeenschap).”[317]

-          Aisha heeft verhaald, zij zei: “Wanneer ik (het vlees van) een bot afkloof, terwijl ik menstrueerde, en ik het aan hem gaf, legde hij zijn mond op de plek waar ik mijn mond op had gelegd. En wanneer ik dronk, en ik de beker aan hem gaf, legde hij zijn mond op de plek waar ik gedronken had.”[318]

-          Aisha heeft verhaald, zij zei: “Voorwaar, de Profeetr legde (weleens) zijn hoofd op mijn schoot en reciteerde de Qur’aan, terwijl ik menstrueerde.”[319]

-          Aisha heeft verhaald, zij zei: “Voorwaar, ik kamde het hoofd van de Boodschapper van Allahr terwijl ik menstrueerde.”[320]

Uitleg:

-          ‘A-nnikaah’ heeft verschillende betekenissen in het Arabisch, te weten: geslachtsgemeenschap, het huwelijk of de huwelijksakte. In dit verband betekent het geslachtsgemeenschap.

-          “En nadert hen niet totdat zij rein zijn”, Mudjaahid en 3ikrimah zeggen: “rein zijn” is de stopping van het menstruatiebloed.[321]

-          “Wanneer zij zich dan gereinigd hebben”, ibn 3abbaas, Mudjaahid, 3ikrimah en al-Hasan al-Basrie zeggen: “zich gereinigd hebben” betekent: wanneer zij de ghusl verrichten.[322]

-          “Dan mogen jullie tot hen komen”, hiermee bedoelt Allah Geprezen en Verheven zij Hij: ‘dan mogen jullie gemeenschap met hen hebben’.

Oordelen:

-          De eerste hadieth bewijst dat de Islam ook als barmhartigheid en vergemakkelijking is neergezonden ten opzichte van de vorige wetgevingen.

-          Alle ahadieth's en het vers bewijzen dat de vrouw tijdens haar menstruatie niet geheel onrein is, maar slechts het menstruatiebloed en haar geslachtsorgaan en hetgeen dat getroffen is door menstruatiebloed.

-          Deze ahadieth's bewijzen ook dat wanneer de vrouw menstrueert, haar man alles met haar mag doen –aanraken, eten, drinken, slapen, op haar schoot de Koran reciteren enz.- behalve de gemeenschap.

-          De hadieth van Anas bewijst dat de moslim zoveel mogelijk van de joden, de christenen en de ongelovigen in het algemeen moet verschillen. Echter wanneer een zaak binnen de Islam voorgeschreven is, mag men dit voorschrift niet verlaten omdat de joden of de christenen dat ook doen.

-          Het vers bewijst ook dat de man gedurende de menstruatieperiode van zijn vrouw, geen gemeenschap met haar mag hebben, ook al wast zij zich. Ook mag de man geen gemeenschap hebben met zijn vrouw wanneer haar menstruatie stopt, totdat zij de ghusl verricht, of als zij niet over water beschikt, de Tayammum verricht. Tot dit oordeel zijn vele geleerden gekomen, o.a.: al-Hasan al-Basrie, imam a-Shaafi3ie, imam Maalik, imam Ahmad, imam a-Ttabarie, imam ibn Taymiyyah en imam ibn Kathier. Andere geleerden, zoals imam al-Awzaa3ie, imam ibn Hazm en imam al-Albaanie zijn tot het oordeel gekomen dat het voldoende is voor de vrouw wanneer haar menstruatie stopt, dat zij haar geslachtsorgaan reinigt om gemeenschap te mogen hebben. En Allah weet het het beste.

-          Deze ahadieth's steunen ook het oordeel dat het voor de vrouw tijdens haar menstruatieperiode toegestaan is de Koran vast te pakken en te reciteren.[323]

 Hadieth 132

Aisha heeft verhaald, zij zei: “De Boodschapper van Allahr beval mij om een izaar aan te doen. Hij raakte mij dan (op mijn huid) terwijl ik menstrueerde.”[324]


Uitleg:

-          ‘Izaar’ is een kleed dat om het midden van het lichaam geslagen wordt, en dat het lichaam vanaf de navel tot aan de knie bedekt.

Oordelen:

-          Deze hadieth is een duidelijk bewijs dat de man zijn vrouw tijdens haar menstruatieperiode op haar huid mag aanraken, behalve de plek van de menstruatie. Zo mag de man met zijn vrouw tijdens haar menstruatieperiode gezamenlijk in één bed slapen en van haar genieten, met de beperking die eerder is genoemd.

 10.4. De penitentie[325] wanneer men een gemeenschap met de menstruerende vrouw heeft gehad

 Hadieth 133

3abdu-llaah ibn 3abbaas heeft verhaald, dat de Profeetr heeft gezegd, -betreffende de man die gemeenschap heeft met zijn vrouw tijdens haar menstruatieperiode-: “Laat hem één Dienaar of een halve Dienaar aan aalmoes uitgeven.”[326]

Bewijsstukken:

-          3abdu-llaah ibn 3abbaas heeft gezegd: “Als het rood bloed is, dan is het één Dienaar, en als het gelig bloed is, dan is het een halve Dienaar.”[327]

Uitleg:

-          ‘Dienaar’ is een gouden betaalmunt waarmee de Arabieren vroeger betaalden. Imam al-Albaanie heeft het vergeleken met een halve gouden Britse pond.[328]

Oordelen:

-          Deze hadieth is een bewijs dat gemeenschap gedurende de menstruatieperiode verboden is. Hierover is overeenstemming bij de geleerden.

-          Overigens bewijst deze hadieth dat de penitentie van deze zonde, het uitgeven van één Dienaar of een halve Dienaar is. Sommige geleerden hebben deze hadieth da3ief verklaard en zijn van mening dat er geen specifieke penitentie voor is. Eén van deze geleerden is imam a-Shaafi3ie.

-          De athar van ibn 3abbaas bewijst dat wanneer de man gemeenschap heeft terwijl het bloed nog rood is, hij één Dienaar als penitentie moet uitgeven, en wanneer hij gemeenschap heeft terwijl het bloed gelig is geworden, hij een halve Dienaar moet uitgeven. Sommige geleerden, zoals imam al-Albaanie, hebben gezegd dat hij vrij van keuze is.

 10.5. De menstruerende vrouw

 Hadieth 134

Aboe Sa3ied al-Khudrie heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allahr heeft gezegd: “Is het niet zo dat wanneer de vrouw menstrueert, zij de Salaah niet verricht en niet vast?”[329]

De voltooiing van de hadieth:

De volledige hadieth is: “Op (de dag van) al-Adhaa of (de dag van) al-Fitr ging de Boodschapper van Allahr naar buiten richting al-Musallaa en liep langs de vrouwen. Hij zei (tegen hen): “O jullie vrouwen, geeft aalmoes! Voorwaar, ik heb gezien dat jullie het grootste deel uitmaken van de inwoners van het hellevuur.” Zij vroegen: “Waardoor?” Hijr zei: “Jullie vervloeken veel en verloochenen de goede vriendschap (van jullie echtgenoot). Ik heb ook geen enkel (wezen) gezien met gebrek aan verstand en geloof, dat een resolute man zijn verstand kan doen verliezen, behalve één van jullie.” Zij vroegen: “Wat is ons gebrek aan verstand en geloof, o Boodschapper van Allah?” Hijr zei: “Geldt de getuigenis van een vrouw niet gelijkwaardig aan de helft van de getuigenis van de man?” Zij zeiden: “Jawel.” Hij ﷺ‬ zei: “Voorwaar, dat is één van de (voorbeelden van) haar gebrek aan verstand. En is het niet zo dat wanneer de vrouw menstrueert, zij de Salaah niet verricht en niet vast? Voorwaar, dat is één van de (voorbeelden van) haar gebrek aan geloof.”

Bewijsstukken:

-          Mu3aadhah heeft verhaald, zij zei: “Ik stelde een vraag aan Aisha, en zei: “Waarom haalt de menstruerende (vrouw) het vasten wel in, en haalt ze de Salaah niet in?” Zij antwoordde: “Dit overkwam ons in de tijd van de Boodschapper van Allah ﷺ‬, en voorwaar, wij werden bevolen om het vasten in te halen, maar werden niet bevolen om de Salaah in te halen.”[330]

-          3abdu-llaah ibn 3abbaas heeft verhaald, hij zei: “Als de menstruerende (vrouw) na al-3asr rein wordt, bidt ze a-Dhuhr en al-3asr, en als ze rein wordt na al-3ishaa’, dan bidt ze al-Maghrib en al-3ishaa’.”[331]

-          Zo zegt ook 3abdu-Rrahmaan ibn 3awf: “Als de menstruerende (vrouw) rein wordt alvorens de zon ten onder gaat, bidt ze a-Dhuhr en al-3asr, en als ze rein wordt alvorens al-Fadjr (de ochtendschemering), bidt ze al-Maghrib en al-3ishaa’.”[332] Overigens is dat ook de mening van vele taabi3ien, waaronder Taawus en Qataadah. Slechts al-Hasan al-Basrie had een andere mening.

Uitleg:

-          ‘Al-Adhaa’ is in het Arabisch de benaming van het offerfeest.

-          ‘Al-Fitr’ is in het Arabisch de benaming van het feest van het verbreken van de vasten van de maand Ramadaan.

-          ‘Resoluut’ betekent: verstandig, vastberaden.

Oordelen:

-          De hadieth van aboe Sa3ied al-Khudrie bewijst dat de vrouw gedurende haar menstruatieperiode niet mag bidden en niet mag vasten. Hierover is er ook overeenstemming bij de geleerden.

-          De hadieth van Mu3aadhah bewijst dat de menstruerende vrouw haar gebed niet hoeft in te halen, maar wel verplicht is haar vasten in te halen.

-          De twee aathaar van ibn 3abbaas en ibn 3awf bewijzen dat wanneer een menstruerende vrouw alvorens zonsondergang rein wordt, zij a-Dhuhr en al-3asr moet bidden. En als zij alvorens al-Fadjr rein wordt, moet ze al-Maghrib en al-3ishaa’ bidden. Tot dit oordeel zijn vele metgezellen en taabi3ien gekomen. Ook hanteren imam Ahmad en imam ibn Baaz dit oordeel. En Allah weet het het beste.

-          De hadieth van Mu3aadhah bewijst ook dat niet van elk voorschrift het motief bekend is. Zo is de moslim verplicht de voorschriften van Allah aan te nemen en te accepteren in de hoedanigheid van hun neerzending, ook al weet hij niet wat het motief ervan is.


 Hadieth 135

Aisha heeft verhaald, zij zei: “Toen wij in Sarif aankwamen begon ik te menstrueren, waarop de Profeetr tegen mij zei: “Doe wat de bedevaarder doet, maar verricht de Tawaaf niet, totdat je weer rein wordt.”[333] Dit is een onderdeel van een lange hadieth.

Uitleg:

-    ‘Tawaaf’ is een aanbidding waarin men rondom de Ka3bah loopt.

-    ‘Sarif’ is een plaatsnaam van een gebied dat tussen Medienah en Mekkah ligt.

Oordelen:

-    Deze hadieth bewijst dat de menstruerende vrouw geen tawaaf mag verrichten tijden de Hadj of de 3umrah. Reinheid is namelijk één van de voorwaarden van deze aanbidding.

-    Deze hadieth is ook een duidelijk bewijs dat het toegestaan is voor de menstruerende vrouw in de moskee aanwezig te zijn, de Koran te lezen en alle andere handelingen te verrichten die de bedevaarder verricht, behalve de Salaah en de Tawaaf.

 10.6. De toegestane genieting van de man met zijn vrouw tijdens haar menstruatie

 Hadieth 136

Mu3aadh ibn Djabal heeft verhaald dat hij de Profeetr vroeg, hij zei: “Wat is voor de man toegestaan aan zijn vrouw gedurende haar menstruatieperiode?” Hijr zei: “Hetgeen wat boven de izaar is.”[334]

Bewijsstukken:

-    Aboe Qulaabah heeft verhaald, hij zei: “Masroeq ibn Adjda3 vertrok rijdend naar Aisha. Hij zei: “A-Ssalaam (vrede) zij met de Profeet en de lieden van zijn huis.” Daarop zei Aisha: “Welkom, o aboe Aisha.” En hij werd binnengelaten. Vervolgens zei hij: “Ik wil je iets vragen, maar ik schaam me (ervoor).” Zij zei: “Voorzeker, ik ben slechts je moeder, en jij bent mijn kind.” Hij zei: “Wat is voor de man (toegestaan) aan zijn vrouw gedurende haar menstruatieperiode?” Zij antwoordde: “Alles behalve haar geslachtdeel.”[335]

-    3ikrimah heeft van een vrouw van de Profeetr verhaald: “Wanneer de Profeetr iets van (één van) zijn menstruerende (vrouwen) wilde, legde hij een kledingstuk op haar geslacht. [Vervolgens deed hij wat hij wilde.][336][337]

Oordelen:

-    De hadieth van Mu3aadh bewijst dat gedurende de menstruatieperiode van de vrouw, haar man slechts hetgeen mag aanraken wat boven de izaar is. Overigens specificeren de andere ahadieth de plek die vermeden moet worden.

-    De athar van aboe Qataadah en de hadieth van 3ikrimah bewijzen dat gedurende de menstruatieperiode het voor de man toegestaan is om geheel van zijn vrouw te genieten, behalve van haar geslacht. Hij is verplicht dat te vermijden. Tot dit oordeel zijn ook umm Salamah, ibn 3abbaas en Mudjaahid gekomen.[338] Imam al-Albaanie en andere geleerden hebben hen daarin gevolgd.[339]


 10.7. De kraamvrouw en de kraamperiode

 Hadieth 137

Umm Salamah heeft verhaald, zij zei: “In de tijd van de Profeetr onthield de ‘nufasaa’’ (kraamvrouw) zich veertig dagen (van de Salaah en het vasten), vanaf haar bevaling.”[340] En in een uitspraak: “En de Profeetr beval haar niet om haar Salaah in te halen, (die ze) gedurende haar ‘nifaas’ (kraamperiode) (niet gebeden had).”[341]

Bewijsstukken:

-    Imam a-Ttirmidhie heeft gezegd: “De geleerden onder de metgezellen van de Profeet en de Taabi3ien en degenen na hen hebben overeenstemming dat de kraamvrouw zich veertig dagen (van de Salaah) onthoudt, behalve als zij de tuhr daarvóór ziet. In dat geval hoort zij de ghusl te verrichten en te bidden. Maar als zij na die veertig dagen nog bloedt, hoort ze volgens vele wetsleergeleerden -waaronder de imams: Sufyaan a-Thawrie, ibn al-Mubaarak, a-Shaafi3ie, Ahmad en Ishaaq ibn Raahawih- het gebed niet te verlaten.”[342]

Oordelen:

-    Deze hadieth en overeenstemming bewijzen dat de maximale kraamtijd van de vrouw veertig dagen is. Dat betekent dat wanneer de kraamvrouw na veertig dagen nog steeds bloed ziet, zij hetzelfde oordeel heeft als de mustahaadah.

-    Deze hadieth en overeenstemming bewijzen ook dat de vrouw gedurende haar kraamperiode niet mag bidden of vasten.

-    De hadieth bewijst ook dat de vrouw haar Salaah -die ze gedurende haar kraamperiode heeft gemist- niet hoeft in te halen.

-    Ook bewijzen beide bronnen dat als de kraamvrouw de tuhr binnen veertig dagen ziet, zij de ghusl hoort te verrichten, en vervolgens zoals gewoonlijk kan bidden.

-    Imam a-Shawkaanie zegt: “De geleerden hebben overeenstemming dat de kraamperiode gelijk is aan de menstruatieperiode betreffende hetgeen wat toegestaan, verplicht en verboden is.”[343]



[1] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door de imams Maalik, a-Shaafi3ie, aboe Daawoed, a-Ttirmidhie, a-Nnasaa'ie, ibn Maajdah en Ahmad, en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[2] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Daawoed, imam a-Ttirmidhie en imam a-Nnasaa'ie en is door imam Ahmad sahieh verklaard.

[3] Da3ief, de keten van deze overlevering is da3ief verklaard door verschillende imams, waaronder imam aboe Haatim.

[4] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door de imams: ibn Khuzaymah, al-Haakim en ibn Hibbaan.

[5] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam Muslim.

[6] Sahieh en overgeleverd door imam al-Bukharie.

[7] Sahieh en overgeleverd door imam Muslim.

[8] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam aboe Dawoed.

[9] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en imam a-Nnasaa'ie en is door beiden sahieh verklaard.

[10] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam Muslim.

[11] "Degenen van a-Ssunan", hiermee worden bedoeld: de imams aboe Daawoed, a-Ttirmidhie, a-Nnasaa'ie en ibn Maadjah.

[12] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam a-Ttirmidhie en imam ibn Khuzaymah.

[13] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam Muslim.

[14] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam a-Ttirmidhie en sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[15] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam Muslim, imam aboe Daawoed, imam a-Nnasaa'ie en imam ibn Maadjah, en is sahieh verklaard door imam Muslim en imam al-Albaanie.

[16] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door de imams: a-Nnasaa’ie, aboe Dawoed en ibn Maadjah, en is overgeleverd en sahieh verklaard door imam a-Ttirmidhie en imam ibn Khuzaymah.

[17] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[18] Sahieh, deze hadieth is sahieh en overgeleverd door imam al-Bukhaarie, imam aboe Daawoed, imam a-Ttirmidhie en anderen.

[19] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie.

[20] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam ibn Maadjah en imam Ahmad.

[21] Het dode is elk dier dat zonder slachting gestorven is, bijvoorbeeld ten gevolge van een ongeluk, gevecht en/of een natuurlijke dood (kadaver).

[22] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukharie en imam aboe Dawoed

[23] Overgeleverd door imam aboe Dawoed.

[24] Hasan, overgeleverd door imam aboe Dawoed en imam a-Ttirmidhie, en is door imam a-Ttirmidhie hasan verklaard.

[25] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[26] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[27] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam Muslim.

[28] “De vier imams”: hiermee worden bedoeld; de vier imams aboe Daawoed, ibn Maadjah, a-Ttirmidhie en a-Nnasaa'ie

[29] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door o.a. imam aboe Daawoed, imam a-Nnasaa'ie en imam Ahmad en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[30] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie.

[31] “Imam a-Zzuhrie” is een grote imam die één van a-Ttaabi3ien is (a-Ttaabi3ien is de generatie die na a-ssahaabah komt, en die de Profeetr  niet hebben gezien).

[32] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam ibn Hibbaan.

[33] Deze hadieth is overgeleverd door imam Ahmad, imam aboe Daawoed, imam a-Nnasaa'ie en imam al-Bayhaqie en sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[34] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door a-Nnasaa'ie en sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[35] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en imam Ahmad en sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[36] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en imam a-Nnasaa'ie en sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[37] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam a-Ddaaraqutnie.

[38] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[39] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam Ahmad en imam aboe Dawoed en sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[40] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam Ahmad en imam aboe Dawoed en sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[41] Sahieh, deze hadieth is een onderdeel van een lange hadieth die door imam al-Bukhaarie en imam Muslim overgeleverd en sahieh is verklaard.

[42] Hier is een stuk uit de hadieth gehaald omdat het in dit verband niet van toepassing is.

[43] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie.

[44] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam Muslim en imam a-Ttirmidhie en is sahieh verklaard door imam a-Ttirmidhie.

[45] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en imam a-Ttirmidhie en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[46] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[47] De Profeetr heeft namelijk gewezen op de ezel in zijn soort en niet op het vlees of een onderdeel van de ezel, wat betekent dat het gehele dier onrein is.

[48] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam Ahmad en imam a-Ttirmidhie en sahieh verklaard door imam a-Ttirmidhie en imam al-Albaanie.

[49] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[50] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam a-Ttabaraanie en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[51] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en imam a-Nnasaa'ie en is sahieh verklaard door imam al Haakim.

[52] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam Ahmad en anderen en is sahieh verklaard door imam al Albaanie.

[53] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam Ahmad.

[54] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al Bukhaarie en imam Muslim.

[55] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en de keten daarvan da3ief verklaard door imam a-Ttirmidhie. Maar imam al-Albaanie heeft het sahieh verklaard.

[56] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door o.a. aboe Dawoed en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[57] “Wudoe'” betekent: ablutie, de rituele wassing die vóór het gebed verricht moet worden.

[58] “Tahriem” komt van haraam (verboden) en is: de toestand van de rituele inzegening. Men treedt in deze toestand wanneer men het gebed binnentreedt door middel van de takbier. Men mag namelijk in deze gewijde toestand geen handelingen verrichten die niet tot het gebed horen.

[59] “Takbier” is de eerste handeling van het gebed; dit is wanneer men zijn handen tot zijn schouders of oren opheft en zegt “Allahu Akbar”. Hiermee treedt men in de gewijde toestand.

[60] “Tahliel” komt van halaal (toegestaan): door middel van de tasliem treedt men uit het gebed en is het toegestaan om andere handelingen verrichten.

[61] “Tasliem” betekent de groeting: dat is de laatste handeling die men in het gebed moet verrichten en hiermee treedt men uit het gebed.  

[62] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en staat uitgebreid verwerkt in 'Irwaa’ al-ghaliel' (één van de boeken van imam al-Albaanie waarin hij over ahaadieth oordeelt) en is daarin door imam al-Albaanie sahieh verklaard.

[63] “De twee imams”: wanneer men dit zegt dan bedoelt men imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[64] “Al Muwatta’ ” is het boek waarin imam Maalik de ahaadieth die hij sahieh heeft verklaard heeft verzameld.

[65] “Naafila” is de benaming van de aanbevolen gebeden.

[66] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam Maalik, imam Ahmad, imam aboe Dawoed en imam  a-Nnasaa'ie en anderen, en is door imam al Albaanie sahieh verklaard.

[67] “Bekomt” betekent: krijgt.

[68] “Intendeert” betekent: beoogt, bedoelt.

[69] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[70] Zie hadieth 46.

[71] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam Maalik, imam Ahmad en imam a-Nnasaa'ie en anderen, en is door imam al Albaanie sahieh verklaard.

[72] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam Muslim, imam aboe Daawoed, imam ibn Maadjah en imam a-Nnasaa'ie, en is door imam al Albaanie sahieh verklaard.

[73] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[74] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[75] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam a-Ddaaraqutnie.

[76] Deze hadieth is overgeleverd door imam al-Bazzaar en imam a-Ttabaraanie.

[77] Deze hadieth is overgeleverd door imam a-Ttahaawie en imam a-Ttabaraanie

[78] Zie de ahaadieth 41, 42 en 44.

[79] Zie hadieth 36.

[80] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed, imam a-Ttirmidhie en imam a-Nnasaa'ie en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[81] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[82] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door de twee imams.

[83] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en imam a-Nnasaa'ie en overgeleverd en sahieh verklaard door imam ibn Khuzaymah.

[84] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam a-Ddaaraqutnie en imam al-Haakim en is sahieh verklaard door imam al-Bayhaqie.

[85] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[86] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[87] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door de imams aboe Daawoed, a-Ttirmidhie, a-Nnasaa'ie, ibn Maadjah en is overgeleverd en sahieh verklaard door imam ibn Khuzaymah.

[88] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en imam a-Ttirmidhie en sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[89] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam a-Nnasaa'ie en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[90] Hasan-sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam a-Ttirmidhie en is hasan-sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[91] Hasan-sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam Ahmad en imam ibn Maadjah en is hasan-sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[92] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam a-Ttirmidhie en imam aboe Dawoed en overgeleverd en sahieh verklaard door imam ibn Khuzaymah en ook sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[93] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam ibn Maadjah en sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[94] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[95] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam Ahmad en imam ibn Khuzaymah, en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[96] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[97] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en imam ibn Maadjah en sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[98] Zie ook hadieth 51.

[99] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam al-Bayhaqie en imam Muslim en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[100] Zie ook hadieth 33.

[101] Hetgeen tussen haken staat is volgens vele hadieth-geleerden en shaykh al-Albaanie de uitspraak van aboe Hurayrah moge Allah met hem behaagd zijn.

[102] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[103] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[104] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[105] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam ibn Khuzaymah.

[106] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam al-Bayhaqie en sahieh verklaard door ibn Daqieq al-3ied.

[107] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam Muslim.

[108] Zie deur 5 “Het vegen over al-kuffayn”.

[109] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam Muslim en imam a-Nnasaa'ie en sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[110] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en imam Ahmad en sahieh verklaard door imam a-shawkaanie en imam al-Albaanie.

[111] Da3ief, deze hadieth is overgeleverd door imam a-Ddaaraqutnie en de keten ervan is da3ief verklaard door imam ibn Hadjar al-3asqalaanie, imam ibn al-Djawzie, imam ibn a-Ssalaah, imam a-Nnawawie en imam a-Ssan3aanie. Zie 'a-Ssilsilah a-ssahiehah' (van imam al-Albaanie.) hadiethnr.: 2067.

[112] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam a-Ttabaraanie en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[113] Zie hadieth 40.

[114] Hasan, deze hadieth is overgeleverd door imam Ahmad en is da3ief verklaard door imam Ahmad, imam al-Bukhaarie en shaykh aboe Ishaaq al-Huwaynie, maar hasan verklaard door imam al-Albaanie (zie: Irwaa' al-ghaleel, hadiethnr.: 81).

[115] Da3ief, deze hadieth is overgeleverd door aboe Dawoed en de keten ervan is da3ief verklaard door imam ibn Hadjar al-3asqalaanie.

[116] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en imam a-Nnasaa'ie, en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[117] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam Muslim en imam al-Bukhaarie.

[118] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Daawoed, en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[119] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en imam Ahmad, en is sahieh verklaard door imam Ahmad en imam al-Albaanie.

[120] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[121] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[122] “Verkwisten” betekent: verspillen.

[123] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam a-Ttirmidhie en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[124] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam Muslim.

[125] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam a-Nnasaa'ie en imam al-Haakim en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[126] "Al-Khuffayn" is in het Arabisch het tweevoud van "al-khuf" en betekent: sok van leer.

[127] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[128] Sahieh, deze athar is overgeleverd door imam aboe Shaybah, en sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[129] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam a-Ttirmidhie, imam aboe Daawoed, imam ibn Maadjah en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[130] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam Ahmad, en door zestig andere geleerden, en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[131] Hasan, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Daawoed, en is hasan verklaard door imam al-Albaanie.

[132] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam a-Nnasaa'ie, imam a-Ttirmidhie en imam ibn Khuzaymah, en is door imam ibn Khuzaymah, imam al-Albaanie, en  imam a-Ttirmidhie sahieh verklaard.

[133] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam Muslim.

[134] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[135] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam Ahmad, imam aboe Daawoed, en imam al-Haakim en is sahieh verklaard door imam al-Haakim en imam al-Albaanie.

[136] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam a-Ddaaraqutnie en imam al-Haakim en is sahieh verklaard door imam al-Haakim en imam al-Albaanie.

[137] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam ibn Khuzaymah.

[138] Da3ief, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en is da3ief verklaard door imam al-Albaanie.

[139] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam a-Ddaaraqutnie en is sahieh verklaard door imam ibn Taymiyyah en imam al-Albaanie.

[140] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en imam a-Ddaaraqutnie en is sahieh verklaard door imam Muslim.

[141] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam a-Shaafi3ie, imam Muslim, imam aboe Dawoed en imam a-Ttirmidhie is sahieh verklaard door imam Muslim en imam al-Albaanie.

[142] Hasan, deze hadieth is overgeleverd door a-Ttirmidhie en hasan verklaard door imam al-Albaanie.

[143] Zie hadieth 55.

[144] Voor meer uitleg over de hadieth zie ook hadieth 73.

[145] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[146] Zie deur 10: de menstruatie.

[147] Hasan-sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Daawoed, imam a-Nnasaa'ie, imam ibn Hibbaan en imam al-Haakim en is hasan-sahieh verklaard door imam al-Albaanie. (Hasan-sahieh) is een hoger niveau in oordeel dan hasan).

[148] Zie hadieth 127.

[149] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim (deze uitspraak is van imam al-Bukhaarie).

[150] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam a-Ttirmidhie en sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[151] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam Muslim.

[152] Zie hadieth 25.

[153] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam Ahmad en da3ief verklaard door imam al-Bukhaarie, omdat de taabi3ie (volgeling van de metgezellen) deze hadieth direct van de Profeet Allah’s gebeden en vrede zij met hem  verhaalde, zonder een metgezel te noemen, maar is sahieh verklaard door imam al-Albaanie en imam Ahmad Shaakir wegens andere overgeleverde versies daarvan, die als bewijsstukken dienen.

[154] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam a-Nnasaa'ie en sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[155] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam a-Nnasaa'ie en sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[156] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim. Ook is deze hadieth overgeleverd door imam al-Bayhaqie, imam a-Nnasaa'ie en imam Ahmad.

[157] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam Muslim.

[158] “Hadra-mawt” is een stad gelegen in Yeman.

[159] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[160] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Daawoed, imam a-Nnasaa'ie, imam a-Ttirmidhie, en imam ibn Maadjah, en is sahieh verklaard door imam ibn Hibbaan en imam al-Albaanie.

[161] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Daawoed, imam a-Nnasaa'ie, imam a-Ttirmidhie, en imam ibn Maadjah, en is sahieh verklaard door imam a-Ttirmidhie en imam ibn Hibbaan. Imam al-Bukhaarie heeft gezegd: “Deze hadieth is de meest authentieke hadieth in deze deur.”

[162] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam a-Nnasaa'ie en is sahieh verklaard door imam al-Haakim, imam ibn 3abd al-Bar, en imam al Albaanie.

[163] Da3ief, deze hadieth is overgeleverd door imam ibn Maadjah en is da3ief verklaard door imam Ahmad en imam al-Albaanie.

[164] Hasan, deze hadieth is overgeleverd door imam ibn Maadjah en is hasan verklaard door imam al-Albaanie.

[165] Zie hadieth 63.

[166] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam Muslim.

[167] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam a-Nnasaa’ie, imam ibn Maadjah, en imam Ahmad en is sahieh verklaard door imam Muslim en imam al-Albaanie.

[168] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam 3abdu-llaah ibn Ahmad en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[169] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam a-Nnasaa’ie en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[170] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam Ahmad, imam aboe Daawoed, imam a-Ttirmidhie en imam ibn Khuzaymah, zij allen en imam al-Albaanie hebben het sahieh verklaard.

[171] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[172] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam Ahmad, imam aboe Daawoed, en imam a-Ttirmidhie, en is hasan verklaard door imam a-Ttirmidhie en sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[173] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam Maalik en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[174] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam al-Khatieb al-Baghdaadie en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[175] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam Maalik, imam an-Nasaai’ie, imam ibn Hibbaan, en imam at-Tabaraanie, en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[176] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[177] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[178] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[179] Hasan, deze hadieth is overgeleverd door imam Ahmad, en imam a-Ttabaraanie, en is hasan verklaard door imam al-Albaanie.

[180] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam Ahmad en imam al-Bayhaqie, en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[181] Zie ook hadieth 61.

[182] Da3ief, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Daawoed, en is da3ief verklaard door imam al-Albaanie.

[183] Da3ief, deze hadieth is overgeleverd door imam a-Ddaaraqutnie, en is da3ief verklaard door imam al-Albaanie.

[184] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam al-Bazzaar en de originele hadieth bevindt zich in de sahiehayn en is overgeleverd door 3abdullaah ibn Zayd moge Allah met hem behaagd zijn, en bij imam Muslim is het overgeleverd door aboe Hurayrah moge Allah met hem behaagd zijn.

[185] Zie ook hadieth 65.

[186] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam al-Haakim en imam ibn Hibbaan, en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[187] Da3ief, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Daawoed, imam an-Nasaai’ie, imam at-Tirmidhie en imam ibn Maadjah en is da3ief verklaard door imam al-Albaanie.

[188] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam al-Bayhaqie en imam al-Haakim, en is sahieh verklaard door beide imams.

[189] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[190] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam Sa3ied ibn Mansoer en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[191] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam al-Bukhaarie in zijn boek 'al-Adab al-mufra’', en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[192] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[193] Hasan, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en is hasan verklaard door imam al-Albaanie.

[194] Hasan, deze hadieth is overgeleverd door imam a-Nnasaa'ie en is hasan verklaard door imam al-Albaanie.

[195] “3awrah” is hetgeen wat van het lichaam van de man en of de vrouw bedekt moet zijn. De 3awrah van de man is vanaf zijn navel tot zijn knieën, en die van de vrouw is tijdens het gebed en voor vreemde mannen, haar gehele lichaam behalve haar gezicht en haar handen, en voor andere vrouwen of mahaarim is haar 3awrah vanaf haar boven-borstkast tot haar enkels en tot haar ellen.

[196] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[197] Da3ief, deze hadieth is overgeleverd door imam Ahmad, imam aboe Daawoed, en imam ibn Maadjah en is da3ief verklaard door imam al-Albaanie.

[198] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam ibn Maadjah en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[199] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam Muslim.

[200] Hasan, deze hadieth is overgeleverd door a-Ttabaraanie en is hasan verklaard door imam al-Albaanie.

[201] Hasan, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en is hasan verklaard door imam al-Albaanie.

[202] Hasan, deze hadieth is overgeleverd door imam Ahmad en is hasan verklaard door imam al-Albaanie.

[203] Da3ief, deze hadieth is overgeleverd door imam a-Ttabaraanie en is da3ief verklaard door imam al-Albaanie.

[204] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam Ahmad en is sahieh verklaard door imam ibn a-Ssakan, imam ibn al-Qattaan en imam al-Albaanie.

[205] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim. Deze uitspraak is van imam Muslim.

[206] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam Muslim.

[207] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam Ahmad en overgeleverd en sahieh verklaard door imam Muslim.

[208] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[209] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam Ahmad, imam al-Bayhaqie en imam a-Nnasaa'ie en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[210] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en imam a-Ttirmidhie en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[211] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Daawoed, imam ibn Maadjah en imam a-Ttirmidhie en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[212] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door o.a. imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[213] Hasan, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en is hasan verklaard door imam al-Albaanie.

[214] “Al-istidjmaar”:  het reinigen van de uitscheidingsorganen door middel van steen.

[215] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim. Ook is het overgeleverd door imam aboe Daawoed, imam a-Ttirmidhie, imam a-Nnasaa’ie, imam ibn Maadjah en imam Ahmad.

[216] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[217] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Daawoed, imam a-Ttirmidhie, imam a-Ddaarimie en imam al-Bayhaqie en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie. Zie ‘A-ssilsilah a-ssahiehah’ hadiethnr.: 1071.

[218] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam Ahmad, imam aboe Daawoed, imam a-Ttirmidhie, imam ibn Maadjah, en imam al-Haakim en is sahieh verklaard door imam aboe Haatim en imam al-Albaanie.

[219] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie, en is ook overgeleverd door imam Ahmad en imam a-Ddaaraqutnie.

[220] Sahieh, deze toevoeging is overgeleverd door imam Ahmad en imam a-Ddaaraqutnie, en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[221] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam a-Ddaaraqutnie en is door hem en imam al-Albaanie sahieh verklaard.

[222] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam a-Ddaaraqutnie en sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[223] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[224] Zie ook hadieth 97.

[225] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam Ahmad, imam ibn Maadjah, en imam al-Haakim, en deze uitspraak is van imam al-Haakim, en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[226] Da3ief, deze hadieth is overgeleverd door imam al-Bayhaqie met een zwakke keten en is da3ief verklaard door imam al-Albaanie.

[227] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam a-Ttirmidhie, imam ibn Maadjah, imam Ahmad en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[228] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door de imams al-Bukhaarie, Muslim, aboe Daawoed, a-Ttirmidhie, a-Nnasaa'ie, ibn Maadjah, a-Ttabaraanie, Ahmad, en is sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim. Deze uitspraak is van imam Ahmad.

[229] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam a-Ttabaraanie en sahieh verklaard door imam ibn Hadjar al-3asqalaanie.

[230] Da3ief, deze hadieth is overgeleverd door imam ibn Maadjah en is da3ief verklaard door imam al-Albaanie.

[231] Da3ief, deze hadieth is overgeleverd door imam al-Bazzaar en imam a-Ttirmidhie en is da3ief verklaard door imam al-Bazzaar.

[232] ‘Djunub’: is degene die zich in een djanaabah situatie bevindt.

[233] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[234] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim. Ook is deze hadieth overgeleverd door imam al-Bayhaqie, imam a-Nnasaa'ie en imam Ahmad.

[235] ‘Al-khitaan’ betekent: de besnijdenisplek bij zowel de man als de vrouw.

[236] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[237] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam al-Bayhaqie en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[238] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam ibn Maadjah en sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[239] Deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en is overgeleverd en sahieh verklaard door imam ibn Khuzaymah en imam ibn Hibbaan, en is ook sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[240] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[241] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam Ahmad, imam a-Ttirmidhie, imam aboe Dawoed en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[242] Zie ook hadieth 63.

[243] Da3ief, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en imam ibn Khuzaymah en is da3ief verklaard door imam al-Albaanie.

[244] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam 3abdu-Rrazzaaq a-Ssan3aanie in zijn boek: ‘al-Musannaf’. De oorsprong van deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[245] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[246] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door de imams: al-Bukhaarie, Muslim, aboe Daawoed, a-Ttirmidhie, a-Nnasaa'ie, ibn Maadjah en Maalik, en is sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[247] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[248] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door de imams: Ahmad, aboe Daawoed, a-Ttirmidhie, a-Nnasaa'ie en ibn Maadjah, en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[249] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam Muslim. Ook is deze hadieth door imam a-Ttirmidhie en imam aboe Dawoed overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[250] Da3ief, deze hadieth is overgeleverd door de imams: aboe Daawoed, a-Ttirmidhie ibn Maadjah, a-Nnasaa'ie en ibn Hibbaan en is da3ief verklaard door imam al-Albaanie.

[251] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim. Deze uitspraak is van imam aboe Daawoed.

[252] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[253] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam Muslim.

[254] Sahieh, deze toevoeging is overgeleverd door imam al-Haakim en sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[255] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[256] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam Muslim.

[257] Hasan, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en ibn Maadjah en is hasan verklaard door imam al- Albaanie.

[258] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Daawoed, imam a-Ttirmidhie, imam ibn Maadjah en imam aboe shaybah en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie en sheikh Ahmad Shaakir.

[259] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Daawoed, imam a-Nnasaa’ie en imam ibn Maadjah en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[260] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Daawoed, imam a-Nnasaa’ie en imam a-Ttirmidhie en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[261] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam ibn Khuzaymah, imam ibn Hibbaan en imam Muslim en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[262] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam Ahmad en imam a-Nnasaa’ie en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[263] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam a-Ttabaraanie en sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[264] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim. Deze uitspraak is van imam Muslim.

[265] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie.

[266] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam Ahmad en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[267] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam Muslim.

[268] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie.

[269] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[270] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaad door imam Muslim.

[271] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Daawoed, imam a-Nnasaa’ie, imam ibn Maadjah en imam Ahmad en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[272] Da3ief, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en imam ibn Khuzaymah en is da3ief verklaard door imam al-Albaanie.

[273] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam Muslim.

[274] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[275] Sahieh, deze toevoeging is overgeleverd en sahieh verklaard door imam ibn Hibbaan.

[276] Da3ief, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Daawoed, imam a-Ttirmidhie en imam Ahmad en is da3ief verklaard door al deze imams en imam al-Albaanie. 

[277] Da3ief, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en imam Ahmad en is da3ief verklaard door imam al-Albaanie.

[278] ‘Sa3ied’ betekent reine aarde, en betekent ook de bovenkant van de grond. 

[279] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[280] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam Ahmad en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[281] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam Ahmad en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[282] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam Muslim.

[283] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam Muslim.

[284] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam Ahmad en sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[285] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam Ahmad en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[286] Zie de uitleg van hadieth 72.

[287] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim. Deze uitspraak is van imam Muslim.

[288] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie.

[289] Da3ief, deze hadieth is overgeleverd door imam a-Ddaaraqutnie en imam al-Haakim en is da3ief verklaard door imam al-Albaanie.

[290] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam al-Bazzaar en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[291] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Daawoed, imam a-Ddaarimie en  imam a-Nnasaa'ie en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[292] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam a-Ddaaraqutnie, imam al-Haakim en imam ibn Khuzaymah en is sahieh verklaard door imam ibn Khuzaymah.

[293] ‘A-Ssubh’ is één van de benamingen van het verplichte ochtendgebed.

[294] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[295] Da3ief, deze hadieth is overgeleverd door imam ibn Maadjah en is da3ief verklaard door imam ibn Hadjar al-3asqalaanie en imam al-Albaanie.

[296] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam Muslim.

[297] ‘Aathaar’ zijn de overleveringen waarin de uitspraken en of de handelingen van de metgezellen van de Profeet Allah' s gebeden en vrede zij met hem zijn verhaald.

[298] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[299] Da3ief, de uitspraak tussen de twee haken is da3ief verklaard door imam al-Albaanie.

[300] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[301] Da3ief, deze hadieth is overgeleverd door imam a-Ddaaraqutnie en is zeer da3ief verklaard door imam ibn Hadjar al-3asqalaanie en imam al-Albaanie.

[302] De betekenis van ‘al-istihaadah’ is in hadieth 62 uitgelegd.

[303] Hasan, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Daawoed, imam a-Nnasaa’ie, imam ibn Hibbaan en imam al-Haakim en is hasan verklaard door imam al-Albaanie.

[304] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[305] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[306] Sahieh, deze athar is overgeleverd door imam aboe Dawoed en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[307] Zie hadieth 129.

[308] Zie hadieth 62.

[309] De toevoegingen die tussen rechte haken staan zijn van de uitspraak die imam aboe Dawoed heeft overgeleverd.

[310] Hasan, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Daawoed, imam a-Ttirmidhie en imam ibn Maadja en is hasan verklaard door imam al-Bukhaarie en imam al-Albaanie.

[311] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verlkaard door imam Muslim.

[312] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie, en is ook overgeleverd door imam aboe Daawoed.

[313] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en imam ibn Maadjah en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[314] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam al-Bukhaarie en imam aboe Dawoed waarvan deze uitspraak is, en is sahieh verklaard door imam al-Bukhaarie en imam al-Albaanie.

[315] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imam Muslim.

[316] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door de imams: Muslim, Aboe Daawoed, a-Ttirmidhie, a-Nnasaa'ie, ibn Maadjah en Ahmad, en is sahieh verklaard door imam Muslim en imam al-Albaanie.

[317] Sahieh, deze hadieth is sahieh verklaard door o.a. imam al-Albaanie (door wie overgeleverd?).

[318] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door de imams: Muslim, Aboe Daawoed, a-Nnasaa'ie, ibn Maadjah en Ahmad, en is sahieh verklaard door imam Muslim en imam al-Albaanie.

[319] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door o.a. imam al-Bukhaarie en imam Muslim. Deze uitspraak is van imam ibn Maadjah.

[320] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door o.a. imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[321] Overgeleverd door imam a-Ttabarie.

[322] Overgeleverd door imam a-Ttabarie.

[323] Voor meer uitleg zie hadieth 112

[324] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door o.a. imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[325] “Penitentie” betekent: boetedoening, of wel de daad die men verricht ter kwijtschelding van een zonde.

[326] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door de imams: aboe Daawoed, a-Ttirmidhie, ibn Maadjah, a-Nnasaa'ie en al-Haakim, en is sahieh verklaard door imam al-Haakim, imam ibn al-Qattaan, imam ibn Daqieq al-3ied, imam ibn al-Qayyim en imam al-Albaanie. Anderen hebben gezegd dat het de uitspraak van ibn 3abbaas is.

[327] Sahieh, deze athar is overgeleverd door imam a-Ttirmidhie en is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[328] Zie zijn boek: ‘Aadaab a-zzafaaf’.

[329] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door o.a. imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[330] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door o.a. imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[331] Deze athar is overgeleverd door imam Sa3ied ibn Mansoer in zijn ‘Musnad’ en imam 3abdu-Rrazzaaq a-Ssan3aanie in zijn ‘Musannaf’.

[332] Zie de vorige voetnoot.

[333] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door o.a. imam al-Bukhaarie en imam Muslim.

[334] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Daawoed, en dit gedeelte is sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[335] Deze athar is overgeleverd door imam al-Bukhaarie in zijn boek: ‘a-Ttaariekh al-kabier’ en imam a-Ttabarie.

[336] Hetgeen tussen rechte haken staat is een toevoeging uit een andere overlevering bij imam aboe Daawoed.

[337] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed en sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[338] Dit heeft imam a-Ttabarie overgeleverd.

[339] Voor meer uitleg betreffende dit onderwerp zie ahaadieth: 131 en 132.

[340] Hasan-sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Daawoed, imam a-Ttirmidhie, imam ibn Maadjah en imam Ahmad en is hasan-sahieh verklaard door imam al-Albaanie.

[341] Hasan, deze hadieth is overgeleverd door imam aboe Dawoed -waarvan deze uitspraak is- en imam al-Haakim en is hasan verklaard door imam al-Albaanie.

[342] 'Sunan a-Ttirmidhie'.

[343] 'Nayl al-awtaar'.