Het belang van kennis over de bronnen van studiën
Categorieën
Full Description
Het belang van kennis over de bronnenstudies
Door: Saoed Khadjé
أهمية فهم مصادر الدراسات
المؤلف: سعود خدجي
[باللغة الهولندية]
revisie: Aboe Abdelilah Al-belgikie
مراجعة: أبو عبد الله البلجيكي
Kantoor voor da'wa Rabwah (Riyadh)
1430-2009
Islam voor iedereen
In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle
Het Belang Van Kennis Over De Bronnenstudies
Inleiding
Het belang van kennis en onderwijs, over de Islam en ook andere leervelden benadrukken
is niets nieuws. Vanuit de Islam kunnen Koranpassages en profetische overleveringen
worden aangehaald om het belang, of zelfs de verplichting, ervan te benadrukken. Deze zouden ons moeten aansporen om vragen te stellen, opzoekwerk te verrichten, te studeren en om elkaar te onderwijzen.
Dit artikel zal niet veel anders zijn, behalve dat het iets specifieker van onderwerp is.
Ik zal globaal een zevental ‘bronnenstudies’ belichten die essentieel zijn voor de bestudering
Van de Islam. Het belang van de Arabische taal zal niet worden belicht, niet omdat dat onbelangrijk zou zijn -het is zéér belangrijk- maar omdat niet iedereen de Arabische taal
machtig is en dit geen belemmering mag vormen om toch aan bronnenstudie te doen,
zelfs in andere talen dan het Arabisch, bijvoorbeeld vertaalde werken uit het Arabisch of werken in de Engelse taal.
Leven van de Profeet Mohammed
De eerste studie is die over het leven van de Profeet Mohammed (vzmh), de Sierat an-Nabi
genoemd. Dit is een zeer belangrijke studie, want ze geeft inzicht in de omstandigheden waarin de Islamitische Boodschap aan de Profeet (vzmh) werd geopenbaard.
De sierah is te verdelen in drie periodes;
- de periode vóór het profeetschap,
- de periode van het profeetschap in Mekka en
- de Medinese periode. (in Medina)
Deze periodes hebben specifieke, belangrijke kenmerken waar lessen en richtlijnen uit gehaald kunnen worden voor latere samenlevingen.
Vanuit het leven van de Profeet (vzmh) kunnen we tevens leren hoe hij omging met bepaalde situaties en wat hij heeft gezegd, heeft gedaan (en dit bevat zaken die we al dan niet
moeten doen op basis van gebod of voorbeeld van hem) of, wat hij zijn metgezellen of anderen zag doen en (stilzwijgend) goedgekeurd heeft. Dit noemen wij zijn soennah welke zijn vermeld in de boeken van Hadieth (profetische overleveringen) en Sierah. De sierah is een belangrijke bron voor studies op het gebied van de Koran, tafsier (Koranexegese), fiqh (wetgeving), gedragswetenschappen en da’wah (missiologie).
Geloofsleer
De volgende studie is die betreffende de geloofsprincipes, ook wel ‘Ilm al-‘Aqiedah genoemd.
Kennis over de correcte geloofsleer is fundamentele kennis en één van de belangrijkste onderwerpen als het niet de belangrijkste is om te bestuderen, aangezien de geloofsleer te maken heeft met de relatie tussen Allah en Zijn dienaren. De studie van Sierat an-Nabi is een erg belangrijk punt in het bestuderen van de correcte geloofsleer. Door de situaties te begrijpen waar de Profeet (vzmh) mee te maken kreeg (bijvoorbeeld in relatie tot aanhangers van andere geloofsovertuigingen) en te beseffen waar hij, geleid door Allah, naar streefde, kan een duidelijk beeld ontstaan van de essentie van de Islamitische Boodschap, namelijk het vestigen van Tawhied, de Uniciteit van Allah, en het bestrijden van elke vorm van afgoderij.
Islamitische geschiedenis
Na deze studie is het erg belangrijk te leren over geschiedenis, zodat begrepen kan worden
hoe de Islam zich heeft ontwikkeld tot een wereldreligie. Bestudering van met name de ‘formatieve periode’ van de islamitische geschiedenis is erg belangrijk als iemand de Islambeleving en diversiteiten van tegenwoordig beter wenst te begrijpen. De formatieve periode bestaat (naast de periode van profeetschap) uit de periode die bekend staat als die van de ‘Rechtgeleide Kaliefen’, welke begon in 632 na Christus en tot 661 duurde, en uit de daarna volgende perioden van de ‘Umayyadische dynastie’ (661 tot 750 na Christus) en de Abbasidische dynastie’ (van 750 tot 1258 na Christus).
Het is in die periode dat er een enorme gebiedsuitbreiding plaatsvond: het Islamitische Rijk
werd groter en groter, kwam met verschillende culturen in aanraking en kreeg te maken met
conflicten en veldslagen. Zowel interne als externe, waaronder de kruistochten. Het was ook in die periodes dat er, vanwege bepaalde omstandigheden, politieke en religieuze verschillen en meningen werden gevormd, waardoor de eerste splintergroeperingen ontstonden.
De bekende soennitische wetscholen van de geleerden Abu Hanifa, Maalik, Ash-Shaafi‘ie en Ahmad bin Hanbal kwamen tot stand en studies betreffende de Koran, de profetische overleveringen (hadieth) en wetgeving werden verder ontwikkeld.
Tevens ontstonden er richtingen die wij vandaag kennen als theologie (in de vorm van ‘ilm alkalaam’ zoals ‘Mohtazilah’ en ‘Ashahirah’), filosofie (zowel Islamitische als Hellenistische, welke een herleving van de Griekse werken en gedachten teweegbracht, en die ook vaak werd samengevoegd met islamitische leerstellingen en cultuur) en mystiek (tasawwoef).
Deze richtingen weken allemaal geleidelijk aan af van de hoofdstroom van de soennitische leer. Bovendien traden veel mensen en volkeren toe tot de Islam; deze namen hun culturele rituelen mee, alsook elementen van hun voormalige geloofsovertuiging. Dit alles werd ‘gemengd’ met Islam. Vanwege dit soort evoluties ontstond de noodzaak om de islamitische leer zuiver te houden en dit zorgde ervoor dat er steeds meer werken kwamen op het gebied van geloofsleer (‘Aqiedah) om zo de correcte (soennitische) geloofsprincipes te verduidelijken en de theologische redeneringen en gedachten van afwijkende sektes en groeperingen te weerleggen. Ook historiografische en biografische werken kunnen tot de religieuze wetenschappen worden gerekend.
Ook andere takken van wetenschap die in deze periode zijn ontwikkeld, en waarvan moslimgeleerden vaak de pioniers waren, begonnen meestal met de Islam als inspiratiebron. Wetenschappen die in deze periode door de moslims werden ontwikkeld zijn sociale wetenschappen, anatomie, geneeskunde en farmacologie, volksgezondheid, scheikunde, natuurkunde (fysica), wis- en rekenkunde, astronomie, geografie en cartografie, grammatica, retoriek en proza, kalligrafie, geluidskunde, bouwkunde, architectuur en ornamentatie (o.a. arabesken).
De onvoorstelbare explosie van geleerdheid in deze periodes zorgde er mede voor dat er op
georganiseerde wijze scholen, universiteiten, bibliotheken, ziekenhuizen en klinieken werden
opgericht. Dit was iets ongekends in de rest van de toenmalige wereld.
Na een beeld te hebben gekregen van wat er in een relatief korte periode allemaal heeft
plaatsgevonden, is het beter te begrijpen hoe het komt dat er diverse religieuze wetenschappen
zijn ontstaan, zoals de wetenschappen die betrekking hebben op de Koran, de profetische
overleveringen, wetgeving en jurisprudentie, ethiek, bestudering van het leven van de Profeet
Mohammed (vzmh) en de voorgaande profeten, en andere wetenschappen zoals bestudering
van religieuze boekwerken van andere godsdiensten ter weerlegging of ter vergelijking met de
Islam, hetgeen vandaag de dag onder de ‘vergelijkende godsdienstwetenschappen’ kan worden geplaatst, wetende dat de Islam de laatste ware godsdienst is
Koranwetensschappen
Zo komen we bij de vierde studie: de Koranwetenschappen, of de ‘Oeloem al-Qoer'aan. Deze
studie bestudeert onder andere de wijzen van openbaring (wahy), de stadia van de Koranopenbaring, namen van de Koran, de verzameling van de Koran (djam’ al-Qoer'aan), de volgorde en rangschikking van de Koran, taal en grammatica van de Koran, het op schrift stellen van de Koran, informatie over de redenen en gebeurtenissen van openbaring (asbaab annoezoel), kennis over hetgeen geopenbaard was in Mekka en Medina, kennis over de opheffende en opgeheven verzen (an-naasikh wal-mansoekh), kennis over de duidelijke en onduidelijke verzen (moehkamaat en moetashaabihaat), recitatievormen van de Koran (sab‘a alahroef), de kwaliteiten en bijzonderheden van de Koran (moe’djizaat al-Qoer'aan), principes en methodes van Koranuitleg of exegese (tafsier), de exegesegeleerden en hun boekwerken.
Het is belangrijk dit soort zaken te weten, willen we de Koran beter leren begrijpen, er correct
mee omgaan en het doel van zijn regelgeving begrijpen, zodat we er op een juiste manier mee
kunnen omgaan in onze Islambeleving.
Hadiethwetenschappen
De vijfde studie is die van de Hadiethwetenschappen, of de ‘Oeloem al-Hadieth. Deze studie
bestudeert de overleveringen die gaan over de uitspraken, handelingen en goedkeuringen van
de Profeet (vzmh).
De studie behandelt de methodes van verzamelen en neerpennen van de overleveringen, de
structuur en stijl van de overleveringen, omstandigheden rond een bepaalde overlevering en
de biografieën van de overleveraars. Erg belangrijk in deze studie zijn de classificaties van
profetische overleveringen op grond van de overleveraarsketen (de bekendheid van de overleveringen en het aantal overleveraars) alsook op grond van betrouwbaarheid (bijvoorbeeld authentiek, goed, zwak of verzonnen e.a. tussenliggende gradaties) alsook de criteria hiervoor van verschillende geleerden, dus methodes van hadiethgeleerden.
Deze studie is erg belangrijk omdat ze ons leert hoe bepaalde zaken van de Koran moeten worden uitgevoerd en geïnterpreteerd, of hoe de Profeet (vzmh) bepaalde verzen of voorschriften heeft uitgelegd. Ook heeft de Profeet (vzmh) zelf bepaalde zaken als verplicht, toegestaan of verboden verklaard.
Ze leert ons ook hoe we ons moeten gedragen met de Profeet (vzmh) als voorbeeld. De hadieth is, na de Koran, de tweede bron van islamitische kennis, leiding en wetgeving.
Islamitische wetgeving
De zesde studie is die van de islamitische jurisprudentie of wetgeving, bekend als Oesoel al-
Fiqh. Ze bestudeert de bronnen, principes en methodieken waarmee kan worden bepaald of
een regel een gebod, keuze of uitleg is, of ze moet worden uitgevoerd of dat ze moet worden
nagelaten, of ze specifiek of algemeen is, of ze bindend is of niet, of het verplicht, anbevolen,
toegestaan, afkeurenswaardig of verboden is en of ze voor iedereen geldend is of niet. Dit
zijn slechts enkele algemene onderdelen waarmee deze studie zich bezighoudt. Voor het goed
kunnen benaderen van deze studie moet iemand ook bekend zijn met de hierboven genoemde
studies.
Ethiek
De laatste studie die ik hier behandel is niet meteen een bronnenstudie, maar is wel een belangrijk onderdeel van de Islam; een onderdeel dat nauw verbonden is met het Islamitische systeem van rechten, plichten en verantwoordelijkheden. Het is de studie der ethiek, of de ‘Ilm al-Akhlaaq’. Dit is, net als psychologie en sociologie, een studie op het gebied van de gedragswetenschappen.
De ethiek kent belangrijke concepten die betrekking hebben op het individuele
en collectieve gedrag, sociale verantwoordelijkheid en moraliteit van moslims en
hun positie binnen de maatschappij, zowel de islamitische als de niet-islamitische samenleving(en).
Helaas is deze studie, met name in de westerse talen, vaak onderbelicht en wordt ze beperkt
tot een aantal bekende gedragsregels en etiquette ten aanzien van deugden en kwaden. Ook
wordt vaak een zwart-wit beeld geschetst. Wat namelijk meestal niet wordt behandeld, zijn de
‘regels achter de regels’: de inzichten, voorwaarden, verschillende benaderingen en wijzen
waarmee we rekening moeten houden als we omgaan met bepaalde gedragsregels, en hoe
deze, afhankelijk van de omstandigheden, kunnen worden toegepast. Er is helaas een groot
gebrek aan kennis en uitleg hierover.
Bekendheid mét als het begrip ván het doel van zowel de Islamitische Boodschap als de Koran, alsook met ethische concepten, verruimt het islamitische denken en maakt u bewust van de dynamiek waarmee de Islam kan worden beleefd.
Over de auteur:
Saoed Khadjé is docent Islamstudies bij Dar-al-‘Ilm (Huis der Kennis) - Instituut voor Islam Studies.
www.islamhouse.com
Islam voor iedereen !